De recente dood van Peter R. de Vries, na een moordaanslag, heeft diepe sporen nagelaten. Hij was niet alleen een gerenommeerd misdaadjournalist, maar ook een fervent wielrenner en liefhebber van de sport. Dit artikel belicht zijn achtergrond en passies, mede aan de hand van een interview uit de Tourspecial van vorig jaar.
Wielrennen als Passie en Uitdaging
Peter R. de Vries was een enthousiast wielrenner. Hij fietste doorgaans om de dag, van april tot oktober, meestal in de ochtend. Doordeweeks fietste hij gemiddeld twee uur, in het weekend langer. Hij merkte op dat het fietsen op de openbare weg gevaarlijker was geworden, en dat hij tijdens elke rit wel een paar keer moest remmen voor onoplettende automobilisten.
Ondanks de gevaren fietste hij altijd alleen. Hij genoot van de krachtmeting met zichzelf en hield zijn snelheid en gemiddelde in de gaten. Een gemiddelde van 30 kilometer per uur was voor hem een uitdaging, gezien de verkeerslichten, andere fietsers en weggebruikers die hij onderweg tegenkwam. Het alleen fietsen beviel hem goed, omdat hij dan kon vertrekken en stoppen wanneer hij wilde, zonder afspraken te hoeven maken. In de herfst en winter deed hij aan spinning om de fietsbeweging er goed in te houden.
Van Bedrijfskoersjes tot Wielerliefhebber
Zijn eerste racefiets was een Gazelle, waarmee hij deelnam aan bedrijfskoersjes. Hij durfde te zeggen dat hij heel aardig kon fietsen. Het wielrennen volgde hij al sinds 1971. De Tour de France-zege van Jan Janssen in 1968 herinnerde hij zich vaag. Hij groeide op met Radio Tour de France en de Tourflitsen van Theo Koomen, en las voor zijn werk de kranten om op de hoogte te blijven van de etappes en klassementen.
Zijn held was Joop Zoetemelk. Hij zag Eddy Merckx, als chauvinistische Nederlander, als de vijand van Zoetemelk, omdat die Zoetemelk dikwijls wist te lossen. Hij bewonderde Merckx niet, maar ergerde zich aan hem. Wat hem aansprak in Zoetemelk was dat hij geen eendagsvlieg was. Hij had de pech dat hij vele jaren de meest veelzijdige wielrenner aller tijden voor zich had, anders was hij wellicht vaker als eerste geëindigd.
Lees ook: De groei van het dameswaterpolo
De Opkomst van TI Raleigh en Peter Post
Vanaf halverwege de jaren zeventig begon de opmars van TI Raleigh, met renners als Jan Raas, Gerrie Knetemann, Hennie Kuiper, Henk Lubberding en Joop Zoetemelk. Ploegleider Peter Post was een niets ontziende vakman, die de wielersport professioneler maakte, net zoals Rinus Michels dat bij Ajax deed. Post was geen sympathiek mens, maar wel een absolute winnaar, en winnaars in de sport zijn bijna nooit sympathiek; zij zijn egocentrisch.
Raas en Post lagen elkaar niet, omdat ze beiden winnaars waren, overtuigd van zichzelf en van hun visie. Als die visies botsen, klapt het. Grote winnaars rijden niet om, maar gaan rechtdoor.
Gerrie Knetemann en de Klimspecialisten
Gerrie Knetemann, wereldkampioen en winnaar van tien Tourritten, was een begenadigd coureur en een mediapersoonlijkheid, geliefd bij een groot publiek door zijn uitstraling, humor en kwinkslagen. Hij was enigszins te vergelijken met Willem van Hanegem. Knetemann slaagde erin zich voortreffelijk te verkopen, onder meer door zijn vrouw Greet erbij te betrekken. Met alle respect voor zijn erelijst, sprak hij De Vries niet bovenmatig aan.
Als klimspecialisten noemde hij Steven Rooks, Gert-Jan Theunisse, Pedro Delgado, Miguel Indurain en Peter Winnen, die twee keer de beste was op Alpe d’Huez. Winnen kwam op hem over als een intelligente man én een Einzelgänger, waardoor hij een buitenbeentje was. Post kreeg nooit helemaal vat op hem.
Massasprints en Lance Armstrong
Voor Erik Breukink, iemand die met het snot voor de ogen de scherpste tijden neerzette, had hij eveneens een zwak. Massasprints intrigeerden hem nog steeds het meest, omdat het het boeiendste onderdeel van het wielrennen is. Vroeger was hij supporter van Jean-Paul van Poppel, en later van Jerommeke Blijlevens. Massaspurters doen hem denken aan de scorende spitsen in het voetbal: ofschoon dat niet altijd de beste voetballers zijn, staan ze op het juiste moment op de juiste plek.
Lees ook: Peter: sleutelfiguur in de ontwikkeling van voetbal
De allergrootste uit de Tourgeschiedenis is, ondanks alles, Lance Armstrong. Van hem hadden ze die gele truien niet hoeven te ontnemen. Ook hij geloofde dat zijn voorgangers eveneens doping gebruikten. Volgens hem is Armstrong keihard aangepakt, omdat hij geen Fransman is. Armstrong heeft zijn Tours volgens mij niet gewonnen omdat hij doping gebruikte, maar omdat hij absoluut de beste was van iedereen.
Dopingschandalen en Mathieu van der Poel
De dopingschandalen zorgden er een aantal jaar geleden voor dat zijn interesse in met name de Tour tijdelijk terugliep. Hij kon het niet langer opbrengen daar veel tijd in te steken. Dat list en bedrog en kopen en omkopen bij het schimmige wielermilieu horen, was hem niet vreemd. Mensen kijken uiteindelijk hoe ze de ander te slim af kunnen zijn.
Met bijzondere aandacht las hij het door Thijs Zonneveld opgetekende levensverhaal van Thomas Dekker, "Mijn gevecht". Zo onthulde hij hoe zijn toenmalige kamergenoot Michael Boogerd aan verboden middelen kwam. Mathieu van der Poel is een gigant. De finish van de Amstel Gold Race van vorig jaar heb ik zeker vijftien keer terug gekeken. Iemand die vanuit kansloze positie wint, op een manier die je bijna niet kunt geloven. Pure sportemotie.
Peter R. de Vries en Voetbal
Naast zijn passie voor wielrennen had Peter R. de Vries ook een connectie met voetbal. Louis van Gaal vertelde bij RTL Boulevard dat hij De Vries kende uit zijn Ajax-periode. Ze gingen regelmatig met elkaar uit eten en hadden veel respect voor elkaar. Van Gaal herkende veel van zichzelf in De Vries: hij wilde ook altijd de beste zijn en was tegen elke vorm van onrecht in de maatschappij.
De Vries zelf werd ook geassocieerd met Ajax. In een interview uit 2011 werd de Amsterdam Arena (tegenwoordig de Johan Cruijff Arena) genoemd als onderdeel van zijn achtergrond. Hij werd omschreven als een professional die zijn huiswerk goed doet, en die een ongekende gedrevenheid heeft als hij iets interessant vindt.
Lees ook: Statistieken en de invloed van Peter van Ooijen
Misdaadjournalistiek en Persoonlijke Interesse
Peter R. de Vries was bovenal een misdaadjournalist. Hij deed baanbrekend werk in zaken als de ontvoering van Alfred Heineken, de Puttense moordzaak en de Natalee Holloway-zaak. Hij had meer dan veertig uitzendingen nodig om de onschuldig veroordeelde jongens uit Putten vrij te krijgen. Hij achtervolgde Joran van der Sloot op zo’n beetje ieder continent, met een ontknoping die de hele wereld overging.
Hij was trots op zijn boek "De ontvoering van Alfred Heineken", dat hij beschouwde als een klassieker in het genre. Hij werkte een jaar lang aan het boek, met goedkeuring van Cor van Hout, en het verscheen in 1987. Het is al jaren het beste verkochte Nederlandse misdaadboek ooit.
Een belangrijke drijfveer voor hem was persoonlijke interesse. Als een zaak zijn interesse wist te winnen, dan ging hij er voor en zette hij er alles voor opzij. Hij beschouwde zichzelf als een schrijvend journalist die toevallig zijn kunstje op tv doet.