Het samenstellen van een effectieve opstelling is cruciaal in het vrouwenvoetbal, net als in elke andere voetbaldiscipline. Het gaat verder dan simpelweg namen op een veld plaatsen; het is een strategisch proces dat inzicht vereist in de sterke en zwakke punten van de spelers, de tegenstander en de algehele doelstelling van het team.
De Basis: Formatie en Leeftijd
Voordat je überhaupt aan een opstelling begint, is het essentieel om een formatie te kiezen. De formatie bepaalt de verdeling van spelers over de verschillende linies: verdediging, middenveld en aanval. Denk hierbij aan formaties als 1-4-3-3 of 1-4-4-2 bij 11 tegen 11, of varianten zoals 1-2-3-2 of 1-3-1-3 bij 8 tegen 8. De keuze van de formatie hangt af van verschillende factoren, waaronder de speelstijl die je wilt hanteren en de kwaliteiten van je spelers.
Echter, een formatie is niet altijd noodzakelijk, zeker niet bij de jongste jeugd. Bij O8, O9 en O10 is het vanwege de leeftijdsspecifieke kenmerken vaak niet erg zinvol om al met vaste formaties te werken. In deze leeftijdscategorieën ligt de focus meer op individuele ontwikkeling en spelplezier.
Leeftijdsspecifieke Kenmerken
Het is als jeugdcoach belangrijk om op de hoogte te zijn van de leeftijdskenmerken van kinderen binnen een bepaalde leeftijdscategorie. Dit helpt je om de trainingen en de opstellingen aan te passen aan hun ontwikkelingsfase. Jongere pupillen voetballen bijvoorbeeld meer als individu, terwijl oudere pupillen steeds meer in staat zijn om samen te spelen en posities in te nemen.
Van Formatie naar Opstelling
Zodra de formatie is bepaald, kunnen de namen van de spelers worden ingevuld. Het is belangrijk om de spelers mee te geven waar het vandaag om gaat, waar de aandacht op ligt, wat we vandaag vooral goed willen doen, waar ze nog beter in willen worden en waar jij ze vooral mee gaat helpen.
Lees ook: Selectiebeleid C-Team Onderzocht
Tips voor het Maken van een Effectieve Opstelling
Het maken van een effectieve opstelling is een proces dat zorgvuldige overweging vereist. Hier zijn enkele tips om je op weg te helpen:
- Ken je spelers: Bespreek voorafgaand aan het seizoen met je spelers wat hun voorkeursposities zijn (als ze dat al weten). Geef aan dat je dit meeneemt, maar dat het geen garantie is.
- Formatie of niet?: Bepaal of je in een formatie wilt spelen of niet. Bij de pupillen is dit minder relevant omdat ze nog vooral als individu voetballen. Ze zijn (nog) niet in staat om in een bepaalde positie/ruimte te (blijven) spelen en dat af te stemmen met hun medespelers. Jongere pupillen kun je dus prima zonder positie laten voetballen. Bij iets oudere pupillen kun je van ‘voor- en achterspelers’ gaan spreken en bij O11 en O12 kun je een bepaalde formatie introduceren.
- Leeftijd en Ontwikkeling: De formatie die je kiest, moet vooral passen bij de leeftijd en de ontwikkelfase van de spelers. Laat de oudere pupillen meerdere ruimtes, voor en achter en posities uitproberen. Het wisselen van posities brengt naast een leereffect ook begrip voor elkaar mee.
- Variatie: Start niet elke keer in dezelfde basisopstelling. Iedereen snapt dat in de “basis” starten altijd leuk is.
- Consistentie: Zorg dat je de benaming van de posities consequent doorvoert. Dit zorgt voor duidelijkheid bij je spelers.
- Taken en Vrijheid: Geef bij de oudere pupillen (O11/O12) duidelijk aan wat de taken zijn die bij een positie horen of vraag ze wat hun idee daarbij is, passend bij de leeftijd en ontwikkeling, maar laat die taak geen harnas worden voor de spelers. Het geeft houvast, maar er moet ook voldoende vrijheid zijn om zelfstandig keuzes te maken.
- Keepers: Bied alle jongere pupillen de mogelijkheid te ervaren wat het is om keeper te zijn en te ontdekken hoe leuk dat kan zijn. Rouleer per wedstrijd of om de twee wedstrijden en laat ze in die weken ook tijdens de training keepen.
- Voorbereiding: Maak de opstelling niet op het laatste moment, maar neem daar de tijd voor door dit bijvoorbeeld thuis al te doen. Bepaal de opstelling voor de komende wedstrijd onder meer op basis van de opstellingen van de voorgaande wedstrijden, de wissels die je daarin hebt toegepast en de speeltijd die spelers hebben gekregen.
- Visualisatie: Om de opstelling levendig te maken kun je het visualiseren. Door te tekenen of gebruik te maken van magneetjes of bekertjes, kun je het inzichtelijk maken voor de spelers. Zorg ook dat je de spelers hierbij betrekt met een vraag- en antwoordspel.
- Speeltijd: Iedere speler moet voldoende voetbaltijd krijgen. Verdeel de beschikbare speeltijd dan ook zo eerlijk mogelijk per wedstrijd en zorg dat je dit bijhoudt. Zorg dat je vooraf al weet wanneer (op welke momenten, om de hoeveel minuten) en in welke volgorde je wissels gaat toepassen.
- Aanvoerderschap: Veel spelers vinden het leuk om aanvoerder te zijn, maar bij de jongste pupillen heb je nog geen aanvoerder nodig. Bij de oudere pupillen kun je elke wedstrijd rouleren en elke speler die ervaring mee te laten nemen in zijn of haar ontwikkeling.
Het Belang van Flexibiliteit
Het is cruciaal om flexibel te blijven en je opstelling aan te passen aan de omstandigheden. Een blessure, een tactische wijziging van de tegenstander of een speler die niet in vorm is, kan allemaal aanleiding geven om de opstelling te wijzigen. Zorg ervoor dat je spelers op verschillende posities kunnen spelen en wees niet bang om te experimenteren.
De Rol van de Coach
De coach speelt een cruciale rol bij het bepalen van de opstelling. Hij of zij moet de sterke en zwakke punten van de spelers kennen, de tactiek van de tegenstander analyseren en een plan bedenken om de wedstrijd te winnen. De coach moet ook in staat zijn om de spelers te motiveren en te instrueren, zodat ze hun taken op het veld optimaal kunnen uitvoeren.
Lees ook: Rugby: Geschiedenis, Regels en Opstellingen
Lees ook: Alles over rugbyopstellingen
tags: #opstelling #vrouwen #voetbal #uitleg