Het leven buiten de stad: Een persoonlijke reflectie

Als podotherapeut bij RondOm Podotherapeuten word ik dagelijks uitgedaagd door de complexiteit van de menselijke voet en de relatie ervan tot het lichaam. Het geeft me voldoening om samen met patiënten te werken aan oplossingen die hun levenskwaliteit verbeteren. Daarnaast vind ik het fantastisch om bij te dragen aan de optimale functionering van dansers, atleten en amateursporters, zowel op het gebied van prestatieverbetering als blessurepreventie en pijnbestrijding.

Mijn achtergrond is echter heel anders dan mijn huidige leven in Amsterdam. Ik ben geboren in een klein dorp, een plek waar iedereen elkaar groet en waar het geluid anders klinkt dan in de stad. In dit dorp was alles zichtbaar en bevond zich aan de oppervlakte. Wanneer ik over mijn geboortedorp vertel, krijg ik vaak een meelijwekkende blik van mijn in de stad geboren gesprekspartners.

Kunst en cultuur: Een wereld van verschil

In mijn dorp was er weliswaar een museum, maar geen kunst in de zin van de gevestigde orde. Kunst was iets dat in het Mauritshuis hing of boven de bank bij mensen thuis, vaak reproducties van Herman Brood. De vrouw van de tandarts maakte aquarellen van koeien in het gras, maar die kwamen niet verder dan de wachtkamer van haar man. Er werd niet over kunst gesproken, laat staan over kunstacademies.

Het duurde dan ook nog vijf jaar na mijn verhuizing naar de stad voordat ik me aanmeldde voor de Gerrit Rietveld Academie. Er was een transitieperiode nodig, er was groei nodig. Een oom van me zei dat het kunstenaarschap niet valt aan te leren, dat het iets is waarmee je geboren wordt, of niet. Op de kunstacademie maakte ik kennis met de klassiekers en begon mijn eigen smaak zich te vormen. Ik werd fan van het werk van Ryan Trecartin, een kunstenaar wiens werk ver af staat van de traditionele canon.

De invloed van Ryan Trecartin

Trecartin creëert duizelingwekkende videowerken waarin personages met onnavolgbare make-up en slechte pruiken bizarre oneliners spreken die met iedere herhaling aan kracht winnen. Zijn werk draait om taal en de manier waarop we die inzetten om onszelf te representeren. Zijn jargon lijkt op een willekeurige greep uit het afvoerputje van het vroege internet en de reality-televisie.

Lees ook: Het verhaal van Maartje Paumen

Zijn films zaten al vol filters en beeldeffecten voordat Instagram was uitgevonden. Hij slaagt erin de verwarring, redeloosheid, humor en verontrustendheid die onze tijdsgeest markeert te vangen. De kunstcanon was nooit zijn inspiratiebron. Geen van zijn personages lijken naar elkaar te luisteren, ieder van hen zit opgesloten in hun eigen bubbel waarvanuit ze oreren. Veel van de taal die ze bezigen is corporate, alsof ze allemaal proberen toegang te krijgen tot de hoogste regionen van het kapitalistische systeem. Identiteit en gender van deze karakters zijn vaak even moeilijk te duiden als hun dialogen.

Een van mijn favorieten is het bijna twee uur durende "I Be-Area", waarin doodenge kinderen zichzelf aanprijzen en worden verkocht nadat ze hun kunsten vertonen. De zelfhulpindustrie wordt te kijk gezet, Amerika wordt belachelijk gemaakt en ons taalgebruik wordt geridiculiseerd. Onze bereidwilligheid om onze tijd en aandacht volledig te laten kapen door de drang te voldoen aan wat anderen van ons verwachten, wordt bevraagd.

Een quote uit "I Be-Area" die vaak wordt herhaald is: "I believe that somewhere there is something worth dying for and I think that’s amazing." Dit is ongeveer wat ik dacht toen ik in 2002 naar Amsterdam verhuisde.

De stad als norm

Nu, in 2020, hebben we het vooral over de digitale ruimtes waar we onze levens slijten. De suggestie wordt gewekt dat het niet zoveel meer uitmaakt waar we wonen. De stad en onze stedelijke levens zijn de norm geworden voor zo'n beetje alles. Het is waar onze cultuur wordt gemaakt, waar het geld wordt verdiend en waar de politiek beslist. Het platteland dient als ademruimte, een plek waar we kunnen ontkomen aan de stress van de metropool en waar we die inruilen voor bezinning en bedachtzaamheid.

De verstedelijking gebeurt ook in letterlijke zin, wereldwijd wonen er steeds meer mensen in de stad. Dat geldt overigens niet voor Nederland, waar de trek uit de stad groter is dan de trek naar de stad. Voor de toekomst ziet het er anders uit, en volgt Nederland op de rest van de wereld. Volgens prognoses van het CBS zal bijna driekwart van de miljoen extra inwoners die ons land in 2035 zal tellen, zich hebben genesteld in de grote stad.

Lees ook: Hockey scheidsrechterschap in Nederland

Trecartin's keuze voor het platteland

Ryan Trecartin past niet binnen die mondiale trend van verstedelijking. Hij woont sinds november 2016 samen met zijn partner Lizzy Fitch in Athens, Ohio. Ze wonen in een bijzonder landelijke omgeving, omringd door Amerikaanse farms. Middenin de velden hebben ze een waterparkattractie gebouwd die als decor voor hun films dient. Fitch en Trecartin kochten bijna dertien hectare land in de staat waar ze beiden opgroeiden.

Plattelandsleven en identiteit

Ik vraag me af hoe de mensen in het plattelandsdorpje Holcomb, Kansas, in 1966 op Truman Capote reageerden. Hij moet voor hen een buitenaards wezen zijn geweest dat een boek kwam schrijven over de viervoudige moord die het slaapstadje had wakker geschud. Misschien dat dat mechanisme ook in het voordeel van Gerard Reve werkte. De schrijver woonde van 1964 tot 1971 in het Friese Greonterp, met zijn partner Teigetje, en gedurende de laatste jaren voegde 'Woelrat' zich bij hen. Hij kocht het huis om de drukte van Amsterdam te ontvluchten. In de brieven die hij vanuit daar schreef, was te lezen hoezeer hij de afzondering die het platteland bood hem beviel.

Als we kijken naar films, televisieseries en boeken over queerness, dan vormt de stad vrijwel altijd het decor. In de zeldzame gevallen dat we naar LHBTI-personages kijken die wel in een rurale omgeving wonen, dan wordt die omgeving gebruikt als de factor die het queer verhaal van drama voorziet, zie "Brokeback Mountain" (2005) en "God's Own Country" (2017). Het is alsof de bergen, weilanden en beekjes de plaats innemen van personages, en de rol spelen van een afkeurende maatschappij, van verboden terrein.

De metronormatieve definitie van homoseksualiteit

De metronormatieve definitie van homoseksualiteit en queerness in het algemeen suggereert dat er op het platteland en in het dorp geen LHBTI'ers wonen of dat zij die er wonen niet zichtbaar kunnen zijn, met andere woorden in de kast zitten. Ik begrijp de reactie van Daffyd Thomas in "Little Britain", die de enige homo in het dorp wil zijn, omdat een deel van me zich ook bedreigd voelt wanneer ik in het bijzijn van een andere homoman ben.

In het dorp waar ik opgroeide was er geen enkele context voor mijn seksualiteit. En dat is eenzaam, op zijn minst karig, maar het schept ook mogelijkheden. Het gaf me de kans kleurrijk af te steken tegen de grijze achtergrond, ik was uitzonderlijk, werd niet alleen raar aangekeken als ik afwijkend gedrag vertoonde, maar net zo goed gevierd omdat niemand ooit iets had gezien dat leek op mijn gouden gympen. Ik denk dat die heimelijkheid die ik vroeger ervoer verslavend werkt. Altijd de uitzondering zijn wakkert het verlangen aan naar herkenning, maar roept net zo goed de wens op om telkens weer terug te keren naar die vroegere vereenzaming.

Lees ook: Maartje Paumen: Een hockeylegende

De keerzijde van het plattelandsleven

Virginia Woolf verhuisde van de stad naar het platteland, in de hoop dat haar gedeprimeerde geest tot rust zou komen. Zoveel is niet meer nodig als je alleen of afgezonderd bent. Misschien was Ryan wel gewoon moe geworden van het oog van de toeschouwer, de voorbijganger, de andere gays. Al zal zijn verhuizing hem toch ook niet geheel hebben genezen van de vloek van de ander. Want de contradictie van het dorp is dat het als geheel is afgezonderd van andere dorpen, steden, van provincie en buitenlanden, maar op individueel niveau, op sociaal niveau is de ander juist enorm nabij.

De liefde tussen Greonterp en Gerard Reve hield geen stand. Reve kreeg last van woedeaanvallen en begon zich te storen aan rammelende melkbussen en de radio van de buurjongens. Hij schreef zijn huisarts: "Hoe U het in Friesland volhoudt is mij een raadsel. U moet wel iets van vroomheid of overgave in U hebben. Ik houd het niet goed meer vol." De schrijver vertrok met zijn twee mannen, het platteland was hem gaan tegenstaan: "Je kunt nooit eens een eind lopen zonder je ontelbare mensen van heinde en verre al ziet aankomen & moet groeten. Ik ben nog niemand in Friesland tegengekomen die ik iets persoonlijks, iets oorspronkelijks of iets eigens heb horen zeggen."

Beweging en verandering

"A new environment inserts itself into wherever your brain is at the time and challenges the architecture of your thinking," zei Trecartin over zijn verhuizing. Volgens hem is de plek waarnaartoe of waarvandaan niet eens zo belangrijk. Hij is dan ook iemand die binair of categorisch denken afwijst, en alles tot fluïde bombardeert.

Ik denk, net als Trecartin, dat we de dichotomie tussen stad en platteland veel te belangrijk maken. We nemen de stad voor lief als de maatstaf voor alles en iedereen. We overwaarderen het urbane tempo en de glamour van de stad, omdat ze voortvloeien uit en zo goed aansluiten op de kapitalistische ratrace waar onze planeet in verzeild is geraakt.

Trecartin stelt dat we voorbij de tegenstelling tussen het rurale en stedelijke moeten kijken, dat het vooral belangrijk is om in beweging te blijven, nieuwe horizonnen te blijven opzoeken. Ook dat is een manier om aan de blik van de ander te ontkomen, wat anonimiteit en vrijheid te bewaren in een wereld die altijd wakker is, altijd kijkt, constant onze blik op ons heeft gericht. Verhuis, neem een nieuwe naam aan, een nieuw gender wellicht, of op zijn minst een nieuwe pruik. Verstop je, het maakt niet zoveel uit of je dat in een weiland of op een druk plein doet.

Boekentips van Maartje en collega's

Tot slot wil ik graag een aantal boekentips delen, niet alleen van mezelf maar ook van mijn collega's:

Maartje (Onderwijsspecialist):

  • Iep! Vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda – Bibi Dumon Tak: Heel mooi en grappig, ook leuk voor volwassenen.
  • Mijn Strijd serie - Karl Ove Knausgard: Deze serie bestaat uit zes dikke boeken, maar ik heb ze in één ruk uitgelezen.

Michel (Bibliothecaris):

  • De ontdekking van de Hemel – Harry Mulisch: Een monument in de Nederlandse literatuur.
  • Misschien wisten zij alles – Toon Tellegen: Korte verhalen over de eekhoorn, de mier, de olifant etc… Humoristische en filosofische dierenverhalen voor alle leeftijden.
  • Liefde in tijden van Cholera – Gabriel Garcia Marquez: Eigenlijk is alles wat deze man geschreven heeft goed.
  • Harry Potter and the Philosopher’s Stone – J.K. Rowling: Ik heb een zwak voor de Harry Potterserie.
  • Peter Pan – J. M. Barrie / Winnie the Pooh – A.A. Milne / Alice in Wonderland – Lewis Carroll / Mary Poppins – P. L. Travers: Ik spaar klassiek geworden kinderboeken.

Herma (Coördinator van het DigiTaalhuis):

  • De hel en hemel van Dachau – Ds. Overduin: Ik was 15 of 16 dat ik het las en het trof me als een bliksemschicht.
  • De donkere kamer van Damocles – W.F. Hermans
  • De hele Commissaris Maigret serie van Simenon: De psychologische benadering om misdaden op te lossen…
  • Les uns et les Autres - Claude Lelouch: Al die verhalen die samenkomen, de muziek, de dans…
  • Midnight in Paris als symbool voor alle films van Woody Allen: die oneindige mono- en dialogen …

Anneke (Taalcoördinator bij het DigiTaalhuis):

  • Nooit meer slapen - W.F. Hermans: mijn favoriete boek op de middelbare school.
  • Eleanor Oliphant is completely fine - Gail Honeyman: in het Engels gelezen zodat de humorvolle passages het beste tot hun recht komen; over een jonge vrouw die ‘anders’ is, maar zich op haar manier weet te handhaven in de ‘gewone wereld’.
  • De jongen, de mol, de vos en het paard - Charlie Mackesy: dit verhaal wil je ieder kind meegeven in deze huidige, harde wereld.
  • Beren op de weg, spinsels in je hoofd - Theo IJzermans: dit boek kreeg ik van mijn leidinggevende bij mijn afscheid van mijn eerste baan.
  • Taal is zeg maar echt mijn ding - Paulien Cornelisse: ook een boek dat ik bij een afscheid kreeg toen ik overstapte van het bedrijfsleven naar het onderwijs om als docent Nederlands te gaan werken.

Mirjam (Coördinator Publieksdiensten):

  • Houdt meer van films dan van boeken.

Henny (Bibliothecaris):

  • Heeft als sociologe een zwak voor historische, filosofische en maatschappijkritische verhalen.
  • Het zesde bedrijf - P.H.

Carlien (Educatiespecialist):

  • Is een langzame lezer die bijzonder gevoelig is voor de stijl en vorm waarin een boek geschreven is.
  • Het verhaal van Bobbel die in een bakfiets woonde en rijk wilde worden - Joke van Leeuwen: Eerste lieveling die ik me herinner.
  • Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan - Louis Couperus: Meneer Klaus was mijn lievelingsleraar in de vierde.
  • Tararì tararera - Emanuela Bussolati: Een boek in een verzonnen taal voor alle kinderen in de wereld.
  • Dit is alles - Aidan Chambers: Een dikke pil/parel die mijn leven veranderde.
  • Mijn bijzonder rare week met Tess - Anna Woltz: Ik houd van het warme gevoel dat Woltz telkens weer weet op te roepen.
  • Feest! De zweetvoetenman - Annet Huizing: Uiterst zorgvuldig en tegelijkertijd smeuïg geschreven boek over de rechtspraak.
  • Het boek van Sidrac - onder eindredactie van Orlanda Lie: “De Sidrac” is een van de fijnste werken die ik bestudeerde tijdens mijn studie Middelnederlands.
  • Het leven achter de dingen - Daan Remmerts de Vries: het raakte me diep zonder dat ik precies kan navertellen waarom.

Jan (Bibliothecaris):

  • Ja, Zuster; Nee, Zuster - Annie M.G. Schmidt: Zaterdagmiddag met z’n allen voor de buis.
  • Verwoest Arcadië - Gerrit Komrij: Op de radio hoorde ik Boudewijn de Groot ‘Kinderballade’ zingen.
  • Titaantjes - Nescio: Ik weet het niet meer.
  • Faust en andere verhalen - I.S. Toergenjev: Niets lees ik liever, dan de romans en verhalen van deze Rus.
  • Kees de jongen - Theo Thijssen: Elk jaar op vakantie lees ik een boek van Theo Thijssen.
  • Eline Vere - Louis Couperus: Fantastische 19e eeuwse roman.
  • Brieven aan Josine M. - Gerard Reve: Lange tijd wist ik niet goed raad met het werk van Gerard Reve.
  • Een grote bruine envelop: een keuze uit zijn eigen werk - Karel van het Reve: Ik kende Karel als de geleerde broer van Gerard en van zijn stukken in de krant.
  • Koot graaft zich autobio - Kees van Kooten: Een paar jaar geleden plukte ik dit boek uit zo’n kastje langs de weg en herlas het.
  • In de bovenkooi - J.M.A. Biesheuvel: Relatief prille liefde.
  • Moby Dick - Herman Melville: Het favoriete boek van Maarten Biesheuvel.

Suzanne (Communicatie & PR):

  • De grote kleine kapitein - Paul Biegel: Kinderboek dat ik pas las toen ik mijn eigen kinderen ging voorlezen.
  • Een verborgen geschiedenis - Donna Tartt: Maakte indruk op mij als 20’er: herkenbaar, spannend en meeslepend.
  • Hersenschimmen / Boy – Bernlef: Als tiener raakte ik in de ban van de verbeelding van Bernlef.
  • Het smelt – Lize Spit: De opbouwende spanning trekt je door dit trieste verhaal heen naar de machtige climax.
  • Laat het feest beginnen - Niccolò Ammaniti: Al zijn boeken zijn een mooie mix van ruwe alledaagsheid en fantasievolle dromen.
  • Stoner - John Williams: Meeslepende vertelling over een falende man.
  • De dag dat ik mijn naam veranderde - Bibi Dumon Tak: Zelden een boek gelezen waarin woede en onmacht zo goed invoelbaar worden gemaakt.

tags: #maartje #hockey #schiedam #geschiedenis