Korfbal is een dynamische sport waarbij scoren centraal staat. Een goede schottechniek en schotoefeningen zijn essentieel voor spelers van alle niveaus, van de jeugd tot de senioren. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van diverse schotoefeningen, variërend van basistechnieken tot oefeningen die wedstrijdsituaties simuleren, en gaat dieper in op de biomechanische en psychologische aspecten van het schieten.
Het Fundament: Beheersing van de Basistechnieken
Zoals met elke sport, begint alles bij de basis. Zonder een goede beheersing van de basistechnieken wordt het lastig om succesvol te korfballen. Besteed daarom voldoende aandacht aan deze basis, idealiter de helft van elke training. Denk hierbij aan de juiste verdedigende houding, de positie ten opzichte van de tegenstander en de korf, en het herkennen van een verdedigd schot.
Vrijspelen en Assists Trainbaar Maken
Marjolijn Kroon staat bekend om haar onnavolgbare manier van vrijspelen. Door te kijken naar haar techniek kunnen trainers manieren vinden om deze bewegingen trainbaar te maken. Ook het geven van een assist kan getraind worden met specifieke oefeningen. Een voorbeeld is een 3 tegen 3 oefening met een altijd vrije assist speler in de korfzone, waarbij de focus ligt op het voorkomen van schieten, of juist op de aanvallende acties. Kies per oefening één focuspunt.
Rebound: Cruciaal voor Lange Aanvallen
Het neerzetten en behouden van een goede rebound is cruciaal om lange aanvallen te kunnen doen of een aanvalsgolf van de tegenstander te doorbreken. Olav van Wijngaarde (PKC) is een voorbeeld van een speler die de rebound tot kunst heeft verheven.
Dynamisch Aanvalsspel: Opbouw en Beweging
Om tot een dynamisch aanvalsspel te komen, is het belangrijk om te werken aan de opbouw van 4-0, continue beweging, diagonalen lopen, naar 4-1, 4-2, 4-3 en 4-4 met diagonale passes, over de rug wegtrekken, lopende rebounds en het benutten van de tweede kans. Deze elementen kunnen als warming-up worden gebruikt, maar ook als volwaardige oefening. Corrigeer op positie, richting, snelheid en timing.
Lees ook: Korfbalstatistieken: Ruben Zwaan
Externe Focus en Reactie
Een oefening met externe focus en reactie kan de spelers scherper maken. De trainer geeft commando’s, waarbij de spelers dicht bij elkaar staan. De middelste is de aanvaller, de buitenste spelers zijn de verdedigers. Het doel is om de opening te vinden.
Het Belang van het Afstandsschot
Spelers die geen afstandsschot kunnen scoren, komen vaak niet mee in de top van het korfbal. Het gebrek aan scorend vermogen zorgt ervoor dat ze onvoldoende bijdragen aan het doel van korfbal: winnen. Hoe beter de aanvaller van grote afstand kan scoren, hoe meer dit de verdediger dwingt strikt 1-op-1 te verdedigen. Deze 1-op-1 verdediging geeft aanvallers mogelijkheden om de assistpositie dichtbij de korf in te nemen.
Van Teamtaak naar Individuele Actie
Het scoren van een (afstands)schot is een individuele actie, maar het voltooien van de teamtaak ‘kansen creëren’ gaat hieraan vooraf. Nauwkeurige communicatie tussen teamgenoten is nodig om tot een kans te komen.
Functionele Variabiliteit en Handelingstheorie
De uitvoering van het afstandsschot is zeer persoonsgebonden. De techniek van schieten is zelfs op persoonsniveau nog veranderlijk, dit noemen we ‘functionele variabiliteit’. Ondanks deze verschillen is het wel mogelijk gemeenschappelijke kenmerken te identificeren in de lichaamsbewegingen die horen bij de korfbalactie ‘schieten’. Met behulp van de handelingstheorie kunnen we dit verder analyseren:
- Waarnemen: De speler leest de tegenstander, de ruimte en de tijd om te schieten.
- Communiceren: De schutter wisselt (on)bewust informatie uit met zijn omgeving (tegenstanders, medespelers).
- Beslissen: De speler beslist eerst wat hij gaat doen, bijvoorbeeld schieten. Vervolgens beslist de speler hoe hij het gaat doen (positie van het lichaam, moment van schieten, richting van de bal).
- Uitvoeren van de beslissing: Het meest zichtbare deel van de schotactie, vaak aangeduid als ‘techniek’.
Verschillen tussen Spelers: Cognitief, Emotioneel en Motorisch
Trainers en coaches die weten waar ze op moeten letten, zien dat verschillende spelers dezelfde actie op een fundamenteel verschillende manier uitvoeren. Er zijn verschillen tussen spelers op cognitief, emotioneel en motorisch niveau. Deze drie-eenheid kan onmogelijk los van elkaar worden gezien in prestatiegerelateerde situaties, zoals het afleveren van een nauwkeurig schot. Zo is de druk van een belangrijk moment van invloed op het resultaat van een voor het oog makkelijk schot.
Lees ook: Homoseksualiteit en korfbal
Multidisciplinaire Prestatieanalyse
Prestatieanalyse is een multidisciplinair proces en vergt interdisciplinaire inspanning. Verschillende disciplines worden gelijkwaardig betrokken bij het bestuderen van een onderwerp:
- Psychologie: Kennis over de processen die zich in de hersenen van de speler afspelen. Heeft de speler bijvoorbeeld de motivatie om te verbeteren? Of heeft de speler het zelfvertrouwen en de veerkracht om door te gaan tijdens moeilijke momenten op een training?
- Biomechanica: Kennis over hoe het lichaam beweegt en waarom dat gebeurt.
- Statistiek: Kennis over (de interpretatie van) data, en dat om kunnen zetten in waardevolle informatie. Zo kunnen coach en speler bijvoorbeeld beter leren begrijpen welke situaties in de aanval de grootste kans hebben om te resulteren in een doelpunt.
Prestatiegedrag en de Rol van de Coach
Doelpunten zijn het verschil tussen winnen of verliezen. Daarom is het ook logisch dat de coach bij een selectieproces kiest voor spelers die over scorend vermogen beschikken. Niet alle spelers kunnen omgaan met de druk om te presteren op de momenten waar het er écht om gaat. De coach heeft de uitdaging om deze situatie trainbaar te maken, zodat de speler prestatiegedrag kan ontwikkelen.
Externe Stressoren en Mentale Frameworks
Middels externe stressoren probeert de coach het brein te prikkelen, waardoor de speler zich voortaan comfortabeler gaat voelen in dergelijke situaties. Een goed voorbereide speler is immers beter in staat zijn gedachten en emoties onder controle te houden op een beslissend moment in de wedstrijd. Het hebben van een zogenoemd mental framework helpt om gedachten en emoties te reguleren. Een mental framework bestaat simpelweg uit positieve gedachten die de speler zichzelf inprent, om zo betere beslissingen te blijven maken in lastige, onverwachte of teleurstellende situaties.
Omgaan met Tegenslag en de 'Vallei van Teleurstelling'
Coaches en topspelers weten dat tijdens wedstrijden dingen anders kunnen lopen dan verwacht. Zo zijn er soms periodes in de wedstrijd waarin het scoren niet vanzelf gaat. Tijdens zo’n periode moeten spelers veerkrachtig blijven. De manier om vervolgens weer op gewenst niveau te komen, is teruggaan naar de basis. Dat betekent: bewust de balans, richting en algehele coördinatie van het korfbalschot trainen.
Flow-Toestand: Uitzonderlijke Prestaties
Als het een veelscorende speler wél lukt aan de verwachtingen te voldoen, is het mogelijk dat hij in een piek-toestand geraakt. Dat noemen we ‘flow’. In de flow levert een schutter de meest uitzonderlijke prestaties. Voor het oog lijkt hij in een staat van totale controle te verkeren. De speler lijkt amper te kunnen missen, met een afrondingspercentage van ongeveer 50% als gevolg. Tijdens een flow-toestand oogt een speler ontspannen, gefocust en zeer zelfverzekerd.
Lees ook: Hoeveel calorieën verbrand je met korfbal?
Biomechanische Analyse van het Korfbalschot
Als een speler schiet, interacteren motorische, sensorische en cognitieve processen met elkaar. Een biomechanische analyse van de korfbalactie schieten helpt om het uitvoeringsstadium van het schot beter te begrijpen.
Essentiële Onderdelen van een Goed Schot
Een afstandsschot is een complexe handeling. Een goede positie (balans), timing (bewegingsvolgorde), richting en snelheid (versnelling) van alle onderdelen van het lichaam zijn essentieel om een goed schot af te leveren. Het geheel is dus meer dan de optelsom van afzonderlijke lichaamsdelen: de kwaliteit van de verbinding is veel bepalender voor het resultaat.
De Kinetische Keten: Kracht vanuit de Voeten
Bij een afstandsschot start de productie van kracht in de voeten. Dit werkt zich op via het lichaam en eindigt bij de handen, die de snelheid overdragen op de bal. Zo’n sequentie noemen we een kinetische keten. Een schot is dus de optelsom van krachtsinspanningen die door het hele lichaam worden uitgevoerd. Om goed te schieten, is efficiënte inzet van de gegenereerde kracht cruciaal.
Somkracht: Het Combineren van Alle Spieren
Het combineren van alle spieren samen stelt een speler in staat om van verder te schieten. Hoe meer lichaamsdelen een speler bij zijn schot betrekt, hoe beter hij in staat is de bal van grote afstand de juiste hoogte en snelheid mee te geven. Een speler die snapt hoe hij het somkracht-principe kan toepassen in het afstandsschot, zal succesvoller zijn dan een speler die dit niet snapt.
Balans en Lichaamszwaartepunt
Bij het richten van de bal in de korf zijn balans en het lichaamszwaartepunt erg belangrijk. Een schutter kan de positie van het zwaartepunt bij het lanceren van een afstandsschot beïnvloeden. Vervolgens moet de speler zijn balans bewaren terwijl hij op één been (het standbeen) staat. Vanaf hier ontwikkelt hij kracht om te schieten, terwijl hij de controle behoudt om nauwkeurig te mikken. Hoe stabieler het bovenlichaam bij de lancering van het schot, hoe groter de kans op een score.
Lanceerhoek en Inslaghoek
De lanceerhoek van de bal is afhankelijk van de schutter zijn lichaamslengte, de positie op het veld en het hinderen van de verdediger. Bij een mens met gemiddelde fysiologische kenmerken is het loslaten van een bal met een hoek van 45 graden optimaal (uitgaande van dat het een afstandsschot betreft). Om op individueel niveau de lanceerhoek te bepalen die de grootste kans geeft op een doelpunt, is een antropometrische meting behulpzaam. Naast de lanceerhoek is ook de inslaghoek, de richting van de bal naar de korf, van belang.
Feedback geven op Biomechanisch Niveau
Om het afstandsschot doelbewust te verbeteren, moet een korfbalcoach ook op biomechanisch niveau in staat zijn feedback te geven. Anders gezegd: hij moet niet ‘kijken’ naar zijn spelers, maar de coach moet ‘zien’ waar er voor de speler ruimte ligt om de nauwkeurigheid van schieten te verbeteren.
Statistische Analyse: Objectieve Data voor Evaluatie
Een statistische analyse is het proces van het opnemen en analyseren van korfbalacties tijdens een prestatiemoment. Statistiek zorgt voor objectieve data, die vaak gelijk rijp is voor evaluatie. Het helpt op verschillende manieren om spelers te informeren en standpunten te onderbouwen.
De Methodologie van Joost Spierings
Joost Spierings ontwikkelde een methodologie voor korfbalstatistiek. Zijn methode wordt al jaren gebruikt in de hoogste competities van het KNKV. Spierings’ statistieken geven belangrijke inzichten over de langetermijnontwikkeling van het topkorfbal in Nederland. Bovendien dragen de cijfers wekelijks bij aan de wedstrijdbesprekingen en de trainingen van korfbalteams.
De Combinatie van Statistiek en Video
Statistiek en video vullen elkaar aan: de cijfers worden gekoppeld aan beelden, waardoor de speler of de coach een goed beeld krijgt van de prestatie. Het zou een fout zijn om naar statistieken te kijken zonder rekening te houden met biomechanica en psychologie, omdat losse cijfers een vertekend beeld kunnen geven.
Praktische Schotoefeningen voor de Training
Naast de theoretische achtergrond zijn er talloze praktische schotoefeningen die trainers kunnen gebruiken om de schotvaardigheid van hun spelers te verbeteren. Hieronder een overzicht van enkele oefeningen, gerangschikt op focuspunt:
Schotoefeningen met Twee Spelers per Paal
Deze oefeningen zijn geschikt voor spelers die van minstens 3 meter goed kunnen schieten.
- Actieve Schotoefening: Spelers worden aangespoord om zo snel mogelijk een doelpunt te maken. De schutter begint aan de zijkant van de korf en blijft daar schieten tot een doelpunt.
- Dopjes Verzamelen: Om iedere paal liggen 3 dopjes van drie verschillende kleuren. In het midden staat een trainer, met een stapel dopjes. Spelers verzamelen deze dopjes door te scoren van het dopje bij de korf dat dezelfde kleur heeft.
- Pionnenroof Variaties: Spelers schieten bijvoorbeeld 3x, wisselen dan om en wordt er gescoord dan mag er een dopje gepakt worden. Als alle dopjes op zijn, begint fase twee. 1) Een dopje vanuit de eigen hoepel voor de korf in de hoepel achter de korf leggen. 2) Een dopje bij een andere paal wegpakken, enkel uit de hoepel voor de korf, en deze in de hoepel voor de eigen korf neerleggen.
Schotoefeningen met Variaties
- Beweging toevoegen: Voeg een extra element toe door spelers na ieder schot te laten bewegen. De rode speler schiet en de blauwe speler vangt af. De bal wordt daarna uitgespeeld naar de witte speler, deze schiet. Het schot wordt nu door de rode speler afgevangen, die de bal naar de blauwe speler gooit waarna de witte en rode speler van plek ruilen.
- Schotopdracht variëren: Varieer met de exacte schotopdracht. Dit is een gezamenlijke oefening met vaste tweetallen bij een paal. Daarbij neemt de trainer 1 getal in gedachte tussen de 0 en 25. Iedere keer dat een tweetal de opdracht gedaan heeft mogen zij 1 keer raden welk getal het is.
Competitieve Schotoefeningen
- Dopjes Opschuiven: Er zijn twee teams van 2 spelers. Per team een schutter en een rebounder. De schutters schieten vanaf het dopje en mogen ieder doelpunt 1 dopje opschuiven.
- Steen, Papier, Schaar Schieten: De spelers spelen steen, papier schaar tegen elkaar. Daarna rennen beide spelers naar het blauwe dopje dat achter hen ligt.
Schotoefeningen in Wedstrijdsituaties
- Drietallen met Bal: Drietal bij een paal. 1 onder de korf met bal. De winnaar rent daarna naar een hoepel, krijgt de bal en schiet.
- Kleur Dopjes: Er liggen 3 kleuren dopjes uit elkaar op schotafstand voor de korf. Voorbeelden zijn wit-gooien-links en blauw-rollen-rechts.
Schotoefeningen voor Snelheid en Reactie
- Snel Reageren: Twee spelers staan achter elkaar dicht voor de korf. De bal wordt naar voren gegooid, waarna de gooier richting de paal beweegt en er weer vanaf. Nu de bal krijgen en schieten.
- Dopjes Opdracht: Bij iedere korf staan 4 kleuren dopjes. Voorafgaand aan ieder schot krijgen de spelers een opdracht. Bijvoorbeeld: verwissel blauw met geel en tik rood aan.
Uitdagende Schotoefeningen
- Dopjes Wegschieten: Beginnen met schieten bij de witte dopjes. Als je scoort ga je naar de kleur dopjes dat verder weg ligt, dus bij geel. De opdracht is om de dopjes weg te schieten. Je schiet vanaf een dopje, als je scoort breng je deze naar de paal. Als alle dopjes van die afstand weg zijn ga je naar de volgende afstand.
- Levens Schieten: Iedere speler heeft 6 levens. Er wordt om beurten geschoten, op eenzelfde manier als bij sneldoelen.
- Rondje om de Korf: De spelers die niet bij een paal staan rennen rond, steeds naar een geel dopje toe. Hier krijgen zij de bal. Deze gooien ze terug en daarna rennen ze naar het rode dopje bij dezelfde korf. Hier krijgen ze de bal opnieuw en dit keer wordt er geschoten.
Andere Schotoefeningen
- Tienen: Bij deze oefening worden 2 korven tegenover elkaar geplaatst. Plaats de korven op een haalbare afstand. Bij iedere korf staat een speler. Het doel is om minimaal 10 keer te scoren per team. Er zijn 2 ballen in het spel.
- Reis om de Wereld: Hierbij plaats je verschillende pionnen rondom de korf. Iedere pion vertegenwoordigt een continent. De spelers moeten bij iedere pion 1 of 2 keer scoren. Wie als eerste de reis om de wereld heeft afgemaakt is de winnaar.
- Afstanden Schieten: Er worden diverse pionnen voor de korf geplaatst op verschillende afstanden. Iedere speler moet bij iedere afstand scoren. Ze mogen zelf bepalen in welke volgorde. Iedere speler krijgt maximaal 3 kansen per pion.
- Er Uit Schieten: Dit spel wordt gespeeld in drietallen waarbij snelheid het belangrijkste element is. 2 spelers staan op dezelfde afstand voor de korf. De overige speler staat onder de korf. Er zijn 2 ballen in het spel.
- Tijdschieten: Je bepaalt een tijd, bijvoorbeeld 2 minuten, en degene die na 2 minuten de meeste doelpunten heeft gemaakt wint.
- Pionnen Pakken: Plaats in het midden van het veld een aantal pionnen. Verdeel de spelers over de beschikbare korfbalpalen, het liefst in tweetallen. Ieder tweetal heeft een bal. Alle teams starten tegelijk met het proberen te scoren. Wanneer er is gescoord, rent het tweetal samen naar het midden om een pion te pakken en plaatst deze bij de eigen korfbalpaal.
Aandachtspunten voor Jeugdtrainers
De bovenstaande oefeningen zijn vooral gericht op snelheid. Voor spelers die nog in de beginfase zitten van het aanleren van schieten, kunnen deze oefeningen te lastig zijn. Door het competitie-element staat snelheid voorop en wordt er te weinig gelet op de techniek. Daarom is voor de allerkleinste het al een uitdagende oefening wie er als eerste 5 of 10 (afhankelijk van het niveau) doelpunten heeft gemaakt. Geef hierbij duidelijk aan dat de juiste techniek helpt bij het scoren.
Oefeningendatabase Velocitas
Hier vind je de oefeningendatabase van Velocitas. Het is voor de ontwikkeling van jeugdleden belangrijk dat zij een goede training krijgen. Om alle trainers van goede oefeningen te voorzien is deze database opgezet. Hier kun je als trainer gemakkelijk per leeftijdscategorie en per vaardigheid oefeningen vinden om zelf een training samen te stellen. Dankzij deze oefeningen kunnen spelers de acht korfbalacties goed leren uitvoeren.
Rode Draad
Stem je oefeningen ook af met onze ‘rode draad‘ om te zorgen dat je spelers per leeftijdscategorie aanreikt waar ze aan toe zijn.
Belang van Samenspel
“Bij korfbal gaat het om scoren, want door het maken van meer doelpunten dan de tegenstander wordt een wedstrijd gewonnen. Omdat een speler niet mag lopen met de bal in de hand of dribbelen met de bal, moet hij samenspelen om in de buurt van de korf te komen. Bovendien is er de regel dat een speler niet mag schieten als hij verdedigd wordt. Een speler moet vrijlopen en de bal krijgen om te kunnen schieten. Samenspel is dus noodzakelijk.
Leeftijdspecifieke Aandachtspunten
- Aanleren basisvaardigheden korfbal: De juiste techniek aanleren is op deze leeftijd erg belangrijk. Doe veel spelenderwijs.
- Verder leren van de basisvaardigheden korfbal: Juiste techniek aanleren is ook op deze leeftijd erg belangrijk. Blijf positief corrigeren. Leer snel over te gooien, ook over grotere afstanden. Leer op een juiste manier verdedigen.
- Tweevakskorfbal: Vanaf deze leeftijd wordt gestart met tweevakskorfbal. Zorg dat het spel dynamisch blijft: snel richting de korf spelen en gaan aanvallen. Verdedigen verder leren, waarbij pressieverdedigen en ballijnverdedigen aan de orde moeten komen.
- Uitdaging bieden: Belangrijk om uitdaging te blijven bieden op deze leeftijd. Kinderen zijn in staat zelf na te denken over de eigen ontwikkeling. Techniek blijven corrigeren indien nodig. Leer schot uit beweging, links en rechts. Ook veel aandacht voor gooien en vangen uit beweging, links en rechts. Aandacht voor tactisch aanvalsspel. Leer de verschillende systemen, zoals 3-1 en 2-2. Sfeer is heel belangrijk! Besteed hier aandacht aan.
- Finetunen Basistechnieken: Basistechnieken zijn aanwezig, nu verder finetunen, waarbij focus ligt op het uit beweging schieten, gooien en vangen en de doorloopbal. Balbehandeling en behendigheid moet omhoog.
tags: #korfbal #schot #oefeningen