KNVB Spelregelbewijs: Overtredingen en Voorbeelden

Het voetbalspel wordt gekenmerkt door dynamiek, passie en, bovenal, regels. De KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) hecht veel waarde aan sportiviteit en spelregelkennis. Om dit te bevorderen, is het Spelregelbewijs in het leven geroepen. Dit artikel gaat dieper in op het Spelregelbewijs, de relevantie ervan, en geeft voorbeelden van overtredingen die spelers moeten kennen.

Het Belang van het Spelregelbewijs

Het kennen van de regels zorgt voor een sportiever spel. Het Spelregelbewijs maakt voetballers van jongs af aan vertrouwd met de regels en geeft hen meer inzicht in - én begrip voor - de beslissingen van de scheidsrechter.

Wie moet het Spelregelbewijs halen?

Alle spelers die geboren zijn op of na 1 januari 1998, zijn verplicht het Spelregelbewijs te halen in het kalenderjaar waarin ze 17 worden. Elk seizoen komt er een nieuw geboortejaar bij.

Overzicht van geboortejaren en de status van het Spelregelbewijs:

  • 1998 t/m 2007: Zonder Spelregelbewijs niet speelgerechtigd.
  • 2008: Spelregelbewijs te behalen voor 1 januari 2026.
  • 2009: Spelregelbewijs te behalen voor 1 januari 2027.

Zolang spelers uit de genoemde geboortejaren het Spelregelbewijs niet op zak hebben, kunnen ze niet opgevoerd worden op het digitale wedstrijdformulier en zijn zij dus niet speelgerechtigd.

Waar kun je het Spelregelbewijs halen?

Het Spelregelbewijs kan worden behaald op www.spelregelbewijs.nl. Deze site bereidt spelers op een speelse en duidelijke manier voor op het halen van het Spelregelbewijs. De KNVB heeft sinds het seizoen 2024/’25 Spelregelbewijs.nl in het leven geroepen. De seizoenen daarvoor kon het Spelregelbewijs behaald worden via Voetbalmasterz.nl.

Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.

Spelregelbewijs.nl is een flitsende site die spelers op een speelse, maar vooral ook op een duidelijke manier voorbereidt op het kunnen behalen van het Spelregelbewijs. Zo zijn er veel oefenmogelijkheden en is er uitleg over de regels en over spelsituaties.

Positieve Effecten van het Spelregelbewijs

Een Spelregelbewijs voor alle jeugdspelers in Nederland heeft een positief effect. Eén van de allerbelangrijkste? Het kennen van de regels zorgt voor een sportiever spel. Het maakt voetballers namelijk van jongs af aan vertrouwd met de regels en geeft hen meer inzicht in - én begrip voor - de beslissingen van de scheidsrechter. Spelers van SV Sporting '70 die hun spelregelbewijs hebben gehaald, kunnen gelijk aan de slag als jeugdscheidsrechter bij de club.

Spelregels en Overtredingen: Voorbeelden en Uitleg

De spelregels zijn eigenlijk niets meer dan afspraken die we met elkaar maken. Dankzij duidelijke spelregels verloopt een voetbalwedstrijd sportiever, en dus leuker. Dit spelregel overzicht is een samenvatting van de officiële spelregels. Die officiële spelregels gelden over de hele wereld. De Nederlandstalige versie van de officiële Spelregels Veldvoetbal vind je op de knvb.nl. In dit overzicht leggen we de belangrijkste regels eenvoudiger uit. Zo kun jij je spelregelkennis vergroten. En je zult merken dat hoe beter je de regels kent, hoe meer plezier je beleeft aan het voetballen! En het helpt ook bij het behalen van je spelregel bewijs.

Algemene Regels en Overtredingen

Een voetbalwedstrijd speel je op gras of kunstgras. Een voetbalveld is rechthoekig en op een voetbalveld staan twee doelen. Niet alle voetbalvelden zijn precies even groot. Wel zijn er afspraken gemaakt over hoe klein of groot een veld mag zijn. In Nederland is een voetbalveld altijd minstens 100 meter lang en 64 meter breed. Het veld mag niet langer zijn dan 105 meter en niet breder dan 69 meter. Ben je een jeugdspeler in de F- of E-categorie, dan speel je op een half speelveld.

Om en op een voetbalveld staan verschillende lijnen. De lijnen rondom het veld geven aan hoe groot het veld is. De twee lange lijnen heten zijlijnen en de twee korte lijnen heten doellijnen. Een middenlijn verdeelt het voetbalveld in twee helften. Een voetbalveld heeft nog meer lijnen. Rechte lijnen of in de vorm van een cirkel. Op ieder ander moment is de bal in het spel.

Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids

Voor hele jonge voetballers is de bal eigenlijk wat te groot. Daarom spelen pupillenvoetballers vaak met een kleinere bal. Een voetbal is gemaakt van stevig materiaal. Daardoor kan de bal wel tegen een stootje, of beter gezegd: tegen een schop. Toch kan een bal stukgaan. laat de scheidsrechter de nieuwe bal vallen op de plek waar de oude bal stukging. Dit is niet zo als de bal stuk is gegaan in het doelgebied. Voor een geldig doelpunt moet de bal dus helemaal over de doellijn zijn.

Voetbal is een teamsport waarbij twee teams tegen elkaar strijden. Elk team bestaat uit hooguit elf speelsters. Daarvan is één speelster de keeper. Om een wedstrijd te mogen starten moeten beide teams uit minstens zeven speelsters bestaan. F- en E-teams bestaan uit hooguit zeven speelsters. Zij spelen op een half speelveld en dus ook met minder speelsters. Het competitiereglement geeft aan hoeveel wisselspeelsters zijn toegestaan. Dit is namelijk per (leeftijd) categorie anders. Het mogen er in ieder geval niet meer zijn dan zeven. De wisselspeelster komt het veld in bij de middenlijn.

Als speelster mag je niets dragen dat gevaarlijk is voor jezelf of een andere speelster. Dit geldt voor alle soorten sieraden. Onder je shirt mag je onderkleding dragen. Bijvoorbeeld als je het koud hebt. Deze moet wel van dezelfde hoofdkleur zijn als je korte broek en niet verder komen dan tot aan de knie. De keeper mag een trainingsbroek dragen. Je scheenbeschermers moet je helemaal bedekken met je kousen.

De Rol van de Scheidsrechter en Assistent-Scheidsrechters

Elke wedstrijd staat onder leiding van een scheidsrechter. De scheidsrechter is verantwoordelijk voor het volgen van het spel en het toepassen van de spelregels. Zij werkt daarbij samen met de beide assistent-scheidsrechters. De scheidsrechter is er om beslissingen te nemen. Hoewel zij misschien niet altijd gelijk heeft, volg je als speelster deze beslissingen op. De beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. Zolang het spel nog niet is hervat, mag de scheidsrechter terugkomen op haar beslissing.

De scheidsrechter mag bij elke overtreding de ‘voordeelregel’ toepassen. Bij de voordeelregel laat de scheidsrechter het spel doorspelen op het moment dat er een overtreding is gemaakt tegen het team dat de bal heeft. Zo houdt dit team balbezit en gaat het spel door. De speler die de overtreding maakte, kan achteraf een waarschuwing krijgen. De scheidsrechter kan besluiten om een wedstrijd stop te zetten. Dit noemen we ‘staken’. De assistent-scheidsrechters helpen de scheidsrechter zodat de wedstrijd volgens de spelregels verloopt. De assistent-scheidsrechters adviseren de scheidsrechter. Bij elke wedstrijd zijn er twee assistent-scheidsrechters.

Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen

Spelhervattingen en Specifieke Situaties

Tijdens een voetbalwedstrijd ligt het spel af en toe stil. Bijvoorbeeld na een overtreding, doelpunt, blessure of als de bal uit het veld is. Daarna willen alle spelers natuurlijk weer zo snel mogelijk verder voetballen. Opnieuw beginnen met spelen noemen we ‘spelhervatting’. En daar zijn regels voor.

Welke spelhervattingen zijn er?

  • De vrije schoppen
  • De inworp
  • De doelschop
  • De hoekschop
  • De strafschop
  • De scheidsrechtersbal
  • De aftrap

Vrije Schoppen: In het voetbal bestaan twee soorten vrije schoppen: de directe vrije schop en de indirecte vrije schop. De scheidsrechter beslist of je een vrije schop krijgt. De directe vrije schop mag je rechtstreeks in het doel van je tegenstander trappen. Bij de indirecte vrije schop mag dat juist niet: de bal moet eerst nog zijn geraakt door een andere speler. Een directe vrije schop mag je dus rechtstreeks in het doel van de tegenstander trappen. De indirecte vrije schop mag je niet rechtstreeks in het doel van jetegenstander trappen. Als je een indirecte vrije schop neemt kun je alleen scoren als de bal eerst geraakt is door een andere speler.

Inworp: Tijdens de wedstrijd kan de bal uit het veld gaan over de zijlijn. In die situatie hervat je het spel met een inworp.

Overtredingen en Straffen: Maak jij of een tegenstander een overtreding? Of gedraagt een speler zich onsportief? Dan kan de scheidsrechter een straf uitdelen. De indirecte vrije schop is de lichtste straf. De directe vrije schop is een zwaardere straf. De scheidsrechter geeft een strafschop aan de tegenpartij als een speler één van de hiervoor genoemde tien overtredingen begaat in zijn eigen strafschopgebied. De scheidsrechter kan ook een zogenaamde ‘disciplinaire straf’ geven. De speler ontneemt een tegenstander die zich richting doel van de tegenpartij begeeft een duidelijke scoringskans door middel van een overtreding.

Specifieke Overtredingen en Situaties

Het is natuurlijk onmogelijk om in de spelregels alle situaties te beschrijven waarin je een overtreding begaat. Mag je bijvoorbeeld je shirt uittrekken na het scoren van een doelpunt? Nee. Als je dit doet geeft de scheidsrechter je een gele kaart. Je vertraagt hiermee namelijk onnodig het spel. Zo zie je maar, niet alle mogelijke overtredingen zijn hier genoemd.

De Strafschop: De strafschop is een directe vrije schop, maar je neemt hem vanaf de strafschopstip. Uit een strafschop kun je rechtstreeks scoren. De speler die de strafschop neemt moet duidelijk herkenbaar zijn. Voor de scheidsrechter en de keeper moet het duidelijk zijn wie de strafschop neemt. De keeper mag zich op de doellijn verplaatsen. Hij mag niet van de doellijn afgaan tot het moment dat de bal is getrapt. De strafschopnemer mag een schijnbeweging maken bij het nemen van een strafschop. Hij moet wel de bal direct trappen, nadat hij klaar is met zijn aanloop. Als hij vlak voordat hij de strafschop neemt een schijnbeweging maakt is dit niet toegestaan.

Buitenspel: Bij het bepalen van de buitenspelpositie kijkt de scheidsrechter of je hoofd, lichaam of voeten dichter bij de doellijn staan dan de bal en de voorlaatste tegenstander. In buitenspelpositie staan is geen overtreding.

Doelschop: Tijdens een aanval kan de bal uit het veld gaan over de achterlijn (de doellijn). Wanneer krijg je een doelschop?

Aftrap: Een aftrap is de manier om een wedstrijd te beginnen of om het spel te hervatten. Aan het begin van de wedstrijd bepaalt een toss welk team de eerste aftrap mag nemen. Bij een toss kiezen de aanvoerders van de twee teams kop of munt. De scheidsrechter gooit een muntstuk op. De winnaar van de toss kiest op welke helft zijn team de wedstrijd start. De verliezer van de toss neemt de aftrap voor de eerste helft. Aan het begin van de tweede helft wisselen de teams van speelhelft. Het team dat de aftrap niet nam aan het begin van de wedstrijd, mag nu aftrappen. Een toss aan het begin van de tweede helft is dus niet nodig. Na ieder doelpunt volgt een aftrap om het spel te hervatten. Het team dat een doelpunt tegen krijgt, mag de aftrap nemen. Bij een verlenging bepaalt een nieuwe toss welk team mag aftrappen. De verliezer van de toss neemt de aftrap voor de eerste helft van de verlenging.

Hoe een Wedstrijd te Winnen

Het vele oefenen op de trainingen wil je uiteindelijk natuurlijk terugzien tijdens een echte wedstrijd. Er gaat dan ook niets boven het spelen van een voetbalwedstrijd. Daar kun je je samen met je teamgenoten meten met een tegenstander: wie scoort de meeste doelpunten? Normaal gesproken hoeft een wedstrijd niet te eindigen met een winnende en verliezende partij. Als beide teams evenveel scoren, of als er helemaal niet is gescoord, is het een gelijkspel. Uitzonderingen zijn wedstrijden waaruit per se een winnaar moet komen. Bijvoorbeeld bij een toernooi. Bij een gelijke stand na het eindsignaal, speel je dan een verlenging of neem je strafschoppen. Als dit zo is, staat dit altijd in de competitiereglementen beschreven.

Een voetbalwedstrijd duurt 90 minuten en bestaat uit twee gelijke helften van 45 minuten. Dit geldt voor wedstrijden in het seniorenvoetbal en de A-junioren. Na de eerste speelhelft hebben de spelers en (assistent-) scheidsrechters recht op een rustperiode. Deze rust mag niet langer duren dan 15 minuten. De scheidsrechter kan in elke helft tijd bijtellen voor de tijd die verloren is gegaan.

Conclusie

Het Spelregelbewijs is een essentieel onderdeel van de voetbalontwikkeling in Nederland. Het zorgt niet alleen voor meer kennis van de regels, maar ook voor een sportiever en eerlijker spel. Door de regels te begrijpen, kunnen spelers betere beslissingen nemen op het veld en meer respect tonen voor de beslissingen van de scheidsrechter. Of het nu gaat om een inworp, een vrije schop of een strafschop, het kennen van de regels is cruciaal voor elke voetballer.

tags: #knvb #spelregelbewijs #overtreding #voorbeelden