KNVB Oefenstof voor A-Junioren: Een Praktische Handleiding voor Trainers

Het trainen van A-junioren (onder 17/19) vereist een doordachte aanpak. Het is belangrijk om trainingen zo te organiseren dat spelers zich optimaal kunnen ontwikkelen en plezier beleven aan het spel. Deze handleiding biedt praktische tips en voorbeelden van KNVB oefenstof om trainingen effectiever te maken.

Voorbereiding is het halve werk

Een goede voorbereiding is cruciaal voor een succesvolle training. Door vooraf na te denken over de inhoud en organisatie, zorg je ervoor dat alles soepel verloopt en de spelers optimaal kunnen profiteren.

Bepaal de doelstelling

  • Waarop trainen we? Denk na over de focus van de training: aanvallen of verdedigen? Opbouwen of scoren? Storen of doelpunten voorkomen?
  • Leg de doelstelling uit. Communiceer de doelstelling van de dag kort aan de spelers. Dit geeft ze houvast en inzicht in wat er van hen verwacht wordt. Bijvoorbeeld: "Vandaag gaan we werken aan dribbelen 1 tegen 1, samenspel 3 tegen 2 en een partijtje."

Kies de juiste oefen- en partijvormen

  • Passende oefeningen: Zorg ervoor dat de gekozen oefen- en partijvormen aansluiten bij de doelstelling van de training.
  • Succeservaringen: Kies oefeningen waarbij alle spelers 'succesvol' kunnen zijn. Dit motiveert en stimuleert hun ontwikkeling.
  • Voldoende betrokkenheid: Zorg ervoor dat alle spelers voldoende aan de beurt komen tijdens de training.

Organisatie van de training

  • Voorbereiding: Maak het jezelf gemakkelijk door alle vormen klaar te zetten voor aanvang van de training.
  • Soepele overgangen: Denk na over de overgang van de ene naar de andere vorm. Zorg voor snelle en soepele overgangen om tijd te besparen en de concentratie van de spelers te behouden.
  • Variatie: Bedenk mogelijkheden om de vormen makkelijker of moeilijker te maken, afhankelijk van het niveau en de vorderingen van de spelers.

Structuur van een training

Een systematische aanpak is essentieel om het voetbal van je team elke week verder te ontwikkelen. Vermijd een willekeurige aanpak en kies voor een gestructureerde training.

Basisstructuur voor beginnende trainers

Wanneer je start als trainer, is het raadzaam om een eenvoudige structuur aan te houden. Dit maakt het organiseren en begeleiden van de training overzichtelijker.

  • Pupillen (60 minuten):
    • Oefening
    • Oefening
    • Partijvorm
  • Junioren (75 minuten):
    • Warming-up
    • Oefening
    • Oefening
    • Partijvorm

Uitbreiding naar vier of vijf oefeningen

Zodra je meer ervaring hebt en je comfortabel voelt bij het organiseren van trainingen, kun je de structuur uitbreiden naar vier of vijf oefeningen per training.

Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.

Trainingsplan

  • Uitwerking: Werk tijdig een trainingsplan uit. Bepaal wat je precies wilt oefenen en welke oefeningen daarbij horen.
  • Doelstellingen: Stem het doel van de training af op je team. Houd rekening met leeftijd, beleving en niveau.
  • Progressie: Steek een oefening liever iets te makkelijk in dan te moeilijk, zodat de spelers meteen succes ervaren. Maak het daarna geleidelijk moeilijker.

KNVB-oefeningen en leeftijdsspecifieke doelstellingen

De KNVB heeft voor elke leeftijdscategorie specifieke doelstellingen en oefeningen ontwikkeld die passen bij de mogelijkheden van die leeftijd. Elke oefening kan eenvoudig of complex worden aangeboden.

Doelstellingen per leeftijdscategorie

  • Mini-pupillen: Het leren beheersen van de bal. Dit blijft een belangrijk doel tot en met Onder 19.
  • Oudere jeugd: Naarmate spelers doorgroeien, komen er nieuwe doelstellingen bij.

Inspiratie en trainingssamenstelling

Laat je inspireren door de oefeningen en partijvormen die de KNVB aanbiedt. Stel je eigen training samen en noteer de afmetingen van de veldjes van elke vorm. Maak een schets van de verdeling over het veld.

Organisatie op het veld

  • Efficiëntie: Rangschik hoedjes en doeltjes zo dat het weinig tijd kost om de organisatie tussentijds aan te passen.
  • Circuits: Overweeg een vaststaand circuit, waarbij alle oefen- en partijvormen al klaar staan in diverse speelvakken.

Omgaan met oneven aantallen

Bij een oneven aantal spelers kan het lastig zijn om een partijvorm te organiseren. Hier zijn enkele oplossingen:

  • Niet meedoen: Doe liever niet zelf mee, omdat kinderen dan afgeleid raken of de bal vaak naar jou spelen.
  • Keeper: Bij een oneven aantal met een keeper, speel bijvoorbeeld drie tegen drie, waarbij één team een keeper heeft. Wissel dit halverwege de speeltijd om. Een alternatieve regel is dat het team met de keeper alleen kan scoren in kleine doeltjes of door de bal over de achterlijn te dribbelen.
  • Geen keeper: Laat één team spelen met een speler extra en wissel deze speler op de helft van de tijd van team, zodat beide teams voordeel hebben.

KNVB Voetbalvisie en oefeningen

De KNVB voetbalvisie op het (leren) voetballen ligt ten grondslag aan de oefeningen. Deze oefeningen hebben drie specifieke kenmerken:

  1. Spel echt: De oefeningen moeten lijken op echte spelsituaties.
  2. Spelprobleem: Er moet een spelprobleem worden opgelost.
  3. Spelbeleving: De deelnemers moeten de voetbalvorm als spel beleven.

Door gebruik te maken van filters kun je makkelijk en snel de juiste oefening vinden.

Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids

Warming-up

De warming-up is een essentieel onderdeel van de training. Het bereidt de spelers fysiek en mentaal voor op de inspanningen die komen gaan.

Dynamische loopvormen

De warming-up met bal kan voorafgegaan worden door een warming-up zonder bal met verschillende dynamische loopvormen. Het is van belang dat de spelers deze oefeningen goed uitvoeren om blessures te voorkomen. Er zijn diverse voorbeelden van dynamische loopvormen beschikbaar, zoals:

  • Heupen naar buiten
  • Springen met schoudercontact

Deze warming-up is geschikt voor spelers van O13 en ouder.

Warming-up voorbeelden gericht op omschakelen

Hieronder staan drie warming-up voorbeelden die gericht zijn op trainingen met de doelstelling omschakelen. De drie warming-up voorbeelden dienen als variatie en kunnen dus apart van elkaar gebruikt worden.

Variaties binnen de warming-up

Er zijn diverse variaties mogelijk om de warming-up interessant en uitdagend te houden:

Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen

  • Lijnen sprint: Maak 5 lijnen en nummer deze van 1 tot en met 5. De spelers staan allemaal op één lijn. De trainer noemt een nummer en spelers moeten zo snel mogelijk naar deze lijn rennen. Dezelfde oefening kan worden gedaan met bal. Een variant is dat de laatste speler die bij de lijn komt afvalt.
    • Bijzondere spelregels: Laat spelers die af zijn niet stilstaan tot het einde van een spel, maar geef ze een opdracht.
  • Parcours: Maak 3 groepjes van 5 en maak 3 gelijke parcours. Ieder parcours heeft hetzelfde aantal pionnen, de kleur van de pionnen verschilt per parcours.
  • Vierkanten verplaatsen: Je maakt 3 groepjes van 5 en zet 4 gelijke vierkanten neer. Elk groepje komt in een vak te staan en één vak blijft leeg. Op het teken van de trainer moeten de groepjes zo snel mogelijk naar een ander vak dat nog leeg is. Variaties zijn om dit met bal te doen, of met één bal die in het vierkant wordt rondgespeeld. Tijdens het spelen roept de trainer het nummer van een vak.

Moeilijker/Makkelijker maken

  • Moeilijker maken:
    • Het veld groter maken.
    • Maximum aantal aanrakingen instellen.
    • Tijdslimiet instellen.
  • Makkelijker maken:
    • Het veld kleiner maken.

tags: #knvb #oefenstof #a #junioren