De KNVB Beker, officieel de Eurojackpot KNVB Beker, is het belangrijkste knock-out voetbaltoernooi in Nederland. Het toernooi kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot het einde van de 19e eeuw, met memorabele momenten, verrassende winnaars en een groeiende populariteit door de jaren heen. Het is de beker van heel Nederland, waar grote én kleine clubs uit het hele land het tegen elkaar opnemen. Dit geeft de Eurojackpot KNVB Beker de status van de cup van de kleine en grote kansen. De kans om op een bijzonder podium te spelen, om nieuwe uitdagingen te vinden en nieuw talent te spotten, om een belangrijke prijs in de wacht te slepen en een ticket voor Europees voetbal te verdienen, om als club, speler of fan je voetbalhart eens goed op te halen.
Het Begin: Hak Holdert en de Eerste Toernooien
Het idee voor een Nederlands bekertoernooi ontstond aan het einde van de 19e eeuw. Dagbladuitgever en ondernemer Hak Holdert (1870-1944) stond aan de basis van het voetbaltoernooi. Naar voorbeeld van de Engelse FA Cup organiseerde hij in 1894 een eerste bekertoernooi. De animo was echter niet groot. Veel clubs meldden zich af en uiteindelijk werkten alleen de Haarlemsche Football Club en HFC Haarlem een wedstrijd af. Van een echt toernooi was dus geen sprake, maar deze Haarlemse derby wordt soms wel beschouwd als het allereerste bekerduel in de Nederlandse voetbalgeschiedenis.
In het seizoen 1898/1899 waagde men een nieuwe poging. Op initiatief van de Nederlandsche Voetbalbond (NVB), de voorganger van de huidige KNVB, werd een bekertoernooi voor voetbalteams georganiseerd. Hak Holdert was ook bij de organisatie betrokken. Hij stelde een beker beschikbaar: de Holdertbeker. RAP Amsterdam versloeg op 7 mei 1899 het Haagse H.V.V. na verlenging met 1-0 en mocht zich de eerste bekerwinnaar van Nederland noemen.
Vroege Jaren: Gebrek aan Serieuze Aandacht
In de eerste jaren werd het bekertoernooi nog niet erg serieus genomen. Dat bleek bijvoorbeeld heel duidelijk in 1910 toen finalisten Quick en H.V.V. besloten de eindstrijd te laten afwerken door hun tweede elftallen. Het toernooi werd in de eerste decennia ook niet jaarlijks afgewerkt. Tussen 1899 en 1960 ontbrak de bekerfinale maar liefst twintig keer op de agenda, soms vanwege uitzonderlijke omstandigheden (zoals de Tweede Wereldoorlog), maar vaker gewoon vanwege desinteresse. De clubs stonden in 1893 niet bepaald te springen om dit nieuwe initiatief: er schreven zich zo weinig deelnemers in dat de competitie niet van de grond komt.
De 'Dennenappel' en de Europa Cup II
De Holdertbeker wordt tegenwoordig niet meer uitgereikt. Deze beker raakte kwijt. Ter vervanging bood de Algemene Nederlandse Voetbalvereniging De Zwaluwen in 1946 een nieuwe trofee aan. Het kostbare geschenk - de beker is namelijk van zilver - krijgt vanwege zijn karakteristieke vorm al snel een populaire bijnaam: 'De dennenappel'. Tijdens de eerste na-oorlogse editie van het bekertoernooi, in 1948, werd de ‘dennenappel’ voor het eerst overhandigd aan een winnaar. In de jaren hierna werd het toernooi vaak niet gespeeld.
Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.
Belangrijker voor het bekertoernooi is dat de UEFA in 1960 voor het eerst een toernooi uitschrijft voor nationale bekerwinnaars, de Europa Cup II. Nadat de UEFA in 1960 een toernooi voor bekerwinnaars in het leven riep, de Europa Cup II, nam de animo voor de Nederlandse beker snel toe. De animo voor deelname aan het vaderlandse bekertoernooi neemt daarna in ieder geval wel toe en vanaf 1960 kent ieder voetbalseizoen een apotheose in de vorm van de bekerfinale.
Traditie in Ontwikkeling: Locatie en Deelname
Zowel de vorm van het bekertoernooi als de locatie voor de finale bezorgen de KNVB in de jaren zeventig en tachtig veel hoofdbrekens. Het ene jaar doen amateurclubs wel mee aan het bekertoernooi en het andere jaar weer niet, verder weet men geen keuze te maken tussen een knock-outsysteem en een poulesysteem.
Aanvankelijk werden de finales op wisselende locaties afgewerkt. Tussen 1972 en 1976 was de Kuip in Rotterdam steeds gastheer voor de finale. Nadat De Kuip tussen 1972 en 1976 tot ieders tevredenheid gastheer is geweest voor de bekerfinale, wordt op aandringen van de finalisten FC Twente en PEC Zwolle in 1977 uitgeweken naar Nijmegen. In de jaren daarna volgen ook andere plaatsen en gedurende enkele seizoenen wordt de bekerfinale zelfs uitgesmeerd over een uit- en thuiswedstrijd.
De Kuip als Vast Onderkomen en Deelname Amateurclubs
Uiteindelijk valt in 1989 de beslissing om de bekerfinale exclusief te spelen in De Kuip, een besluit waar niet meer van wordt afgeweken. Dat jaar werd ook officieel vastgelegd dat amateurclubs mogen deelnemen aan het knock-outsysteem. Samen met de - tegenwoordig - vaste deelname van de amateurclubs en het knock-outsysteem, krijgt het bekertoernooi eindelijk allure. Tegenwoordig komen alleen amateurclubs uit de Tweede en de Derde divisie en clubs die in het seizoen daarvoor de halve finales van de regionale districtbekers hebben bereikt, in aanmerking voor deelname aan het toernooi.
Voetbalfeesten in De Kuip
De (her)start in Rotterdam is uitstekend: Feyenoord kwalificeert zich tussen 1991 en 1995 vier keer voor de bekerfinale, waarmee een uitverkocht stadion gegarandeerd is. In de seizoenen die volgen blijkt De Kuip ook vol te lopen bij finales waar de Rotterdamse club niet aan deelneemt.
Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids
De eerste memorabele eindstrijd is wat dat betreft het duel tussen Ajax en sc Heerenveen in 1993. De Friezen gaan met 6-2 ten onder, maar het beeld van de rijen bussen onderweg van Heerenveen naar Rotterdam en de fantastische sfeer in en om het stadion, markeren het begin van de ‘bekerfeesten’. Inmiddels zijn dat bekende beelden. De Eurojackpot KNVB Bekerfinale is een jaarlijks hoogtepunt op de voetbalkalender.
Records en Feiten
- De grootste zege in het bekertoernooi dateert uit het seizoen 1903/04.
- Het snelste doelpunt in een bekerfinale staat op naam van Romário de Souza Faria. De Braziliaan van PSV had op 25 mei 1989 tegen FC Groningen slechts twee minuten nodig om raak te schieten.
- De grootste uitslag in een bekerfinale dateert uit 1944: Willem II versloeg toen in Eindhoven tegenstander Groene Ster met 9-2.
- Sinds de invoering van het betaalde voetbal is het slechts drie amateurclubs gelukt de halve finale te bereiken: IJsselmeervogels in het seizoen 1974/’75, VVSB in het seizoen 2015/’16 en Spakenburg in het seizoen 2022/'23.
- Sinds het seizoen 1980/81 heeft het toernooi ook een editie voor vrouwen.
Overzicht van Winnaars
Hieronder volgt een overzicht van de KNVB Bekerwinnaars vanaf 1957:
- 2025: PSV
- 2024: PSV
- 2023: Feyenoord
- 2022: Ajax
- 2021: Ajax
- 2020: Geen kampioen (competitie afgebroken vanwege coronapandemie)
- 2019: Ajax
- 2018: PSV
- 2017: Feyenoord
- 2016: PSV
- 2015: PSV
- 2014: Ajax
- 2013: Ajax
- 2012: Ajax
- 2011: Ajax
- 2010: FC Twente
- 2009: AZ
- 2008: PSV
- 2007: PSV
- 2006: PSV
- 2005: PSV
- 2004: Ajax
- 2003: PSV
- 2002: Ajax
- 2001: PSV
- 2000: PSV
- 1999: Feyenoord
- 1998: Ajax
- 1997: PSV
- 1996: Ajax
- 1995: Ajax
- 1994: Ajax
- 1993: Feyenoord
- 1992: PSV
- 1991: PSV
- 1990: Ajax
- 1989: PSV
- 1988: PSV
- 1987: PSV
- 1986: PSV
- 1985: Ajax
- 1984: Feyenoord
- 1983: Ajax
- 1982: Ajax
- 1981: AZ'67
- 1980: Ajax
- 1979: Ajax
- 1978: PSV
- 1977: Ajax
- 1976: PSV
- 1975: PSV
- 1974: Feyenoord
- 1973: Ajax
- 1972: Ajax
- 1971: Feyenoord
- 1970: Ajax
- 1969: Feyenoord
- 1968: Ajax
- 1967: Ajax
- 1966: Ajax
- 1965: Feyenoord
- 1964: DWS
- 1963: PSV
- 1962: Feyenoord
- 1961: Feyenoord
- 1960: Ajax
- 1959: Sparta
- 1958: DOS
- 1957: Ajax
Ranglijst van Recordwinnaars
De KNVB Beker wordt lang niet altijd door een erkende topclub gewonnen. Vrij geregeld gaan ook clubs uit de subtop met de cup aan de haal. De traditionele top-3 voert echter wel de lijst met recordwinnaars aan:
- Ajax (20x)
- Feyenoord (14x)
- PSV (11x)
De Amsterdammers hebben ook de meeste finales gespeeld: 30. PSV en Feyenoord stonden 19 keer in de finale.