KNVB Regels Aantal Wissels: Een Overzicht van de Nieuwe Spelregels

De KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbalbond) introduceert met ingang van het nieuwe voetbalseizoen een aantal nieuwe regels die van invloed zijn op het spel in Nederland. Deze aanpassingen zijn bedoeld om de sportiviteit te bevorderen, meer duidelijkheid te scheppen rondom beslissingen en het spel aantrekkelijker te maken voor zowel spelers als toeschouwers. Een van de belangrijkste wijzigingen betreft het aantal wissels dat teams mogen doorvoeren tijdens een wedstrijd.

Respectvol Gedrag en Stadionklokken

Voortbouwend op de positieve ervaringen tijdens het Europees kampioenschap (UEFA) en de Olympische Spelen (FIFA), waar nieuwe richtlijnen werden toegepast om respectvol gedrag richting scheidsrechters te stimuleren, zet de KNVB deze lijn door. Alleen aanvoerders mochten belangrijke beslissingen bespreken met scheidsrechters, wat volgens de KNVB succesvol is verlopen en de sportiviteit op de voetbalvelden stimuleert.

Daarnaast worden de stadionklokken in het betaald voetbal aangepast. Vanaf komend seizoen dienen deze door te lopen na afloop van de reguliere speeltijd, zodat het publiek beter op de hoogte is van het verloop van de extra speeltijd. Voorheen werd de klok stilgezet bij minuut 45 en 90, maar dit verandert nu. Bij de start van de tweede helft wordt de stadionklok teruggezet op minuut 45. De vierde official blijft verantwoordelijk voor het aangeven van de minimale extra speeltijd, maar door wissels of blessures kan deze extra tijd langer duren dan aangegeven.

De 'Witte Wissel' bij Hersenschuddingen

Een andere belangrijke wijziging is de structurele toepassing van de extra wissel in verband met een (vermoedelijke) hersenschudding, de zogenaamde ‘witte wissel’. Deze regel is permanent ingevoerd na een succesvolle pilot in de Nederlandse betaald voetbalcompetities. Wanneer team A deze extra wissel inzet, krijgt team B direct een extra wissel en wisselmoment. Deze maatregel is bedoeld om de gezondheid van spelers te waarborgen en teams de mogelijkheid te geven adequaat te reageren op hoofdletsel.

On-Field Announcements bij VAR-Beslissingen

Vanaf de achtste finale in de TOTO KNVB Beker wordt getest met zogenaamde on-field announcements. Dit houdt in dat de scheidsrechter na een VAR-review (Video Assistant Referee) of een lange VAR-check een korte uitleg geeft over de definitieve beslissing. Deze uitleg is live hoorbaar in het stadion en op TV, met als doel meer duidelijkheid te verschaffen over de totstandkoming van VAR-beslissingen.

Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.

Regels omtrent het Aantal Wissels

Aan het aantal wissels zijn specifieke regels verbonden. Het is niet toegestaan om onbeperkt te wisselen. De internationale spelregelcommissie IFAB (International Football Association Board) stelt deze regels op. In mei 2020 besloot de IFAB om tijdens elke voetbalwedstrijd een club vijf keer te laten wisselen, een verhoging van drie naar vijf wissels. Deze regel werd ingevoerd vanwege de uitdagingen die het coronavirus met zich meebracht. Sinds 2022 is deze regel standaard geworden, zowel in de Eredivisie als in andere competities. De KNVB neemt deze regel over van de IFAB, zoals nu gedaan is voor het seizoen 2022/2023. Het IFAB bepaalt welke regels er worden toegevoegd of verwijderd uit het voetbalregelementenboek. Bij sommige reglementswijzigingen mag de KNVB zelf bepalen of ze deze doorvoeren of niet.

Zowel voor het betaald voetbal als het amateurvoetbal gelden dezelfde regels. Amateurclubs mogen ook vijf keer spelers wisselen tijdens een wedstrijd. Deze regel geldt wereldwijd en is van toepassing op alle voetbalteams, inclusief tijdens een wereldkampioenschap.

Aantal Reserves op de Bank

Voorheen mochten er twaalf reserves op de bank zitten. Vanaf 2022 mogen er vijftien reserves op de bank zitten. Voetbalbonden mogen zelf bepalen of ze dit ook doorvoeren in hun eigen competitie. Per wedstrijd mag je maar vijf keer wisselen, en voor die vijf wissels mogen clubs tijdens de wedstrijd drie wisselmomenten gebruiken.

Extra Wisselmoment in de Knock-outfase

In een knock-outfase, bij een gelijkspel, krijgt elk team één extra wisselmoment, zelfs als ze al vijf spelers gewisseld hebben. Dit is om te voorkomen dat een team in de verlengingen geen wissels meer over heeft bij een blessure. Door de extra wissel krijgt elk team een extra speler om te wisselen.

Wisselprocedure

Aan het wisselen van een speler is een wisselprocedure verbonden, die van start gaat voor zowel de speler die gewisseld wordt als de speler die erin komt. Daarnaast mag een coach maar drie wisselmomenten gebruiken.

Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids

Wisselregels Tijdens de Rust en Nacompetitie

Tijdens de nacompetitie gelden dezelfde regels als tijdens de reguliere competitie. Bij beslissingswedstrijden en wedstrijden in de nacompetitie moet er na afloop een winnaar zijn.

Wedstrijdduur en Verlenging

Een wedstrijd duurt 2x45 minuten. Indien er na de reguliere speeltijd een gelijkspel is, volgt een verlenging van 2x15 minuten. Is er na de verlenging nog steeds geen winnaar, dan volgt een strafschoppenserie.

Wisselen Tijdens Verlenging

Teams mogen 5 keer wisselen tijdens maximaal 3 wisselmomenten. Wisselen in de rust wordt niet geteld als wisselmoment. Een speler die is gewisseld, mag niet meer aan de wedstrijd deelnemen. Bij een verlenging mag elk team één extra speler wisselen, ook als het maximum van 5 al is bereikt. Bij een verlenging krijgt elk team één extra wisselmoment. Naast het extra wisselmoment mag ook voor aanvang van de verlenging en in de rust van de verlenging worden gewisseld. Dit telt dus niet mee als wisselmoment. Als een team tijdens de wedstrijd het maximum van vijf wissels en/of drie wisselmomenten niet heeft gebruikt, mogen die gebruikt worden tijdens de verlenging.

Jeugd Categorie A

Voor de jeugd in categorie A (divisies en hoofdklasse) gelden dezelfde regels als bij de senioren categorie A. Er is een uitzondering: bij de jeugd wordt er niet verlengd. Als een wedstrijd in een gelijkspel eindigt, volgt meteen een strafschoppenserie.

Tijdstraffen in Categorie B

In de categorie B wordt gewerkt met een tijdstrafregeling. Een tijdstraf duurt 10 minuten voor de competities van O16 t/m O23 en senioren en 5 minuten voor de competities van O8 t/m O15. Het toezicht op de speler aan wie tijdstraf is opgelegd, is in handen van de scheidsrechter. Hij houdt ook de tijd bij en noteert de naam van de speler aan wie tijdstraf is opgelegd. De tijdstraf gaat in bij het hervatten van het spel.

Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen

Toepassing van de Tijdstraf

Een tijdstraf wordt opgelegd wanneer een speler een overtreding begaat waarvoor een waarschuwing wordt gegeven, de scheidsrechter geeft dit aan door de speler de gele kaart te tonen. Tijdstraffen kunnen alleen opgelegd worden aan de spelers (inclusief doelverdedigers) die op dat moment aan de wedstrijd deelnemen, dus niet aan de wisselspelers of gewisselde spelers. De speler aan wie tijdstraf is opgelegd, blijft onder de rechtsbevoegdheid van de scheidsrechter. Een speler, aan wie tijdstraf is opgelegd, kan gedurende zijn tijdstraf niet worden vervangen. Indien aan de aanvoerder van een team tijdstraf is opgelegd, moet zijn taak gedurende de tijdstraf aan een andere speler worden overgedragen. Hij mag ook geen toelichting aan de scheidsrechter vragen op de genomen beslissingen.

Gevolgen van een Tweede Waarschuwing

Een speler die een tweede waarschuwing ontvangt in dezelfde wedstrijd krijgt de rode kaart en zal een tweede tijdstraf krijgen. De speler mag daarna niet verder deelnemen aan de wedstrijd. De speler mag worden vervangen door een wisselspeler aan het eind van de tweede tijdstraf als het team van de speler nog niet het maximum aantal wisselspelers en/of wisselmogelijkheden heeft bereikt.

Tijdstraf voor de Doelverdediger

Als een doelverdediger tijdstraf krijgt opgelegd, dan moet een andere speler zijn plaats als doelverdediger innemen. De als doelverdediger optredende veldspeler zal door het aantrekken van afwijkende kleding als doelman herkenbaar moeten zijn.

Niet Volledig Uitgezeten Tijdstraffen

Als een speler zijn tijdstraf van 5/10 minuten niet kan volmaken, omdat de rust aanbreekt, dan zal hij het resterende gedeelte van de tijdstraf in de tweede helft dienen te ondergaan; dit geldt ook voor de verlenging. Als een speler zijn tijdstraf van 5/10 minuten niet kan volmaken, omdat het einde van de tweede helft is bereikt en sprake is van een verlenging, dan zal hij het resterende gedeelte van de tijdstraf direct aan het begin van de verlenging dienen te ondergaan. Is de tijdstraf van een speler nog niet om bij het einde van de wedstrijd, wordt hem de rest kwijtgescholden. Indien een speler zijn tijdstraf van 5/10 minuten niet kan volmaken omdat de wedstrijd wordt gestaakt, dient hij het restant te ondergaan vanaf de spelhervatting. Dit betekent dat, indien de wedstrijd alsnog uitgespeeld dient te worden op een later tijdstip, de betreffende speler aan wie een tijdstraf was opgelegd niet aan het restant van de wedstrijd mag deelnemen totdat de volledige tijdstraf is uitgezeten.

Staken van de Wedstrijd

Als het aantal spelers vanwege het aantal tijdstraffen onder de 7 daalt, moet de wedstrijd worden gestaakt. Het betreffende team is dan schuldig aan het staken van de wedstrijd.

Deelname aan Strafschoppenserie

Spelers die de tijdstraf nog niet volledig hebben ondergaan bij het starten van de strafschoppenserie, mogen wel aan de strafschoppenserie deelnemen.

Spelerspassen en Visuele Controle

Vanaf het seizoen 2013/?14 vindt er naast de controle van de gegevens op de spelerspas met die op het wedstrijdformulier ook een verplichte visuele controle plaats aan de hand van de spelerspas. Op een door de scheidsrechter, in overleg met beide aanvoerders, te bepalen tijdstip voor de wedstrijd melden de aanvoerders zich met de passen bij de scheidsrechter. Bij standaardwedstrijden het verzoek de controle vroegtijdig te laten plaatsvinden.

Verantwoordelijkheid van de Aanvoerders

De aanvoerders/leiders tekenen vooraf het (digitale)wedstrijdformulier waarmee zij verklaren dat de spelers in het bezit zijn van een geldige spelerspas, gerechtigd zijn deel te nemen aan de wedstrijd en er een visuele controle heeft plaatsgevonden. Deze visuele controle wordt uitgevoerd op het veld, direct voorafgaand aan de wedstrijd. De aanvoerder / leider is verantwoordelijk voor een goed verloop van de controle en assisteert de scheidsrechter. De thuisspelende vereniging biedt de scheidsrechter, door tussenkomst van de aanvoerders, gelegenheid de spelerspassen tijdens de wedstrijd in een afgesloten plaats te kunnen opbergen. Bijvoorbeeld in de bestuurskamer of als waardevolle zaken in bewaring te geven. De aanvoerders regelen dit zodra de visuele controle heeft plaatsgevonden. De aanvoerders halen de passen na de wedstrijd weer op en overhandigen deze aan de scheidsrechter. Leiders / aanvoerders paraferen vervolgens het (digitale)wedstrijdformulier, waarmee zij verklaren aanwezig te zijn geweest bij de (visuele) controle van de spelerspassen en geen bezwaar maken tegen de aantekeningen op het formulier.

Tips voor de Rust

Wanneer de scheidsrechter afblaast voor de rust verzamelen de spelers zich bij jou, waarna jullie met zijn allen naar de kleedkamer lopen. Desnoods naar een dug-out of naar het doelgebied. Als er geen limonade klaarstaat, zorg dan dat tegen het einde van de eerste helft al een ouder erop uit is gegaan om de kan en bekertjes op te halen. Dit scheelt kostbare minuten. Minuten waarin jij veel kunt praten. De spelers drinken, plassen, strikken veters, laten dingen bezinken. Rust is rust, de kleedkamer is geen vrijplaats om al je bevindingen over ze uit te storten.

Vragen en Nadenken

Je kunt het eerste commentaar door een speler laten geven en deze taak wekelijks laten rouleren. De rust is een prima moment om alle spelers tegelijk te beïnvloeden. Dit doe je door enkele vragen te stellen en ze over dingen te laten nadenken. Je kunt het eerste commentaar door een speler laten geven en deze taak wekelijks laten rouleren. Laat bijvoorbeeld de één iets zeggen over het aanvallen, de ander over het verdedigen. De aanvoerder kan het ook doen. Elke positieve bijdrage is oké. Als laatste neem jij het woord. Begin altijd met een compliment aan iedereen, benoem de goede zaken en dan pas twee uitdagingen voor de tweede helft. ‘Goed gewerkt!’ is te algemeen. Dit is beter: ‘We hebben weinig kansen weggegeven en we stonden goed dicht bij elkaar. De spitsen deden goed mee bij het verdedigen en de middenvelders en verdedigers pakten vaak de bal af. Prima. Helaas staat het wel 2-0. Wat kunnen we zometeen nog beter doen?’ Kies twee positieve punten en twee aandachtspunten voor de tweede helft.

Concrete Complimenten Geven

Benoem de inzet van een speler of de uitvoering van zijn taak in plaats van het resultaat daarvan. ‘Geweldig hoe goed jij je best hebt gedaan om die bal binnen te houden.’ Elke persoonlijke vooruitgang waarderen. Daag de talenten in je team nog meer uit door ze extra taken te geven en ontwikkel laatbloeiers door ze op hun niveau succes te laten beleven én zet die succeservaringen in de schijnwerpers. ‘Wat goed dat je in deze wedstrijd zo vaak vrijliep.’

Verbeterpunten Doorgeven

Begin met een gemeend en specifiek compliment. ‘Goed dat je in de eerste helft zo vaak op doel schoot.’ Laat dat volgen door een opdracht, keuzemogelijkheid of tip. Hoe kan iets beter? Formuleer op de toekomst gericht en doe het ook voor. ‘Buig als je zometeen schiet iets over de bal, dan gaat-ie niet meer over.’ Voel je aan dat je speler nog onzeker is? Geef nog een extra aanmoediging. ‘Laat het zien hè? Je kunt het.’

Algemene Spelregels

Het doel van een voetbalwedstrijd is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander, waarbij de spelregels nageleefd moeten worden. De KNVB stelt de officiële spelregels vast, die wereldwijd gelden.

Het Voetbalveld

Een voetbalwedstrijd wordt gespeeld op een rechthoekig veld van gras of kunstgras met twee doelen. De afmetingen van het veld variëren, maar in Nederland is een voetbalveld altijd minstens 100 meter lang en 64 meter breed, en maximaal 105 meter lang en 69 meter breed. Voor de jeugdspelers in de F- of E-categorie wordt er op een half speelveld gespeeld.

De Bal

De bal moet aan bepaalde eisen voldoen qua grootte en gewicht. Voor jonge voetballers wordt vaak een kleinere bal gebruikt. Als de bal tijdens de wedstrijd stukgaat, laat de scheidsrechter een nieuwe bal vallen op de plek waar de oude bal stukging (behalve in het doelgebied).

Het Team

Een team bestaat uit maximaal elf spelers, waarvan één de keeper is. Een wedstrijd kan beginnen als beide teams uit minimaal zeven spelers bestaan. F- en E-teams bestaan uit maximaal zeven spelers en spelen op een half speelveld.

Uitrusting

Spelers mogen geen sieraden dragen die gevaarlijk kunnen zijn. De voetbaluitrusting bestaat uit een shirt, korte broek, sokken, scheenbeschermers en voetbalschoenen. Onderkleding onder het shirt moet dezelfde hoofdkleur hebben als de korte broek en mag niet verder komen dan tot aan de knie.

De Scheidsrechter

Elke wedstrijd staat onder leiding van een scheidsrechter, die verantwoordelijk is voor het volgen van het spel en het toepassen van de spelregels. De beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. De scheidsrechter kan de voordeelregel toepassen en een wedstrijd staken.

Assistent-Scheidsrechters

De assistent-scheidsrechters adviseren de scheidsrechter en helpen bij het controleren of de wedstrijd volgens de spelregels verloopt.

Duur van de Wedstrijd

Een voetbalwedstrijd duurt 90 minuten, verdeeld over twee helften van 45 minuten. De rust tussen de eerste en tweede helft mag maximaal 15 minuten duren. De scheidsrechter kan in elke helft tijd bijtellen voor de tijd die verloren is gegaan.

Aftrap

Een aftrap is de manier om een wedstrijd te beginnen of om het spel te hervatten. Aan het begin van de wedstrijd bepaalt een toss welk team de eerste aftrap mag nemen. Na een doelpunt mag het team dat een doelpunt tegen kreeg, de aftrap nemen.

Strafschop

Een strafschop is een directe vrije schop vanaf de strafschopstip. De speler die de strafschop neemt, moet duidelijk herkenbaar zijn. De keeper mag zich op de doellijn verplaatsen, maar niet van de doellijn afgaan tot het moment dat de bal is getrapt.

Spelhervattingen

Tijdens een voetbalwedstrijd zijn er verschillende spelhervattingen, zoals de vrije schop (direct en indirect), inworp en doelschop.

Vijf Wissels in Betaald Voetbal en Amateurvoetbal

Clubs in het betaald voetbal en in de senioren en de oudste jeugdcategorieën in categorie A van het amateurvoetbal mogen in het seizoen 2021/’22 vijf wissels doorvoeren. In het seizoen 2020/’21 ging de KNVB al mee met het besluit van de internationale spelregelcommissie (IFAB) om spelers in het - door de coronapandemie veroorzaakte - extra drukke voetbalseizoen te ontlasten. Omdat er nog veel onzekerheden zijn met betrekking tot het verloop van het coronavirus en de gevolgen die dit heeft voor de competities, bevelen medici aan om ook komend seizoen vijf wissels aan te houden.

Deze regeling geldt komend seizoen onder meer voor de Eredivisie, de Keuken Kampioen Divisie, de TOTO KNVB Beker en de Pure Energie Eredivisie Vrouwen.

Betaald Voetbal

De Eredivisie CV, de CED en alle technisch directeuren van de Nederlandse betaald voetbalorganisaties zijn positief over de mogelijkheid tot vijf keer wisselen komend seizoen. De speeldagenkalender zit opnieuw voller dan eerdere jaren, met slechts één vrije midweek in het najaar en één in het voorjaar, een kortere winterstop en een extra interlandperiode in januari. Zo’n tien andere Europese landen maken ook gebruik van de mogelijkheid tot vijf keer wisselen.

Amateurvoetbal

Het amateurvoetbal bij de senioren en de oudste jeugdcategorieën in de categorie A sluiten aan bij de regelgeving van het betaald voetbal. De vijf wissels mogen in het amateurvoetbal gebruikt worden in de competities en in de beker, afgelopen (afgebroken) seizoen was dit nog slechts mogelijk in de beker.

Daarnaast is voor het jeugdvoetbal een aantal verbeteringen doorgevoerd om het spelplezier en ontwikkeling van spelers te verhogen. Zodoende is gekomen tot een methodische lijn die past bij de verschillende voetballers (verschillende leeftijden, top en breedte) die competitie spelen. In de categorie A junioren JO15- t/m JO17- en MO17-divisies is komend seizoen sprake van zeven wisselspelers.

Extra Wissel bij Hersenschuddingen

In de tweede helft van afgelopen seizoen vond in de Eredivisie en de Keuken Kampioen Divisie een pilot plaats die het teams toestaat een extra wissel toe te passen als bij een speler het vermoeden bestaat dat hij een hersenschudding heeft. Binnenkort wordt duidelijk of deze pilot een vervolg krijgt in zowel het betaald voetbal als het amateurvoetbal.

Hoe Werken de Vijf Wissels Tijdens Reguliere Wedstrijden?

  • Tijdens de wedstrijd mag elk team maximaal vijf spelers wisselen;
  • Voor die vijf wissels mogen tijdens de wedstrijd drie wisselmomenten worden gebruikt. Dit is om te voorkomen dat het spel te vaak stilligt;
  • Naast die drie wisselmomenten mag ook tijdens de rust worden gewisseld.

Hoe Werkt het in Wedstrijden Waar Wordt Verlengd?

  • Bij een verlenging mag elk team één extra speler wisselen (ook als het maximum van vijf al is bereikt);
  • Bij een verlenging krijgt elk team één extra wisselmoment (ook als het maximum van drie wisselmomenten al is bereikt);
  • Naast het extra wisselmoment mag ook voor aanvang van de verlenging en in de rust van de verlenging worden gewisseld.
  • Als een team tijdens de wedstrijd het maximum van vijf wissels en/of drie wisselmomenten niet heeft gebruikt, mogen die gebruikt worden tijdens de verlenging.

Wisselbeleid Amateurvoetbal

De opbouw van het wisselbeleid in het amateurvoetbal ziet er komend seizoen als volgt uit:

Categorie A Senioren: Mannen, Vrouwen en Junioren JO18/JO19

  • 5 wissels
  • Tijdens de wedstrijd mag elk team maximaal vijf spelers wisselen;
  • Voor die vijf wissels mogen tijdens de wedstrijd maximaal drie wisselmomenten (excl. de rust) worden gebruikt. Dit is om te voorkomen dat het spel te vaak stilligt;
  • Naast die drie wisselmomenten mag ook tijdens de rust worden gewisseld.

Categorie A Junioren: JO15 t/m JO17 en MO17 divisies

  • 7 wisselbewegingen
  • Tijdens de wedstrijd mag in totaal 7 keer een speler gewisseld worden;
  • Voor die zeven wisselbewegingen mogen tijdens de wedstrijd drie wisselmomenten (excl. de rust) worden gebruikt.

Tijdens de nacompetitie wordt volgens dezelfde regels gespeeld als tijdens de reguliere competitie. Hieronder volgen enkele aanvullingen/verduidelijkingen.

Senioren Categorie A

  • Wedstrijdduur en vervolg: De wedstrijd duurt 2x45 minuten. Bij beslissingswedstrijden en bij wedstrijden in de nacompetitie die uit enkele wedstrijden bestaan, moet er na afloop een winnaar zijn.
  • Verlenging en strafschoppen: Bij een gelijkspel wordt met 2 x 15 minuten verlengd. Is het na de verlenging nog steeds gelijk, volgt een strafschoppenserie. De strafschoppen worden om en om genomen. Voor verdere regels rondom strafschoppen, zie het document hieronder.
  • Wisselen: Teams mogen 5 keer wisselen tijdens maximaal 3 wisselmomenten. Wisselen in de rust wordt niet geteld als wisselmoment. Een speler die is gewisseld, mag niet meer aan de wedstrijd deelnemen.
  • Wisselen als er verlengd wordt: Bij een verlenging mag elk team één extra speler wisselen, ook als het maximum van 5 al is bereikt. Bij een verlenging krijgt elk team één extra wisselmoment. Naast het extra wisselmoment mag ook voor aanvang van de verlenging en in de rust van de verlenging worden gewisseld. Dit telt dus niet mee als wisselmoment. Als een team tijdens de wedstrijd het maximum van vijf wissels en/of drie wisselmomenten niet heeft gebruikt, mogen die gebruikt worden tijdens de verlenging.

Jeugd Categorie A (divisies en hoofdklasse)

Hier gelden dezelfde regels als bij de senioren categorie A. Er is een uitzondering: bij de jeugd wordt er niet verlengd. Als een wedstrijd in een gelijkspel eindigt, volgt meteen een strafschoppenserie.

CategorieMaximum aantal wisselspelersMaximum aantal wisselmomentenDoorwisselen
Categorie A Mannen en vrouwen (incl. O21 en O23)54 (3 tijdens het spel, 1 in de rust)Nee
JO1954 (3 tijdens het spel, 1 in de rust)Nee
JO15, JO16, JO17, MO15, MO17, MO2074 (3 tijdens het spel, 1 in de rust)Ja
MO13, JO13, JO147OnbeperktJa
Categorie B Alle categorieën7OnbeperktJa

O15 t/m O17 en MO20 categorie A

Per wedstrijd staan maximaal 18 spelers op het wedstrijdformulier. Hiervan beginnen 11 spelers in het veld en zitten maximaal 7 wisselspelers op de bank. Tijdens de wedstrijd zijn 4 wisselmomenten toegestaan: 3 tijdens de speeltijd en 1 in de rust.

Bij elk wisselmoment mogen 7 spelers tegelijk gewisseld worden. Dit betekent dat er iedere keer maximaal 7 spelers tegelijk in en uit het veld gaan. Gewisselde spelers mogen bij een volgend wisselmoment weer terugkeren in het veld. Omdat er 4 wisselmomenten zijn (3 tijdens de speeltijd en 1 tijdens de rust), kunnen in totaal 28 wisselbewegingen plaatsvinden.

O19 en ouder categorie A

Vanaf de leeftijdscategorie Onder 19 (O19) geldt dat er tijdens een wedstrijd 4 wisselmomenten zijn toegestaan: 3 momenten tijdens de speeltijd en 1 moment in de rust. Binnen deze wisselmomenten mogen in totaal 5 spelers gewisseld worden gedurende de hele wedstrijd. Gewisselde spelers mogen niet opnieuw meespelen nadat zij zijn vervangen.

#

tags: #knvb #regels #aantal #wissels