Het Verzonken Nieuw-Zeeland Verhaal: Een Eeuw Oude Echo

De Stille Oceaan, een immens gebied van water, herbergt talloze eilanden, waarvan sommige klein en afgelegen zijn. Kunst uit deze contreien is in Europa vrij zeldzaam. Dit artikel duikt in een specifiek, zij het tragisch, verhaal dat zich afspeelde in de wateren rond Nieuw-Zeeland, en weeft het samen met bredere thema's van verlies, zeevaart en de harde realiteit van het leven op zee in het begin van de 20e eeuw.

Een Blik op Zeevaart in 1913

Om het verhaal van een verzonken schip in Nieuw-Zeeland in de juiste context te plaatsen, is het essentieel om een momentopname te maken van de zeevaart in 1913. Krantenknipsels uit die tijd, zoals de NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant en het Rotterdamsch Nieuwsblad, bieden een waardevol inzicht.

  • Bouwactiviteit en Technologische Vooruitgang: Werf Gusto in Schiedam liet een 60-tons kraan te water, bestemd voor buitenlands gebruik. Dit vaartuig was uitgerust met een twee-cilindrische hogedrukmachine en stoomlieren, wat de technologische vooruitgang in de scheepsbouw van die tijd illustreert. De Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel leverde een motorschip, de EMANUEL NOBEL, uitgerust met Werkspoor Dieselmotoren, wat als een belangrijke stap voorwaarts in de maritieme technologie werd beschouwd.
  • Handel en Transport: Verschillende aankondigingen in de kranten onthullen de dynamiek van de scheepvaartbedrijven. Vennootschappen werden opgericht, ontbonden en gereorganiseerd, wat de economische activiteit en de risico's die aan de scheepvaart verbonden waren, benadrukt. Johs. Otten & Zoon, gevestigd in Rotterdam, handelde in erts, zout en andere koopmansgoederen, en exploiteerde een machinefabriek en ketelmakerij.
  • Ongelukken en Risico's: De zee was en is nog steeds een gevaarlijke plek. Het Nederlandse kofschip CONFIANCE III zonk na een aanvaring, waarbij één bemanningslid verdronk. De gaffelschoener GEERTJE sloeg om in de Limfjord, met de tragische dood van de vrouw en het kind van de schipper tot gevolg. Deze incidenten herinneren ons aan de inherente risico's van het leven op zee en de plotselinge wendingen die het lot kan nemen.

Het Verhaal van de CONFIANCE III

Het verhaal van de CONFIANCE III is een aangrijpende illustratie van de gevaren waarmee zeelieden in die tijd te maken hadden. Volgens een telegram uit Christiansand werd het Nederlandse kofschip CONFIANCE III, onder bevel van kapitein Wijnstok, met hout van Lovisa naar Gravesend, door een aanvaring met een onbekend gebleven schip zodanig beschadigd, dat het door de bemanning werd verlaten, welke aldaar geland is; één man verdronk. De CONFIANCE III is vermoedelijk gezonken.

Dit korte bericht onthult een reeks tragische gebeurtenissen:

  • Aanvaring: Een botsing met een ander schip, waarvan de identiteit onbekend blijft, veroorzaakte aanzienlijke schade aan de CONFIANCE III.
  • Verlating: De schade was zo groot dat de bemanning het schip moest verlaten, een beslissing die waarschijnlijk in een noodsituatie werd genomen.
  • Verlies van een Leven: Het meest tragische aspect van dit incident is het verlies van een bemanningslid, een grimmige herinnering aan de menselijke tol van de zee.
  • Zinken: De CONFIANCE III zonk vermoedelijk, wat betekent dat het schip en zijn lading verloren gingen.

De Raad voor de Scheepvaart en de GEERTJE

Een ander schip, de GEERTJE sloeg om in de Limfjord. De Raad voor de Scheepvaart behandelde het ongeval dat op 4 november is overkomen aan de gaffelschoener GEERTJE, schipper en eigenaar H. Kramer te Groningen. Op de reis van Nykjöbing naar Aalborg, waar een lading zwavelerts voor Hamburg zou worden ingenomen, sloeg het in de Limfjord om. De vrouw en het 5-jarige zoontje van de schipper verdronken. Hij en vier man werden gered. Het schip is later door twee Svitzerstoomlichters gelicht en te Lögstör binnengebracht.

Lees ook: Essentiële keepersuitrusting

De schipper, als getuige gehoord, verklaarde vroeger stuurman geweest te zijn en sedert 13 jaar als gezagvoerder te hebben gevaren. De GEERTJE was in 1910 op zijn aanwijzing gebouwd op de werf van de heer Smit te Hoogezand, voor NLG 16.000. Zij was voor NLG 16.500 verzekerd. Zij had een platte bodem en voer 1½ mast. Bij aflevering, begin 1911, was het door de scheepvaartinspectie goedgekeurd en het maakte zijn eerste reis naar Boulogne-sur-Mer bij slecht weer, zodat hij de bouwmeester als blijk van voldoening schreef dat het zich goed gehouden had. Van Boulogne ging de reis naar Stockholm en van daar weer de Noordzee in. Kort vóór het ongeval werd een reis gemaakt van Harbolle in de Groene Sont naar Riga, met leeg schip bij stevige bries, doch weer hield het schip zich goed. Vervolgens van Lemvig naar Aalborg.

Het weer was goed, wind WNW. Aan dek waren de stuurman, een matroos en getuige. Plotseling kwam er uit het NW een buitje opsteken en in een ogenblik was het schip, hetwelk ledig was, omgeslagen. Hij hield zich aan een rad vast en riep om zijn vrouw en kind; de stuurman hoorde hij nog roepen dat hij hen hoorde, maar getuige zag niets anders dan drie man te water, die zich in de boot redden. Later werd in het ruim alleen het lijkje van het kind gevonden.

Er op opmerkzaam gemaakt dat het schip zonder ballast voer, zei de schipper dat zo velen het er zonder doen. Hij beschouwde de reis als een binnenvaart. Nader gevraagd antwoordt hij, dat reddingboeien en vier zwemvesten aan boord waren.

Voorlezing geschiedde van de verklaringen van de matroos en de kok. In de verklaring van laatstbedoelde waren de laatste hachelijke momenten geschetst toen de moeder met het kind op de arm de dood voor ogen zag.

Na de schipper werd gehoord de heer T.L. Mellema, adjunct-inspecteur van de scheepvaart te Groningen. Getuige verklaarde, dat het schip alleszins geschikt was om over zee te gaan. De uit- en inwendige toestand liet niets te wensen. Hij geloofde ook wel dat een schip als de GEERTJE zonder ballast kon varen, natuurlijk met inachtneming van de nodige voorzichtigheid.

Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje

Tenslotte werd gehoord de heer Jac. Smit, scheepsbouwmeester te Sappemeer. Hij verklaart dat de GEERTJE gebouwd was onder toezicht van Veritas en door dat bureau vóór het eigenlijke te water laten was beproefd. Ook deze getuige verklaart dat het schip wel zonder ballast kon varen. De Raad zal later uitspraak doen.

Het verhaal van de GEERTJE is nog triester dan die van de Confiance III, omdat hier een heel gezin om het leven kwam.

Nieuw-Zeeland en de Stille Oceaan: Meer dan alleen een Achtergrond

Hoewel het verhaal van de CONFIANCE III zich niet direct in de wateren rond Nieuw-Zeeland afspeelt, dient het als een startpunt om de bredere context van de Stille Oceaan en de relatie van Nieuw-Zeeland met deze regio te onderzoeken.

  • Geografische Isolatie en Afstand: Nieuw-Zeeland staat bekend om zijn afgelegen ligging in de Stille Oceaan. De afstand tot andere landen heeft de ontwikkeling van de cultuur en de relatie met andere landen altijd beïnvloed.
  • Maritieme Geschiedenis: De maritieme geschiedenis van Nieuw-Zeeland is nauw verbonden met de zee. De Maori, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland, waren bekwame zeevaarders die de Stille Oceaan bevoeren. De komst van Europese kolonisten in de 18e en 19e eeuw bracht nieuwe scheepvaartroutes en handelsbetrekkingen met zich mee.
  • Kunst en Cultuur: Kunst uit die contreien is in Europa vrij zeldzaam. De Stille Oceaan heeft een rijke culturele diversiteit, met unieke kunstvormen en tradities die door de zee zijn gevormd. De musea in Sydney en Auckland bezitten een schat aan informatie over de kunst uit de Stille Oceaan.
  • Koloniale Invloed: De Europese koloniale machten, waaronder Groot-Brittannië, hadden een grote invloed op de eilanden in de Stille Oceaan. Dit leidde tot veranderingen in de politiek, economie en cultuur van de regio. Het concept van 'de nobele wilde' werd vaak geassocieerd met de Stille Oceaan.

Reflectie op Verlies en Herinnering

Het verhaal van de CONFIANCE III en de GEERTJE herinnert ons aan de fragiliteit van het leven en de blijvende impact van verlies. De zee, zowel een bron van levensonderhoud als een bron van gevaar, heeft door de eeuwen heen talloze levens geëist.

De zoektocht naar vermiste personen, zoals die beschreven in de krantenartikelen, benadrukt de behoefte aan herinnering en de wens om verloren verbindingen te herstellen. De herdenking van de 22 opvarenden die in 1940 omkwamen op een getorpedeerd Rotterdams stoomschip is een voorbeeld van hoe gemeenschappen samenkomen om degenen te eren die op zee zijn omgekomen.

Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse

tags: #keeper #verdronken #Nieuw-Zeeland #verhaal