Het leven zit vol kleine anekdotes en alledaagse gebeurtenissen die soms aanleiding geven tot onvergetelijke bijnamen en verhalen. Zo ook de bijnaam "Keeper Pannenkoek". De oorsprong van deze ietwat vreemde benaming is geworteld in een combinatie van jeugdherinneringen, familietradities en een vleugje humor.
Een Weekendje Oma en Opa Spelen
Het verhaal begint met een weekendbezoek van de kleindochters, Prinses Lientje en Prinses Loutje, aan hun grootouders. Zoals zo vaak bij zulke bezoeken, stond een van de dagen in het teken van rust, gezelligheid en natuurlijk, lekker eten. De grootvader, de schrijver van dit verhaal, nam de taak op zich om pannenkoekenbeslag en tomatensoep te bereiden. De pannenkoeken waren bedoeld voor de lunch, de soep voor het avondeten, voordat de kleindochters weer huiswaarts zouden keren.
Koninklijke Bediening
Terwijl de vader van de kleindochters een middagdutje deed, vermaakte Lientje zich voor de televisie. De grootvader, altijd in voor een grapje, besloot haar op speelse wijze aan te spreken als "Koninklijke Hoogheid", zichzelf presenterend als haar lakei. Dit leidde tot een hilarische interactie waarbij Lientje, in haar rol, opdrachten gaf en de grootvader met overdreven buigingen gehoorzaamde.
Het Fietstochtje en de Pannenkoekenlunch
Na de koninklijke intermezzo was het tijd voor actie. Een fietstocht van 30 kilometer stond op het programma, gevolgd door een welverdiende pannenkoekenlunch. De pannenkoeken, vers gebakken en met liefde bereid, vormden het hoogtepunt van de middag.
De Vis en de Pannenkoek
De herinnering aan de pannenkoekenlunch bracht de grootvader terug naar zijn eigen jeugd, een tijd waarin vis een prominente rol speelde in het gezinsmenu. Hij herinnerde zich de wekelijkse vismaaltijden, de geur van de vis die door het hele huis trok, en zijn persoonlijke aversie tegen de smaak en textuur van bepaalde soorten vis, zoals schol en makreel.
Lees ook: Essentiële keepersuitrusting
Hij beschrijft levendig hoe hij als kind worstelde met het eten van vis, hoe hij stukjes vis verborgen in zijn kerriemacaroni, en hoe zijn moeder hem dwong om zijn bord leeg te eten, zelfs als dat betekende dat hij de stukjes vis uit de afvalemmer moest opeten.
Deze herinneringen aan de vismaaltijden staan in schril contrast met de positieve associaties die hij heeft met pannenkoeken. Pannenkoeken waren een traktatie, een symbool van gezelligheid en warmte, in tegenstelling tot de vis, die hij associeerde met dwang en weerzin.
Opoe Kappen en de Schol
De herinnering aan de vis bracht hem bij Opoe Kappen, een gepensioneerde havenarbeider die regelmatig vis (meestal schol) aan de buurvrouwen bracht. De grootvader herinnerde zich de grote plastic tas vol vis, de gesprekken in de keuken, en zijn eigen aversie tegen de vis die hij binnenkort zou moeten eten.
De Jachtpartij en de Pannenkoek voor Jantje
Vervolgens vertelt hij een anekdote over rijksveldwachter Groters en een jachtpartij waarbij de boerin spekpannenkoeken bakte voor de jagers. Een van de jagers at per ongeluk de pannenkoek op die eigenlijk bedoeld was voor Jantje, een kind met dauwworm, die de pannenkoek op zijn hoofd moest leggen.
De Link naar de Bijnaam
Hoewel het verhaal tot nu toe nog geen directe link legt met de bijnaam "Keeper Pannenkoek", begint de samenhang duidelijk te worden. De combinatie van de jeugdherinneringen aan vis en pannenkoeken, de anekdote over Opoe Kappen en de vis, en het verhaal over de jachtpartij en de pannenkoek voor Jantje, creëren een context waarin de bijnaam kan ontstaan.
Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje
Het is waarschijnlijk dat de bijnaam is ontstaan als een speelse verwijzing naar de aversie van de grootvader tegen vis, in combinatie met zijn liefde voor pannenkoeken. De "keeper" in de bijnaam kan verwijzen naar het feit dat hij de pannenkoeken koestert en beschermt tegen de vis, of dat hij de pannenkoeken vasthoudt als een positieve herinnering in contrast met de negatieve herinneringen aan vis.
Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse
tags: #keeper #pannenkoek #bijnaam #oorsprong