Jan Jongbloed, geboren op 25 november 1940 en overleden in 2023, was een markante figuur in de Nederlandse voetbalgeschiedenis. Hij was de keeper van het Nederlands elftal tijdens de gouden generatie, spelend tussen grote namen als Cruijff, Neeskens, Van Hanegem, Krol en de broertjes Van de Kerkhof. Ondanks zijn imposante carrière en het spelen van twee WK-finales, bleef Jongbloed een gewone Amsterdamse jongen.
Carrièrebegin op straat
Jan Jongbloed begon al op jonge leeftijd met voetballen. Omdat hij uit een groot gezin kwam en er niet veel geld was, begon zijn voetbalcarrière op straat. Hierin was hij niet uniek, want ook Cruijff en andere tijdgenoten leerden voetballen op straat. Bij zijn eerste club kon hij niet als keeper aan de bak, omdat die positie al bezet was, waardoor hij zijn loopbaan als voetballer begon. Mogelijk ligt hier de basis voor zijn speelstijl als meevoetballende keeper.
Jongbloed speelde jarenlang voor de Amsterdamse voetbalclub DWS, het latere FC Amsterdam. Hij kwam ook uit voor Roda JC en Go Ahead Eagles. Zijn bekendheid verwierf hij echter vooral door zijn optreden in twee WK-finales van het Nederlands elftal, die beide verloren gingen. In 1974 keepte Jongbloed tijdens het WK in West-Duitsland, waar Nederland in de finale verloor van Duitsland. In 1978 keepte hij de finale in Argentinië, die werd verloren van het organiserende land.
Een lange en opmerkelijke loopbaan
Jongbloed zelf zei eens dat hij liever langer geweest zou zijn. Desondanks wordt hij gerekend tot de top van keepend Nederland. Hij verbrak het record 'zonder tegendoelpunt blijven' door zijn doel maar liefst 683 minuten schoon te houden. Jongbloed keepte tot zijn 45e. In 1985 kwam er een einde aan zijn carrière als keeper. Na zijn actieve voetbalcarrière was hij lange tijd in dienst van eredivisieclub Vitesse, waar hij tussen 1988 en 2010 verschillende functies vervulde. Ten slotte werd hij nog technisch adviseur bij Hellas Sport in Zaandam.
Speelstijl: gedurfd en meevoetballend
Jongbloed stond bekend om zijn gedurfde manier van keepen. Hij had een uitstekende timing en een geweldige springkracht en beheerste alle facetten van het keepersvak. Desondanks rekende hij zichzelf niet tot de allergrootste keepers. Jongbloed speelde in het befaamde elftal van Rinus Michels, dat bekend stond om het totaalvoetbal. Hij keepte 717 wedstrijden in het betaald voetbal. Typerend voor hem was het keepen met blote handen, naar eigen zeggen omdat je anders de bal niet kunt voelen. Zo keept hij tijdens de WK finale van 1974 met blote handen, ‘want anders kun je de bal niet voelen’ aldus Jongbloed.
Lees ook: Essentiële keepersuitrusting
Krol stond als verdediger van het Nederlands elftal regelmatig voor de neus van Jongbloed en heeft goede ervaringen aan de gedurfde speelstijl, die ook werd geprezen door Johan Cruijff. Jongbloed kwam regelmatig buiten zijn eigen strafschopgebied en fungeerde als laatste man.
Privéleven: tragiek en tegenslag
Jan Jongbloed werd in 1940 geboren in de Reinier Claeszenstraat in Amsterdam-West. Hij kwam uit een groot gezin. Jongbloed trouwde twee keer. Eerst met Dien, met wie hij twee kinderen kreeg, Eric en Nicole. Hij runde samen met zijn eerste vrouw een sigarenwinkel annex hengelsportzaak op de hoek van de Amsterdamse Eduard Douwes Dekkerstraat in de Amsterdamse Kinkerbuurt. In de tijd dat Jongbloed begon met keepen, hadden veel voetballers er nog een baan bij om rond te komen. In zijn eerste jaar als betaald voetballer verdiende Jongbloed 7000 gulden per jaar met het voetbal.
Op 23 september 1984 verloor Jongbloed op tragische wijze zijn toen 21-jarige zoon Eric. Deze kwam om het leven toen hij als keeper onder de lat stond bij DWS en werd getroffen door de bliksem. Heel Nederland leefde mee bij dit tragische incident. Jongbloed was net gescheiden van zijn eerste vrouw en maakte een zware periode door. Tegenwoordig woonde Jan Jongbloed alleen.
Jongbloed op het WK 1974
Jarenlang werd Jongbloed niet opgeroepen, tot 1974. In de aanloop naar het WK in dat jaar werd hij plotseling eerste keus. Jongbloed bezat die specifieke kwaliteiten die bondscoach Rinus Michels zocht. Door zijn voetballende kwaliteiten speelde hij min of meer laatste man. Bovendien was de vaste doelman Jan van Beveren (PSV) geblesseerd afgehaakt.
Hij brak als international een keepersrecord: 683 minuten zonder tegendoelpunt.
Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje
Kritiek en verdediging
Tijdens het WK van 1974 kreeg Jongbloed kritiek omdat hij bij het schot van Gerd Müller voor de 2-1 niet dook. Hij verdedigde zich door te zeggen dat de bal niet te stoppen was. Hij stond bekend om zijn afkeer van duiken: "Duiken is gewoon een kwestie van staan. Een metertje naar links of een metertje naar rechts. En als ik een bal echt niet tegen kon houden, dook ik niet. Daar had ik een klerehekel aan. Moet je weer opstaan… Ik was er te lui voor."
Records en prestaties
Jan Jongbloed hield tevens het langst de nul in Oranje (683 minuten), is de oudste speler in de Eredivisie (44 jaar, negen maanden en veertien dagen) en werkte de meeste wedstrijden af in het betaald voetbal (717, hoewel hij zelf het aantal op 734 schatte).
Van Hanegem: 'Wel een aardige keeper'
Zo lyrisch als Krol, is Willem van Hanegem niet. 'De Kromme' speelde met Jongbloed in de verloren finale van 1974 tegen West-Duitsland. "Het was wel een aardige keeper, hij had wel gevoel voor waar hij stond in het veld en waar de bal zou komen. Hij kon alleen niet meevoetballen."
"Op trainingen mocht hij ook nooit meespelen, want hij had altijd hele hoge noppen aan en schopte iedereen ondersteboven", lacht de voormalig middenvelder.
Van Hanegem heeft wel respect voor het feit dat Jongbloed in beide WK-finales keepte. "We hadden in die tijd zoveel verschrikkelijk goede keepers. Iedereen had het over Jan van Beveren, dat was misschien wel de beste. Maar op het WK 1974 deed Jongbloed alles wat hij moest doen."
Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse