Buitenspel is ongetwijfeld een van de meest controversiële en bediscussieerde regels in het voetbal. Het kan een wedstrijd beslissen en leidt vaak tot verhitte discussies op én naast het veld. Zelfs met de VAR blijft buitenspel regelmatig onderwerp van debat. Maar hoe werkt de regel precies? Wanneer wordt een speler bestraft, en zijn er uitzonderingen? Dit artikel legt het haarfijn uit, zodat jij voortaan precies begrijpt waarom de vlag omhooggaat of een doelpunt wordt afgekeurd.
Wat is buitenspel?
Buitenspel staat sinds 1848 in de spelregels van het voetbal. In het regelement van de KNVB is het regel 11. Om de uitleg eenvoudig te houden, beginnen we met het simpelste gedeelte van de buitenspelregel: je kan alleen buitenspel staan op de helft van de tegenstander én alleen de ploeg die de bal heeft kan buitenspel staan. Een speler staat buitenspel als hij op het moment van de pass dichter bij het doel van de tegenstander staat dan de voorlaatste tegenstander en actief deelneemt aan het spel. Dit betekent dat:
- De speler zich op de helft van de tegenstander bevindt.
- Hij dichter bij het doel staat dan de één na laatste tegenstander (meestal de laatste veldspeler, maar als de keeper uit positie is, kan dit een andere speler zijn).
- Hij op het moment van de pass invloed heeft op het spel, bijvoorbeeld door de bal te ontvangen of een tegenstander te hinderen.
Een speler staat buitenspel als de speler zich dichter bij de achterlijn van de tegenstander bevindt dan de bal en de voorlaatste tegenstander. Dit geldt niet als de speler op het halve veld staat. De laatste twee verdedigers zijn ofwel een verdediger en een keeper of twee reguliere verdedigers. Een buitenspelpositie is niet illegaal. Een fout is alleen mogelijk als een teamgenoot de bal naar de speler speelt terwijl de speler buitenspel staat.
Belangrijk: een speler die buitenspel staat, wordt niet automatisch bestraft. Pas als hij ook daadwerkelijk het spel beïnvloedt, fluit de scheidsrechter pas af. Een speler die zich in buitenspelpositie bevindt, wordt niet automatisch afgefloten. Pas als hij daadwerkelijk betrokken is bij het spel, zal de scheidsrechter ingrijpen.
Wanneer wordt buitenspel bestraft?
Een speler wordt afgefloten voor buitenspel als hij vanuit een buitenspelpositie:
Lees ook: Essentiële keepersuitrusting
- De bal ontvangt en daar direct voordeel uit haalt.
- Een tegenstander hindert, bijvoorbeeld door zijn zicht te blokkeren of hem uit balans te brengen.
- Actief deelneemt aan het spel door een poging te doen de bal te spelen.
Met andere woorden: buitenspel wordt alleen bestraft als het daadwerkelijk invloed heeft op het spelverloop. Je bent niet alleen in overtreding als je de bal ontvangt terwijl je buitenspel staat, maar óók als je actief betrokken bent bij het spel. Bijvoorbeeld door tegenstanders te blokkeren, aan te vallen in strijd om de bal of een schijnshot of overloopje te doen waardoor je de tegenstander beïnvloedt. Ook als de bal van richting wordt veranderd en per ongeluk bij jou terecht komt, sta je strafbaar buitenspel. Met andere woorden: als je in buitenspelpositie staat en ook maar enigszins betrokken raakt bij het spel, ben je in overtreding en word je afgefloten.
De KNVB verwoordt buitenspel als volgt: een speler bevindt zich in buitenspelpositie indien enig deel van zijn hoofd, lichaam of voeten op de helft van de tegenpartij is (m.u.v. de middenlijn) én hij dichter bij de doellijn van de tegenpartij is dan zowel de bal als de voorlaatste tegenstander met enig deel van zijn hoofd, lichaam of voeten.
Als een speler een straf krijgt in buitenspelpositie, wordt dit buitenspel genoemd. Als zowel de speler die de bal ontvangt als de speler die de bal trapt zich achter de voorlaatste verdediger (exclusief de keeper) bevinden, is er geen buitenspel.
Wanneer is er géén sprake van buitenspel?
Sommige situaties vormen een uitzondering op de regel. Een speler kan niet buitenspel staan als hij de bal ontvangt:
- Bij een inworp, hoekschop of doeltrap.
- Op eigen helft, zelfs als hij voorbij de verdediging staat.
- Wanneer er minimaal twee tegenstanders dichter bij het doel staan.
Dit betekent dat een speler die een pass ontvangt direct na een inworp altijd door mag spelen, zelfs als hij volledig vrij op de keeper afgaat.
Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje
Uitzonderingen op de buitenspelregel: Je kunt niet voor buitenspel worden bestraft als je de bal rechtstreeks toegespeeld krijgt vanuit een:
- Doeltrap
- Inworp
- Hoekschop
De rol van de VAR bij buitenspel
Met de komst van de VAR is de buitenspelregel preciezer dan ooit. Doelpunten en cruciale buitenspelsituaties worden tot op de millimeter geanalyseerd met speciale buitenspellijnen. Dit heeft echter ook tot controversiële beslissingen geleid, waarbij een speler wordt afgekeurd op basis van een teen of een stukje schouder die over de lijn staat. Om de impact hiervan te verkleinen, overweegt de FIFA een kleine marge in het voordeel van de aanvaller toe te passen. Dit zou ervoor zorgen dat het spel vloeiender blijft en buitenspeldiscussies minder vaak voorkomen.
Sinds de introductie van de Video Assistant Referee (VAR) is de buitenspelregel strikter en nauwkeuriger geworden. De VAR controleert alle doelpunten en grote buitenspelsituaties en gebruikt geavanceerde technologie om tot millimeter nauwkeurig te bepalen of een speler buitenspel stond. Hierdoor zijn er situaties ontstaan waarin een speler buitenspel wordt gegeven omdat bijvoorbeeld een teen of schouder over de lijn staat. Dit heeft geleid tot kritiek, en er wordt gediscussieerd over aanpassingen aan de regel, zoals de marginale buitenspellijn, waarbij een kleine marge wordt toegestaan in het voordeel van de aanvaller.
Nieuwste buitenspelregel (2022/23)
De buitenspelregel wordt zo nu en dan bijgeschaafd. Zo ook in het seizoen 2022/23. Als een speler de bal van de tegenstander per ongeluk van richting verandert, heft hij het buitenspel niét meer op. Voorheen werd dit gezien als nieuwe situatie. Er werd geredeneerd vanuit het perspectief dat de speler die de bal per ongeluk raakte, de bal als het ware naar de tegenstander speelt. Dan kan het immers geen buitenspel zijn.
Vanaf dit voetbaljaar wordt een van richting veranderde bal dus wél als buitenspel gezien, mocht deze aankomen bij een speler die in buitenspelpositie staat.
Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse
Historische context van de buitenspelregel
Rond de jaren 1920 werd voor het eerst de buitenspelval geïntroduceerd in Nederland, door een man genaamd Hans Tetzner. De buitenspelval is een tactiek waarbij alle verdedigers een aantal stappen naar voren zet waardoor de voorste speler van de tegenstander buitenspel komt te staan. In het begin had vrijwel iedere school zijn eigen regels, dit geldt ook voor de buitenspelregel. In 1848 werd er in Cambridge de regels voor buitenspel op papier gezet, samen met een aantal andere regels. In de eerste regels van de Engelse voetbalbond in 1863 stond iedereen buitenspel die voor bal stond. In 1866 werd deze buitenspelregel gewijzigd om in overeenstemming te zijn met de Cambridge-regel. In 1924 werd het begrip passief buitenspel geïntroduceerd. In 1990 werden de regels weer gewijzigd zodat een aanvaller niet langer buitenspel staat als hij in een rij staat met zijn voorlaatste tegenstander.
Toekomstige aanpassingen aan de buitenspelregel
Er wordt volop gesproken over mogelijke aanpassingen aan de buitenspelregel. De FIFA en IFAB (de organisatie achter de spelregels) onderzoeken manieren om het spel aantrekkelijker te maken. Mogelijke veranderingen zijn:
- De ‘volledige lichaamsregel‘: een speler is pas buitenspel als zijn hele lichaam over de lijn staat, in plaats van een lichaamsdeel.
- Voordeel voor de aanvaller: als het een twijfelgeval is, krijgt de aanvaller het voordeel.
- Automatische buitenspeldetectie: snellere beslissingen dankzij kunstmatige intelligentie.
Als deze aanpassingen worden doorgevoerd, kan dat het voetbal aantrekkelijker en aanvallender maken.
tags: #uitrap #keeper #buitenspel #uitleg