Zweefvliegen is een fascinerende sport die al op jonge leeftijd beoefend kan worden. Vanaf je veertiende, of bijna, mag je als leerling voorin een tweezitter plaatsnemen, met een ervaren instructeur achter je. Dit artikel geeft een overzicht van de regels en mogelijkheden rondom zweefvliegen, met een focus op de Nationale Junioren Wedstrijd (NJW).
De Eerste Stappen in het Zweefvliegen
Het leerproces begint al bij de eerste vlucht. Het zweefvliegtuig is uitgerust met dubbele besturing, zodat de instructeur achterin dezelfde controle heeft als de leerling voorin. Naast een boekje met de grondbeginselen van de theorie, geeft de instructeur uitleg in de lucht en op de grond, vaak met behulp van tekeningen of gebaren. Je leert rechtuit vliegen, bochten maken, starten en landen. Vooral het landen kan in het begin lastig zijn.
Als het weer het toelaat, maak je regelmatig thermiekvluchten. Thermiek, opstijgende warme lucht, is essentieel voor zweefvliegen. Het optimaal benutten van thermiek is een vaardigheid op zich. Met de hulp van je instructeur leer je hoogte winnen en andere oefeningen uitvoeren.
Na ongeveer 50 tot 80 starts, afhankelijk van je leeftijd en frequentie van vliegen, beoordelen de instructeurs je vorderingen. Na een oefening kabelbreuk en een vlucht met een andere instructeur, kan het moment aanbreken dat je solo mag vliegen! Hiervoor moet je wel echt 14 jaar oud zijn en een medische keuring succesvol doorstaan.
De Eerste Solo
De eerste solovlucht is een onvergetelijke ervaring. Zonder instructeur achter je moet je alles zelf regelen: starten, ontkoppelen, bochten vliegen en een beheerste landing maken. De hele club staat klaar om je te feliciteren, vaak met bijzondere rituelen. Bij veel clubs krijg je een veldboeket, dat soms nog jarenlang bewaard wordt als herinnering.
Lees ook: Nighthawks Honkbal Junioren: Informatie en Achtergrond
Theorie en Vliegerschap
Na de eerste solo begint de theorieopleiding. Je leert over aerodynamica, het weer, thermiek, luchtruimregels, navigatie en de menselijke factoren die het vliegen beïnvloeden, zoals fitheid en stress. Ook leer je verantwoordelijkheid te nemen voor je clubgenoten en elkaar aan te spreken op veiligheid.
Voor elke vlucht controleer je de technische staat van het vliegtuig. Soms moet je concluderen dat het vliegtuig niet luchtwaardig is, hoe graag je ook wilt vliegen. Dit alles draagt bij aan je 'vliegerschap', een combinatie van vaardigheid, kennis en verantwoordelijkheid.
Het Brevet: EASA SPL
Na minimaal twee seizoenen ben je klaar voor het praktijkexamen voor het EASA SPL (Sailplane Pilot License). Na examenvluchten en checks over de theorie kun je je brevet halen. Hiermee mag je in heel Europa zelfstandig een zweefvliegtuig besturen.
Overlandvliegen en het SION Programma
Met je SPL op zak mag je veel, maar er is nog een stap te zetten. Overlandvliegen, het vliegen buiten de directe omgeving van je vliegveld, brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Je moet erop vertrouwen dat je onderweg weer thermiek zult vinden om terug te kunnen keren.
Het SION programma is een training om overlandvliegen verantwoord aan te pakken. Je bereidt een overlandvlucht theoretisch voor en gaat vervolgens met een coach op pad om het in de praktijk te brengen. Zo overwin je een drempel en ervaar je de vrijheid van het vliegen in de ruimte.
Lees ook: Speeltijd regels hockey voor junioren
Van Opdracht tot Prestatie
De volgende stap is het uitzetten en uitvoeren van eigen opdrachten. De sportcommissarissen van je club kunnen je hierbij begeleiden. Je leert een geschikte opdracht opstellen en bewijzen dat je deze hebt uitgevoerd, bijvoorbeeld met behulp van een barograaf of foto's. Een bijzondere prestatie is die van Sander en Roelof, die elk met een clubklasse zweefvliegtuig een driehoek van 750 kilometer aflegden.
Er zijn ook FAI erkende prestaties, zoals het behalen van een c-brevet: 50 km overland, 5 uur in de lucht en 1000 meter hoogtewinst.
Wedstrijdvliegen: De Nationale Junioren Wedstrijd
Als je ervaring hebt opgedaan met overlandvliegen, kun je deelnemen aan wedstrijden. De wedstrijdleiding zet een opdracht uit die alle vliegers in jouw klasse moeten rondvliegen. Wie de opdracht het snelste voltooit, wint. In meerdaagse wedstrijden scoor je punten per dag en wint degene met de meeste punten aan het eind.
Strategie en tactiek spelen een belangrijke rol, en bij internationale wedstrijden is er steeds meer mogelijkheid tot samenwerking als 'Team-NL'. Zelfs ervaren wedstrijdvliegers blijven altijd leren.
De beginnende wedstrijdvlieger kan meedoen aan de Nationale Junioren Wedstrijd (NJW), waar zowel vooraf als tijdens de wedstrijd coaching wordt gegeven door ervaren wedstrijdvliegers. Zweefvliegers die zijn geselecteerd voor de kernploegen hebben regelmatig studiebijeenkomsten en blijven zich verdiepen in techniek, materiaal en fysieke en mentale voorbereiding.
Lees ook: Alles wat je moet weten over de KNVB Beker C Junioren West 2
Organisatie en Vrijwilligerswerk
De meeste verenigingen proberen het vliegen zo goedkoop mogelijk te houden. Alle werkzaamheden worden door de leden zelf vrijwillig uitgevoerd. Je leert lieren, werkt aan het onderhoud van de vliegtuigen en gebouwen, en helpt met ICT. Iedereen kan wel iets bijdragen en krijgt de kans om veel te leren.
Om het onderhoud van de vliegtuigen verantwoord te kunnen doen, zijn er erkende technici nodig. Hiervoor kun je een opleiding volgen en de onderhoudswerkzaamheden van je clubgenoten coördineren.
Instructeur Worden
Als je voldoende vliegervaring hebt, kun je een opleiding volgen tot instructeur. Veel vliegers vinden het leuk om anderen te leren vliegen. In de meeste clubs is er behoefte aan instructeurs die de taken kunnen verdelen. Een van de instructeurs is de Head of Training (de Chef Instructeur in de EASA structuur), en anderen spelen een rol bij de bevordering van de veiligheid binnen het vliegbedrijf.
Kunstvliegen
Het toppunt van beheersing van je vliegtuig is het vliegen van figuren: steile bochten, op zijn kop… ook hierin zijn wedstrijden. De Afdeling Zweefvliegen is bezig een trainingsprogramma op te zetten met als doel deelname aan het WK Kunstzweefvliegen.
Wedstrijdregels en Afgelasting
Wedstrijden kunnen tot 3½ uur vóór het aanvangstijdstip worden afgelast, uitsluitend op grond van de weersomstandigheden. Afstemming vindt plaats tussen de organiserende vereniging en de subcommissievertegenwoordiger. Informatie is te verkrijgen bij het in het wedstrijdenoverzicht genoemde telefoonnummer.
De subcommissies hebben de volgende regeling: indien op NOS teletekstpagina 704 op de voorafgaande avond opgegeven wordt dat de kans op wind 6 of meer en/of de kans op regen 80% of meer is, wordt de wedstrijd afgelast.
Inschrijfgeld en Licenties
Het inschrijfgeld per wedstrijd/klasse bedraagt 7 euro voor senioren en 3,50 euro voor junioren. Indien men zich pas op de wedstrijddag zelf opgeeft en deelname naar het oordeel van de wedstrijdleiding nog mogelijk is, wordt het inschrijfgeld verdubbeld. Voor deelnemers aan buitenlandse wedstrijden en WK’s en EK’s dient een sportlicentie te blijven bestaan.
NZC: Nederlands Kampioenschap Overlandvliegen
Het NZC bevordert het overlandvliegen en de volgende generatie van wedstrijd zweefvliegers in Nederland. Het bepaalt de Nederlands Overlandvlieg Kampioen Zweefvliegen.
Deelnemers kunnen zweefvliegers zijn die lid zijn van een bij de KNVvL aangesloten club en/of lid zijn van de KNVvL afdeling Zweefvliegen. Deelnemers worden als junioren beschouwd als hun 25e verjaardag binnen de kalenderjaren van de competitie valt of als ze jonger zijn.
Deelnemers zijn zelf verantwoordelijk voor het naleven van de wettelijke en officiële voorschriften. Alleen vluchten met een fysieke startplaats of afvliegpunt van de vrije vlucht in Nederland worden meegenomen in het klassement. Inschrijvingen voor scoringsvluchten moeten worden ingediend via WeGlide.org.
Vluchtregistratie is alleen mogelijk met door de IGC goedgekeurde GNSS vluchtrecorders of met door de DAEC goedgekeurde positierecorders. Vluchten moeten via het WeGlide.org worden ingediend uiterlijk om 12 uur 's middags (plaatselijke tijd) binnen 2 dagen na de vlucht.
Scoren van Vluchten
In het NZC kunnen punten worden gevlogen voor afstandsklassen. De minimale score om opgenomen te worden in dit klassement zijn 50 afstandspunten. Routes kunnen worden gescoord vanaf een afvliegpunt via maximaal drie keerpunten naar een finishpunt.
Keerpunten worden geacht te zijn bereikt als binnen vliegen van de 90°-sector of de cirkel rond het keerpunt met een straal van 500 meter, is bewezen. Het aantal punten voor het scoren van vluchten wordt berekend uit de scoringsafstand in kilometers (km), plus de som van de mogelijke bonussen op de scoringsafstand, gedeeld door de index/100 van het betreffende vliegtuig.
Bonuspunten
Gedeclarerde opdrachten die met succes zijn gedocumenteerd, ontvangen een bonus van 30%. Er zijn extra bonussen voor driehoeksvluchten, vierhoekige vluchten, doelretourvluchten en meervoudige rondvluchten.
tags: #junioren #wedstrijd #zweefvliegen #regels