Hockey is een dynamische en strategische sport die door volwassen teams gespeeld wordt met 11 spelers per team. Elke speler heeft een stick en mag de bal alleen met de platte kant van de stick spelen. Om een eerlijk en veilig spel te garanderen, zijn er specifieke regels en richtlijnen. Dit artikel biedt een overzicht van de belangrijkste hockeyregels, inclusief de interpretaties en praktische tips voor scheidsrechters.
Basisregels van het Hockey Spel
Een reguliere hockeywedstrijd voor de jeugd bestaat uit 4 kwarten van 17,5 minuten met korte pauzes tussen de kwarten. Na het eerste en derde kwart is er een pauze van 2 minuten, terwijl de rust na het tweede kwart 5 minuten duurt. Bij internationale wedstrijden bestaat een wedstrijd uit 4 kwarten en duurt een wedstrijd dus maar 60 minuten. Er is geen blessuretijd. Tijdens de wedstrijd mogen teams onbeperkt spelers wisselen. De wisselspeler mag pas het veld betreden als de gewisselde speler het veld heeft verlaten.
Spelregels rondom de Bal
Spelers mogen de bal omhoog spelen met een push of scoop, zolang dit niet leidt tot gevaarlijk spel. Het omhoog spelen van de bal richting een tegenstander binnen 5 meter wordt als gevaarlijk beschouwd. Het opzettelijk omhoog slaan van de bal met een flats of slag is niet toegestaan in het veld, tenzij het een schot op doel betreft. Een flats is technisch gezien een slag en mag dus alleen hoog op doel worden gespeeld.
Overtredingen en Strafmaatregelen
Veelvoorkomende overtredingen zijn shoot (de bal raakt de voet, het been of een ander lichaamsdeel van een speler) en afhouden (het afschermen van de bal met het lichaam of de stick). Als een overtreding een doelpunt voorkomt, kan de scheidsrechter besluiten om door te laten spelen als dit voordeel oplevert voor de aanvallende partij.
Scheidsrechters kunnen overtredingen bestraffen met strafkaarten. Een groene kaart is een waarschuwing en resulteert in een tijdstraf van 2 minuten, waarbij het team met een speler minder speelt. Een gele kaart betekent een tijdstraf van 5 of 10 minuten, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Een rode kaart wordt gegeven voor ernstige overtredingen, waarbij de speler direct naar de kleedkamer moet en niet meer mag deelnemen aan de wedstrijd.
Lees ook: Regels Lange Corner Zaalhockey
De Strafcorner: Een Belangrijke Spelsituatie
Een strafcorner is een straf voor het verdedigende team en biedt een grote kans om te scoren voor de aanvallende ploeg. De aanvallende partij speelt de bal van het strafcornerstreepje op de achterlijn, waarna de bal eerst buiten de cirkel moet worden gebracht voordat er gescoord mag worden. Het eerste schot op doel, indien geslagen of geflatst, mag niet hoger zijn dan de plank in het doel.
De Strafbal: Vergelijkbaar met een Penalty
Een strafbal is vergelijkbaar met een penalty in het voetbal. De nemer mag vanaf de stip één keer op doel pushen.
Shoot-outs: De Beslissing bij Gelijkspel
Shoot-outs worden gebruikt om een winnaar te bepalen na een gelijkspel in de play-offs van een toernooi of een beslissingswedstrijd. Een aanvaller rent vanaf de 23-meterlijn richting het doel en probeert binnen 8 seconden te scoren.
De Rol van de Scheidsrechter: Fair Play en Spelregelkennis
Een hockeywedstrijd wordt gefloten door twee scheidsrechters, elk verantwoordelijk voor een helft van het veld. Tijdens wedstrijden van het Nederlands elftal en bij sommige wedstrijden van de Hoofdklasse is er een videoscheidsrechter aanwezig, die alleen ingrijpt op verzoek van de teams. Beide teams mogen een video-referral aanvragen voor situaties in het 23-metergebied die leiden tot een strafcorner, strafbal of doelpunt.
De scheidsrechter is verantwoordelijk voor het handhaven van de spelregels en het waarborgen van een eerlijk spelverloop. Het is belangrijk dat scheidsrechters een goede positie in het veld innemen om het spel goed te kunnen beoordelen. De standaard looproute is de 'hockeystick', waarbij de scheidsrechter meeloopt met de bal aan de zijlijn en afbuigt richting de achterlijn bij de 23-meterlijn. Het is belangrijk om altijd voor de aanval uit te lopen en niet bang te zijn om in de cirkel te komen.
Lees ook: Wat mag een clubscheidsrechter leiden?
Tips voor Scheidsrechters
- Houding en fluiten: Fluit hard en duidelijk, en varieer in fluitsignalen afhankelijk van de ernst van de overtreding. Wijs na het fluitsignaal duidelijk aan met gestrekte armen.
- Positie in het veld: Beweeg je volgens de 'hockeystick'-route en loop altijd voor de aanval uit. Wees niet bang om in de cirkel te komen.
- Spelregels: Maak onderscheid tussen opzettelijke en onopzettelijke overtredingen en pas de strafmaatregelen hierop aan. Communiceer duidelijk met de spelers over de reden van de beslissing.
- Samenwerking en controle: Werk samen met de andere scheidsrechter en help elkaar waar nodig. Praat met elkaar voor de wedstrijd en in de rust om afspraken te maken over de taakverdeling.
- Plezier: Heb plezier in het fluiten en straal dit uit. Een ontspannen en benaderbare scheidsrechter draagt bij aan een positieve sfeer op het veld.
Uitgebreide Spelregels en Interpretaties
Om een goed begrip van de hockeyregels te krijgen, is het belangrijk om de officiële spelregels van de KNHB en FIH te raadplegen. Hieronder worden enkele belangrijke aspecten van de spelregels verder uitgediept:
Spelhervattingen
Na een overtreding of wanneer de bal buiten het veld is gegaan, zijn er verschillende manieren om het spel te hervatten:
- Begin van de wedstrijd & doelpunt: Het spel wordt hervat vanaf het midden van het veld, waarbij alle spelers op hun eigen helft staan.
- Zijlijn: Een inslag wordt genomen op de plek waar de bal uit het veld is gegaan. De tegenstander moet 5 meter afstand houden, behalve in het 23-metergebied, waar iedereen op minimaal 5 meter afstand moet staan.
- Uitslaan / achter: De verdedigende partij hervat het spel met een vrije bal ter hoogte van de bovenrand van de cirkel, recht tegenover de plek waar de bal over de achterlijn is gegaan. De tegenstander moet op 5 meter afstand staan.
- Lange corner: De aanvallende partij mag een vrije bal nemen op de 23-meterlijn, recht tegenover de plek waar de bal over de achterlijn is gegaan. Iedereen moet 5 meter afstand houden.
- Vrije slag: Het spel wordt hervat met een vrije slag op de plek waar de overtreding was. De tegenstander moet 5 meter afstand houden, behalve in de 23-metergebieden, waar iedereen 5 meter afstand moet nemen.
Bij alle bovenstaande spelhervattingen mag de speler een self-pass nemen, waarbij hij of zij zelf met de bal gaat lopen.
De Cirkel: Het Belangrijkste Gebied in het Veld
Om te kunnen scoren moet de bal binnen de cirkel op goal worden geslagen. De bal moet volledig over de lijn zijn geweest voordat het als een doelpunt wordt gerekend. De cirkel heeft een straal van 14,63 meter rond beide doelgebieden.
Specifieke Situaties en Interpretaties
- Hakken: Niet elk contact tussen sticks is een overtreding. Er moet sprake zijn van hinder of nadeel voor de speler.
- Hoog spel: Een bal mag hoog worden gespeeld, zolang het niet gevaarlijk is. Een bal is gevaarlijk als deze op het lichaam wordt gespeeld of als een speler een terecht ontwijkende reactie maakt.
- Afhouden: Het afschermen van de bal met het lichaam of de stick is niet toegestaan.
De Rol van de Clubscheidsrechter
Elk seizoen worden er duizenden hockeyers opgeleid tot clubscheidsrechter. Deze nieuwe fluitisten worden praktijkgericht opgeleid zodat ze direct op het veld kunnen fluiten. Het is belangrijk dat clubscheidsrechters met zelfvertrouwen het veld op gaan en hun beslissingen durven te verkopen.
Lees ook: Gids voor hockeyregels
Tips voor Beginnende Scheidsrechters
- Ken de basisregels: Het is niet nodig om alle regels uit het hoofd te kennen, maar kennis van de basisregels is essentieel.
- Geef voordeel: Fluit niet te snel voor een overtreding, maar geef voordeel als dit mogelijk is.
- Wees niet bang om fouten te maken: Het is menselijk om fouten te maken. Geef het toe als je een fout hebt gemaakt en leer ervan.
- Communiceer met de spelers: Leg op een rustige manier uit waarom je fluit en wees slim in wat je zegt.
- Straal zelfvertrouwen uit: Wees duidelijk en resoluut in je gebaren en signalen.