In de roerige oorlogsjaren meldden elf jonge mannen uit Canada zich aan voor actieve dienst overzee. Hun verhalen, hoewel individueel, weerspiegelen de collectieve inspanning die Canada leverde tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De Oorlogsverklaring en de Vroege Canadese Inzet
Op 9 september 1939 stemde het Canadese parlement vrijwel unaniem in met een oorlogsverklaring aan Duitsland. Aanvankelijk ging men uit van een beperkte rol, voornamelijk gericht op het leveren van grondstoffen, voedingsmiddelen en munitie, en het trainen van de bemanning van de Britse Royal Air Force. Mannen werden zelfs ontmoedigd om zich aan te melden voor de infanterie.
De situatie veranderde echter drastisch in het voorjaar van 1940, toen de Britten van het vasteland van Europa werden verdreven en Frankrijk werd bezet. De focus verschoof naar de strijdkrachten en de vrijwillige dienstplicht werd ingevoerd via de National Resources Mobilization Act (N.R.M.A.). Mannen werden opgeroepen zich te registreren, aanvankelijk om Canada te verdedigen, maar later ook voor dienst overzee.
Canadese strijdkrachten waren in eerste instantie actief in Hong Kong en tijdens de mislukte aanval op Dieppe (Frankrijk), maar vooral vanaf 1943 in Italië. Ruim 1.000.000 Canadezen, waaronder 50.000 vrouwen, leverden een bijdrage, waarbij ongeveer 42.000 van hen sneuvelden.
De Individuele Verhalen: Elf Jonge Mannen
De verhalen van elf specifieke Canadese mannen die zich aanmeldden voor dienst tijdens WOII:
Lees ook: Ontdek de impact van Richard Zernik op de ijshockeywereld.
Walter Edward
Walter Edward, door zijn vrienden Bud genoemd, werd geboren op 9 januari 1925 op een boerderij in Lashburn, Saskatchewan. Zijn ouders, William George en Emma Beatrice, hadden zeven kinderen na hun huwelijk in 1910. Walter Edward had drie broers; James (Jim), George en John (Jack). Hij volgde onderwijs tot ‘Grade 6’ in Regina.
Archibald James Code
Archie werd geboren op 26 oktober 1916 in Cobden, Ontario. Hij was de zoon van John en Elizabeth Jane Code. Zijn vader kwam oorspronkelijk uit een Ierse familie, zijn moeder uit een Deense. Ze trouwden op 28 november 1906. Zijn moeder stierf toen Archie 16 jaar oud was. Archie had twee oudere broers, George en John Ross, en twee oudere zussen, Christina Barbara Hoye en Irene Lillian (Lilly) McLaren.
Archie was lid van de Presbyterian Church. Hij deed het goed op school tot de middelbare school. Hij verliet op veertienjarige leeftijd het onderwijs. Tussen 1930 en 1942 had Archie verschillende baantjes, waaronder op de boerderij van zijn broers, als staalwerker, in de bosbouw, in een goudmijn, in fabrieken, op zeilbootjes en als barman. Ook was hij brandweerman en stoker op stoomschepen die graan vervoerden over de meren van West naar Oost Canada. Het laatste jaar voor zijn aanmelding bij het leger werkte Archie als ijzergieter bij Barber Die Casting Company in Hamilton, Ontario.
Alex Elchuk
Alex Elchuk werd geboren op 16 juli 1918 in Desjarlais, Alberta. Zijn ouders waren Theodore en Dora Elchuk, beiden geboren in Oostenrijk. Hij had drie oudere broers, William, George en John, en één jongere broer, Metro. Alex had ook twee oudere zussen, Jennie en Mary, en één jonger zusje, Annie. Ook had hij nog een oudere halfbroer, Mike. Na acht jaar lagere school verliet Alex op zijn veertiende het onderwijs om mee te kunnen werken op de familieboerderij. Zelf bezat hij ook land, 160 hectare in Wandering River, Alberta.
Op 17 april 1941 meldde Alex Elchuk, zich in Calgary, Alberta, voor zijn dienstplicht. Hij kreeg het legernummer: M - 600521. Hij woonde op dat moment in Desjarlais, Alberta, en werkte op de boerderij van zijn vader. Hij was vrijgezel, had blauwe ogen, donker haar, een lichte huidskleur en een litteken bij zijn bovenlip. Hij was 1,76 meter lang en woog 73 kilo. Hij had geen ervaring in welk legeronderdeel dan ook. Bijzonder is dat hij in zijn aanmeldingsformulieren aangaf dat hij Oekraïens sprak.
Lees ook: Overzicht beste Russische ijshockeyers
Zijn eerste training van 60 dagen volgde hij in het Camrose Training Centre, no. De training voor gevorderden volgde hij in A-18 ATC (Advanced Training Centre) in Dundurn. Tijdens zijn verblijf in de trainingscentra kreeg hij twee keer een AWOL-aantekening (absent zonder toestemming). Op 26 augustus 1941 werd hij ingedeeld bij de Rocky Mountain Rangers, een reserve infanterie regiment, en gestationeerd in Kamloops, Nanaimo en Westminster. In april 1942 verbleef Alex in Colwood Camp, B.C. In maart 1943 haalde hij, wederom in Nanaimo, zijn vrachtwagenrijbewijs.
Henry Carl Johnson
Henry Carl Johnson werd geboren op 20 november 1920 in Saskatoon, Saskatchewan. Er is enige onduidelijkheid over zijn geboorteplaats. Zijn jongere zusje Asta is geboren in Bergen, Noorwegen en emigreerde met de hele familie op vijfjarige leeftijd naar Canada. Hij was de enige zoon van Carl Johnson, geboren in Zweden, en Borghild Hansen, geboren in Noorwegen. Na acht jaar Public School in South Westminster verliet hij in 1934, na Grade 8, op zijn veertiende het onderwijs en ging voor vier jaar aan het werk op een houtzagerij in New Westminster. B.C. Daarna werkte hij anderhalf jaar in een dozenfabriek en als timmerman bij een ramen-en kozijnenfirma.
Op 16 april 1942 meldde Henry Carl Johnson, zich in Vancouver, B.C., voor zijn dienstplicht. Hij kreeg legernummer: K - 602152. Hij woonde op dat moment aan 1504 Old Yale Road, R.R. Hij was gezond en vrijgezel, had een gemiddelde intelligentie, blauwe ogen, lichtbruin haar en een lichte huidskleur. Hij was 1,72 meter lang en woog 65 kilo. Zijn hobby was het sleutelen aan zijn auto, hij hield niet van sport maar ging af en toe wel jagen en vissen. Hij had geen ervaring in welk legeronderdeel dan ook. Zijn voorkeur ging uit naar werken als stoker bij de Canadese marine. Bijzonder is dat hij in zijn aanmeldingsformulieren aangaf dat hij Noors sprak en las.
Zijn eerste training van acht weken vond plaats in het trainingscentrum #110 in Vernon, B.C. waarna nog een training volgde van vijfenvijftig dagen in trainingscentrum A-16 in Calgary, Alberta. Op 22 september 1942, na het afronden van zijn training, werd Henry Carl ingedeeld bij de Winnipeg Grenadiers in Prince Rupert, B.C. Daar werd hij op 28 januari 1943 bevorderd tot Lance Corporal. Drie maanden later werd hij bevorderd tot Corporal.
Freddie Ogg
Zijn ouders waren Alfred William Ogg en Mary Margaret Ife. Hij kreeg twee zusjes, Mary Margaret en Doris Louise en één broertje, Percy Robert. Zijn vader werkte als automonteur. De familie bezocht de United Church. Als Freddie drie jaar oud was, stierf zijn zusje Mary Margaret aan kinderverlamming en als hij tien jaar oud was overleed zijn vader. Zijn moeder hertrouwde op 2 juli 1935 met Jack Bradley. Freddie bezocht de Rossland High School tot Grade 10. In de twee jaar tussen het verlaten van de school en zijn aanmelding bij het leger werkte Freddie in de mijnen en als hulpje bij een timmerman. Maar het grootste gedeelte van de tijd was hij melkboer en bracht de melk bij de mensen thuis.
Lees ook: Wayne Gretzky: Biografie
Prentiss Sands (Hekob)
Zijn ouders waren Jim Hekob en Eleanor Loretta. Hij had één broer, Cecil Nelson. Of zijn vader Jim is overleden is niet duidelijk. Wel zeker is dat zijn moeder hertrouwde met Clarence Sever Sands, dan vader van vier kinderen, Gertrude, Myrtle, Johnny en Carlyle. Na dit huwelijk veranderde Prentiss zijn achternaam in Sands. Zijn broertje Nelson bleef altijd de achternaam Hekob gebruiken. Prentiss was lid van de Church of England.
Clyde Alexander Spencer
Clyde Alexander Spencer werd geboren op 5 mei 1924 in Parker’s Ridge, N.B. Zijn beide ouders waren van Schotse komaf. Zijn vader, Harvey Tennyson Spencer, was een Eerste Wereldoorlog veteraan en diende in de Veterans Guard of Canada. Zijn moeder, Mary Elizabeth, overleed in december 1929, toen Clyde Alexander pas vijf jaar oud was. Samen met zijn broertje Leon George werd hij opgevoed door zijn vader en grootmoeder. Hij deed het goed op school. Van zijn zesde tot zestiende bezocht hij een school in Parker’s Ridge. En hoewel hij er veel plezier in had, stopte hij halverwege Grade 8 om te gaan werken zodat hij zijn eigen brood kon gaan verdienen. In de zomer werkte hij op boerderijen en in de winter was hij houthakker.
Archibald William Thompson
Archibald William Thompson werd geboren op 25 juli 1924 in Herbert, Saskatchewan. Zijn ouders waren Robert en Mary Thompson, beide van Schotse komaf. Zijn moeder Mary overleed op 18 december 1931, zijn vader Robert op 15 februari 1932. Dat maakte Archibald op 7-jarige leeftijd wees. Van zijn 6e tot 18e ging Archibald naar een school in Saskatchewan. Hij ging over naar Grade 11, maar maakte het jaar niet af. Tijdens vakanties werkte hij als knecht op boerderijen en had daar tractor leren rijden.
Stanley Edward Turner
Stanley Edward Turner werd geboren op 6 augustus 1919 in Fort Saskatchewan, Alberta. Zijn ouders waren William Henry en Annie Turner. Annie was van geboorte een Britse. Bij indiensttreding van Stanley Edward werd vermeld dat beide ouders zijn overleden, maar wanneer is niet duidelijk. Stanley Edward woonde bij zijn stiefmoeder, Maggie Turner. Aan het einde van Grade 6, op vijftienjarige leeftijd, verliet Stanley Edward het onderwijs om te gaan werken op een boerderij. Daar leerde hij om op een tractor, vrachtwagen en auto te rijden en deze te repareren.
Op 19 maart 1941 meldde Stanley Edward Turner zich aan in Calgary, Alberta, voor zijn dienstplicht. Hij was toen 21 jaar oud, werkte op de boerderij in Balsam Grove en kreeg legernummer: M - 600050. Hij was gezond, vrijgezel, 1,72 meter lang, woog 75 kilo, had blauwe ogen, bruin haar en een donkere huidskleur. Op de vingers van zijn linkerhand zaten littekens. De eerste 57 dagen van zijn diensttijd bracht hij door in Camrose trainingscentrum. Daarna volgden nog 48 dagen in het trainingscentrum in Red Deer, Alberta.
Om onbekende redenen kreeg hij na zijn tijd in Red Deer uitstel van zijn diensttijd. In november 1941 meldde hij zich echter weer in Calgary waar hij werd ingezet in het District Depot. Maar van 22 november tot 23 december was hij afwezig zonder toestemming en moest 32 dagen loon inleveren. In juli 1942 kreeg hij een maand verlof, zeer waarschijnlijk om te helpen bij het oogsten op de boerderij. Bij terugkomst werd hij overgeplaatst naar het Experimental Station Sufffield, Alberta, een militair onderzoeksstation. Stanley Edward verbleef hier de hele maand augustus en keerde dan terug naar Calgary. In december 1942 lag hij vijf dagen in het Mewata Military Hospital. Stanley Edward bleef daarna lang in Calgary, tot 17 januari 1944. De laatste maanden van zijn dienstplicht bracht hij door in het trainingscentrum in Duncan, British Columbia.
De Slag om Kiska
Alex Elchuk en Henry Carl Johnson werden tijdens hun N.R.M.A.- diensttijd ingezet bij de Slag om Kiska. Om de Japanners te verslaan werd een enorme Amerikaans - Canadese troepenmacht ingezet, de Greenlight Force. Alex en Henry werden op 12 juli 1943 vanuit Nanaimo verscheept naar Adak, Alaska. De maanden daarna verbleef de Greenlight Force op Kiska voor onder andere het aanleggen van wegen. Dinsdag 3 januari keerde Henry terug naar huis. Alex bleef nog wat langer en keerde op 25 januari 1944 terug naar huis. Beide mannen kregen hierna dertig dagen betaald verlof.
Microz Eaters Limburg: IJshockey in Geleen
De focus verschuift naar het moderne ijshockey, specifiek naar het team Microz Eaters Limburg. Dit team speelt in de BeNe-League en de Inter Region Cup (IRC). Recentelijk waren er de volgende ontwikkelingen:
- Wisselende Resultaten: Het team kende een wisselvallig weekend met een slechte wedstrijd gevolgd door een herstel tegen het Duitse Hamm.
- Personele Problemen: Er waren personele problemen door blessures en afwezigheid van belangrijke spelers.
- Nieuwe Aanwinst: Er is een nieuwe Finse speler, Patrik Moisio, aangetrokken om het team te versterken.
- Vertrek Spelers: In goed overleg zijn de Eaters en de gebroeders Verschuren uit elkaar gegaan.
Recente Wedstrijden en Resultaten
- BeNe-League Opening vs. Luik: Eaters speelde gelijk tegen Luik, maar verloor in overtime. Coach Tenbult was tevreden over het vertoonde spel en mentaliteit.
- Overwinning op Hamm (IRC): Eaters won met 2-1 van het Duitse Hamm, waardoor ze de eerste plaats op de IRC-ranking bezetten.
- Bekercompetitie: Eaters won van Zoetermeer en Den Haag in de nationale bekercompetitie.
Analyse en Vooruitblik
De Eaters hebben een team met potentie, maar kampen met inconsistentie en personele problemen. De komst van Patrik Moisio kan een positieve impuls geven. Het team moet constanter presteren en de focus behouden om succesvol te zijn in de BeNe-League en de IRC. De coach benadrukt het belang van hard werken en het vergeten van slechte wedstrijden.