Korfbal is een dynamische teamsport waarbij scoren essentieel is voor succes. Spelers die consistent van afstand kunnen scoren, zijn van onschatbare waarde voor hun team. Een goed afstandsschot dwingt de verdediger tot een strikte 1-op-1 verdediging, waardoor er ruimte ontstaat voor andere aanvallers om in scoringsposities te komen. Het vermogen om een afstandsschot te scoren is dus een individuele actie die bijdraagt aan de collectieve doelstelling van het team: kansen creëren en benutten.
Het Belang van het Afstandsschot
In de top van het korfbal is het beheersen van het afstandsschot cruciaal. Spelers die niet in staat zijn om van afstand te scoren, dragen minder bij aan het winnen van wedstrijden. Hoe beter een aanvaller van grote afstand kan scoren, hoe meer de verdediger gedwongen wordt tot een directe mandekking, wat weer kansen creëert voor andere aanvallers om dichter bij de korf te komen.
De Handelingstheorie: Waarnemen, Communiceren, Beslissen, Uitvoeren
De uitvoering van een afstandsschot is een persoonsgebonden korfbalactie. De techniek van schieten kan zelfs op individueel niveau variëren. Deze variatie in de uitvoering van schoten door een individu noemen we 'functionele variabiliteit'. Ondanks deze verschillen, zijn er gemeenschappelijke kenmerken te identificeren in de lichaamsbewegingen die bij het schieten horen.
De handelingstheorie biedt een structuur om de verschillende aspecten van het schot te begrijpen:
- Waarnemen: De speler analyseert de positie van de tegenstander, de beschikbare ruimte en het juiste moment om te schieten.
- Communiceren: De schutter wisselt bewust of onbewust informatie uit met zijn omgeving, inclusief teamgenoten en tegenstanders.
- Beslissen: De speler beslist eerst wat hij gaat doen, bijvoorbeeld schieten. Vervolgens beslist hij hoe hij het gaat doen, denk aan de positie van het lichaam ten opzichte van de bal, het moment van schieten en de richting van de bal.
- Uitvoeren: Dit is het zichtbare deel van de schotactie, vaak aangeduid als 'techniek'. Idealiter komt de uitvoering overeen met de beslissing om te scoren.
De Multidisciplinaire Benadering van Prestatieanalyse
Het verbeteren van de schottechniek vereist een multidisciplinaire aanpak, waarbij kennis uit verschillende disciplines wordt gecombineerd:
Lees ook: Voetbal schietsnelheid
- Psychologie: Inzicht in de mentale processen van de speler, zoals motivatie, zelfvertrouwen en veerkracht.
- Biomechanica: Kennis van hoe het lichaam beweegt en waarom.
- Statistiek: Analyse van data om waardevolle informatie te verkrijgen over bijvoorbeeld de meest succesvolle aanvalssituaties.
Mentale Veerkracht en een 'Mental Framework'
Coaches en spelers weten dat wedstrijden onvoorspelbaar kunnen zijn. Periodes waarin het scoren moeizaam verloopt, zijn onvermijdelijk. Het is cruciaal dat spelers in deze situaties veerkrachtig blijven. Zelfvertrouwen, motivatie en het maken van de juiste keuzes, gecombineerd met een gecontroleerde uitvoering van het schot, vergroten de kans op succes.
Een 'mental framework' kan helpen om gedachten en emoties te reguleren. Dit bestaat uit positieve gedachten die de speler zichzelf inprent om betere beslissingen te nemen in lastige situaties. Wees voorbereid op tegenslag, blijf gefocust op je doelen en zoek steun bij teamgenoten en coaches.
Terug naar de Basis: Balans, Richting en Coördinatie
Wanneer een speler niet aan de verwachtingen voldoet, is het belangrijk om terug te keren naar de basis: de balans, richting en algehele coördinatie van het korfbalschot. Door bewust deze elementen te trainen, kan de speler zijn niveau herpakken.
De 'Flow'-Toestand: Uitzonderlijke Prestaties
In de 'flow' verkeert een speler in een staat van totale controle, waarbij hij ontspannen, gefocust en zelfverzekerd is. Tijdens deze toestand levert de speler uitzonderlijke prestaties en lijkt hij amper te kunnen missen.
Biomechanische Analyse van het Korfbalschot
Een biomechanische analyse van de schotactie helpt om het uitvoeringsstadium van het schot beter te begrijpen. Een afstandsschot is een complexe handeling waarbij positie (balans), timing (bewegingsvolgorde), richting en snelheid (versnelling) van alle lichaamsdelen essentieel zijn. Een goede positie, timing, richting en snelheid van alle onderdelen van het lichaam zijn essentieel om een goed schot af te leveren. Het geheel is meer dan de som der delen; de kwaliteit van de verbinding tussen de lichaamsdelen is bepalend voor het resultaat.
Lees ook: Meer informatie over de snelheid van voetbalschoten in het voetbal
De Kinetische Keten en Somkracht
Bij een afstandsschot, dat doorgaans gelost wordt op 7-10 meter van de korf (die zelf 3.50 meter hoog is), begint de krachtproductie in de voeten. Deze kracht werkt zich op via het lichaam en eindigt bij de handen, die de snelheid overdragen op de bal. Deze sequentie noemen we een kinetische keten. Een schot is dus de optelsom van krachtsinspanningen die door het hele lichaam worden uitgevoerd.
Efficiënte inzet van de gegenereerde kracht is cruciaal. Een speler wil dat zijn schotactie bestaat uit vloeiende bewegingen die tijdens een wedstrijd herhaalbaar zijn. Een vanuit biomechanisch perspectief correcte beweging voorkomt vermoeidheid en verminderde doeltreffendheid. Het combineren van alle spieren samen stelt een speler in staat om van verder te schieten. Hoe meer lichaamsdelen een speler bij zijn schot betrekt, hoe beter hij in staat is de bal van grote afstand de juiste hoogte en snelheid mee te geven. Dit principe staat bekend als somkracht.
Balans en Lichaamszwaartepunt
Balans en het lichaamszwaartepunt zijn erg belangrijk bij het richten van de bal in de korf. Een schutter kan de positie van het zwaartepunt beïnvloeden door kracht uit te oefenen bij de achterwaartse stap voor het schot. Vervolgens moet de speler zijn balans bewaren terwijl hij op één been (het standbeen) staat. Vanaf hier ontwikkelt hij kracht om te schieten, terwijl hij de controle behoudt om nauwkeurig te mikken. Hoe stabieler het bovenlichaam bij de lancering van het schot, hoe groter de kans op een score.
Lanceerhoek en Inslaghoek
De lanceerhoek van de bal is afhankelijk van de lichaamslengte van de schutter, de positie op het veld en de hinder van de verdediger. Bij een mens met gemiddelde fysiologische kenmerken is het loslaten van een bal met een hoek van 45 graden optimaal voor een afstandsschot. Een antropometrische meting kan helpen om op individueel niveau de lanceerhoek te bepalen die de grootste kans geeft op een doelpunt. Naast de lanceerhoek is ook de inslaghoek, de richting van de bal naar de korf, van belang.
Feedback en Coaching
Om het afstandsschot doelbewust te verbeteren, moet een korfbalcoach ook op biomechanisch niveau in staat zijn feedback te geven. De coach moet niet alleen 'kijken' naar zijn spelers, maar 'zien' waar er ruimte ligt om de nauwkeurigheid van schieten te verbeteren.
Lees ook: Korfbalstatistieken: Ruben Zwaan
Statistische Analyse
Statistische analyse is het proces van het opnemen en analyseren van korfbalacties tijdens een prestatiemoment. Statistiek zorgt voor objectieve data, die vaak gelijk rijp is voor evaluatie. Het helpt op verschillende manieren om spelers te informeren en standpunten te onderbouwen. Statistiek en video vullen elkaar aan: de cijfers worden gekoppeld aan beelden, waardoor de speler of de coach een goed beeld krijgt van de prestatie. Het zou een fout zijn om naar statistieken te kijken zonder rekening te houden met biomechanica en psychologie, omdat losse cijfers een vertekend beeld kunnen geven.
Het Aanleren van de Juiste Techniek aan Kinderen
Het is essentieel dat trainers kinderen op de juiste manier leren schieten. In de beginfase, bij de F-jes, ligt de focus op schieten vanuit stilstand. Het stimuleren van de juiste techniek vanaf jongs af aan is cruciaal. Coach de kinderen om zoveel mogelijk richting het 'ideale schot' te gaan, maar houd in gedachten dat het doel, scoren, het belangrijkste is. Kies bewuste momenten in de training om kinderen te wijzen op de techniek, maar doe dit niet de hele training. Het is vaak effectiever om de speler te laten richten op het resultaat dan op de onderdelen van de techniek.
De Beginhouding
- De voeten van de speler staan iets uit elkaar.
- De knieën zijn licht gebogen.
- Het lichaam leunt iets naar voren.
- De bal bevindt zich tussen beide handen voor de neus, zodat de speler over de bal richting de korf kijkt.
- De duimen bevinden zich achter/onder de bal en wijzen naar elkaar.
- De wijsvingers wijzen schuin omhoog, maar komen niet tegen elkaar.
- De andere vingers zijn gespreid over de zijkanten van de bal en de armen zijn gebogen.
- De ellebogen wijzen naar beneden.
Bewegingsverloop
- De speler houdt de bal voor de neus en buigt lichtjes door de benen zoals een vering.
- De bal blijft voor het gezicht.
Eindhouding
- Het hele lichaam strekt zich en de armen gaan omhoog.
- Als alles gestrekt is, wordt de bal losgelaten waarbij de voeten iets van de grond afkomen.
Oefenen, oefenen en nog eens oefenen is de sleutel. Pas wanneer de basis onder de knie is, kun je verder met het aanleren van complexere technieken zoals schieten op één been of kleine kansjes.
Schotoefeningen voor Jeugd en Senioren
Schotoefeningen zijn essentieel voor alle korfballers, van jeugd tot senioren. Hier zijn enkele voorbeelden:
- Tienen: Twee korven tegenover elkaar, spelers proberen minimaal 10 keer te scoren per team met 2 ballen in het spel.
- Reis om de Wereld: Spelers plaatsen pionnen rondom de korf en moeten bij iedere pion 1 of 2 keer scoren.
- Afstandsschieten: Plaats pionnen op verschillende afstanden van de korf en laat spelers scoren vanaf iedere afstand.
- Er Uit Schieten: Een competitieve oefening in drietallen waarbij snelheid centraal staat.
- Tijdschieten: Bepaal een tijd en laat spelers zo veel mogelijk doelpunten maken binnen die tijd.
- Pionnen Pakken: Na een score rent het tweetal naar het midden om een pion te pakken en plaatst deze bij de eigen korfbalpaal.
Voor de allerkleinsten is het al een uitdagende oefening wie er als eerste 5 of 10 doelpunten heeft gemaakt. Geef hierbij duidelijk aan dat de juiste techniek helpt bij het scoren.
Balvaardigheid en Techniek
Leren schieten begint met balvaardigheid en techniek. Laat spelers veel schieten om de bal onder controle te krijgen. Als de controle begint te komen, kan je stap voor stap gaan vertellen hoe er geschoten moet worden.
Oefeningen voor Beginnende Korfballers
- Zet meerdere korven bij elkaar en geef alle spelers een eigen bal. Geef verschillende opdrachten over hoe de spelers van paal naar paal gaan.
- Verspreid dopjes over het veld, rond de korven. De spelers hebben allemaal een eigen bal en schieten vanaf de dopjes. Als er gescoord wordt vanaf een dopje dan mag dit dopje opgepakt worden en meegenomen.
- Punten tellen of een dopje halen als je scoort.
- De bal mag niet of maximaal 1 keer stuiteren.
Uitdagender Oefeningen
- Spelers moeten punten halen door vanaf een dopje te scoren.
- Per speler een bal en een eigen plekje dichtbij een korf. Iedere speler heeft 4 dopjes, dit zijn zijn levens. De speler schiet en telt het aantal doelpunten. Iedere keer dat er gemist wordt moet er een dopje (een leven) ingeleverd worden.
- Zet de palen in een rondje met verschillende hoogtes. Geef iedere speler een eigen bal. De trainer roept "wissel!" en alle spelers leggen dan hun bal in de hoepel, rennen om het dopje heen terug naar de hoepel en pakken een andere bal.
Kracht en Techniek: Een Samenspel
Een krachtig afstandsschot in korfbal draait niet alleen om armkracht, maar om een gecoördineerde beweging van het hele lichaam. De energie begint bij de benen en wordt via de core en armen doorgegeven aan de bal. Dit proces moet soepel en gecontroleerd verlopen om zowel kracht als nauwkeurigheid te garanderen.
- De benen leveren de eerste en grootste krachtimpuls bij het schieten.
- De core, bestaande uit de buik- en rugspieren, is cruciaal voor stabiliteit en krachttransmissie.
- De armen en schouders zijn verantwoordelijk voor de juiste richting en hoogte van het schot.
- De laatste fase van het schot wordt bepaald door de polsactie en grip op de bal.
Veelgemaakte Fouten
- Proberen om harder te schieten zonder de juiste techniek.
- Onvoldoende gebruik van de benen en core.
- Het missen van de juiste timing in de beweging.
Een (ver)afstandsschot draait niet om wie het sterkst is, maar om wie zijn kracht het slimst benut. Spelers die hun benen, core, armen en polsactie goed op elkaar afstemmen, schieten verder en nauwkeuriger zonder onnodige energie te verspillen.
Aanpassingen aan Moderne Korfbal
De veranderingen in het korfbal, zoals de overgang van rieten naar kunststof korven, vereisen aanpassingen in de gooitechniek. Kunststof korven kaatsen de bal sneller uit, waardoor het belangrijk is om ervoor te zorgen dat de bal de korf zo min mogelijk raakt. Evenwicht, het nawijzen van de bal en de juiste manier van vasthouden (met gespreide vingers ver aan de achterkant van de bal) zijn essentieel. Bij een grotere afstand is een onderhandse, sterk tegen draaiende worp effectief.
Persoonlijke Ontwikkeling
Iedereen kan aan zijn of haar techniek werken. Train hard, identificeer je zwakke punten en film desnoods je schot om het te analyseren. Vraag feedback aan anderen en kijk naar de techniek van andere spelers.