Hoe lang duurt een voetbalwedstrijd? Deze vraag komt vaak voor, zeker als men een wedstrijd wil bijwonen of volgen via televisie. Of het nu gaat om een jeugdtoernooi, een amateurduel of een internationale profwedstrijd: de duur van een voetbalwedstrijd kan per situatie verschillen. Een professionele voetbalwedstrijd duurt volgens de internationale spelregels 2 x 45 minuten. Dit betekent dat de officiële speeltijd 90 minuten bedraagt. In werkelijkheid duurt een wedstrijd meestal langer. De scheidsrechter telt aan het einde van elke helft extra tijd bij voor onderbrekingen, zoals blessures, wissels of tijdrekken. Wie zich dus afvraagt hoe lang duurt een voetbalwedstrijd, moet rekening houden met ongeveer 95 tot 100 minuten voor een standaardduel, afhankelijk van het verloop van het spel.
Standaard Duur van een Voetbalwedstrijd
Bij de profs, senioren in de amateurwereld én de oudste jeugd (O18/O19) duurt een voetbalwedstrijd 90 minuten. Er wordt 2 keer 45 minuten gevoetbald. Een wedstrijd die start om 21:00, kent een eerste helft die tot 21:45 duurt. Om 22:00 begint dan de tweede helft. Deze kan dan vanaf 22:45 eindigen.
De Rustperiode
Tussen de twee helften door is er de rust, die 15 minuten duurt. Na de rust wisselen de teams van helft, en wordt er een ander doel verdedigd. Tijdens een officiële voetbalwedstrijd is er één rustmoment tussen de eerste en tweede helft. Veel mensen vragen zich af: hoelang duurt rust bij voetbal? Het antwoord is eenvoudig: bij profwedstrijden bedraagt de rust maximaal 15 minuten. In het amateurvoetbal en bij jeugdwedstrijden kan de duur van de rust iets korter zijn, bijvoorbeeld 10 minuten, afhankelijk van de leeftijdsgroep of de regels van de betreffende competitie. Hoelang duurt rust voetbal hangt dus af van het niveau van de wedstrijd, maar ligt vrijwel altijd tussen de 10 en 15 minuten.
Blessuretijd: Extra Minuten Aan Het Einde
Aan een wedstrijd wordt echter ook blessuretijd toegevoegd. In de eerste helft komt hier meestal niet veel tijd bij. Met name aan de tweede helft wordt aardig wat blessuretijd toegevoegd, in de meeste gevallen tussen de 3 en 6 minuten. Waarom duurt een voetbalwedstrijd soms meer dan 100 minuten? Dat komt door blessuretijd, oponthoud bij blessures, VAR-momenten en tijdrekken. Dat varieert, maar gemiddeld wordt er 3 tot 6 minuten toegevoegd, afhankelijk van de gebeurtenissen tijdens de helft.
Dit komt omdat er in de tweede helft blessuregevallen voorkomen die te maken hebben met vermoeidheid en pogingen om het tempo uit de wedstrijd te halen. Bij een voorsprong doen spelers dit om de tegenstander in de weg te zitten. De wissels die in de tweede helft worden doorgevoerd spelen ook altijd een rol als het gaat om de extra tijd. Per wisselmoment zal minimaal 30 seconden extra speeltijd worden toegevoegd. De blessuretijd kan behoorlijk oplopen bij incidenten zoals zware blessures en gevaarlijke situaties.
Lees ook: Zaalhockey: wedstrijdduur uitgelegd
Totale Duur: Rekening Houdend Met Alles
Ga je dus een wedstrijd kijken bij de profs, amateurs (senioren) en de O18/O19, ga er dan vanuit dat je twee uur kwijt bent. Dit is dan zonder reistijd, die je hier nog bij moet rekenen.
Verlenging: Wanneer De Wedstrijd Langer Duurt
Een uitzondering is de verlenging. De verlenging is een periode van 2 keer 15 minuten extra speeltijd. Deze extra tijd bestaat om alsnog tot een winnaar te komen. Lukt dat niet tijdens de verlenging, dan worden er daarna penalty's genomen door beide teams. Verlengingen zijn er nooit bij competitiewedstrijden. Wel komen ze voor in de beker, in Europese wedstrijden (na de groepsfase) en tijdens grote toernooien zoals EK's en WK's. Ook bij jeugdtoernooien moeten verlengingen soms helpen om tot een winnaar te komen.
Wedstrijdduur Voor Jongere Voetballers
Bij de jongste voetballers duurt een wedstrijd maar 2 keer 20 of 25 minuten. Per leeftijdscategorie van de jeugd zal de duur met 5 minuten per helft toenemen. Zo speelt de O13 (vroeger de C-tjes) wedstrijden van 2 keer 35 minuten. Bij de O17 (vroeger de B-tjes) is dit al 2 keer 40 minuten speeltijd. Vanaf de O18/O19 (vroeger de A-tjes) wordt er, net als bij de senioren, 2 keer 45 minuten gespeeld. In alle gevallen komt hier de rust nog bij (ongeveer 15 minuten), en eventueel de blessuretijd die soms aardig op kan lopen.
Overzicht van Speeltijden Per Leeftijdsgroep
Vanzelfsprekend duren de meeste jeugdwedstrijden minder lang dan seniorenwedstrijden. In het volgende overzicht zie je hoe lang een voetbalwedstrijd per leeftijdsgroep duurt:
- JO6 en JO7: Voor de jongste spelers in de JO6- en JO7-categorieën adviseert de KNVB een maximale speeltijd van 40 minuten zonder competitieverband, waarbij kinderen op kleine velden spelen in teams van 2 tegen 2 of 4 tegen 4, zonder keeper. Deze wedstrijden worden vaak door clubs zelf georganiseerd. De wedstrijdduur is hier ondergeschikt aan het spelplezier. Voor de leeftijdscategorieën JO6 en JO7 geeft de KNVB slechts een advies. Er worden geen competities door de KNVB georganiseerd. Geadviseerd wordt om de JO6 2 tegen 2 te laten spelen en JO7 4 tegen 4. Voor de speeltijd van JO7 geeft de KNVB als advies de kinderen in toernooi vorm 8 keer 5 minuten tegen elkaar te laten spelen (zonder keeper). Bij voorkeur worden de pupillen iedere wedstrijd onderling van team gewisseld zodat er steeds andere teams ontstaan.
- JO8 en JO9: JO8 en JO9 spelen twee helften van twintig minuten. De pauze duurt ongeveer tien minuten. Na de wedstrijd worden er vaak voor de lol penalty’s genomen. In totaal duurt een wedstrijd in deze leeftijdscategorie 50 minuten.
- JO10: JO10 is de enige leeftijdscategorie die twee keer 25 minuten speelt met een pauze van 10 minuten. De maximale lengte van de wedstrijd is 60 minuten en er staan in totaal 12 spelers op het veld. Net als de jongere jeugd, worden ook deze wedstrijden op een half veld gespeeld.
- JO11, JO12, JO13: Voor al deze categorieën geldt dat de wedstrijd een uur duurt; twee keer 30 minuten. De pauze duurt bij JO 11 en JO12 10 minuten. Vanaf JO13 wordt er 11 tegen 11 op een groot veld gespeeld met een pauze van 15 minuten. Alle regels voor jeugd op een groot speelveld vind je in een sheet van de KNVB. Voor O8 t/m O12 mag per speelhelft een time-out van maximaal 2 minuten worden gehouden.
- JO14, JO15, MO15: JO14, JO15 en MO15 spelen allemaal 2x35 minuten met een pauze van een kwartier. Hierdoor duurt de wedstrijd in totaal 85 minuten. De extra tijd is hierbij niet inbegrepen. In totaal staan er 22 spelers op het veld.
- JO16, JO17, MO17: De op een na oudste jeugdcategorie speelt twee keer 40 minuten met een pauze van 15 minuten. Dit is slechts tien minuten minder dan de senioren. In totaal duurt een wedstrijd + pauze en extra tijd ongeveer 95 minuten.
- JO18, JO19, M19: De oudste jeugdteams spelen net als de senioren twee keer 45 minuten met een pauze van een kwartier. Ook hier komt extra tijd vaak voor én bestaan er uitzonderingen waar er een verlenging kan worden gespeeld. Bijvoorbeeld tijdens een bekerwedstrijd.
De Spelregels: Meer Dan Alleen De Duur
Het klinkt simpel, maar is moeilijker dan je dacht. Want je tegenstander wil natuurlijk ook graag winnen. En: je moet je houden aan de spelregels. Spelregels zijn eigenlijk niets meer dan afspraken die we met elkaar maken. Dankzij duidelijke spelregels verloopt een voetbalwedstrijd sportiever, en dus leuker. Dit overzicht is zowel voor meisjes als voor jongens. Dit spelregel overzicht is een samenvatting van de officiële spelregels. Die officiële spelregels gelden over de hele wereld. De Nederlandstalige versie van de officiële Spelregels Veldvoetbal vind je op de knvb.nl. In dit overzicht leggen we de belangrijkste regels eenvoudiger uit. Zo kun jij je spelregelkennis vergroten. En je zult merken dat hoe beter je de regels kent, hoe meer plezier je beleeft aan het voetballen! En het helpt ook bij het behalen van je spelregel bewijs.
Lees ook: Hoe lang duurt het echt? Extra tijd in voetbal
De KNVB heeft daarom Voetbalmasterz.nl in het leven geroepen. Een flitsende site die junioren op een speelse, maar vooral ook op een duidelijke manier voorbereidt op het kunnen behalen van het spelregelbewijs. Zo zijn er veel oefenmogelijkheden en is er uitleg over de regels en over spelsituaties.
Het Voetbalveld: De Afmetingen En Lijnen
Een voetbalwedstrijd speel je op gras of kunstgras. Een voetbalveld is rechthoekig en op een voetbalveld staan twee doelen. Niet alle voetbalvelden zijn precies even groot. Wel zijn er afspraken gemaakt over hoe klein of groot een veld mag zijn. In Nederland is een voetbalveld altijd minstens 100 meter lang en 64 meter breed. Het veld mag niet langer zijn dan 105 meter en niet breder dan 69 meter. Ben je een jeugdspeler in de F- of E-categorie, dan speel je op een half speelveld.
Om en op een voetbalveld staan verschillende lijnen. De lijnen rondom het veld geven aan hoe groot het veld is. De twee lange lijnen heten zijlijnen en de twee korte lijnen heten doellijnen. Een middenlijn verdeelt het voetbalveld in twee helften. Een voetbalveld heeft nog meer lijnen. Rechte lijnen of in de vorm van een cirkel.
De Bal: Het Belangrijkste Voorwerp
De bal is het belangrijkste voorwerp om te kunnen voetballen. Zonder bal kun je geen doelpunt scoren! Voor hele jonge voetballers is de bal eigenlijk wat te groot. Daarom spelen pupillenvoetballers vaak met een kleinere bal. Een voetbal is gemaakt van stevig materiaal. Daardoor kan de bal wel tegen een stootje, of beter gezegd: tegen een schop. Toch kan een bal stukgaan. laat de scheidsrechter de nieuwe bal vallen op de plek waar de oude bal stukging. Dit is niet zo als de bal stuk is gegaan in het doelgebied.
Het Team: Spelers En Wissels
Voetbal is een teamsport waarbij twee teams tegen elkaar strijden. Elk team bestaat uit hooguit elf speelsters. Daarvan is één speelster de keeper. Om een wedstrijd te mogen starten moeten beide teams uit minstens zeven speelsters bestaan. F- en E-teams bestaan uit hooguit zeven speelsters. Zij spelen op een half speelveld en dus ook met minder speelsters. Het competitiereglement geeft aan hoeveel wisselspeelsters zijn toegestaan. Dit is namelijk per (leeftijd) categorie anders. Het mogen er in ieder geval niet meer zijn dan zeven. De wisselspeelster komt het veld in bij de middenlijn.
Lees ook: Duur handbalwedstrijd
Uitrusting: Wat Je Wel En Niet Mag Dragen
Nee, als speelster mag je niets dragen dat gevaarlijk is voor jezelf of een andere speelster. Dit geldt voor alle soorten sieraden. Onder je shirt mag je onderkleding dragen. Bijvoorbeeld als je het koud hebt. Deze moet wel van dezelfde hoofdkleur zijn als je korte broek en niet verder komen dan tot aan de knie. De keeper mag een trainingsbroek dragen. Je scheenbeschermers moet je helemaal bedekken met je kousen.
De Scheidsrechter: De Baas Op Het Veld
Elke wedstrijd staat onder leiding van een scheidsrechter. De scheidsrechter is verantwoordelijk voor het volgen van het spel en het toepassen van de spelregels. Zij werkt daarbij samen met de beide assistent-scheidsrechters. De scheidsrechter is er om beslissingen te nemen. Hoewel zij misschien niet altijd gelijk heeft, volg je als speelster deze beslissingen op. De beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. Zolang het spel nog niet is hervat, mag de scheidsrechter terugkomen op haar beslissing. De scheidsrechter mag bij elke overtreding de ‘voordeelregel’ toepassen. Bij de voordeelregel laat de scheidsrechter het spel doorspelen op het moment dat er een overtreding is gemaakt tegen het team dat de bal heeft. Zo houdt dit team balbezit en gaat het spel door. De speler die de overtreding maakte, kan achteraf een waarschuwing krijgen. De scheidsrechter kan besluiten om een wedstrijd stop te zetten. Dit noemen we ‘staken’.
Assistent-Scheidsrechters: De Hulpjes
De assistent-scheidsrechters helpen de scheidsrechter zodat de wedstrijd volgens de spelregels verloopt. De assistent-scheidsrechters adviseren de scheidsrechter. Bij elke wedstrijd zijn er twee assistent-scheidsrechters.
Hoe Win Je Een Wedstrijd?
Het vele oefenen op de trainingen wil je uiteindelijk natuurlijk terugzien tijdens een echte wedstrijd. Er gaat dan ook niets boven het spelen van een voetbalwedstrijd. Daar kun je je samen met je teamgenoten meten met een tegenstander: wie scoort de meeste doelpunten? Normaal gesproken hoeft een wedstrijd niet te eindigen met een winnende en verliezende partij. Als beide teams evenveel scoren, of als er helemaal niet is gescoord, is het een gelijkspel. Uitzonderingen zijn wedstrijden waaruit per se een winnaar moet komen. Bijvoorbeeld bij een toernooi. Bij een gelijke stand na het eindsignaal, speel je dan een verlenging of neem je strafschoppen. Als dit zo is, staat dit altijd in de competitiereglementen beschreven.
Spelhervattingen: Het Spel Weer Opstarten
Tijdens een voetbalwedstrijd ligt het spel af en toe stil. Bijvoorbeeld na een overtreding, doelpunt, blessure of als de bal uit het veld is. Daarna willen alle spelers natuurlijk weer zo snel mogelijk verder voetballen. Opnieuw beginnen met spelen noemen we ‘spelhervatting’. En daar zijn regels voor.
De Aftrap
Een aftrap is de manier om een wedstrijd te beginnen of om het spel te hervatten.
- Aan het begin van de wedstrijd: Een toss bepaalt welk team de eerste aftrap mag nemen. Bij een toss kiezen de aanvoerders van de twee teams kop of munt. De scheidsrechter gooit een muntstuk op. De winnaar van de toss kiest op welke helft zijn team de wedstrijd start. De verliezer van de toss neemt de aftrap voor de eerste helft.
- Aan het begin van de tweede helft: De teams wisselen van speelhelft. Het team dat de aftrap niet nam aan het begin van de wedstrijd, mag nu aftrappen. Een toss aan het begin van de tweede helft is dus niet nodig.
- Na een doelpunt: Na ieder doelpunt volgt een aftrap om het spel te hervatten. Het team dat een doelpunt tegen krijgt, mag de aftrap nemen.
- Aan het begin van elke verlenging: Bij een verlenging bepaalt een nieuwe toss welk team mag aftrappen. De verliezer van de toss neemt de aftrap voor de eerste helft van de verlenging.
De Strafschop
De strafschop is een directe vrije schop, maar je neemt hem vanaf de strafschopstip. Uit een strafschop kun je rechtstreeks scoren. De speler die de strafschop neemt moet duidelijk herkenbaar zijn. Voor de scheidsrechter en de keeper moet het duidelijk zijn wie de strafschop neemt. De keeper mag zich op de doellijn verplaatsen. Hij mag niet van de doellijn afgaan tot het moment dat de bal is getrapt. De strafschopnemer mag een schijnbeweging maken bij het nemen van een strafschop. Hij moet wel de bal direct trappen, nadat hij klaar is met zijn aanloop. Als hij vlak voordat hij de strafschop neemt een schijnbeweging maakt is dit niet toegestaan.
Buitenspel
Bij het bepalen van de buitenspelpositie kijkt de scheidsrechter of je hoofd, lichaam of voeten dichter bij de doellijn staan dan de bal en de voorlaatste tegenstander. In buitenspelpositie staan is geen overtreding.
De Doelschop
Tijdens een aanval kan de bal uit het veld gaan over de achterlijn (de doellijn).
Vrije Schoppen
In het voetbal bestaan twee soorten vrije schoppen: de directe vrije schop en de indirecte vrije schop. De scheidsrechter beslist of je een vrije schop krijgt. De directe vrije schop mag je rechtstreeks in het doel van je tegenstander trappen. Bij de indirecte vrije schop mag dat juist niet: de bal moet eerst nog zijn geraakt door een andere speler. Een directe vrije schop mag je dus rechtstreeks in het doel van de tegenstander trappen. Als je een indirecte vrije schop neemt kun je alleen scoren als de bal eerst geraakt is door een andere speler.
De Inworp
Tijdens de wedstrijd kan de bal uit het veld gaan over de zijlijn. In die situatie hervat je het spel met een inworp.
Overtredingen En Straffen
Maak jij of een tegenstander een overtreding? Of gedraagt een speler zich onsportief? Dan kan de scheidsrechter een straf uitdelen. De indirecte vrije schop is de lichtste straf. De directe vrije schop is een zwaardere straf. De scheidsrechter geeft een strafschop aan de tegenpartij als een speler één van de hiervoor genoemde tien overtredingen begaat in zijn eigen strafschopgebied. De scheidsrechter kan ook een zogenaamde ‘disciplinaire straf’ geven. De speler ontneemt een tegenstander die zich richting doel van de tegenpartij begeeft een duidelijke scoringskans door middel van een overtreding.
Het is natuurlijk onmogelijk om in de spelregels alle situaties te beschrijven waarin je een overtreding begaat. Mag je bijvoorbeeld je shirt uittrekken na het scoren van een doelpunt? Nee. Als je dit doet geeft de scheidsrechter je een gele kaart. Je vertraagt hiermee namelijk onnodig het spel. Zo zie je maar, niet alle mogelijke overtredingen zijn hier genoemd.
Samenvatting Van Belangrijke Termen
- Aftrap: Een manier om het spel te beginnen of te hervatten na een doelpunt. De aftrap neem je vanaf de middenstip.
- Assistent-scheidsrechter: De assistent-scheidsrechters adviseren en helpen de scheidsrechter. Zij hebben bijvoorbeeld een belangrijke rol bij het bepalen van buitenspel.
- Buitenspel: Als aanvaller sta je buitenspel als er minder dan twee tegenspelers tussen jou en de doellijn staan.
- Cirkelboog: De halve cirkel aan het strafschopgebied. Deze geeft de afstand aan van 9.15 meter vanaf de strafschopstip.
- Competitie: In een competitie spelen meerdere teams wedstrijden tegen elkaar. Er zijn allerlei soorten competities.
- Competitiereglement: In een competitiereglement staat welke regels er gelden voor die betreffende competitie.
- Directe vrije schop: Een spelhervatting na een toegekende overtreding. Uit een directe vrije schop mag je rechtstreeks scoren.
- Middencirkel: De cirkel op het midden van het speelveld. De cirkel is met een straal van 9.15 meter om de middenstip getrokken.
- Overtreding: Op het moment dat de scheidsrechter beoordeelt dat een spelregel wordt overtreden.
- Pupillen: Alles vanaf de mini-pupillen t/m de D-pupillen behoort tot het pupillenvoetbal. Zij spelen meestal op een half speelveld en met minder spelers.
- Scheidsrechter: Een voetbalwedstrijd staat onder leiding van een scheidsrechter. De scheidsrechter zorgt dat iedereen de spelregels naleeft.
- Doelgebied: Het gebied voor het doel in het strafschopgebied.
- Doellijn: De twee korte lijnen die de breedte van het speelveld aangeven.
- Doelschop: Een spelhervatting nadat de bal via de aanvallende partij over de doellijn is gegaan.
- Keeper: Ieder team heeft een keeper. Deze mag als enige, binnen het strafschopgebied, de bal met zijn handen raken. Een ander woord voor keeper is doelverdediger.
- Eindsignaal: Het fluitsignaal van de scheidsrechter om het einde van de wedstrijd aan te geven.
- F- t/m A-categorie: De categorieën geven de leedtijdsindelingen aan bij het jeugdvoetbal. Hierbij is de jongste categorie de F-pupillen (7/8 jaar) en de oudste de A-junioren (17/18 jaar). Sinds enige tijd zijn er ook competities voor de mini-pupillen (5/6 jaar).
- Spelhervatting: De manier waarop het spel verdergaat nadat de bal buiten het speelveld is gegaan, of nadat het spel heeft stilgelegen.
- Spelregels: Dit zijn de regels waaraan iedereen zich moet houden. De officiële spelregels van het veldvoetbal worden opgesteld door de IFAB (International Football Association Board) en gelden over de hele wereld. De Nederlandstalige versie hiervan vind je op knvb.nl.
- Strafschop: Een directe vrije schop in het strafschopgebied. Een strafschop neem je vanaf de strafschopstip.
- Scheidsrechtersbal: Een spelhervatting nadat de scheidsrechter het spel heeft onderbroken voor een reden die niet in de spelregels staat.
- Senioren: Na de A-junioren maak je de stap naar het seniorenvoetbal. Je moet minimaal 15 jaar zijn om deel te mogen nemen een het seniorenvoetbal.
- Hoekschop: Een spelhervatting nadat de bal via de verdedigende partij over de doellijn is gegaan.
- Hoekschopgebied: De kwartcirkels aan de binnenzijde van de vier hoeken van het speelveld.
- Indirecte vrije schop: Een spelhervatting na een toegekende overtreding. Uit een indirecte vrije schop mag je niet rechtstreeks scoren.
- Inworp: Een spelhervatting nadat de bal over de zijlijn is gegaan.
- Junioren: De leeftijdscategorieën C-, B- en A-junioren behoren tot het juniorenvoetbal.
- Strafschopgebied: Aan beide uiteinden van het speelveld is een strafschopgebied. Deze is op 16.50 meter vanaf de doellijn en op 16.50 meter vanaf de doelpalen.
- Strafschopstip: In elke strafschopgebied is een strafschopstip. Deze is op 11 meter vanaf het midden van de doellijn.
- Toss: Een manier om te bepalen wie de aftrap mag nemen aan het begin van de wedstrijd. De scheidsrechter gooit een muntstuk op en de aanvoerder kiest kop of munt.