Hockey Scheidsrechter Tips: Van Clubniveau tot Toparbitrage

Hockey is een sport die steeds populairder wordt, maar net als in het voetbal is het niet altijd even makkelijk om scheidsrechter te zijn. Spelers worden mondiger, coaches misdragen zich en ouders langs de kant denken dat ze alles mogen roepen. Het is daarom belangrijk dat scheidsrechters goed zijn opgeleid en weten hoe ze met deze situaties om moeten gaan. Dit artikel biedt tips en adviezen voor hockey scheidsrechters van alle niveaus, van de beginnende clubscheidsrechter tot de ambitieuze topscheidsrechter.

Wat te doen bij afwezigheid?

Het kan voorkomen dat je bent ingedeeld om een wedstrijd te fluiten, maar je bent verhinderd. In dat geval ben je zelf verantwoordelijk voor het regelen van een vervanger. De vervangende scheidsrechter kan de wedstrijd aan zijn of haar eigen account koppelen en de uitslag en eventuele kaarten direct na de wedstrijd in het DWF (Digitaal Wedstrijd Formulier) invullen.

Sancties bij niet komen opdagen: Wanneer je niet of niet op tijd komt, fluit je twee extra wedstrijden. Vanaf de tweede keer krijg je een boete en wordt het besproken binnen het bestuur. Bij senioren is de oorspronkelijke scheidsrechter eindverantwoordelijk, ook als hij/zij een vervanger heeft geregeld maar dit niet heeft doorgegeven aan de scheidsrechterscommissie. Herhaaldelijk niet opdagen kan leiden tot schorsing en aanvullende maatregelen.

Waarom is het soms niet leuk om te fluiten?

Veel jonge scheidsrechters stoppen ermee omdat ze het niet leuk vinden. Ouders en coaches langs de kant bemoeien zich met de wedstrijd en geven commentaar op de beslissingen van de scheidsrechter. Het is belangrijk dat clubs en verenigingen hier iets aan doen, zodat jonge scheidsrechters gemotiveerd blijven om te fluiten.

Vergelijk dit eens met rugby, waar respect voor de scheidsrechter centraal staat. Ondanks de fysieke aard van de sport, accepteren spelers de beslissingen van de scheidsrechter zonder tegenspraak. Dit zou een voorbeeld kunnen zijn voor de hockeysport.

Lees ook: Ontdek de betekenis achter de naam Kampong

De weg naar topscheidsrechter

De KNHB (Koninklijke Nederlandse Hockey Bond) biedt verschillende mogelijkheden om je als scheidsrechter verder te ontwikkelen. Als clubscheidsrechter kun je jezelf aanmelden als CS+ (Club Scheidsrechter Plus) op je vereniging en later als bondsscheidsrechter (BS). Tijdens de opleiding is er intensieve begeleiding en na de opleiding is er genoeg ruimte om jezelf verder te ontwikkelen.

Ken je sterke en zwakke punten: Het is belangrijk om jezelf goed te kennen en te weten wat jij nodig hebt om het beste uit jezelf te halen. Heb je meer begeleiding nodig in de hockeytechnische kant of juist in de communicatie? Zodra je dat weet, kun je op zoek gaan naar kennis binnen de bondsscheidsrechterswereld.

Deel je kennis: Iedereen wil graag de passie en kennis delen met elkaar en helemaal met (jonge) ambitieuze scheidsrechters. Ga zelf op zoek naar die kennis, want geen enkele scheidsrechter is hetzelfde. Iedereen heeft dus ook wat anders nodig.

Begeleiding vanuit de KNHB: De begeleiding vanuit de KNHB voor de BS bestaat uit het organiseren van verschillende kennisbijeenkomsten voor de bondsscheidsrechters gedurende het seizoen, begeleiding en coaching van de scheidsrechters tijdens de wedstrijden en ook heeft iedere BS een mentor waarmee hij kan sparren.

Praktische tips om een betere scheidsrechter te worden

Er zijn verschillende manieren om jezelf te verbeteren als scheidsrechter. Hieronder enkele tips die je direct kunt toepassen:

Lees ook: Bekende voetballers in de politiek

  1. Fluit op trainingen en oefenwedstrijden: Neem contact op met de coach van een Heren 1 of Dames 1 team en vraag of je op hun trainingen of tijdens oefenwedstrijden mag fluiten. Door andere meningen te horen, begrijp je waarom zij in de wedstrijd een andere mening hebben dan jij.
  2. Train je conditie: Er zijn genoeg trainingsvormen beschikbaar waarbij je intervaltrainingen kunt doen. Als scheidsrechter ren je geen 10 km aan één stuk, maar trek je altijd korte sprintjes.
  3. Deel je kennis en inspireer de volgende generatie: Een goede hockeywedstrijd heeft goede arbitrage nodig.

Deze tips kosten je niets, behalve tijd. Maar als je die tijd investeert, dan weet je zeker dat je al een voorsprong hebt op je collega’s.

Algemene tips voor scheidsrechters

  • Houding en fluiten:
    • Fluit hard (niet uitademen, maar blazen); niet lang blazen, maar hard blazen. Zorg voor een goede fluit. Als je zachtjes fluit, denken ze dat je niet zeker bent, of ze horen het niet en spelen door.
    • Probeer te variëren in je fluitsignalen. Kort en minder hard voor kleine overtredingen. Harder voor fysieke fouten en duidelijk en streng voor echte rottigheden.
    • Wijs na het fluitsignaal duidelijk en met gestrekte armen aan; niet ‘bang zijn’ om aan te wijzen. Als je lang wacht tussen fluitje en aanwijzen, dan lijkt het of je het niet zeker weet.
    • Geen aanwijzingen meer met twee armen. Duidelijk aanwijzen, met je rug naar de zijlijn en met je arm gestrekt. Groot maken.
    • Een vrije slag voor de aanval geef je aan met je rechterarm, een vrije slag voor de verdediger met je linkerarm.
    • Probeer met je rug naar de zijlijn te staan als je aanwijst, dan word je ‘breder’. Daarnaast krijg je ook een beter overzicht.
    • Nadruk op manier van aanwijzen. ‘Groot’ zijn en met overtuiging aanwijzen. Variatie in handgebaar: open hand voor iets kleins, priemende vinger voor iets serieus.
  • Positie in het veld:
    • De standaard looproute is de ‘hockeystick’. Als de bal op de ‘andere helft’ is, loop je langs de zijlijn mee tot in de buurt van de 23-meterlijn. Vanaf jouw 23-meterlijn buig je af richting tweede streepje op de achterlijn (rechts van het doel).
    • Fouten in de looplijn zelf corrigeren. Het aanhouden van deze lijn wordt nu belangrijk.
    • Loop altijd vóór de aanval uit als men jouw kant op komt; dan zie je het spel veel beter.
    • Zoek je standaard looplijn. Zorg dat je standaard een paar meter voor de rechtsbuiten uit loopt.
    • Wees niet bang om in de cirkel te komen. De ‘hockeystick’ route gaat echt ver de cirkel in, tot ongeveer 5-8 meter van de rechterdoelpaal, bij de achterlijn.
    • De betere scheidsrechter staat in de cirkel als de aanval daar aankomt. Deze is voor de meesten veel dichter bij het doel dan ze voorheen durfden.
    • Loop spelers niet in de weg, maar begrijp dat je dichtbij moet staan om het goed te zien.
    • Let er op dat een spelers’ eerste reactie bij een fluitsignaal tegen is, om te kijken waar de scheidsrechter staat. De speler gelooft een fluitsignaal veel sneller als hij het gevoel heeft dat de scheidsrechter dusdanig stond dat hij het goed kon zien.
  • Spelregels:
    • Probeer het verschil te zien tussen een opzettelijke overtreding en iets doms. Fluit iets harder voor een opzettelijke overtreding.
    • Het minder hard fluiten (maar wel duidelijk!) voor een ‘gewone’ overtreding neemt vaak frustratie weg. De speler weet zelf wel dat hij fout zat en heeft daar geen extra aandacht (door een overdreven fluitsignaal) voor nodig. Als je die techniek beheerst, is een streng fluitsignaal dubbel zo effectief.
    • Als een verdediger een opzettelijke overtreding maakt buiten de cirkel, binnen het 23-metergebied, dan moet je een strafcorner geven. Zeg erbij dat je dit doet omdat het opzettelijk was, dan leert men ervan.
    • Een betere scheidsrechter herkent de duidelijke opzet (bij de mindere teams) en geeft een strafcorner. Hij herkent bij betere teams echter ook de professionele opzettelijkheden buiten de cirkel en bestraft die ook met een strafcorner. Hij pikt de juiste fouten eruit en toont de spelers op deze manier dat hij het spelletje begrijpt. Een goede scheidsrechter geeft strafcorners voor de echte opzettelijke fouten, toont daarmee de verdediging dat hij herhalingen óók zal bestraffen. En voorkomt hiermee (als de verdediging slim genoeg is) dat men de rottigheden herhaalt.
    • Een betere scheidsrechter ziet het verschil tussen ‘het ziet er opzettelijk uit, maar het is in feite gewoon onkunde’ en ‘de speler doet alsof het onhandigheid is, maar het is gewoon opzet’.
    • Neem goed met elkaar door wanneer je een vrije slag geeft, wanneer het een strafcorner is en wanneer een strafbal. Met name het geven van een strafbal komt niet zoveel voor. Besteed daar wat aandacht aan.
  • Samenwerken en controle:
    • Je bent met twee scheidsrechters en je mag (en móét) elkaar helpen als de ander iets niet kan zien. Maar geef die ander wel even de kans om te fluiten. Als er iets op de helft van je collega gebeurt, moet je klaar zijn om te fluiten, maar eventjes wachten om te zien of hij al zelf fluit.
    • De betere scheidsrechter gaat tot ruim over de middenlijn mee met zijn collega en fluit ondersteunend in zijn verre hoek. Maar is op tijd terug op zijn eigen helft voor de aanval uit.
    • Niet meewijzen met elkaar; vroeg of laat wijzigt je collega eens zijn oorspronkelijke beslissing en sta je alsnog tegen elkaar in te wijzen. Alleen aanwijzen als je collega naar je kijkt en er dus kennelijk om vraagt.
    • Praat met elkaar voor de wedstrijd en in de rust en neem even door waar je elkaar wilt helpen.
    • Goede samenwerking is prima, dat vinden de spelers prettig, maar zorg dat je nooit de indruk wekt dat je de spelers maar slecht vindt spelen!
    • Betere scheidsrechters hebben een goed contact met de spelers en snappen dat als iemand net een doelpunt of een zware overtreding tegen heeft gekregen, hij even kwetsbaar is. Goede scheidsrechters weten dat je dan niet op elke kik moet reageren, maar dat een begripvolle blik vaak veel beter is.
    • Als je commentaar krijgt, raak dan niet meteen van slag. Ook niet direct boos worden, maar beleefd vragen of men op wil houden. (Maar soms werkt het prima om te doen alsof je het niet hoort). Maar bedenk wel dat als iemand zegt dat het shoot was, terwijl jij het niet zag, dit is een goed moment om even naar je collega te kijken. Misschien zag hij het wel en kan hij je helpen. Dan kun je alsnog fluiten, of je beslissing aanpassen.
    • Het toegeven van je eigen fouten is één van de moeilijkste elementen van het fluiten. Toch creëer je daardoor juist begrip. Een betere scheidsrechter is ook rustig genoeg om in een onduidelijke situatie de benadeelde spelers even kort uitleg te geven. Zorg dat de vrije bal dan niet snel genomen wordt, want anders heeft de aanval extra voordeel.
    • Een betere scheidsrechter kan éven wachten met fluiten, om te zien of er geen voordeel uit komt en dan alsnog de overtreding bestraffen omdat hij ziet dat het balbezit niet tot balvoordeel leidt.
    • Een betere scheidsrechter fluit niet te snel voor een overtreding (nooit de fluit in je mond houden), weet goed het verschil tussen ‘hij houdt de bal’ en ‘hij houdt voordeel, want hij kán ook wat met de bal’. Een goede scheidsrechter fluit snel voor overtredingen waarbij er geen kans op voordeel is.
  • Plezier:
    • Een wedstrijd heeft 24 deelnemers. De fluitisten horen erbij. Zij sporten ook mee. Heb veel plezier en straal dit uit (zonder gek te doen).
    • De betere scheidsrechter gaat het gesprek niet uit de weg en is ontspannen.

Arbitragecommissies en hun rol

Veel hockeyclubs hebben een arbitragecommissie die tot doel heeft de kwaliteit van de arbitrage te waarborgen en te verhogen. De missie is heel simpel: de kwaliteit van de arbitrage te waarborgen, zodat eenieder op zijn of haar niveau een wedstrijd durft en kan fluiten op een zodanige manier dat beide teams hier profijt van hebben en plezier in het spel behouden.

De doelstellingen van de arbitragecommissie zijn dan ook als volgt:

  • Een prettigere sfeer te scheppen bij de vereniging om te fluiten en gefloten te worden;
  • Het verhogen van de kwaliteit van de scheidsrechters;
  • De motivatie bij de scheidsrechters te verhogen.

Bij het begeleiden van scheidsrechters richten arbitragecommissies zich voornamelijk op de volgende zaken:

  • Positionering (het meelopen van de scheidsrechter);
  • Manier van fluiten (actieve beweging);
  • Durven te fluiten (er zijn);
  • Samenwerking tussen de scheidsrechters;
  • Voordeelregeling (flow of the game).

Gedurende het hele seizoen loopt de arbitragecommissie langs de velden om her en der te ondersteunen.

Lees ook: Informatie over Cricket

Verplichting tot fluiten en scheidsrechterkaart

Binnen veel clubs is het voor alle leden verplicht om vanaf een bepaalde leeftijd (bijvoorbeeld de B-leeftijd) de scheidsrechterkaart te halen en om wedstrijden te fluiten. Hoe meer scheidsrechters er zijn, hoe minder vaak iedereen ingedeeld hoeft te worden om een wedstrijd te fluiten, en zo kan de ‘belasting’ onderling een beetje verspreid worden.

Vanaf 16 jaar en ouder verplicht de KNHB dat je kennis hebt genomen van de spelregels. Om dit te toetsen is het volgen van de scheidsrechtercursus en het behalen van de scheidsrechterkaart een verplichting. Hiermee laat je zien dat je de spelregels voldoende beheerst om te kunnen spelen en fluiten.

Wat als je niet kunt fluiten?

Zodra je in een A of B team speelt word je door de arbitragecommissie automatisch ingedeeld om te fluiten. Je kunt dit dan zien op de clubsite. Hierin staat vermeld wanneer, hoe laat, welk veld en welk team je moet fluiten. Ook wordt de wedstrijdcode hierin doorgegeven voor het invullen van het DWF (Digitaal Wedstrijd Formulier).

Kun je niet op het moment dat je bent ingedeeld, dan zorg je zelf voor vervanging. Dit geldt ook indien je een vervanger gevraagd hebt! De coach wordt hiervan ook op de hoogte gebracht. Fluiten is in de eerste plaats een teamverantwoordelijkheid! Het moet dus wel raar lopen als een van je medespelers jou niet wil helpen bij jouw fluitprobleem. Zaak is natuurlijk wel dat je dit tijdig doet en niet pas op het allerlaatste moment! Het ruilen van een scheidsrechterbeurt is een goede optie om elkaar te helpen.

Voor de duidelijkheid: Je kunt dus niet afzeggen en vervanging is pas geregeld als de door jou gevraagde vervanger dit bevestigd heeft. Tot die tijd blijft het dus ten allen tijde jouw verantwoordelijkheid. Scheidsrechters die niet in staat zijn om te fluiten of geen vervanging kunnen vinden hebben de mogelijkheid om de wedstrijd ‘te verkopen’.

Digitaal Wedstrijdformulier (DWF)

Direct na de wedstrijd voer je als scheidsrechter de stand en eventuele bijzonderheden in via het Digitaal Wedstrijdformulier (DWF) in. Zorg dat je over een inlogaccount en de wedstrijdcode beschikt. Het DWF is te benaderen via de LisaApp.

tags: #scheidsrechter #zijn #hockey #tips