Hockey: Een Uitleg van Termen en Spel

Hockey is een dynamische teamsport waarbij twee partijen proberen een kleine, harde bal met een hockeystick in het doel van de tegenstander te slaan. Het team dat de meeste doelpunten scoort, wint de wedstrijd. Er bestaan verschillende varianten van hockey, waaronder veldhockey, zaalhockey, ijshockey en zelfs onderwaterhockey. Dit artikel biedt een uitgebreide uitleg van belangrijke hockeytermen en aspecten van het spel.

Basisprincipes van Hockey

Het doel van hockey is simpel: meer doelpunten scoren dan de tegenstander. Dit gebeurt door de bal met een stick in het doel van de tegenstander te slaan. Veldhockey wordt gespeeld op gras of kunstgras, terwijl zaalhockey in een zaal wordt gespeeld.

Essentiële Hockeytermen

Om het hockeytaaltje te begrijpen en mee te praten, is het handig om de volgende termen te kennen:

Afhouden

Afhouden is een techniek waarbij je je lichaam gebruikt om te voorkomen dat een tegenstander de bal kan afpakken. Je staat met je rug naar de tegenstander en houdt de bal voor je. Het is belangrijk om de bal in beweging te houden, anders wordt het beschouwd als een overtreding.

Bully

Een bully wordt gebruikt om het spel te hervatten na een tijdelijke onderbreking, bijvoorbeeld door een blessure. Twee spelers, één van elk team, staan tegenover elkaar met de bal tussen hen in. Beide spelers plaatsen hun stick op de grond en tikken om de beurt met hun sticks tegen elkaar boven de bal, zodra de scheidsrechter fluit. De speler die de bal als eerste kan spelen, zet het spel weer in gang.

Lees ook: Klik hier voor een overzicht.

Corner

Er zijn twee soorten corners in hockey: de lange corner en de strafcorner.

Lange Corner

Een lange corner wordt toegekend aan het aanvallende team wanneer het verdedigende team de bal als laatste heeft aangeraakt voordat de bal over de achterlijn gaat. De bal wordt genomen op de 23-meterlijn, tegenover de plek waar de bal over de achterlijn ging. Vroeger werd de bal in de hoek van het veld genomen, vandaar de term ‘lange corner’.

Strafcorner

Een strafcorner wordt toegekend aan de aanvallende partij wanneer een speler een onopzettelijke overtreding binnen de eigen cirkel begaat, de bal opzettelijk over de eigen achterlijn speelt, of een opzettelijke overtreding maakt op de tegenstander binnen het 23-metergebied. Bij een strafcorner staan vier spelers en de keeper van de verdedigende partij in het doel, terwijl de rest van het team achter de middenlijn staat. De aanvallende spelers staan tactisch opgesteld langs de cirkellijn. Eén speler van de aanvallende partij mag de bal spelen vanaf het strafcornerstreepje. Om te kunnen scoren, moet de bal eerst buiten de cirkel aangenomen worden door een andere speler en vervolgens weer de cirkel in worden gespeeld.

Dummy

Een dummy is een schijnbeweging waarbij een speler doet alsof hij een bepaalde kant op gaat of een bepaalde actie gaat uitvoeren, maar uiteindelijk een andere kant op gaat of iets anders doet. Dit wordt gebruikt om de tegenstander te misleiden en ruimte te creëren.

Eenhandig Drijven

Eenhandig drijven is het voortbewegen van de bal met één hand aan de stick. Dit wordt meestal gebruikt bij het rennen met de bal over langere afstanden of in situaties waar snelheid belangrijk is. Voor beginners is het aan te raden om eerst goed te leren drijven met twee handen.

Lees ook: Hoop en teleurstelling voor Engels

Flatsen

Flatsen is een techniek waarbij de bal hard gespeeld wordt om middellange tot lange afstanden te overbruggen. Beide handen bevinden zich bovenaan de stick, en er wordt een achterzwaai gemaakt waarbij de stick over de grond gaat. Dit genereert kracht achter de bal.

Give and Go

Een give and go is een loopbeweging waarbij een speler de bal snel naar een teamgenoot passt en vervolgens direct in beweging komt om de bal weer terug te ontvangen. Dit bevordert de snelheid van het spel en helpt verdedigers te omzeilen.

Haringtruc

De haringtruc is een passeertechniek waarbij je de bal rechts langs je tegenstander speelt, maar zelf links langs de tegenstander loopt, zodat je weer in balbezit komt.

In-Out

De in-out is een loopbeweging zonder bal. Hierbij loop je eerst naar binnen en vervolgens trek je een sprintje naar buiten. Dit kan een verdediger verplaatsen en zo ruimte creëren voor teamgenoten met de bal om een aanvallende actie te maken.

Jab

Een jab is een snelle prikbeweging met de stick om de bal van een tegenstander af te pakken. Het is een efficiënte manier om balbezit te veroveren zonder direct fysiek contact te maken.

Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.

Kaatsen

Kaatsen is een techniek waarbij je de bal in één keer doorspeelt zonder deze eerst aan te nemen. Dit is handig om snel een verdediger te omzeilen.

Looplijn

Een looplijn is de route die een speler neemt om vrij te lopen en aanspeelbaar te zijn. In een tactisch teamspel horen hier vaak vaste looplijnen bij.

Mandekking

Mandekking houdt in dat elke speler verantwoordelijk is voor één specifieke tegenstander. Dit vereist goede communicatie en positionering om te voorkomen dat tegenstanders vrij komen te staan.

Neerhalen

Neerhalen is het onreglementair stoppen van een tegenstander door deze onderuit te trekken of te duwen. Dit wordt bestraft met een vrije slag of, in ernstige gevallen, een strafcorner of strafbal. Hockey is geen contactsport, dus duwen en trekken zijn niet toegestaan.

Omschakelen

Omschakelen is het snel switchen tussen aanvallen en verdedigen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een team de bal verliest en direct druk zet om de bal terug te winnen, of wanneer ze de bal veroveren en snel proberen aan te vallen.

Push

Een push is een pass waarbij de bal met een duwbeweging wordt gespeeld. Dit is een nauwkeurige manier om de bal te verplaatsen.

Quick Pass

Een quick pass is een snelle, korte pass die wordt gebruikt om de bal snel naar een teamgenoot te verplaatsen.

Rebound

Een rebound is wanneer de bal na een schot op doel weer het veld in komt, bijvoorbeeld na een redding van de keeper. Spelers moeten alert zijn om de bal in deze situatie snel op te pikken en opnieuw een kans te creëren.

Scoop

Een scoop is een techniek waarbij de bal met een scheppende beweging de lucht in wordt gespeeld. Dit wordt gebruikt om de bal over langere afstanden of over tegenstanders heen te verplaatsen. Bij de jongste jeugd wordt dit vaak vermeden vanwege de potentiële gevaarlijke situaties.

Tackleback

Een tackleback is een verdedigende loopactie. Hierbij verliest het aanvallende team de bal en moeten ze snel omschakelen en verdedigen om de bal terug te krijgen.

Uitverdedigen

Uitverdedigen is het hervatten van het spel met een opbouw vanuit de verdediging. Het doel is om de bal richting het middenveld en de aanvallers te spelen, van waaruit een aanval kan worden opgebouwd.

Verkorte Slag

De verkorte slag is een korte en snelle slagtechniek die gebruikt wordt om de bal nauwkeurig over korte afstanden te spelen, vaak toegepast bij het passen in drukke situaties.

Wisselen

Wisselen is het vervangen van spelers tijdens de wedstrijd. In hockey is dit ongelimiteerd toegestaan, zodat er altijd 11 energieke spelers in het veld staan. Dit is essentieel, aangezien hockey een snelle sport is.

Zonedekking

Zonedekking is een verdedigende strategie waarbij spelers verantwoordelijk zijn voor een specifiek gebied in plaats van een specifieke tegenstander. Dit vereist goede communicatie en teamcohesie om effectief te zijn.

Tactische Overwegingen

Naast de technische vaardigheden en het begrijpen van de spelregels, is tactiek een cruciaal onderdeel van hockey. Teams gebruiken verschillende strategieën om te scoren en hun doel te verdedigen. Zonedekking en mandekking zijn twee veelvoorkomende verdedigende tactieken, terwijl aanvallende tactieken vaak draaien om snelle passes, looplijnen en het creëren van ruimte.

tags: #hockey #in #het #engels #uitleg