De taken van de hockeyaanvoerder en de rol van de scheidsrechter

Hockey is in Nederland een enorm populaire sport, waarbij twee teams van elk elf spelers het tegen elkaar opnemen. Naast de spelers en de coach spelen de aanvoerder en de scheidsrechters een cruciale rol in het verloop van de wedstrijd. Dit artikel beschrijft de taken van de aanvoerder, de rol van de scheidsrechter en de regels die van toepassing zijn op het hockeyveld.

De aanvoerder: leider en vertegenwoordiger van het team

Elk hockeyteam heeft een aanvoerder, die te herkennen is aan een band of een ander teken om zijn bovenarm. De aanvoerder kan worden gezien als de leider van het team in het veld. De aanvoerder hoeft niet de beste speler te zijn, maar moet wel over een redelijk tactisch inzicht beschikken. Hij is in het veld het "verlengstuk" van zijn coach. De aanvoerder moet voldoende overwicht hebben om op bepaalde momenten leiding te kunnen geven.

De aanvoerder is de enige die met de scheidsrechters in overleg gaat, overige spelers klagen of schelden niet! De aanvoerder stelt zich voor de wedstrijd voor aan de scheidsrechters en aan de aanvoerder van de tegenpartij.

Taken van de aanvoerder voor, tijdens en na de wedstrijd

De aanvoerder heeft diverse taken, zowel voor, tijdens als na de wedstrijd:

  • Voor de wedstrijd:

    Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.

    • Doet de toss, waarbij bepaald wordt welk team de eerste afslag neemt en welke speelhelft elk team in de eerste helft verdedigt.
    • Stelt zich voor aan de scheidsrechters en de aanvoerder van de tegenpartij.
  • Tijdens de wedstrijd:

    • Is het aanspreekpunt voor de scheidsrechter richting het team.
    • Zorgt ervoor dat het team zich netjes gedraagt.
    • Let op dat het team goed wisselt, op de juiste momenten en op de juiste manier.
    • Is verantwoordelijk voor het wisselen van de spelers van zijn team.
    • Geeft leiding aan het team en motiveert de spelers.
    • Stimuleert trainingsbezoek, wedstrijdmentaliteit, trainingsdiscipline, zelfdiscipline en motivatie.
  • Na de wedstrijd:

    • Zorgt ervoor dat de scheidsrechters bedankt worden en dat alle tegenstanders een hand krijgen.
    • Verzorgt na de wedstrijd de drankjes.
    • Neemt initiatief voor contact tussen eigen teamleden en tegenstanders.
    • Draagt zorg voor het wedstrijdverslag.
    • Vult tevens het wedstrijdformulier in.
    • Tekent het wedstrijdformulier.

De aanvoerder als organisator en sfeermaker

Naast de sportieve taken heeft de aanvoerder ook een organisatorische rol. Zo dient hij bijvoorbeeld een spelerslijst op te stellen met alle namen, adressen en telefoonnummers, inclusief doorbelsysteem. De aanvoerder moet in staat zijn om sfeerbepalende initiatieven te ontplooien die veelal buiten het wedstrijdgebeuren zullen liggen.

Vervanging van de aanvoerder

Als de aanvoerder uit het veld wordt gestuurd (bij een persoonlijke straf), wijst hij een ander als aanvoerder aan. Bij een wissel hoeft dat niet. De vervangende aanvoerder draagt de aanvoerdersband of een ander teken.

De scheidsrechter: bewaker van de regels en de sportiviteit

Bij hockey zijn er altijd twee scheidsrechters op het veld om de wedstrijd te leiden. Anders dan bij voetbal heeft een hockeywedstrijd altijd twee scheidsrechters. Eentje aan iedere kant van het veld. Elke scheidsrechter beslist over het spel op zijn helft van het veld. Deze twee scheidsrechters zijn beide verantwoordelijk voor een helft van het speelveld, maar ze assisteren elkaar ook op de helft van de andere scheidsrechter. Bij finalewedstrijden op het hoogste niveau van hockey is er ook nog een VAR: dit zijn 1 of 2 extra scheidsrechters die niet op het veld staan, maar achter een computerscherm zitten buiten het veld. Zij bekijken de videobeelden van de wedstrijd om te zorgen dat de wedstrijd zo eerlijk mogelijk verloopt. De scheidsrechters hebben andere kleuren shirts aan dan de teams die de wedstrijd spelen.

Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse

Taken van de scheidsrechter

Scheidsrechters, ook wel de arbitrage genoemd, hebben in de basis de volgende taken:

  • Handhaven van de regels: De scheidsrechters grijpen in als ze een overtreding zien. Dit doen zij door middel van een fluitje. Als er is gefloten zal de wedstrijd vervolgd worden door een bepaald soort vrije bal die genomen mag worden door het team waartegen de overtreding is gemaakt.
  • Bijhouden van de score: De scheidsrechters houden de score bij. Dit betekent dat ze de doelpunten die gescoord zijn, tellen en bijhouden, maar ook aangeven en toekennen! Vaak schrijven scheidsrechters de gescoorde doelpunten op een papiertje, waardoor ze dit niet hoeven te onthouden. Het aangeven van doelpunten gebeurt door middel van een fluitsignaal waarna beide teams zich opstellen op hun eigen helft en een nieuwe aftrap wordt genomen.
  • Tijdwaarneming: De arbitrage bij hockeywedstrijden zorgen ook dat de tijd wordt bijgehouden en dat de kwarten en wedstrijd op het juiste moment worden afgefloten. Ze zetten de tijd ook stop bij een bepaalde blessure of situatie waardoor de wedstrijd tijdelijk niet verder kan. De tijd die dan niet gespeeld wordt, wordt vanzelfsprekend aan het einde van dat kwart nog doorgespeeld.
  • Officieel doorgeven van de uitslag: De scheidsrechters zijn ook verantwoordelijk voor het officieel doorgeven van de uitslag van de wedstrijd aan de KNHB, die dit zal verwerken voor de voortgang van de competitie. De scheidsrechters doen dit door middel van het wedstrijdformulier: een digitaal invulformulier waar de doelpunten en eventuele kaarten op worden doorgegeven.
  • Zorgen voor een sportief verloop: Tot slot zorgen de scheidsrechters ook voor een sportief verloop van de wedstrijd! Wanneer er onsportief gedrag wordt vertoond door de teams of bepaalde spelers zullen scheidsrechters de aanvoerders of de individuele spelers aanspreken, en waar nodig ook straffen uitdelen in de vorm van kaarten.

Straffen en kaarten

De scheidsrechter kan verschillende straffen uitdelen bij overtredingen of onsportief gedrag:

  • Waarschuwing: De scheidsrechter kan een speler of teambegeleider waarschuwen met woorden.
  • Groene kaart: Bij een groene kaart stuurt de scheidsrechter je voor 2 minuten het veld uit. Je team speelt tijdelijk met een speler minder. Sinds een aantal seizoenen geldt bij een groene kaart voor spelers een tijdstraf van 2 minuten. Vanaf 01-08-2020 geldt dit ook voor teambegeleiders. Als een teambegeleider een groene kaart ontvangt, mag hij of zij gedurende 2 minuten niet coachen en moet hij of zij de teambank te verlaten en buiten het veld gaan staan.
  • Gele kaart: De scheidsrechter kan er ook voor kiezen om je voor minimaal 5 minuten uit het veld te sturen. Hij kan dit met een gele kaart aangeven. Krijg je een gele kaart, dan speelt jouw team tijdelijk met een speler minder. Als je een gele kaart krijgt, moet je plaatsnemen op de spelersbank van je team. Bij een gele kaart mag hij ten minste 10 minuten geen aanwijzingen geven aan zijn team en moet hij buiten het veld gaan staan.
  • Rode kaart: Als je een erge overtreding maakt, kan de scheidsrechter je voor de rest van de wedstrijd uit het veld sturen. Hij kan dit met een rode kaart aangeven. Krijg je een rode kaart, dan speelt jouw team voor de rest van de wedstrijd met een speler minder. Bij een rode kaart moet hij bij het veld weggaan.

Bij een gele en rode kaart voor de teambegeleider speelt het team gedurende de straf met een speler minder in het veld. Het hoeft niet steeds dezelfde speler te zijn, je mag wisselen.

Spelregels en overtredingen

Hockey heeft een aantal basisregels en overtredingen waar zowel de spelers als de scheidsrechters zich aan moeten houden.

Algemene spelregels

  • Een hockeyelftal bestaat uit tien veldspelers en een keeper.
  • Je mag de bal alleen met de platte kant van je stick spelen. Dus niet met je voet of met je lichaam.
  • Ook moet de bal in het veld blijven.
  • Doel van het spel is zoveel mogelijk doelpunten te scoren.
  • Je scoort als je de bal binnen de cirkel speelt en deze helemaal over de doellijn gaat.
  • Je hebt gewonnen als je met je team de meeste doelpunten hebt gemaakt!
  • De bal is buiten het veld als die helemaal over de zijlijn of achterlijn gaat.
  • Bij een wedstrijd zijn twee scheidsrechters, ieder aan één kant van het veld. Elke scheidsrechter beslist over het spel op zijn helft van het veld.

Overtredingen

  • Gevaarlijk spel: Je mag je stick niet gevaarlijk gebruiken of loslaten.
  • Belemmeren: Je mag een tegenstander niet hinderen of blokkeren.
  • Hoge stick: Je mag de bal niet spelen als de bal hoger komt dan je schouder; (Dit is zo bij de junioren. Alleen wanneer je een schot op doel tegen wilt houden mag je de bal met de stick boven je schouder tegenhouden. Dit mag nooit gevaarlijk zijn. Bij senioren mag je de bal wel spelen of stoppen als de bal hoger komt dan je schouder als het maar niet gevaarlijk is).
  • Hoge bal: Je mag de bal niet expres omhoog (boven kniehoogte) slaan. Dat mag alleen bij een schot op doel. Met een scoop mag je de bal wel omhoog spelen. Altijd geldt: dit mag nooit gevaarlijk zijn.
  • Afhouden: Je mag je lichaam niet gebruiken om te hinderen waardoor je tegenstander niet bij de bal kan.
  • Sliding: Je mag niet glijden om de bal te krijgen.
  • Tijdrekken: Je mag geen tijd rekken.

Regels voor de keeper

  • De keeper mag de bal binnen de cirkel met zijn hele lichaam aanraken dat beschermd is met een keeperspak.
  • De keeper mag de bal, als deze buiten de cirkel is, alleen met zijn stick spelen en dus niet met zijn legguards of andere uitrusting.
  • De keeper mag niet op de bal liggen.
  • De keeper mag de bal, als deze buiten de cirkel is, alleen met zijn stick spelen en dus niet met zijn voeten, benen of een ander deel van zijn lichaam.
  • De keeper mag niet buiten het 23-metergebied komen.
  • De keeper moet een helm dragen bij een strafcorner of strafbal.

Vrije slag, strafcorner en strafbal

Soms maakt je tegenstander een overtreding waarna jij de bal krijgt en kunt doorspelen (bijvoorbeeld via de voet van je tegenstander komt de bal bij jou). Dit heet voordeel. De scheidsrechter laat dan doorspelen. Als je tegenstander een overtreding maakt en je krijgt de bal niet, dan fluit de scheidsrechter. Daarna mag je een vrije slag, een strafcorner of een strafbal nemen. Dit hangt af van het soort overtreding en de plek waar je tegenstander een overtreding maakte.

Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.

  • Vrije slag: Een vrije slag wordt toegekend als een speler (niet expres) een overtreding maakt binnen zijn 23-metergebied, maar buiten zijn cirkel. Je neemt de vrije slag vlakbij de plaats waar je tegenstander de overtreding maakte. Als de aanvallende vrije slag binnen 5 meter van de cirkel is, moet je deze nemen op de plek van de overtreding. De bal moet stil liggen. Je tegenstanders moeten 5 meter afstand houden. Bij een aanvallende vrije slag binnen het 23-metergebied moeten alle andere spelers 5 meter afstand houden. Je mag de bal slaan, pushen of scoopen. Je mag direct zelf gaan lopen met de bal (selfpass). Je mag de bal niet hoog slaan. De bal mag wel omhoog gaan bij een scoop.
  • Strafcorner: Een strafcorner wordt toegekend als een verdediger binnen de cirkel een overtreding maakt of de bal expres over de achterlijn speelt. Bij een strafcorner staat de aanvallende partij op de kop van de cirkel en de verdedigende partij achter de achterlijn, met uitzondering van de keeper. Krijg je een vrije slag in het 23-metergebied van je tegenstander? Je moet de bal dan eerst spelen naar een teamgenoot of 5 meter verplaatsen (bijvoorbeeld door een selfpass, dus door zelf 5 meter te lopen met de bal), voordat je de bal de cirkel in mag spelen. Je speelt de bal met een slag of een push. Als je de bal hebt aangespeeld, moet eerst een andere speler de bal spelen. Je teamgenoten moeten binnen het veld maar buiten de cirkel staan. De eerste keer dat je teamgenoot op het doel slaat met een slag, mag de bal niet hoger komen dan de achterplank van het doel. Dus als je teamgenoot de bal hoog in het net slaat, telt het doelpunt niet. Je tegenstander mag met maar vijf verdedigers achter hun achterlijn staan. Loopt je tegenstander te vroeg uit, dus voordat jij de bal hebt gespeeld, dan mag je de strafcorner nog een keer nemen. De betreffende tegenstander moet dan aan de andere kant van de middenlijn gaan staan. Als de scheidsrechter een strafcorner aangeeft, mag je hem altijd nemen. Als de bal meer dan 5 meter buiten de cirkel komt of voor de tweede keer buiten de cirkel komt, is de strafcorner voorbij. Je moet achter de bal en binnen speelafstand van de bal staan, voordat je de bal gaat spelen.
  • Strafbal: Een strafbal wordt toegekend als een verdediger binnen de cirkel een opzettelijke overtreding maakt die een doelpunt voorkomt. De strafbal wordt genomen vanaf een strafbalstip voor het doel. Alleen de nemer van de strafbal en de keeper mogen in de cirkel staan.

Duur van de wedstrijd en wisselen

Een hockeywedstrijd die gespeeld wordt op een heel veld (dus in 11 tegen 11), duurt in totaal 70 minuten. Hierbij komen nog de verschillende pauzes. In totaal zijn er 4 verschillende kwarten die elk 17,5 minuut duren. Bij hockey is er niet zoiets als 'extra tijd', er wordt dus maar 17,5 minuut gespeeld. Ook al staat een speler in de laatste seconde van de wedstrijd op het punt van scoren, is de wedstrijd toch voorbij als de timer af gaat. Tussen het eerste en het tweede kwart is er een pauze van twee minuten. Tussen het tweede en het derde kwart is er een pauze van vijf minuten. Daarna is er weer een pauze van twee minuten tussen het derde en vierde kwart in. Alle wedstrijden vanaf de D-jeugd, of O12 jeugd, duren dus 70 minuten. Deze hebben vier kwarten van 17,5 minuten.

Tegenwoordig worden er op internationaal niveau wedstrijden gespeeld van 60 minuten. Er zijn dan nog wel vier kwarten, maar deze duren niet 17,5 minuten maar enkel 15 minuten. In de jeugd onder de D-tjes of O12 teams worden er wedstrijdjes gespeeld met minder spelers die ook korter duren. Zo spelen de O10 teams (ook wel E8 teams) twee keer dertig minuten op een half veld. De O9 teams (ook wel E6 teams) spelen twee helften van 25 minuten. De O8 (ook wel F teams) spelen wedstrijdjes van twee keer vijftien minuten.

Wisselen

Bij hockey mag je onbeperkt spelers wisselen. Dit betekent niet alleen dat je zo vaak tijdens een wedstrijd mag wisselen als jij wilt, maar ook dat spelers die al een keer gewisseld zijn er nog een keer in gewisseld mogen worden (zo vaak als gewenst). Spelers mogen het veld pas betreden als de speler met wie hij wisselt buiten de lijnen is. Je wisselt binnen 3 meter van de middenlijn. Keepers mogen wel wisselen vlakbij hun doel. Heeft de scheidsrechter je uit het veld gestuurd omdat je een erge overtreding hebt gemaakt of ander ongewenst gedrag hebt vertoond? Dan moet je naar de teambank en mag je niet worden gewisseld. Als je geblesseerd bent of bloedt, moet je van het veld af. Als je na het behandelen van de blessure weer in het veld wilt, mag je er bij de middenlijn weer in komen.

Uitrusting

Om hockey te spelen heb je de juiste uitrusting nodig, waaronder een hockeystick, bitje, hockeyschoenen, handschoen en scheenbeschermers.

  • Hockeystick: Een goede hockeystick heeft de lengte van je voet tot aan je navel. Er zijn sticks met veel verschillende kleuren, en zelfs met verschillende vormen! Zo kan de kromming van de stick verschillen (de boog in de stick), net zoals de verschillen in de krul (met een rechte hoek of juist een iets smallere krul).
  • Bitje: Het bitje, of de mondbescherming, is sinds 2015 verplicht gesteld door de KNHB. Het bitje zorgt voor bescherming van het gebit en de kaken wanneer een eventuele bal of stick hier tegenaan komt.
  • Hockeyschoenen: Hockeyschoenen zijn nodig voor grip op het kunstgrasveld, maar kunnen ook zeker helpen om de pijn van een hockeybal tegen je voet te dempen.
  • Handschoen: Bij hockey wordt ook vaak een handschoentje of worden zelfs twee handschoenen gedragen. Deze worden gebruikt om de pijn van eventuele hockeyballen of -sticks die tegen de hand aan komen op te vangen.
  • Scheenbeschermers: Scheenbeschermers mag je nooit vergeten, deze zijn namelijk verplicht bij zowel hockeywedstrijden als -trainingen! Scheenbeschermers worden onder de kousen gedragen en zorgen voor bescherming aan de voorkant van de scheenbenen.

Daarnaast is het belangrijk om het juiste tenue te dragen, bestaande uit kousen, een broekje of rokje en een shirt in de clubkleuren.

tags: #hockey #aanvoerder #taken #scheidsrechter