Hockey is een sport die bekend staat om zijn snelheid, behendigheid en fysieke intensiteit. Hoewel de sport veel voordelen biedt voor de gezondheid en conditie, brengt het ook risico's op blessures met zich mee. Een belangrijk aspect van veiligheid in hockey is de bescherming van gevoelige lichaamsdelen, waaronder de genitaliën. Dit artikel bespreekt het belang van genitale bescherming in hockey, de beschikbare opties en relevante veiligheidsnormen.
Het Belang van Genitale Bescherming
In hockey, net als in andere contactsporten, lopen spelers het risico op impact van ballen, sticks en andere spelers. Onbedoelde slagen of botsingen kunnen ernstige verwondingen veroorzaken, waaronder schade aan de genitaliën. Deze verwondingen kunnen variëren van milde kneuzingen tot ernstigere trauma's die medische interventie vereisen.
Genitale bescherming is essentieel om deze risico's te minimaliseren en spelers in staat te stellen met vertrouwen en zonder angst voor letsel te spelen. Het biedt een beschermende barrière die de impact van potentiële bedreigingen absorbeert en de kracht verdeelt, waardoor de kans op schade wordt verminderd.
Beschikbare Opties voor Genitale Bescherming
Er zijn verschillende soorten genitale beschermers beschikbaar voor hockeyers, ontworpen om maximale bescherming en comfort te bieden. De meest voorkomende opties zijn:
Toks (Jockstraps met cup): Dit is de meest traditionele vorm van genitale bescherming. Een tok bestaat uit een elastische band die rond de taille wordt gedragen en een zak waarin een harde plastic cup wordt geplaatst. De cup beschermt de genitaliën tegen directe impact.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Slips met geïntegreerde cup: Deze slips zijn voorzien van een ingenaaide zak voor een cup. Ze bieden een comfortabelere pasvorm en voorkomen dat de cup verschuift tijdens het spelen.
Speciale hockeybroeken: Sommige hockeybroeken zijn uitgerust met extra padding in het kruisgebied voor extra bescherming.
De keuze van de juiste genitale bescherming hangt af van persoonlijke voorkeur, comfort en het niveau van bescherming dat nodig is. Het is belangrijk om een beschermer te kiezen die goed past en niet knelt of schuurt.
Veiligheidsnormen en Certificeringen
Om de kwaliteit en effectiviteit van genitale beschermers te waarborgen, zijn er verschillende veiligheidsnormen en certificeringen van kracht. Deze normen stellen eisen aan de materialen, constructie en prestaties van de beschermers.
Een relevante norm is de EN 13546, die specifiek betrekking heeft op beschermende kleding voor hockeykeepers en veldspelers. Deze norm specificeert de eisen en beproevingsmethoden voor hand-, arm-, borst-, buik-, been-, voet- en genitale beschermers. De norm beoordeelt aspecten zoals ergonomie, prestaties, onschadelijkheid, maatvoering en dekkingsgraad.
Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse
Hoewel de EN 13546 in 2002 is ingetrokken, blijft deze norm een belangrijke referentie voor de productie en beoordeling van hockeybeschermingsmiddelen. Fabrikanten en leveranciers van genitale beschermers streven ernaar om te voldoen aan de eisen van deze norm om de veiligheid van hun producten te garanderen.
Aanvullende beschermende kleding en blessures bij sporten
Naast genitale bescherming zijn er andere vormen van beschermende kleding die hockeyers kunnen dragen om het risico op blessures te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan scheenbeschermers, mondbeschermers, handschoenen en helmen.
Het is belangrijk om te onthouden dat sporten, waaronder hockey, risico's op blessures met zich meebrengen. Mountainbikers bezoeken relatief gezien het vaakst de spoedeisende hulp, wielrenners staan in die ranglijst op plek drie. Ruim een kwart van het bij een val opgelopen letsel gaat om de welbekende sleutelbeenbreuk. Deze zogenoemde traumatische, ook wel acuut-ontstane blessure is de tegenhanger van de niet-traumatische blessure, die wordt veroorzaakt door overbelasting.
Veelvoorkomende blessures bij fietsen
De sleutelbeenbreuk wordt meestal veroorzaakt door een val op de gestrekte arm of een val direct op de schouder. In Nederland kiest men in de meeste gevallen, uiteraard afhankelijk van de ernst van de breuk, voor een conservatief beleid; geen operatie, maar een aantal weken in een mitella. Hoewel de prognose goed is, is het belangrijk het herstel de tijd te geven en je te laten begeleiden door een arts of fysiotherapeut.
Rugpijn komt veel voor bij zowel wielrenners als mountainbikers. Het betreft meestal lage rugpijn; pijn in de rug rond de lendenwervels en het gewricht tussen het heiligbeen en bekken. Deze pijn straalt soms uit naar billen en bovenbenen. De oorzaak kan liggen in onjuiste afstelling van de fiets. Er kan ook sprake zijn van een tekortschietende rompstabiliteit. Rompstabiliteit is een populair begrip in de sportwereld, maar niet bijster goed afgebakend. Hiervoor zijn passieve structuren als botten en bandjes verantwoordelijk, maar ook actieve structuren. Dit zijn rug-, buik- en bekkenspieren. Als de rugklachten gedurende een langere fietsrit ontstaan, is vermoeidheid van deze spieren een waarschijnlijke oorzaak. Te korte, of te lange spieren kunnen eveneens rugklachten veroorzaken. Bij wielrenners willen verkorte heupbuigers hier nog weleens verantwoordelijk voor zijn.
Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.
De zitvlakblessure is berucht in het wielrennen. Er bestaan diverse vormen, zoals pijn rond de zitbeenknobbels, gevoelloze genitaliën of irritatie van het huidgebied tussen anus en scrotum, respectievelijk anus en vagina. Hierbij ontstaan regelmatig cysten of puisten. Belangrijk is een goede afstelling van het zadel; bij een te hoog staand zadel schuift de fietser heen en weer, wat tot veel wrijving leidt. Het zadel mag bovendien niet te ver naar voren of achteren geplaatst zijn; in dit laatste geval ontstaat onnodige wrijving tussen lies en zadel. Een goed zadel is van groot belang. Een uitsparing in het zadel is niet altijd de juiste oplossing en kan soms zelfs averechts effect hebben. Bezuinig niet op de fietsbroek, een goed zeem is onontbeerlijk en kan veel misère voorkomen.
Hand- en polsklachten komen veel voor en ontstaan vaak tijdens langere ritten. De oorzaak is meestal druk op een van de polszenuwen, de zogenoemde ‘nervus ulnaris’. Hoewel minder waarschijnlijk, kan ook een andere zenuw zijn aangedaan; meestal zijn de klachten dan meer naar het midden van de hand gelokaliseerd. Oorzaak kan een verminderde beweeglijkheid van de pols zijn, maar ook een verkeerde of te eenzijdige fietshouding. Soms is het nuttig een iets dikker stuurlint te monteren. In een klein deel van de gevallen worden hand- en polsklachten veroorzaakt door een nekprobleem.
Van alle niet-traumatische blessures is kniepijn de meest belemmerende. Vaak gaat het om pijn aan de voorzijde van de knie en is er irritatie van het kraakbeen tussen knieschijf en bovenbeen. Bijna altijd is sprake van ofwel een verkeerde fietshouding, ofwel een teveel aan trainingsarbeid. Qua houding is de zadelhoogte het eerste waarnaar moet worden gekeken. Bij een te laag afgesteld zadel is de druk op de knieschijf veel groter dan bij een goed afgesteld zadel. Is de oorzaak gelegen in de trainingsarbeid, dan kan het zijn dat de duur, intensiteit of frequentie te hoog ligt of te abrupt is opgevoerd. Ook kan het trappen van een te zwaar verzet zorgen voor lokale overbelasting. Deze factoren kunnen stuk voor stuk goed worden aangepakt.
tags: #genitalia #bescherming #hockey