De Geschiedenis van de Klapschaats: Van Experiment tot Revolutie in het Langebaanschaatsen

Schaatsen, een sport die al eeuwenlang door Nederlanders wordt beoefend, heeft door de jaren heen een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Van eenvoudige dierenbeenderen onder de voeten tot de hightech klapschaatsen van vandaag, de zoektocht naar snelheid en recordverbetering is altijd een drijvende kracht geweest. Deze zoektocht naar perfectie heeft geleid tot innovaties zoals het Aëropak en de voortdurende wetenschappelijke ontwikkelingen die elke seconde tijdwinst nastreven. De klapschaats, een recente en revolutionaire innovatie, heeft de langebaansport fundamenteel veranderd.

De Oorsprong van de Schaats: Een Eeuwenlange Evolutie

De geschiedenis van het schaatsen is rijk en divers. Vroege schaatsen bestonden uit dierenbeenderen die onder de voeten werden bevestigd. In de middeleeuwen evolueerden deze naar houten schaatsen met ijzeren bladen. Later werden de zogenaamde 'Noren' geïntroduceerd, leren schoenen met metalen ijzers. Deze ontwikkelingen waren cruciaal in de evolutie van de schaatssport, maar de grootste revolutie moest nog komen.

De Klapschaats: Een Idee Dat Lang Op Zich Liet Wachten

De ontwikkeling van de klapschaats zelf was geen plotselinge gebeurtenis. Tussen 1894 en 1937 werden al verschillende vormen van klapschaatsen ontwikkeld, maar deze werden niet actief gebruikt in de wedstrijdsport. Het duurde tot 1980, toen Gerrit Jan van Ingen Schenau van de Vrije Universiteit van Amsterdam begon met zijn onderzoek, dat de moderne klapschaats vorm kreeg.

Pas in 1994 begonnen enkele Nederlandse schaatsers te experimenteren met de klapschaatsen zoals we die nu kennen. De echte doorbraak kwam in 1997, toen Tonny de Jong Europees kampioen werd op de klapschaats. Dit succes overtuigde veel andere topsporters om over te stappen op de nieuwe technologie. Het grote probleem was dat de sporters hun hele techniek en houding moesten veranderen en daardoor wilden vaak veel sporters er niet direct aan als er weer wat nieuws is uitgevonden. Maar toen de klapschaats er eenmaal door was sneuvelden de wereldrecords ook aan de lopende band. Zelfs het superrecord van Johann Olav Koss uit 1994 werd verpulverd door Gianni Romme door er met 22 seconden onder te duiken. Hij was per 10 ronden ruim een seconde sneller.

Het Principe Achter de Klapschaats

Het principe van de klapschaats is gebaseerd op een langer contact tussen het ijzer en het ijs, waardoor de schaatser meer kracht kan overbrengen. In plaats van met de punt van de schaats in het ijs te prikken, blijft het hele glijvlak tijdens de slag op het ijs. Vooral in de laatste 0.05 seconden van de slag wordt de winst behaald, doordat het ijzer langer contact houdt met het ijs dan bij traditionele schaatsen.

Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje

De klapschaats is een scharnierende schaats die het mogelijk maakt de beenspieren volledig te strekken zonder dat de punt van de schaats zich in het ijs boort en de vaart remt. Het kunnen strekken van de kuitspieren draagt ook bij aan een hoger mechanisch rendement van de beweging: er kan meer arbeid worden geleverd omdat meer spieren effectief aan de beweging bijdragen. Verschillende meetmodellen en prototypes gingen aan het uiteindelijke succes vooraf. Een van de eerste meetmodellen, die de afzetkracht meet bij het schaatsen, stamt al uit 1978. Deze schaats heeft nog vastzittende ijzers, evenals de meetinstrumenten uit 1985 tot 1988, ontwikkeld voor onder andere het promotie onderzoek van Jos de Koning. De schaats die hier te zien is, is een model uit 1996-1997. De draden leidden naar een kleine computer op de rug van de schaatser, gevuld met meetapparatuur.

De Eerste Wedstrijd op Klapschaatsen: Een Historisch Moment

Op 10 februari 1985 werd op de Jaap Eden Baan in Amsterdam de eerste officiële afstand gereden op klapschaatsen. Ron Ket maakte de eerste meters op dit nieuwe type schaats. Dit moment markeerde het begin van de grootste schaatsrevolutie aller tijden. Gerrit Jan van Ingen Schenau is de grote man achter de klapschaats, maar tot zijn grote verbazing was er al in 1894 hiervoor het patent aangevraagd. “Er is alleen geen bewijs dat het daadwerkelijk is gebouwd,” aldus Jos de Koning, tegenwoordig de belangrijkste wetenschappelijke kracht achter de klapschaats. Hetzelfde geldt voor een ontwerp uit 1936 van een zekere R.

De eerste geregistreerde 500 meter werd gereden door Ron Ket op 10 februari 1985 op de Jaap Edenbaan, zonder veel aandacht van de media. Hoewel Henk Gemser, de toenmalige bondscoach, ruim een jaar later positief sprak over de klapschaats, bleef de doorbraak uit. Op 18 oktober 1985 schreef Jaap van Kouterik in dagblad De Waarheid over de klapschaats, maar dit werd nauwelijks opgemerkt.

De Doorbraak en Acceptatie van de Klapschaats

Ondanks de vroege ontwikkelingen en experimenten duurde het geruime tijd voordat de klapschaats algemeen werd geaccepteerd. Schaatsers zijn een conservatief volkje. Het heeft immers lang geduurd voordat de klapschaats op de Spelen verscheen. Maar toen was het ook meteen gedaan met de vaste Noor. In Nagano 1998 werden op de klapschaats 32 nieuwe olympische records gereden en maar liefst acht nieuwe wereldrecords.

Tussen de uitvinding van de klapschaats en de introductie op de Spelen zit vijftien jaar. Het leek er zelfs op dat de klapschaats voor eeuwig in het vet zou gaan. Niemand wilde hem. Toch klopt de theorie. De bewegingswetenschapper Gerrit Jan van Ingen Schenau heeft de schaats ontwikkeld in 1985. Kenners weten dat al aan het eind van de negentiende eeuw een patent is aangevraagd op een klapsysteem voor een hockeyschaats. In 1936 wordt het principe toegepast op een kunstschaats. Maar zowel voor het ijshockey als voor het kunstrijden is klappen geen goed idee. Je valt al snel voorover ‘op je plaat’, zoals dat heet. Wat is het voordeel van ‘de klapper’? Het punt waartegen je afzet is gunstiger en het ijzer blijft langer op het ijs. Het komt erop aan op het juiste moment een extra zetje te geven. Dan pas is de klapschaats effectief. Dat moet je even leren. Het is in theorie allemaal bedacht begin jaren 80 aan de VU in Amsterdam. De schaats is daarna ontwikkeld en uitgeprobeerd onder meer door de studenten van Van Ingen Schenau. In tegenstelling tot de topschaatsers, zagen zij wel de voordelen van de schaats. Hun tijden gingen met sprongen vooruit. Begin jaren 90 reden bijna alle junioren op de klapschaats. Het was toen een kwestie van wachten dus. De topschaatsers durfden de overstap namelijk niet aan. Meer dan een half uurtje wilden ze niet op de klapschaats staan en hup, ze gingen de hoek in. Ze vonden het mechaniek te kwetsbaar. Bovendien kon je bij de start de punt van de schaats niet in het ijs duwen voor een afzetje. De klapschaats kreeg al snel het etiket ‘Damesschaats’, omdat alleen de vrouwen de stap durfden te zetten. “Typisch een damesschaats,” zei Ritsma minachtend. In 1997 rijdt Tonny de Jong het EK op de klapschaats en met succes. Ze reed tegen Duitse vrouwen van wie je eigenlijk nooit kon winnen. De Jongs zege betekende een revolutie bij het langebaanschaatsen. Het was iedereen onmiddellijk duidelijk dat als je nog wilde winnen je een klapschaats nodig had. De klapschaats heeft daarmee een enorme bijdrage geleverd aan de vooruitgang van het schaatsen, meer dan training of techniek. Het materiaal deed het ‘m. De klapschaats heeft ten slotte ook de taal verrijkt van andere schaatsminnende landen: de Japanners zeggen Kurappusukaatsu, de Noren klappskøyte, de Duitsers Klappschlittschuh. In het Russisch heten klapschaatsen kon’ki-klapy. In het Engels werd het niet clapskate maar klapskate. (the) Clap deed de rijders te veel denken aan een geslachtsziekte.

Lees ook: Complete Gids voor Waterpolo Regels

In 1994 voerden Eric van Kordelaar en Dick de Bles als coaches van het gewest Zuid-Holland de klapschaats in voor hun jeugdrijders. Met spectaculair resultaat, want binnen een jaar bereikte de ploeg met André Vreugdenhil en Raymond Barendse de nationale top. Desondanks bleef de schaatswereld ongeïnteresseerd. De echte doorbraak was op een wereldbekerwedstrijd vrouwen op 3.000 meter eind 1996, die door Tonny De Jong op klapschaatsen werd gewonnen. Gunda Niemann werd volkomen overrompeld, zei ze in 2017 in de film Tien jaar wachten op applaus. “Ik reed een paar ronden voor De Jong uit, maar ik bleef dat geluid maar achter me horen. Klak-klak-klak. En het kwam maar dichterbij. Oh, dacht ik, daar komt die dan, die nieuwe schaats. Klak-klak. Ik had geen enkele kans. Ik had geen tactiek meer, geen nieuw plan. De klapschaatsrevolutie was voltooid.

De Impact van de Klapschaats op Wereldrecords

Na de acceptatie van de klapschaats volgden de wereldrecords elkaar in rap tempo op. Gianni Romme verbeterde het wereldrecord op de 10 kilometer met vijftien seconden op de Spelen van Nagano in 1998. De klapschaats had een enorme impact op de prestaties in het langebaanschaatsen.

Verdere Innovaties in de Schaatssport

Naast de klapschaats zijn er nog andere innovaties die hebben bijgedragen aan de verbetering van prestaties in de schaatssport. Een voorbeeld hiervan is het Aëropak, ontwikkeld in Nederland. Dit pak is afgeleid van de schubben op de romp van gevechtsvliegtuigen en zorgt voor minder luchtweerstand, waardoor hogere snelheden behaald kunnen worden.

Het Aëropak, ook wel bekend als het schubbenpak, is ontwikkeld door Hans Velthuis. Door de schubben ontstaat er meer turbulentie in de lucht, waardoor de lucht minder aan het pak zuigt en de weerstand vermindert. Uit onderzoek in windtunnels bleek dat de luchtweerstand van schaatsers met een Aëropak 3 tot 9 procent minder is dan bij schaatsers met een normaal pak, wat resulteert in een tijdwinst van 0,3 tot 0,7 seconde per ronde.

Ook de zogenaamde spoilerstrips die in Nagano op de pakken aangebracht werden op het voorhoofd en onderbeen. Deze strips zorgen er ook voor dat er minder weerstand wordt gevormd. Dit zit zo. Achter het pak vormt zich een soort luchtzak die door de strips en hun werking opgevuld wordt. Deze luchtzak zorgt voor een extra zuiging op het lichaam en zorgt er dus voor dat men zachter gaat. De strips verminderen de weestand volgens berekeningen met ongeveer 5 procent. Dit is goed voor 0,2 tot 0,5 seconde tijdwinst per ronde.

Lees ook: Terugblik Daley Blind

Toekomstige Ontwikkelingen

De ontwikkeling van de schaatssport staat niet stil. Er wordt voortdurend gezocht naar nieuwe manieren om de prestaties te verbeteren. Zo wordt er momenteel onderzoek gedaan naar de dubbele klapschaats en schaatsen met kromme ijzers.

De dubbele klapschaats heeft een tweede scharnier dat iets voor het eerste scharnier is geplaatst en ervoor zorgt dat het ijzer nog langer op de grond blijft. Ook zijn de scharnieren aan een rails bevestigd waardoor het klapmechanisme iets naar voren of naar achter gezet kan worden. Het is nog niet bewezen dat de dubbele scharnieren daadwerkelijk voor meer snelheid zorgen maar er zijn met sensoren en hogesnelheidscamera’s wel veel metingen gedaan die veelbelovende computersimulaties opleverden. Dit jaar wordt de dubbele klapschaats door een aantal toppers getest. Maar deze nieuwe schaats is niet voor elke schaatser een succes te noemen. De Dubbele klapschaats, gemaakt door fabrikant Viking heeft een systeem dat bij de start uitgeschakeld kan worden. Er komt namelijk , zelfs bij het schaatsen steeds meer techniek aan te pas. In het dubbele klapsysteem dit een computertje die dit systeem totaal uit kan schakelen waardoor er gestart kan worden op de normale manier en men geen last heeft bij de start.

Ook worden er veel nieuwe dingen geprobeerd zoals bijvoorbeeld kromme ijzers onder je schaats. De kromme ijzers worden vooral bij shorttrack gebruikt omdat je daarbij verschrikkelijk veel bochten moet maken. Maar de langebaanschaatsers beginnen nu ook aan deze nieuwe ontwikkeling te denken bijvoorbeeld topschaatser Jan Maarten Heideman, hij reed een tijdje geleden al op kromme schaatsen. Deze schaatsen zijn veel sneller in de bochten en zorgen voor meer grip en doordat de ijzers ook nog eens getailleerd geslepen zijn heb je nog veel meer overbrenging op het ijs. En in combinatie met het klapsysteem kan dit dus een ideaal effect leveren, het klapsysteem voor de rechte stukken en de kromme ijzers voor betere grip in de bocht waardoor je je snelheid vast kunt houden. De kromme ijzers zorgen ervoor dat er in de bochten veel tijdwinst genomen kan worden. En dat de schaatser minder kracht hoeft te zetten voor hetzelfde rendement. Daarnaast zijn de schaatsen ook nog getailleerd geslepen wat inhoud dat het mes vooraan dik is , in het midden dunner en achteraan weer dikker zodat deze bij de afzet automatisch naar binnen stuurt. Dit komt goed uit want de Bendy (zo heet deze schaats) kan daardoor de bewegingen die de schaatser maakt (tijdens het schaatsen maak je een soort s -slag) er weer uit halen waardoor je gewoon recht komt te rijden. Ook het bochtenwerk wordt aanzienlijk verbeterd.

Ook de ijshallen zelf worden steeds verder ontwikkeld. Zo zijn er in Thialf in Heerenveen aanpassingen gedaan om de baan sneller te maken, zoals een nieuwe betonlaag onder het ijs en doeken om de buizen van het geraamte voor een betere geluidsweergave. Er komen een aantal extra lagen bij bovenop het ijs zodat de bochten iets flauwer worden en licht hellend. Hierdoor krijgt de schaatser meer grip wanneer deze met hoge snelheid de bocht in gaat en kan hij deze hoge snelheid beter vasthouden.

tags: #eerste #wedstrijd #klapschaats #geschiedenis