De Gelderse voetbalgeschiedenis is rijk en divers, gekenmerkt door lokale rivaliteiten en een sterke verbinding met de eigen stad of regio. In deze context is het interessant om de geschiedenis van Eendracht Arnhem te belichten, een club met een lange traditie in het Arnhemse voetbal.
De Gelderse Voetbalcultuur: Meer dan Alleen een Spel
De populaire opinie is dat Gelderland geen eenheid vormt. Arnhemmers en Nijmegenaren contrasteren vooral de onderlinge verschillen, en de Veluwe, de Betuwe en de Achterhoek worden als onvergelijkbare cultuurgebieden gezien. De vraag is hoe deze Gelderse kwestie naar bovenkomt in de sport. Komt men tezamen in het voetbal, of zitten ook hier plaatselijke identiteiten een overstijgend ‘Gelders gevoel’ in de weg?
Al aan het eind van de negentiende eeuw ontmoetten Gelderse clubs elkaar in een regionale competitie. In district Oost kwamen Gelderse en Overijsselse clubs uit. Het meest illustere treffen in het Oosten was volgens de kranten de wedstrijd tussen Vitesse uit Arnhem en Quick uit Nijmegen. Deze twee clubs kwamen elkaar voortdurend tegen, al sinds het eerste treffen in 1895. In deze vroege jaren speelden zij in hun stadskleuren: Quick in het Nijmeegse rood-zwart, Vitesse in het Arnhemse blauw-wit. Door in de stadskleuren te spelen, claimden de clubs direct de vertegenwoordiging van de hele stad, ten nadele van kleinere Arnhemse en Nijmeegse verenigingen. Voor de clubs was het onderlinge treffen dan ook in feite een stedenwedstrijd: Quick leende ooit zelfs spelers van een andere Nijmeegse club voor de ontmoeting met Vitesse. Als ze maar in dezelfde stad speelden, zo vond het bestuur blijkbaar. Ook journalisten benadrukten voortdurend de connectie tussen de voetbalclubs en hun stad van oorsprong, soms door het treffen te reduceren tot ‘Arnhem-Nijmegen’.
Vóór de Tweede Wereldoorlog hadden de meeste grote Gelderse steden meerdere vertegenwoordigers op het hoogste niveau. In 1922/’23, het eerste seizoen waarin N.E.C. en Vitesse elkaar troffen, ontmoette laatstgenoemde tevens maar liefst drie Arnhemse concurrenten. En in het seizoen 1937/’38 troffen drie Zutphense clubs elkaar op het hoogste niveau. Elke stad had zulke binnenstedelijke wedstrijden: FC Wageningen - Wageningse Boys, Vitesse - Hertog Hendrik, Be Quick Zutphen - AZC, AGOVV Apeldoorn - Robur et Velocitas, N.E.C. - Quick, et cetera. In Nijmegen had Quick uitstekende sportieve resultaten behaald en een lange geschiedenis met Vitesse opgebouwd. Voordat N.E.C. Vitesse ontmoette in de competitie in 1922, hadden Quick en Vitesse zelfs al 52 keer tegen elkaar gespeeld. Een club als N.E.C. moest vóór de oorlog dus vechten om zich de vertegenwoordiger van Nijmegen te mogen noemen.
Vanaf de professionalisering in 1954 ging het lokale karakter van de Nederlandse voetbalcompetitie verloren. De strijd binnen de stad verdween in Gelderland. Quick koos voor het amateurvoetbal, dus een Nijmeegs treffen ging voorgoed verloren. Vitesse speelde na het seizoen 1949/’50 nooit meer een competitiewedstrijd tegen een Arnhemse club. De resterende clubs waren de alleenheersers geworden van hun stad of zelfs regio, en dat wilden zij weten ook.
Lees ook: Overzicht activiteiten Someren Eendracht
Eendracht Arnhem: Een Overzicht
Eendracht Arnhem is opgericht op 1 september 1916. Het is een Nederlandse amateurvoetbalclub gevestigd in Arnhem. De club heeft een rijke geschiedenis en is een van de oudste amateurclubs in Nederland, met een sterke focus op zowel competitief als recreatief voetbal. Eendracht Arnhem staat bekend om zijn inclusieve sfeer, waar iedereen, ongeacht achtergrond of niveau, welkom is om te sporten en zich te ontwikkelen.
De Clubcultuur en de Plaatselijke Identiteit
De verenigingen claimden de vertegenwoordiging van hun stad of zelfs hun streek, en gingen op allerlei manieren de band met hun directe omgeving aanhalen. De oudste methode was het tenue. Zoals vermeld begonnen onder andere Quick, N.E.C. en Vitesse in de kleuren van hun stad. Liederen waren dan ook een tweede middel voor het bevorderen van het plaatselijke imago van de clubs. De verenigingen werden hierin neergezet als typische producten van hun stad of regio, en de band met de plek van oorsprong werd even stevig aangehaald. In de N.E.C.-mars uit 1934 werd de stad niet eens genoemd, maar het clublied van N.E.C. uit 1966, openend met de regel ‘Daar aan de boorden van de Waal ligt de oude keizerstad’ is één grote ode aan Nijmegen. Bij Vitesse zijn de clubliederen al langer stadsgebonden. Voor de oorlog zong men al: ‘Gij, club van Gelre’s eerste stad […] Steeds streelt uw roem het Arnhemsch hart’, en het huidige clublied bevat de regels: ‘Hier in de stad aan de Rijn, Daar moet je echt Vitessenaar zijn’.
Het clublogo kan ook een manier om de band met de plek van herkomst te verstevigen. N.E.C. en Vitesse veranderden in respectievelijk de jaren zestig en jaren tachtig hun neutrale logo’s in emblemen waarin het stadswapen prominent was verwerkt. Toen het N.E.C.-bestuur de Nijmeegse dubbelkoppige arend in de jaren negentig weer verwijderde kwamen supporters in opstand. In het geval van AGOVV besloten supporters zelf wat stadssymboliek te injecteren in het relatief neutrale logo. Ook mascottes zoals Vitesse’s arend en N.E.C.’s legionair - beide recentere uitvindingen - verwijzen vaak naar stadsgeschiedenis.
Clubculturen en regioculturen worden de laatste jaren vaak volledig gelijkgesteld. Kwalificaties die bijvoorbeeld voor Nijmegen gelden, worden ook voor N.E.C. genoemd. In de vergelijking met Arnhem en Vitesse zijn de eerste twee ‘bonter, volkser en dwarser’, of ‘gemoedelijker’, of ‘Bourgondischer’. Arnhem én Vitesse worden juist voortdurend ‘deftiger’, ‘killer’, en ‘zelfvoldaan’ genoemd. Het verschil tussen de N.E.C.-er en de Nijmegenaar, of de Vitessenaar en de Arnhemmer, wordt zo opgeheven. Bij De Graafschap is het niet anders. Uit de jubileumboeken komt een typische supporter, de superboer, naar voren: bokkig, terughoudend, nuchter, en warm. Het beeld komt perfect overeen met het vaak verkondigde stereotype van de Achterhoeker. Het verschil tussen boer en superboer wordt door supporters en journalisten heel expliciet opgeheven. Onder historici bestaat de consensus dat in de tweede helft van de twintigste eeuw regionale trots weer sterk toeneemt. Een theorie hiervoor is dat globaliseringsprocessen, in sterkte toegenomen sinds de jaren zeventig, een tegenreactie oproepen. Voor velen is de wereld te groot en niet meer behapbaar geworden, met als gevolg de herontdekking van folklore, het ontstaan van historische verenigingen, én het aanhalen van de binding met de directe omgeving door voetbalclubs. Hoe weidser het leven werd, hoe meer men verlangde naar iets concreets en lokaals.
Gelderse Derby en Provinciale Trots
Het treffen tussen N.E.C. en Vitesse wordt tegenwoordig de Gelderse derby genoemd, wat aangeeft dat het ook bij deze ontmoeting om meer gaat dan enkel stadsidentiteiten. De benaming zorgt dat de provincie Gelderland een territorium wordt om te overwinnen. N.E.C.-supporters noemden hun club voorafgaand aan de ontmoeting op 23 oktober jongstleden dan ook ‘Gelders trots’. En ook bij De Graafschap en bij Vitesse zingen supporters dat ze de ‘nummer één van Gelderland’ zijn. Vooral die laatste, Vitesse, heeft al lange tijd geprobeerd zich een provinciaal imago aan te meten. Dit deed de club al in 1900, nog voor de oprichting van N.E.C. en De Graafschap. Toen werd er in een vergadering besloten dat de vereniging niet enkel meer Arnhem moest vertegenwoordigen en moest afstappen van het Arnhemse blauw-wit. Bijna een eeuw later, in de jaren 1990, vervolmaakte voorzitter Karel Aalbers de claim dat Vitesse dé vertegenwoordiger van Gelderland was. Hij stelde dat N.E.C. en De Graafschap voor zijn club als concurrenten niet eens meer interessant waren, probeerde de naam van Vitesse te veranderen in ‘Vitesse Gelderland’, en bouwde het Gelredome, een groots stadion, met behulp van grote provinciale investeringen.
Lees ook: Internationaal Voetbal Spektakel
Gelderse Eenheid in het Verleden
Gelderse eenheid is tegenwoordig dus zeldzaam. In het verleden kon Gelderland, of zelfs heel Oost-Nederland, wél vreedzaam samen optrekken. In de eerste helft van de twintigste eeuw waren Randstedelijke clubs vijanden van alle Gelderse clubs. De Randstad had in de eerste decennia van het Nederlandse voetbal een flinke voorsprong, die ingelopen moest worden door de Oostelijke clubs. Vitesse speelde in deze jaren enkele keren om het landskampioenschap, en journalisten van buíten Arnhem schaarden zich ook achter de geelzwarten. Een club uit het Oosten als landskampioen, dat zou wat zijn! Vitessevoorzitter Engelberts was bovendien - volgens een Nijmeegse krant - ‘de pionier van de belangen van ’t provinciaal voetbal’. Hij waagde zich daarmee namens alle Oostelijke clubs in het westelijke ‘wespennest’. Wedstrijden tussen de districtselftallen Oost-Nederland en West-Nederland maakten de bestaande strijd tegen de Randstad het beste zichtbaar. Hierbij speelden de beste Gelderse (en Overijsselse) spelers tegen het Westen: Arnhemmers, Nijmegenaars, Achterhoekers, Apeldoorners, Zutphenaren en Wageningers zij aan zij voor de gezamenlijke Oostelijke trots. Bij overwinningen van het oostelijke districtselftal op West-Nederland werden Randstedelijke journalisten dan ook stevig op hun plaats gezet. Het lijkt een echo van de lange historische politieke en economische strijd tussen de Geldersen en het ‘arrogante’ Westen.
Eendracht Arnhem en Muziekvereniging Eendracht
Op 1 maart 1925 werd muziekvereniging Eendracht opgericht. De muziekvereniging is ontstaan uit de toenmalige voetbalvereniging Eendracht. De inwoners van Colmschate waren het zat om steeds aan Wesepe te vragen om bij hen te komen spelen. De eerste muzikanten van de vereniging waren oorspronkelijk dus voetballers van voetbalclub Eendracht 1. Ze moeten hebben gedacht: “Waarom zouden we niet ook samen muziek maken?” Met deze gedachte begonnen ze instrumenten te verzamelen en zo werd de Fanfare Eendracht opgericht. Het dagelijks bestuur werd gevormd door de heren G.J. Rouwendal, R. Schouten en Z. Spikkelman. Beschermheer werd de heer P.W. Onder leiding van “directeur” A.J. van de Berg werd een poging ondernomen om het concours te Rekken op 5 juni 1927 te bezoeken in de 4e afdeling Fanfare. In de beginjaren was Eendracht een fanfare. Resultaat was een 2e prijs met 40 punten. Een nieuwe poging later dat jaar leverde wederom een 2e prijs op, maar wel nu met 47 punten. In 1929 deed de vereniging opnieuw een poging, ditmaal in Epe, met als doel promotie naar de 3e afdeling.
Lees ook: Volleybalteams in Arnhem
tags: #eendracht #arnhem #voetbal #geschiedenis