Voetbal is een van de meest populaire sporten ter wereld, gespeeld door miljoenen mensen van alle leeftijden. Het doel is simpel: meer doelpunten scoren dan de tegenstander. Echter, om een wedstrijd eerlijk en sportief te laten verlopen, zijn er duidelijke spelregels nodig. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de belangrijkste regels die gelden bij een voetbalwedstrijd, van de aftrap tot de strafschoppen.
De Basisprincipes
Voetbalwedstrijden worden gespeeld tussen twee teams, elk bestaande uit maximaal elf spelers, waarvan één de keeper is. Het spel wordt gespeeld op een rechthoekig veld met twee doelen. De bal moet volledig over de doellijn zijn om als doelpunt te tellen.
De Aftrap
De aftrap is de manier om het spel te beginnen of te hervatten. Dit gebeurt:
- Aan het begin van de wedstrijd.
- Na een doelpunt.
- Aan het begin van elke verlenging.
Een toss bepaalt welk team de eerste aftrap mag nemen. De teams starten vanaf hun eigen helft.
Spelregelkennis vergroten
De KNVB heeft Voetbalmasterz.nl in het leven geroepen. Een flitsende site die junioren op een speelse, maar vooral ook op een duidelijke manier voorbereidt op het kunnen behalen van het spelregelbewijs. Zo zijn er veel oefenmogelijkheden en is er uitleg over de regels en over spelsituaties.
Lees ook: Hoe lang honkbal?
Het Voetbalveld: Lijnen en Gebieden
Een voetbalveld is rechthoekig en afgebakend door lijnen. De lange lijnen heten zijlijnen, de korte lijnen doellijnen. Een middenlijn verdeelt het veld in twee helften.
- Afmetingen: Een voetbalveld is in Nederland minimaal 100 meter lang en 64 meter breed, en maximaal 105 meter lang en 69 meter breed. Voor jeugdspelers (F- en E-categorie) wordt er op een half speelveld gespeeld.
- Keepersgebied: Het advies luidt om het keepersgebied te markeren op de zijlijn - ter hoogte van de zijkant van de 16 meter - met twee afwijkende kleur pionnen.
De Bal: Het Belangrijkste Voorwerp
De bal is essentieel om te kunnen voetballen. Pupillenvoetballers spelen vaak met een kleinere bal, omdat de standaardbal voor hen te groot is. Als de bal stukgaat, laat de scheidsrechter de nieuwe bal vallen op de plek waar de oude bal stukging (behalve in het doelgebied).
Spelers en Uitrusting
Elk team bestaat uit maximaal elf speelsters, waarvan één de keeper is. Een wedstrijd kan beginnen als beide teams uit minstens zeven speelsters bestaan. F- en E-teams bestaan uit maximaal zeven speelsters en spelen op een half speelveld.
- Wisselspeelsters: Het aantal toegestane wisselspeelsters is afhankelijk van de (leeftijd)categorie, maar mag niet meer dan zeven zijn. De wisselspeelster komt het veld in bij de middenlijn.
- Uitrusting: De voetbaluitrusting bestaat uit een shirt, broek, kousen en schoenen. Scheenbeschermers zijn verplicht en moeten volledig bedekt zijn met de kousen. Sieraden zijn niet toegestaan. Onderkleding onder het shirt moet dezelfde hoofdkleur hebben als de broek en mag niet verder komen dan de knie.
Scheidsrechters en Assistenten
Elke wedstrijd staat onder leiding van een scheidsrechter, die verantwoordelijk is voor het volgen van het spel en het toepassen van de spelregels. De scheidsrechter werkt samen met twee assistent-scheidsrechters.
- Beslissingen: De beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend, ook al heeft zij misschien niet altijd gelijk. De scheidsrechter mag terugkomen op haar beslissing zolang het spel nog niet is hervat.
- Voordeelregel: De scheidsrechter kan de voordeelregel toepassen, waarbij het spel doorspeelt als er een overtreding is gemaakt tegen het team dat de bal heeft. De speler die de overtreding maakte, kan achteraf een waarschuwing krijgen.
- Taken van de assistent-scheidsrechters: De assistent-scheidsrechters adviseren de scheidsrechter en helpen bij het bepalen van buitenspel.
Spelhervattingen
Wanneer het spel stil ligt, zijn er verschillende manieren om het spel te hervatten:
Lees ook: Hoe lang duurt korfbal
- Aftrap: Na een doelpunt of aan het begin van een helft.
- Inworp: Wanneer de bal over de zijlijn is gegaan.
- Doelschop: Wanneer de bal over de doellijn is gegaan en het laatst is aangeraakt door een speler van de aanvallende partij. De achterbal wordt vanaf de grond genomen binnen het keepersgebied door de bal te passen of te schieten.
- Hoekschop: Wanneer de bal over de doellijn is gegaan en het laatst is aangeraakt door een speler van de verdedigende partij. Hoekschoppen worden vanaf de hoekpunten van het speelveld genomen door de bal in te dribbelen of te passen. In beide gevallen, na indribbelen of inpassen, mag er direct worden gescoord door de speler die de hoekschop neemt.
- Vrije schop: Na een overtreding. Er zijn directe en indirecte vrije schoppen. Bij een overtreding wordt een vrije bal door de tegenpartij genomen.
Vrije Schoppen: Direct en Indirect
Er zijn twee soorten vrije schoppen: de directe en de indirecte vrije schop.
- Directe vrije schop: Mag rechtstreeks in het doel worden getrapt.
- Indirecte vrije schop: De bal moet eerst door een andere speler worden geraakt voordat er gescoord kan worden. Wanneer geeft de scheidsrechter een indirecte vrije schop? De indirecte vrije schop is de lichtste straf.
Strafschop
Een strafschop wordt toegekend wanneer een speler een overtreding begaat binnen het eigen strafschopgebied die normaal gesproken een directe vrije schop zou opleveren. Tijdens de wedstrijd wordt een strafschop alleen gegeven bij het ontnemen van een duidelijke scoringskans. De strafschop (9 meter) is een directe vrije schop, maar je neemt hem vanaf de strafschopstip. Uit een strafschop kun je rechtstreeks scoren.
- De strafschopnemer: De speler die de strafschop neemt, moet duidelijk herkenbaar zijn.
- De keeper: De keeper mag zich op de doellijn verplaatsen, maar mag niet van de doellijn afgaan tot het moment dat de bal is getrapt.
- Schijnbeweging: De strafschopnemer mag een schijnbeweging maken bij het nemen van een strafschop, maar niet vlak voordat hij de bal trapt.
Overtredingen en Disciplinaire Straffen
De scheidsrechter kan disciplinaire straffen geven, zoals een gele of rode kaart, bij overtredingen of onsportief gedrag. De speler ontneemt een tegenstander die zich richting doel van de tegenpartij begeeft een duidelijke scoringskans door middel van een overtreding.
Buitenspel
Een speler staat buitenspel als hij dichter bij de doellijn van de tegenstander is dan de bal en de voorlaatste tegenstander. In buitenspelpositie staan is geen overtreding. Bij het bepalen van de buitenspelpositie kijkt de scheidsrechter of je hoofd, lichaam of voeten dichter bij de doellijn staan dan de bal en de voorlaatste tegenstander.
Duur van de Wedstrijd
Een standaard voetbalwedstrijd duurt 90 minuten, verdeeld over twee helften van 45 minuten met een rustperiode van 15 minuten. De scheidsrechter kan extra tijd bijtellen voor verloren tijd door blessures of andere onderbrekingen.
Lees ook: Duur van jeugdkorfbal wedstrijden
- Jeugdwedstrijden: De duur van jeugdwedstrijden varieert afhankelijk van de leeftijdscategorie:
- JO6 en JO7: Maximaal 40 minuten (geen competitie).
- JO8 en JO9: 2x20 minuten.
- JO10: 2x25 minuten.
- JO11, JO12, JO13: 2x30 minuten.
- JO14, JO15, MO15: 2x35 minuten.
- JO16, JO17, MO17: 2x40 minuten.
- JO18, JO19, M19: 2x45 minuten (gelijk aan senioren).
- Verlenging: In sommige wedstrijden (bijvoorbeeld in toernooien) kan een verlenging worden gespeeld als er na 90 minuten geen winnaar is. Een verlenging bestaat uit twee helften van 15 minuten. Als er dan nog geen winnaar is, volgen er strafschoppen.
Time-out en Rust
De time-out vindt plaats halverwege iedere helft (tijdens een neutrale spelsituatie zoals een achterbal of uitbal). De time-out duurt ongeveer twee minuten en biedt de trainer de mogelijkheid kort terug te blikken, tips mee te geven en de spelers te stimuleren. Rust is na 30 minuten.
Hoe Win Je Een Wedstrijd?
Winnen doe je door meer doelpunten te scoren dan je tegenstander. Als beide teams evenveel scoren, is het een gelijkspel, tenzij de competitiereglementen anders bepalen.