In de wereld van het schaken, en wellicht ook in andere competitieve domeinen, komt de uitdrukking "geen toernooi is mij te duur" naar voren. Om de betekenis van deze uitdrukking te begrijpen, is het nuttig om naar de context te kijken waarin deze gebruikt wordt, en de ervaringen van mensen die deze uitspraak in hun leven hebben meegemaakt. Dit artikel duikt in de oorsprong en betekenis van deze uitdrukking, geïllustreerd aan de hand van persoonlijke ervaringen en observaties.
Een blik op het schaken in Engeland
De uitdrukking "geen toernooi is mij te duur" kan worden geanalyseerd door de ervaringen van schakers die in Engeland hebben gespeeld. Er waren tijden dat Engeland een aantrekkelijke bestemming was voor schakers, met name voor degenen die deelnamen aan open toernooien zoals het Ramsgate toernooi.
De opkomst van Nigel Short
Een voorbeeld van een schaker die in Engeland zijn carrière begon, is Nigel Short. Short werd op jonge leeftijd beschouwd als een wonderkind vanwege zijn talent voor zowel het positionele spel als tactisch vernuft. Ondanks zijn potentieel verliep zijn reis naar de top niet zonder obstakels.
In een sterk toernooi in Londen kreeg Short te maken met de wereldtop, wat resulteerde in een reeks nederlagen. Deze ervaring had een negatieve invloed op zijn ontwikkeling, waardoor het langer duurde voordat hij doorbrak als topspeler. Echter, zijn samenwerking met John Nunn, een groot schaker en ervaren trainer, bleek waardevol te zijn. Nunn hielp Short zijn talent te ontwikkelen en te kneden tot een succesvolle speler.
Het open toernooi van Ramsgate
Het open toernooi van Ramsgate bood Nederlandse subtoppers de kans om te strijden voor een IM-norm (Internationaal Meester). De omstandigheden waren gunstig vanwege de aanwezigheid van titelhouders en de bereidheid van de organisatoren om de spelers te helpen bij het behalen van hun ambitie.
Lees ook: Hoe bepaal je het juiste inschrijfgeld voor toernooien?
In 1983 begon een speler, die in eerdere rondes niet optimaal had gepresteerd, aan een opmerkelijke comeback. Ondanks dat een IM-norm nog steeds onhaalbaar leek, hadden de organisatoren een computerprogramma dat berekende wie er theoretisch nog in aanmerking kwam voor een norm. Op basis van deze berekeningen werd de speler in de achtste ronde ingedeeld tegen Nigel Short, die een rating had die iets hoger lag dan het vereiste gemiddelde.
Hoewel het winnen van Short met zwart onwaarschijnlijk leek, had Short niet zijn beste toernooi. Hij speelde slecht en was afgeleid, waardoor de speler kon profiteren van zijn fouten en de partij in 23 zetten kon winnen. Deze overwinning bracht de IM-norm binnen handbereik, waardoor de uitdrukking "geen toernooi is mij te duur" een persoonlijke betekenis kreeg.
Confrontaties met Short in Lugano
Enkele maanden later kwam dezelfde speler Short voor de derde keer tegen in Lugano, Zwitserland. Dit keer had de speler wit en was hij vastbesloten om zich te bewijzen. Short was vastbesloten om te winnen na zijn verlies in Ramsgate en speelde een Benoni opening.
De speler viel in een strategische val die Short had gezet, maar slaagde erin zich te herstellen en de leiding over te nemen in de partij. Uiteindelijk won de speler de partij, wat zijn overwinning op Short nog specialer maakte.
Training en ontwikkeling in het schaken
Het artikel benadrukt ook het belang van training en ontwikkeling in het schaken. Vroeger was training een privilege, maar tegenwoordig hebben meer jeugdspelers de mogelijkheid om te trainen in groepen of zelfs privélessen te volgen van erkende schaaktrainers.
Lees ook: Waarom toernooien minder inschrijvingen krijgen
Het internet heeft ook een belangrijke rol gespeeld in het bieden van online trainingen, waardoor spelers vanuit huis kunnen leren en oefenen. Echter, niet alle spelers waarderen deze privileges op waarde, en sommigen geven de voorkeur aan andere activiteiten boven schaaktraining.
Het belang van eindspeltechniek
De speler in het artikel kreeg zijn eerste officiële training op 22-jarige leeftijd van bondscoach Cor van Wijgerden. Van Wijgerden bracht hem de liefde voor het eindspel bij, in het bijzonder het toreneindspel.
De speler leerde veel van de sessies in Rotterdam en kon later een remise staand toreneindspel afnemen van de Engelse speler Julian Hodgson. Dit benadrukt het belang van eindspeltechniek in het schaken en hoe training en analyse kunnen leiden tot betere resultaten.
De betekenis van de uitdrukking
De uitdrukking "geen toernooi is mij te duur" kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. In de context van het schaken kan het verwijzen naar de vastberadenheid van een speler om deel te nemen aan toernooien, ongeacht de kosten of moeilijkheidsgraad. Het kan ook verwijzen naar de bereidheid van een speler om alles te geven om een toernooi te winnen, zelfs als de kansen tegen hem zijn.
In een bredere context kan de uitdrukking worden gebruikt om de vastberadenheid van een persoon te beschrijven om zijn doelen te bereiken, ongeacht de obstakels die hij tegenkomt. Het kan ook verwijzen naar de bereidheid van een persoon om risico's te nemen en nieuwe uitdagingen aan te gaan, zelfs als hij niet zeker is van succes.
Lees ook: Buitenspel in Voetbal: Wat je moet weten
Kritische reflecties op de samenleving
Naast de schaakgerelateerde ervaringen, bevat het artikel ook kritische reflecties op de samenleving. Het bekritiseert bijvoorbeeld de arrogantie van sommige mensen die beweren dat hun generatie intelligenter is dan alle oudere generaties. Het bekritiseert ook de zelfverheerlijking die veel voorkomt in de dartsport en pleit voor meer luchtige vragen op spelerspagina's.
Vakantie en verplichtingen
Het artikel reflecteert ook op de betekenis van vakantie en de verplichtingen die mensen in het dagelijks leven hebben. Het stelt dat vakantie een periode is waarin mensen loskomen van alle verplichtingen en opdrachten en zelf kunnen bepalen hoe ze hun tijd besteden. Het bekritiseert ook de achterhaalde gewoonte om juli en augustus als vakantiemaanden te beschouwen en pleit voor meer flexibiliteit.
De invloed van sport op sociaal kapitaal
Het artikel bespreekt ook de invloed van sport op sociaal kapitaal. Het stelt dat sport een gemeenschappelijke taal biedt en een gedeelde ervaring die mensen in staat stelt elkaar te ontmoeten op neutraal terrein. Het waarschuwt echter ook voor de culturele hegemonie die kan ontstaan door de dominantie van bepaalde sporten en pleit voor meer ruimte voor minder dominante stromingen.
Kritiek en controverses
Het artikel gaat ook in op kritiek en controverses. Het bespreekt de aantijgingen dat de auteur negatieve berichtgeving over zijn pokercollega's zou verspreiden en legt uit dat hij als columnist en journalist de feiten zo goed mogelijk probeert weer te geven, ook als dit ten koste gaat van zichzelf of zijn collega's.