Sporten is essentieel voor een gezond en vitaal Nederland. Echter, van de 10 miljoen Nederlanders die wekelijks sporten, loopt bijna de helft een blessure op, wat leidt tot sportuitval of zelfs het volledig stoppen met sporten. Om dit tegen te gaan, is het cruciaal om aandacht te besteden aan het ontstaan van blessures en sporters te begeleiden en adviseren.
Blessures in de Sport: Een Overzicht
In Nederland raken dagelijks ongeveer 12.000 sporters geblesseerd, wat neerkomt op 8 blessures per minuut. Dit benadrukt de urgentie van effectieve blessurepreventie. In 2013 liepen sporters in Nederland naar schatting 4,5 miljoen sportblessures op. Dat betekent dat er iedere duizend uur dat er gesport werd, twee blessures ontstonden. Ruim tweederde van alle sportblessures ontstond plotseling. Jonge sporters en mannen liepen de meeste blessures op. In bijna 2 miljoen gevallen werden die geblesseerde sporters medisch behandeld: een kostbaar verhaal.
Het doel is om blessures die leiden tot sportuitval of -verzuim te voorkomen of te verminderen. Dit wordt bereikt door onderzoek naar het ontstaan van blessures, het identificeren van oorzaken en het ontwikkelen van effectieve preventiemethoden. Op basis van deze inzichten wordt advies gegeven om gedrag te stimuleren dat blessures voorkomt, en worden voorlichtingsmaterialen en praktisch toepasbare oefenprogramma’s ontwikkeld.
Factoren die Bijdragen aan Sportblessures
Verschillende factoren spelen een rol bij het ontstaan van sportblessures, zowel externe als interne. Externe factoren omvatten omgevingsgebonden aspecten zoals weersomstandigheden en onsportief gedrag. Interne factoren zijn persoonsgebonden, zoals geslacht en overgewicht. Deze persoonsgebonden interne factoren zijn verder te verdelen in beïnvloedbare en niet-beïnvloedbare factoren. Geslacht, leeftijd en eerder opgelopen blessures kunnen niet worden veranderd, waardoor preventie zich richt op de beïnvloedbare elementen.
Interventies voor Blessurepreventie
De afgelopen decennia zijn vele interventies ontwikkeld en geëvalueerd om blessures te voorkomen. Een toonaangevend voorbeeld is de FIFA 11+, een effectief en gestructureerd warming-up programma van de Fédération Internationale de Football Association. Dit programma richt zich op het verbeteren van de alertheid en neuromusculaire controle van voetballers.
Lees ook: Rugbyblessures: Een diepgaande analyse
Een effectief sportblessure preventie programma richt zich inhoudelijk op het verminderen of weghalen van de risicofactoren van een specifieke blessure. Een oefening gericht op kniestabiliteit kan de proprioceptie van de knie vergroten en zo voorste kruisbandletsel bij pivoterende sporters helpen voorkomen. Het is cruciaal om de juiste doelgroep te bereiken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen georganiseerde en ongeorganiseerde sporters. Georganiseerde teamsporters kunnen via trainers of verzorgers worden bereikt, terwijl ongeorganiseerde sporters moeilijker te bereiken zijn.
Daarnaast is een kwalitatief goede uitvoering van het preventieprogramma essentieel. De manier waarop een oefening wordt geïntroduceerd en uitgevoerd is van belang. Trainingsmateriaal moet aansluiten bij de behoeften van trainers (eenvoudig, toepasbaar, sportspecifiek, afwisseling tussen mondeling en visueel). Goede instructie is bepalend voor de goede uitvoer van een interventie.
Specifieke Blessures en Preventie in Rugby
Rugby is een fysiek veeleisende sport waarbij blessures vaak voorkomen. Het Activate-programma van World Rugby is een gestructureerd beweegprogramma dat specifiek is ontworpen om blessures te voorkomen en te verminderen bij jeugd en volwassenen. Dit programma is ontwikkeld door experts op basis van wetenschappelijk onderzoek en input van coaches, waardoor het geschikt is voor alle niveaus binnen de rugbywereld.
Het Activate-programma omvat vier categorieën met verschillende niveaus die kunnen worden gebruikt als warming-up of geïntegreerd in de training. Spelers kunnen naar een hoger niveau stappen zodra ze de opdrachten van een bepaald niveau beheersen. Workshops worden aangeboden op clubs om coaches vertrouwd te maken met het Activate-programma en hun eigen ervaringen uit te wisselen. Tijdens deze cursus worden de organisatorische aspecten van rugby, de trainingsbelasting van de sporter, het materiaal en de meest voorkomende blessures en preventie besproken. Ook concussion management en de gevolgen komen aan bod. Er is ruimte voor interactie met docenten en ervaren deskundigen, en voor interactie met rugby zelf onder leiding van een gediplomeerde rugbytrainer.
Soorten Sportblessures
Sportblessures kunnen worden ingedeeld naar oorzaak en ernst:
Lees ook: Blessures in het Nederlandse Voetbal
Overbelastingsblessures: Deze blessures ontstaan geleidelijk door herhaalde belasting van een bepaald lichaamsdeel. Voorbeelden zijn tenniselleboog en achillespeesontsteking. Symptomen omvatten aanhoudende pijn, ontsteking en verminderde prestaties.
Stompblessures (blessures door impact): Deze blessures ontstaan door een klap of val, wat kan leiden tot kneuzingen of breuken. Een voorbeeld is een hematoom na een klap op het been of een gebroken been na een harde botsing. Symptomen zijn plaatselijke pijn, zwelling en zichtbare blauwe plekken.
Botbreuken en ontwrichtingen: Fracturen zijn botverwondingen die onmiddellijk medische verzorging vereisen. Ontwrichtingen treden op wanneer een bot verschuift in een gewricht. Een voorbeeld is een polsfractuur na een val of een schouderontwrichting na een onveilige landing. Symptomen zijn ernstige pijn, zichtbare misvormingen en onvermogen om het aangetaste lichaamsdeel te bewegen.
Verstuikingen en spierverrekkingen: Een verstuiking is een blessure aan de gewrichtsbanden veroorzaakt door een plotse beweging of overmatige verdraaiing. Een verrekking is een overmatige rek van de spiervezels. Een voorbeeld is een enkelverstuiking na een onveilige landing of een verrekte dij veroorzaakt door een te intense sprint zonder voldoende warming-up. Symptomen zijn scherpe pijn, zwelling en beperkte mobiliteit.
Oorzaken van Sportblessures
Sportblessures kunnen door verschillende factoren worden veroorzaakt, zowel door lichamelijke aanleg als door invloeden van buitenaf.
Lees ook: Kokmeijer's herstel
Fysiologische oorzaken:
Zwakke gewrichtsbanden: Sommige sporters hebben van nature minder stabiele gewrichten, waardoor het risico op verstuikingen en scheuren van ligamenten toeneemt.
Spieronevenwichtigheden: Ongelijke spierontwikkeling kan de belasting ongelijk verdelen over bepaalde delen van het lichaam en het risico op blessures vergroten.
Externe factoren:
Geen of onvoldoende warming-up: Een warming-up bereidt de spieren, gewrichten en bloedsomloop optimaal voor op de komende inspanning.
Fouten in de techniek en onjuiste bewegingspatronen: Een verkeerde looptechniek of onveilige bewegingen kunnen bepaalde delen van het lichaam overbelasten.
Ongeschikte uitrusting: Verkeerde schoenen of gebrek aan beschermende uitrusting verhogen het risico op blessures.
Overtraining en gebrek aan herstel: Onvoldoende herstel kan leiden tot spiervermoeidheid, peesirritatie en schade op lange termijn.
Preventie van Sportblessures: Praktische Maatregelen
Volledige warming-up: Elke trainingssessie moet beginnen met 10-15 minuten gerichte warming-up om spieren en gewrichten optimaal voor te bereiden. Lichte cardiotraining, dynamische rekoefeningen en sportspecifieke bewegingen zijn essentieel.
Juiste uitrusting: Geschikte schoenen en sportkleding verminderen het risico op blessures aanzienlijk. Gespecialiseerde tennisuitrusting of rugbyuitrusting bieden bijvoorbeeld extra bescherming.
Geleidelijke trainingsopbouw: Het te snel opvoeren van de prestaties overbelast spieren en gewrichten. Experts raden aan om de intensiteit van de training met niet meer dan 10% per week te verhogen.
Luisteren naar het lichaam: Pijn of ongewone vermoeidheid zijn waarschuwingssignalen die je niet moet negeren.
Diagnose en Behandeling van Blessures
Een snelle en precieze diagnose is cruciaal om een sportblessure correct te behandelen en gevolgschade te voorkomen. Moderne onderzoeksmethoden maken het mogelijk om het exacte type blessure vast te stellen, terwijl onmiddellijke eerste behandeling een positieve invloed heeft op het genezingsproces.
Moderne diagnostische methoden:
MRI (magnetische resonantie beeldvorming): Vooral nuttig voor spier- en bandletsels, omdat het schade aan de weke delen in detail visualiseert.
Röntgenfoto's: Wordt gebruikt om botbreuken of gewrichtsafwijkingen betrouwbaar vast te stellen.
Echografie: Ideaal voor het onderzoeken van spieren, pezen en vochtophopingen in gewrichten.
Onmiddellijke behandeling: de PECH-methode:
- Rust: Haal onmiddellijk de druk van het getroffen gebied en vermijd verdere belasting.
- IJs: IJs gedurende 15-20 minuten meerdere keren per dag om ontstekingen te verminderen (breng ijs nooit rechtstreeks op de huid aan).
- Compressie: Een elastisch verband voorkomt overmatige zwelling en stabiliseert het gewricht.
- Elevatie: Plaats het geblesseerde lichaamsdeel boven harthoogte om de bloedsomloop te reguleren en zwelling te minimaliseren.
Revalidatie: de weg terug naar sport:
- Fysiotherapie: Gespecialiseerde oefeningen om mobiliteit en stabiliteit te bevorderen.
- Spieropbouw: De spieren worden geleidelijk weer sterker gemaakt door gerichte krachtoefeningen.
- Geleidelijke toename van de belasting: De terugkeer naar training vindt gefaseerd plaats om herblessures te voorkomen.
- Coördinatietraining: Verbetert de bewegingscontrole en vermindert het risico op toekomstige blessures.
Te vroeg terugkeren naar sport kan het risico op nieuwe blessures vergroten. Het is daarom belangrijk om het genezingsproces goed in de gaten te houden en naar je eigen lichaam te luisteren.
Blessurerisico in Nederland: Statistieken en Trends
Het blessurerisico en het percentage geblesseerde sporters zijn onderdeel van de kernindicatoren voor het landelijk monitoren van sport en bewegen. In 2024 rapporteerde 11% van de wekelijkse sporters een sportblessure opgelopen te hebben in de afgelopen 3 maanden. Dit percentage is vergelijkbaar met eerdere jaren.
Mannelijke sporters hebben een grotere kans op het krijgen van een sportblessure dan vrouwelijke sporters (2,9 versus 1,9 per 1000 sporturen). In 2024 rapporteerde 7% van de sportende 55-plussers één of meer sportblessures te hebben opgelopen in de afgelopen 3 maanden. Ook het opleidingsniveau speelt een rol: in 2024 was het percentage sporters dat een blessure heeft opgelopen in de afgelopen 3 maanden lager onder mensen met basisonderwijs of een vmbo-diploma (6%) dan onder hbo'ers en wo'ers (12%).
In 2023 was fitness (incl. aerobics en krachttraining) de sporttak waarin de meeste blessures werden opgelopen (22%). Ook tijdens veldvoetbal (19%) en hardlopen (13%) werd een aanzienlijk deel van de blessures opgelopen. Gezamenlijk waren deze drie sporttakken verantwoordelijk voor de helft (54%) van de in 2023 in Nederland opgelopen blessures. Ruim zes op de tien sportblessures in 2023 waren blessures aan de onderste extremiteiten (63%). De meest opgelopen blessure was de knieblessure: een op de vijf (21%) raakte geblesseerd aan de knie. Ook blessures aan de enkel kwamen veel voor.
Veldvoetbal, de meest beoefende sport in Nederland, leidt tot veruit de meeste SEH-bezoeken. In 2023 vonden 28.900 SEH-bezoeken in verband met een blessure door veldvoetbal plaats, bijna een derde van alle SEH-bezoeken in verband met een sportblessure (31%).
Onderzoek en Innovatie in Blessurepreventie
In opdracht van het ministerie van VWS stelt ZonMw financiering beschikbaar voor onderzoek op het gebied van sportblessures. ZonMw stimuleert de ontwikkeling van meer kennis over hoe deze blessures te voorkomen, zodat minder mensen hiervoor kosten maken in de zorg, uitvallen in de sport en verzuimen op school of op het werk. Het programma sportblessurepreventie is hier een voorbeeld van. Het uitgangspunt van dit programma is dat gedegen kennis de basis vormt van succesvolle interventies. De wisselwerking van kennis naar praktijk en van praktijkvraag naar kennisontsluiting staan daarbij centraal.