Waterpolo, een dynamische en uitdagende sport, combineert zwemmen, balvaardigheid en tactisch inzicht. Of je nu een beginner bent of je kennis wilt opfrissen, dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de belangrijkste spelregels, van het speelveld tot de strafworp.
Het Speelveld: De Arena van de Waterpolo
Waterpolo wordt gespeeld in een rechthoekig bassin met afmetingen van ongeveer 25 meter lang en 16 meter breed. Aan beide korte zijden bevinden zich de doelen. Het speelveld is gemarkeerd met lijnen en zones, elk met een specifieke functie:
- Achterlijnen: De grenzen van het speelveld aan de korte zijden.
- Doellijnen: De lijnen aan de voorkant van de doelen, cruciaal voor het bepalen of een doelpunt is gescoord.
- Twee-meterlijnen: Gemarkeerd met rode pionnen langs de kant, bepalen de zone waar een aanvallende speler zich niet zonder bal mag bevinden.
- Vijf-meterlijnen: Aangegeven met gele pionnen, markeren het gebied waarbinnen bepaalde overtredingen zwaarder worden bestraft.
- Middellijn: Gemarkeerd met witte pionnen, verdeelt het speelveld in twee gelijke helften.
Teams, Caps en Officials: De Actoren in het Spel
Een waterpoloteam bestaat uit maximaal dertien spelers, waarvan er zeven tegelijkertijd in het water mogen zijn. Spelers dragen caps met oorkleppen voor herkenning en bescherming. De thuisspelende ploeg draagt witte caps, terwijl de uitspelende ploeg blauwe, groene of zwarte caps draagt. De keepers dragen rode caps, meestal met nummer 1. Elk teamlid heeft een uniek nummer op zijn cap, variërend van 1 tot 15. De nummers 14 en 15 worden zelden gebruikt in reguliere competities.
Naast de spelers zijn er ook officials aanwezig:
- Scheidsrechters: Leiden de wedstrijd en dragen meestal witte kleding en een fluitje.
- Jurytafel: Houdt de tijd bij en noteert alle belangrijke gebeurtenissen in de wedstrijd op het wedstrijdformulier. Dit omvat doelpunten, zware overtredingen en andere bijzonderheden.
Wedstrijdverloop: Periodes, Start en Wissels
Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier periodes van 5 of 6 minuten, afhankelijk van het speelniveau, met een minuut rust tussen de periodes. De tijd wordt stilgezet bij doelpunten en zware overtredingen (netto speeltijd). Aan het begin van elke periode starten de spelers aan hun eigen doelkant, met maximaal twee spelers tussen de doelpalen. Na het fluitsignaal van de scheidsrechter wordt de bal in het midden van het veld gegooid. Na een doelpunt hervat het spel met spelers op hun eigen helft, en wissels zijn toegestaan.
Lees ook: Alles over Rugby Conversies
Spelerswissels vinden plaats in de hoek van het veld, aan de kant van het eigen doel en tegenover de jurytafel. Bij een blessure mag een speler direct worden vervangen, maar de geblesseerde speler mag niet meer deelnemen, tenzij het letsel bloed betreft. In dat geval mag de speler terugkeren zodra de bloeding is gestopt. Het is raadzaam om elk letsel op het wedstrijdformulier te vermelden voor de verzekering.
Tactische Posities: Ligging in het Veld
Een goede uitgangspositie is cruciaal. De aanvallende en verdedigende partijen moeten zo gepositioneerd zijn dat ze elkaar niet hinderen en de bal gemakkelijk kan worden overgespeeld. Verdedigers moeten hun mannetje dekken om te voorkomen dat deze de bal kan plaatsen of scoren. Aanvallers moeten de bal laten circuleren en de meest aanspeelbare speler kiezen.
Man Meer Situatie
Wanneer een speler van de tegenpartij wordt uitgesloten, ontstaat er een "man meer" situatie. De aanvallende ploeg heeft dan een extra speler in het water. In deze situatie is het belangrijk om de bal snel en efficiënt rond te spelen. De verdedigende ploeg moet zich concentreren op het verdedigen van de belangrijkste aanvallers en het voorkomen van snelle passes.
Verdedigen met Man Minder
Bij een man minder situatie is het cruciaal om de verdediging te organiseren. De verdedigers moeten naar de kant van de bal schuiven om de aanvallers te dekken en lange passes te forceren.
Overtredingen: De Grenzen van het Toegestane
In waterpolo zijn er twee soorten overtredingen: gewone en zware overtredingen.
Lees ook: Spelhervatting in korfbal: regels en tips
Gewone Overtredingen
Deze worden bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. Voorbeelden zijn:
- Wegzwemmen voor het fluitsignaal.
- Vasthouden aan de doelpalen of de badrand.
- Staan, lopen of afzetten van de bodem (behalve voor de keeper binnen het vijfmetergebied).
- De bal onder water houden tijdens een aanval.
- De bal met twee handen aanraken (behalve voor de keeper binnen het vijfmetergebied).
- Het hinderen van een speler die de bal niet aanraakt.
- Wegduwen of afzetten van een speler zonder balbezit.
- Zich in het tweemetergebied van de tegenstander bevinden.
Een vrije worp moet worden genomen vanaf de plek waar de overtreding plaatsvond, maar buiten het tweemetergebied.
Zware Overtredingen
Deze worden zwaarder bestraft, met mogelijke gevolgen als een uitsluiting voor 20 seconden (U20), een uitsluiting met vervanging (UMV), een uitsluiting zonder vervanging voor 4 minuten (UMV4) of een strafworp (S).
U20:
- Opzettelijk verhinderen van een vrije worp, doelworp of hoekworp.
- Buiten het vijfmetergebied met twee handen blokkeren (binnen het vijfmetergebied resulteert in een strafworp).
- Opzettelijk water in het gezicht van de tegenstander spatten.
- Vasthouden, onderduwen of trekken aan een tegenstander zonder balbezit (binnen het vijfmetergebied resulteert in een strafworp).
- Opzettelijk slaan of schoppen van een tegenstander zonder intentie om letsel toe te brengen.
UMV:
- Onacceptabel taalgebruik.
- Gewelddadig of aanhoudend foutief spel.
- Gebrek aan respect voor de scheidsrechter of andere officials.
- Hinderen bij het nemen van een strafworp.
- Deelnemen aan het spel terwijl dat niet is toegestaan.
UMV4:
- Grof optreden: opzettelijk slaan of schoppen van een tegenstander met de intentie om letsel toe te brengen.
Strafworpen:
- Wanneer een uitgesloten speler zich opzettelijk met het spel bemoeit.
- Alle gewone overtredingen binnen het vijfmetergebied die een doelpunt voorkomen.
Na een UMV of UMV4 volgt een schorsing van enkele wedstrijden.
Specifieke Regels en Situaties
Neutrale Inworp
Als een scheidsrechter een overtreding ziet maar niet kan vaststellen wie de overtreding heeft begaan, of als twee spelers tegelijkertijd een overtreding begaan, wordt een neutrale inworp toegekend. De scheidsrechter steekt zijn duimen in de lucht en twee spelers gaan naast elkaar liggen, waarna de scheidsrechter de bal in het water gooit.
Lees ook: Uw Complete Bron voor Extreem Hardlopen
Hoekworp
Een hoekworp wordt toegekend wanneer de keeper de bal als laatste raakt voordat deze over de achterlijn gaat. Dit geldt niet als een verdediger de bal opzettelijk over de achterlijn duwt of gooit.
30-Seconden Regel
Tijdens competitiewedstrijden van B-teams en seniorenteams geldt de 30-seconden regel. Dit betekent dat er binnen 30 seconden een schot op het doel moet zijn geweest. Als dit niet het geval is, gaat de bal naar de tegenpartij. De tijd wordt bijgehouden door de jurytafel.
Strafworpen: De Ultieme Kans
Een strafworp wordt toegekend bij bepaalde zware overtredingen binnen het vijfmetergebied die een doelpunt voorkomen. De strafworp wordt genomen vanaf de vijfmeterlijn en moet direct op het doel worden geschoten.