Waterpolo is een dynamische en veeleisende watersport die elementen van handbal combineert met de unieke uitdagingen van het spelen in water. Deze sport, ontstaan in de 19e eeuw, vereist niet alleen zwemvaardigheid en balgevoel, maar ook strategisch inzicht en teamwerk. In dit artikel worden de belangrijkste spelregels en het aantal spelers bij waterpolo uiteengezet, zodat zowel beginners als gevorderden een beter begrip van deze fascinerende sport krijgen.
Het Speelveld
Waterpolo wordt gespeeld in een zwembad met specifieke afmetingen. Voor heren is het speelveld 20 meter breed en maximaal 30 meter lang. De minimale diepte van het bad is 1,80 meter. Deze afmetingen kunnen variëren afhankelijk van de categorie en de competitie. Zo spelen pupillen op een kleiner veld van 15 meter met kleinere doelen, terwijl dames en heren vaak op een veld van 25 meter spelen, wat overeenkomt met de lengte van een instructiebad in veel zwembaden. Internationaal wordt er ook op een veld van 30 meter gespeeld.
Markeringen in het zwembad geven belangrijke zones aan:
- De doellijn: Bevindt zich aan de voorkant van het doel, ter hoogte van de doelpalen. Een doelpunt wordt gescoord als de bal deze lijn volledig passeert tussen de doelpalen.
- De 2-meterlijn: Deze lijn, aangegeven met rode pionnen, bevindt zich 2 meter voor de doellijn. Een aanvallende speler mag zich niet zonder bal binnen deze zone begeven.
- De 5-meterlijn: Aangegeven met gele pionnen, bevindt zich 5 meter voor de doellijn. Deze lijn is belangrijk voor het bepalen van de straffen binnen en buiten dit gebied.
- De middellijn: Deze lijn, aangegeven met witte pionnen, bevindt zich in het midden van het speelveld.
Teamsamenstelling en Caps
Elk waterpoloteam bestaat uit zeven spelers: zes veldspelers en één doelman. Het thuisspelende team draagt witte caps, terwijl het uitspelende team blauwe caps draagt. De keeper draagt een rode cap. Tijdens dode spelmomenten mogen spelers onbeperkt wisselen.
De Bal
Waterpolo wordt gespeeld met een speciale bal, die verschilt in grootte per categorie. De jongste jeugd tot 11 jaar speelt met een kleine mini-polo bal. Dames spelen met een damesbal (nummer 4), terwijl heren met een grotere variant spelen (nummer 5). De herenbal heeft ongeveer hetzelfde formaat als een voetbal en weegt 400 tot 450 gram. Een belangrijk kenmerk van een waterpolobal is de grip, waardoor spelers de bal met één hand kunnen vasthouden.
Lees ook: Wisselbeleid in het voetbal
Spelverloop en Speeltijd
Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier periodes (quarters) van maximaal 8 minuten zuivere speeltijd. De exacte duur kan variëren afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land waarin de wedstrijd wordt gespeeld. Bij overtredingen, doelpunten of andere spelonderbrekingen wordt de tijd stilgezet. Tussen de kwarten is er een korte pauze van één minuut. Bij De Woelwaters spelen alle teams bijvoorbeeld 4x5 minuten. Na twee periodes wisselen de teams van speelhelft.
Naast de wedstrijdklok is er ook een 30-seconden schotklok. Dit betekent dat een team binnen 30 seconden een schot op het doel moet lossen. Lukt dit niet, dan gaat het balbezit naar de tegenpartij. Deze regel geldt vanaf de C-jeugd. Als de bal na een schot op het doel weer in het bezit komt van dezelfde partij, wordt de klok opnieuw op 30 seconden gezet.
Scoren
Het doel van waterpolo is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander. Een doelpunt wordt gescoord wanneer de bal de doellijn volledig passeert tussen de doelpalen. Het team met de meeste doelpunten aan het einde van de wedstrijd wint.
Overtredingen en Strafmaatregelen
Overtredingen in waterpolo kunnen verschillende consequenties hebben, variërend van een vrije bal tot een uitsluiting.
- Vrije worp: Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. De speler mag de bal afspelen op een medespeler of zelf verder zwemmen. Binnen de 5-meterzone mag een vrije worp niet direct op het doel worden geschoten; de bal moet eerst door een andere speler worden aangeraakt. Buiten de 5-meterzone mag de vrije worp wel direct op het doel worden geschoten, mits dit in één beweging gebeurt.
- Uitsluiting voor 20 seconden (U20): Zwaardere overtredingen worden bestraft met een U20. De bestrafte speler moet naar het terugkomvak bij de eigen doellijn, tegenover de jurytafel. De speler mag na 20 seconden terugkeren in het spel, tenzij de tegenpartij in de tussentijd scoort of de eigen partij balbezit krijgt.
- 5-meterbal/strafworp: Als een zware overtreding binnen de 5-meterzone plaatsvindt en een directe scoringskans wordt ontnomen, kent de scheidsrechter een 5-meterbal toe. Dit is een vrije worp vanaf de 5-meterlijn tussen de speler en de keeper.
- Uitsluiting met Vervanging (UMV) of UMV4: Zeer zware overtredingen, zoals het beledigen van een scheidsrechter of het maken van een slaande beweging, worden bestraft met een UMV of UMV4. Bij een UMV mag een ploeggenoot de uitgesloten speler na 20 seconden vervangen. Bij een UMV4 mag dit pas na 4 minuten. De bestrafte speler mag niet meer deelnemen aan de wedstrijd en moet de zwemhal verlaten.
- Definitieve Uitsluiting: Een speler die driemaal wordt uitgesloten voor 20 seconden (drie persoonlijke fouten) mag niet meer deelnemen aan de wedstrijd. Spelers die worden bestraft met een UMV of UMV4 moeten eveneens de zwemzaal verlaten.
Neutrale Inworp en Hoekworp
- Neutrale inworp: Als de scheidsrechter niet kan bepalen wie een overtreding heeft begaan, of wanneer twee spelers tegelijkertijd een overtreding begaan, wordt er een neutrale inworp gegeven. De scheidsrechter gooit de bal tussen twee spelers in die naast elkaar in het water liggen.
- Hoekeworp: Wanneer de keeper de bal als laatste aanraakt voordat deze over de achterlijn gaat, krijgt de tegenpartij een hoekworp. Dit geldt niet als een verdediger de bal opzettelijk over de achterlijn duwt of gooit; in dat geval wordt er ook een hoekworp toegekend.
Rol van de Spelregelcommissie
Vanuit de FINA (de internationale zwembond) worden periodiek voorstellen en nieuwe interpretaties van de spelregels verstuurd. In Nederland is de spelregelcommissie (SC) verantwoordelijk voor het beoordelen en implementeren van deze regels. De SC communiceert de geldende regels en richtlijnen naar alle officials in Nederland en fungeert als vraagbaak voor spelers en scheidsrechters.
Lees ook: Dispensatieregels in het Voetbal
Lees ook: Eredivisie voetbalsterren