AAC Kampioen Rugby: Een Geschiedenis van Triomf en Traditie

De geschiedenis van rugby in Nederland is rijk en gevarieerd, gevormd door de inspanningen van pioniers en de groei van clubs door het hele land. Een van die clubs met een opmerkelijke geschiedenis is de Amsterdamse Atletiek Club (AAC), een naam die synoniem staat voor sportieve uitmuntendheid, waaronder rugby.

De Vroege Jaren van Rugby in Nederland

De geboorte van de rugbysport in Nederland is gehuld in mysterie. De oudste club, DSR-C, speelde al tijdens de Eerste Wereldoorlog wedstrijden tegen gestrande Zuid-Afrikaanse studenten en Britse krijgsgevangenen. Deze wedstrijden vonden onder andere plaats in het oude stadion in Amsterdam. ARVC, kort daarna gevolgd door AAC, was de derde rugbyclub van Nederland; RCE (RC Eindhoven) was inmiddels door oud-Delftenaren van de grond gekomen.

In 1978 schreef Bob de Jonge, erelid en oud-voorzitter, in De Scrum over de rugby-oudheid in Nederland, waar hij zelf deel van uitmaakte. Als de allereerste secretaris van de Nederlandse Rugby Bond, opgericht op 1 oktober 1932, stond de latere bondsvoorzitter aan de wieg van RC 't Gooi. In die tijd was hij nog lid van ARVC, de Amsterdamsche Rugby Voetbal Club.

Voordat andere clubs werden opgericht, had Delft zich eenzaam staande moeten houden door enkele wedstrijden per jaar te spelen tegen de Antwerp British, de British Bruxelles en met Pasen enkele ontmoetingen met Engelse XV-tallen. Voor de oorlog werden nog opgericht de HRC, de RRC, RC ’35 en de Gooische Rugby Club, dus niet de Rugby Club ’t Gooi. Door een leraar Engels, Henk Kruissink, waren enkele middelbare scholieren geestdriftig gemaakt voor de sport.

De Moeizame Opkomst van Competitie

De beginjaren van het Nederlandse rugby werden gekenmerkt door de afwezigheid van een gestructureerde competitie. De bekerwedstrijden werden in een halve competitie gespeeld en verder hadden ze net als in Engeland een vrije fixture list. Het kostte de clubbesturen heel wat moeite een goed wedstrijdprogramma in elkaar te zetten. De reden hiervoor lag bij de Nederlandse Rugby Bond (NRB). DSR-C voelde wel de noodzaak van de oprichting van een overkoepelend orgaan, maar had ook bezwaren. Zoals: wij zijn studenten en wij willen ook onze contacten met Engeland niet verliezen.

Lees ook: De successen van Rugbyclub Hilversum

De Britse landen in de wereld hadden hun eigen RFU en ook Frankrijk was daarbij aangesloten. Door de professionele aanpak in Frankrijk, spelverruwing, betaling onder-de-tafel, werd Frankrijk uit de RFU gezet. En begonnen dus de Fransen aan de oprichting van de FIRA. Nu mochten Engelse clubs wel spelen tegen FIRA-leden, maar dan mocht er in het desbetreffende land geen competitie worden gespeeld en men moest daarvoor buigen. In zekere zin ontdoken ze dat beding, door de beker te laten verspelen in de vorm van een halve competitie. En zo kwam het allemaal langzaam en moeizaam op gang totdat er midden in de Tweede Wereldoorlog een zeer plotseling einde aan de zaak kwam en er in 1945 weer opnieuw werd begonnen.

AAC en de Rugbycultuur: Meer dan alleen een club

AAC, als een van de vroegste rugbyclubs van Nederland, speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de sport. De club was niet alleen een plek waar rugby werd gespeeld, maar ook een centrum waar de waarden van de sport werden gekoesterd: teamgeest, respect en doorzettingsvermogen.

De clubkleuren waren ook niet geheel hetzelfde als nu. De middenbaan van het shirt was lichtblauw. Toen in 1945 weer met frisse moed werd begonnen, werd aan alle oud-spelers verzocht hun shirts ter beschikking te stellen. Het (rugby)leven in de oudheid was wel wat anders dan in de welvaartsstaat! Het reizen geschiedde vrijwel uitsluitend per trein op een zogenaamd gezelschapsbiljet. Aangezien ieder XV-tal zo’n drie of vier werklozen telde, moesten de andere spelers het gezelschapsbiljet voor hun rekening nemen. Er werd in het algemeen gespeeld op bijvelden van kleine voetbalclubs, kleedgelegenheid een oud bouwkeetje, wassen in blikken bakken met water uit de sloot. Voor gezelligheidsavonden was er geen geld ter beschikking, trainen alleen op zaterdagmiddag mogelijk. De eerste jaren van ’t Gooi kenmerkten zich door grote geestdrift en wat het spel betreft door grote inzet en snelheid. Aan techniek en tactiek ontbrak nog alles. Het terrein was in de toenmalige “zandafgraving” in de buurt van de watertoren.

Frans Buys: Een AAC-Legende met Rugby Roots

De connectie tussen AAC en rugby wordt verder geïllustreerd door de carrière van Frans Buys, een prominent lid van de Amsterdamse Atletiek Club. Hoewel hij vooral bekend is om zijn prestaties in de atletiek, met zeven nationale hordenkampioenschappen in de jaren '50, had Buys ook een band met rugby. Zijn naam komt al in 1944 en 1945 voor op de ledenlijsten van RC ’t Gooi. In de jaren kort na de bezetting is hij op oude rugby-foto’s te zien, evenals in het begin van de jaren ’60.

Buys was een veelzijdig atleet. Naast zijn atletieksuccessen hield hij zich fit met badminton, tennis en hockey. Vanaf ongeveer 1982 hervatte hij de atletiektraining en won hij op de wereldkampioenschappen in San José (Puerto Rico) zilver (80 m horden) en brons (400 m horden) voor Buys. Hij won goud in Brighton, Rome, Toronto en Malmö, zowel op de 80 als op de 400 m. horden. Daarbij verbeterde hij vaak ook nog het wereldrecord voor zijn leeftijdscategorie. Naast zijn zeven nationale en acht internationale gouden medailles, records en een vermelding in het Guiness Book of Records staat er nog steeds een aantal GAC-clubrecords op naam van Frans Buys. Van zijn 27 clubrecords vestigde Frans Buys er 16 in de leeftijdsgroep 75-80 jaar en 6 als 80-plusser.

Lees ook: Meer informatie over het kampioenschap vrouwenhockey.

Andere Rugbyclubs in Nederland

Naast AAC zijn er nog andere rugbyclubs in Nederland met een rijke historie. Een voorbeeld hiervan is Rugbyclub Etten-Leur (REL). In 1971 werd in het plaatselijk dagblad De Stem een oproep geplaatst voor nieuwe leden: Etten-Leur was een rugbyclub rijker, met als oprichter Peter van Maanen. REL speelde haar thuiswedstrijden op een speelveld op Sportpark de Lage Banken, waar ook getraind werd. De trainingen in die tijd werden verzorgd door Mike Jones en in deze beginjaren werd de bar Poem-Poem gevestigd aan de Kerkwerve te Etten-Leur als vast clubhuis bezocht. In het seizoen 2004-2005 is REL 1 onder leiding van trainer/coach Frank Maas gepromoveerd naar de 1e klasse en eindigde in het seizoen 2005-2006 op de derde plaats. Het seizoen 2006-2007 is REL 1 kampioen geworden van de 1e klasse en promotie naar de ereklasse volgde. Door de jaren heen hebben diverse spelers van REL deel uitgemaakt van nationale jeugdselecties, selecties voor het nationale team en het nationale sevens team.

Ook de Alkmaarse Rugby Club heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van rugby in Nederland. In 1973 verhuisde Jan naar Alkmaar en heeft samen met onze legendarische “Tuin” het initiatief genomen om ook hier een rugbyclub op te gaan richten.

HRC is ook een club met een rijke historie. In het seizoen 1998-1999 leverde HRC een prestatie door vier titels in één seizoen te winnen. Maar in het seizoen 2001-2002 werd ook een unieke prestatie geleverd. In de laatste wedstrijd moest HRC in Castricum winnen om de landstitel te prolongeren. En dat deed de formatie van coach Marcel Eman dan ook: met bonuspunten! De dertiende landstitel was een feit. Ook werd dat jaar de nationale beker gewonnen. Ook HRC-2 behaalde het kampioenschap. In de eerste divisie pakte het met overmacht de titel; in de laatste wedstrijd in en tegen Dwingeloo, al waar een hele buslading Hagenaars getuige was, werd het kampioenschap bezegeld met een klinkende overwinning.

Lees ook: Turkije wint EK Volleybal

tags: #aac #kampioen #rugby #geschiedenis