Zaalhockey is een snelle en dynamische sport met unieke regels en technieken. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de zaalhockey duel regels, aandachtspunten en keeperstips, en behandelt ook de recente regelwijzigingen.
Basisprincipes van Zaalhockey
Zaalhockey wordt gespeeld met 6 tegen 6, zowel bij de junioren als bij de senioren. Er mogen maximaal 6 spelers op de bank zitten. Alle wedstrijden duren 1 x 30 minuten (scheidsrechters wisselen na 15 min van kant; tijd wordt niet stilgezet). Zaalhockeyers zijn verplicht om een bitje, scheenbeschermers, zaalschoenen (witte zool) en een zaalhockeyhandschoen te dragen. Keepers moeten speciale riempjes om de klompen dragen, omdat de metalen gespjes van hun legguards schade kunnen maken aan de zaalvloer.
Een belangrijk verschil met veldhockey is dat de bal in de zaal niet hoog mag worden voorgegeven, behalve bij een doelpoging. De bal mag maximaal 10 cm omhoog, mits de tegenstander er geen last van heeft.
Belangrijke Spelregels
- Push in plaats van slaan: Je mag de bal alleen pushen over de grond, behalve bij een doelpoging. Slaan is niet toegestaan in de zaal. Wanneer er bij de voorafgaande beweging meer dan 50cm tussen de bal en de stick zit zien we dat als slaan en dus als overtreding.
- Bal uit: Een bal is alleen uit als hij over de achterlijn gaat, of over een van de balken aan de zijkant van het veld heen gaat.
- Niet liggend spelen: Liggend spelen, oftewel 3 of meer steunpunten hebben, is niet toegestaan in de zaal. Voorbeelden van een extra steunpunt zijn: een knie op de grond, hand op de grond (niet zijnde de stickhand).
- Opsluiten in de hoek ("Trapping"): Een speler die in balbezit is mag niet opgesloten worden in de hoek van het veld of aan de zijbalk door tegenstanders met hun stick plat op de grond. Tegenstanders moeten een opening laten waardoor de bal kan worden gespeeld. Aanvallers die verdedigers opsluiten zonder opening krijgen een vrije push tegen. Verdedigers die aanvallers in de cirkel opsluiten riskeren een strafcorner wanneer ze geen opening laten.
- Beschermde pass: Nieuw dit seizoen is dat de opening ook daadwerkelijk moet worden gebruikt. De eerste pass die wordt gegeven door deze opening is een beschermde pass. Dat betekent dat de tegenstander deze pass/bal niet mag onderscheppen. Na de eerste pass vervolgt het spel zich in vrij spel.
- Afstand bij vrije push: Wanneer een vrije push wordt toegekend vlak over de middenlijn en een verdediger, die zich op de eigen helft bevindt, staat niet op 3 meter afstand en grijpt in nadat de vrije push is genomen, dan betekent dit dat de scheidsrechter een strafcorner toekent.
- 3-meter regel: Voordat de bal door een aanvaller de cirkel in gespeeld mag worden moet deze 3m zijn verplaatst of geraakt zijn door een tegenstander. De bal mag via de balk de cirkel in, maar dan moet de bal eerst 3m hebben gerold, voordat hij de balk raakt.
Specifieke Situaties en Interpretaties
- Spelen van de bal in de lucht: Volgens regel 9.10 mogen spelers de bal niet spelen wanneer deze in de lucht is. Spelers van het team dat de bal niet omhoog bracht mogen de bal wel stoppen. In het verleden werd het gedoogd wanneer een speler de bal in een vloeiende beweging naar de grond bracht. Dit is niet meer toegestaan en wordt afgefloten. Onder het stoppen van de bal wordt verstaan, het tegenhouden van de bal zonder voorwaartse (of neerwaartse etc.) beweging.
- "In het blok" spelen: Er is alleen sprake van ‘in het blok spelen’ wanneer een tegenstander al laag zit met de stick voor de voeten en de speler de bal hard/gevaarlijk tegen de stick speelt. Mocht dit het geval zijn dan moet je een persoonlijke straf geven. Ligt de stick niet op de grond of gaat de speler met de stick naar de bal, dan is er geen sprake van ‘in het blok spelen’. Het is dus ook geen overtreding als de bal langs een speler gespeeld wordt of zonder gevaar in een liggende stick gespeeld wordt (bijv. een zacht rollende bal tegen de stick). Wanneer een verdediger de bal in de cirkel ‘in het blok’ speelt dan geef je een strafcorner, geen strafbal. Als een verdediger de bal ‘in het blok speelt’ van buiten de cirkel maar op de eigen helft, dan is het altijd een vrije push en geen strafcorner.
- Bal richting de doelverdediger:
- Bal gaat laag naar de doelverdediger, bal gaat laag weg van de doelverdediger→ doorspelen.
- Bal gaat laag naar de doelverdediger, bal gaat hoog weg van de doelverdediger → doorspelen als het niet van invloed is op het spel en/of de tegenstander daar geen hinder van ondervindt, anders een strafcorner.
- Bal gaat hoog naar de doelverdediger, bal gaat hoog weg van de doelverdediger → beoordelen op gevaar, is er geen gevaar dan spelen we door, is er wel gevaar dan geef je een strafcorner.
- Pirouette: Een pirouette die door een speler goed wordt uitgevoerd is prachtig zaalhockey en toegestaan. Echter, de pirouette waarbij de speler een halve of hele draai maakt en dan van dichtbij hard op zijn tegenstander (in het blok) speelt is potentieel gevaarlijk en moet wel worden afgefloten (vrije push + persoonlijke straf)! Komt de bal echter ongevaarlijk op de voet van de verdediger dan is dit “gewoon” shoot.
- Wedstrijdtijd en strafcorners: Wanneer de tijd na het toekennen van een strafcorner wordt stilgezet (bijvoorbeeld bij een blessure of bij het toekennen van een persoonlijke straf), vervalt de 30 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen. Wees je ervan bewust dat indien er aan het einde van een helft een strafcorner wordt gegeven de wedstrijdtijd ten einde kan zijn gedurende de strafcorner. De strafcorner gaat echter door totdat volgens regel 13.5 de strafcorner ten einde is. Indien nodig fluit je derhalve de wedstrijd af vlak voor de start van de strafcorner. Let op: De wedstrijdtafel toetert aan het einde van de speeltijd af, ongeacht of dan een strafcorner wordt uitgevoerd. Het is niet de bedoeling om de strafcorner vast te houden om zodoende de wedstrijdtijd te laten verstrijken. Waarschuw de spelers dus als je ziet dat tijdens de strafcorner de tijd verstreken zal zijn. Wanneer dit specifieke geval zich voordoet, dan is de wedstrijd ten einde als volgens het spelreglement de strafcorner ten einde is.
Strafcorner Management
De nieuwe afspraak rondom het management van de strafcorner wordt ook ingevoerd in de zaal. Wees proactief en manage de situatie net als op het veld. Het uitgangspunt is ook hier dat je zelf de 30 seconden bijhoudt.
- Je fluit voor een SC, tijd loopt gewoon door (dus niet stilzetten!);
- Kijk op je horloge naar de tijd;
- Tel daar 30 seconden bij op, zodat je weet wanneer het tijd is;
- Begeleid de spelers verbaal;
- Geef de tijden door: nog 15, 10 en 5 seconden;
- Fluit om de strafcorner vrij te geven.
Staat iedereen al eerder klaar, dan mag dat al voor het verstrijken van de 30 seconden.
Lees ook: Diepgaande Blik op Juliana Korfbal Zaal
Bij een re-take vervalt de 30 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen. Het opnieuw bijeenkomen van het aanvallende team op de kop cirkel is niet toegestaan. Manage dit direct bij het aangeven van de nieuwe strafcorner.
Beschermende Kleding
Verdedigers mogen uit veiligheid een masker op bij het verdedigen van een strafcorner. Voor gebruik van het masker geldt dat deze bij de eerste mogelijkheid dat deze veilig afgezet kan worden (m.u.v. de spelhervatting direct na de strafcorner), moet worden afgezet.
- Spelers moeten het masker afdoen zodra de strafcorner is beëindigd. Is er op dat moment geen geschikte mogelijkheid om het masker veilig af te doen, dan mag de speler het masker ophouden, zolang deze zich op de eigen helft bevindt. De speler moet het masker afdoen voordat deze zich op de andere speelhelft begeeft of wanneer deze door de scheidsrechter wordt verzocht om het masker af te doen.
- Verdedigers met masker op mogen tot aan de middenlijn hun verdedigende actie afmaken. Komen ze met masker over de middenlijn, dan krijgt de aanvallende partij een vrije push op de plek net over de middenlijn, op de eigen verdedigende speelhelft.
- Wanneer de bal na het nemen van de strafcorner vanaf de achterlijn direct doorschiet tot meer dan 3-meter buiten de cirkel (de strafcorner is nu officieel voorbij) mogen verdedigers hun masker uit veiligheid ophouden. Bij de eerste mogelijkheid om deze veilig af te doen, moet het masker direct worden afgedaan.
- Een spelhervatting door de verdedigende partij direct na afloop van een strafcorner mag genomen worden met een masker op. Dit mag niet d.m.v. een self-pass. Doet de verdediger dit toch in de cirkel, dan krijgt die partij een strafcorner tegen. Wanneer dit buiten de cirkel gebeurt geef je een vrije push aan de aanvallende partij. Het is een self-pass wanneer de verdediger gaat lopen met de bal. Een tikje + een pass is wel toegestaan.
- Een spelhervatting door de verdedigende partij direct na afloop van een strafcorner mag worden genomen met een masker op. Er ontstaat echter een nieuwe spelsituatie wanneer de verdediger met masker op na het nemen van de spelhervatting een verdedigende actie maakt (op de eigen helft) op een aanvaller in balbezit. Dit is niet toegestaan dan geef je een strafcorner, ongeacht of dit binnen of buiten de cirkel gebeurt. We geven hier in de cirkel dus géén strafbal voor. In beide gevallen volgt alleen een persoonlijke straf als de aard van de overtreding daartoe aanleiding geeft.
- Tijdens het spel: Wanneer de bal beschermende kleding raakt die in het speelveld ligt, dan wordt er doorgespeeld. Uitzondering hierop is wanneer hierdoor het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend. Tijdens een strafcorner: Wanneer de bal een los stuk beschermende kleding van een verdediger (bijv. een kniebeschermer of een masker) raakt dat in het speelveld ligt, dan wordt het spel hervat met een vrije push als dit buiten de cirkel gebeurt en met een strafcorner als dit binnen de cirkel gebeurt. Wanneer het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend.
Wisselmomenten Keeper
Een team mag maximaal 2x per wedstrijd zijn volledig uitgeruste doelverdediger (‘keeper’) van het speelveld wisselen voor een zaalspeler. Het uit het speelveld gaan van de keeper telt als wisselmoment. Het is dus ook een wisselmoment wanneer er een aangeklede keeper het speelveld in komt om de strafbal te verdedigen en na de strafbal het speelveld weer verlaat, ondanks het feit dat de tijd hier stil staat. Een keeper wisselen voor een andere keeper telt niet als wisselmoment. Heeft een team zijn aantal wisselmomenten al gebruikt en raakt een in het speelveld staande keeper geblesseerd of wordt deze uit de wedstrijd gestuurd dan is de oplossing deze te vervangen door een andere keeper. Zit deze niet op de bank dan wordt eerst een zaalspeler ingebracht, terwijl buiten het speelveld een vervangende keeper wordt ‘aangekleed’. Zodra deze klaar is, wordt de zaalspeler van het speelveld gehaald en komt de keeper permanent in de wedstrijd. Let op dat het team met een speler minder speelt als het gaat om een persoonlijke straf.
De Rol van de Keeper in Zaalhockey
De rol van de keeper is essentieel binnen het zaalhockey. Nog veel meer dan op het veld kan een keeper het verschil maken tussen winst en verlies.
Verschillen met Veldhockey
Het grote verschil tussen keepen in de zaal en keepen op het veld? Dat is dat je als keeper in de zaal veel meer betrokken bent bij het spel. Een echte zaalhockeykeeper heerst in de cirkel. Je verdedigt niet alleen je doel, maar je hele cirkel.
Lees ook: Duik in de geschiedenis van het EK Zaalhockey voor Dames
Positiespel en Communicatie
Een zaalhockeykeeper moet zich bekwamen in zijn positiespel. Niet alleen de opstelling in de cirkel is hierbij van belang. De communicatie met medespelers is misschien nog wel essentiëler. Zaalhockey is - naast een snel, dynamisch spel - ook een schaakspel. Als keeper heb je van achteruit het beste overzicht. Vooral bij het spelen van een verdedigend systeem zul je het voortouw moeten nemen in de coaching.
Technieken
Een goede zaalhockeykeeper beschikt over enkele technieken die je op het veld minder snel toepast. De bal mag in de zaal niet hoog worden voorgegeven. Dit betekent dat je als keeper in een één tegen één-situatie al veel lager kunt zitten. Hiervoor kun je bijvoorbeeld de Argentijnse techniek gebruiken. Bij deze techniek breng je je knie naar de grond, zodat je legguard helemaal plat ligt. Op deze manier zet je meteen al een groot blok, terwijl je nog wel in staat bent te bewegen. Een ander verschil met veldhockey is dat in de zaal een rebound niet hoog van je af mag komen. Dit vraagt om een iets andere techniek.
Mentale Aspecten
De mentale aspecten spelen in de zaal - naar mijn mening - een minder grote rol dan op het veld. In een zaalhockeywedstrijd ben je als keeper constant bezig, zowel verbaal als fysiek. Het spel gaat zo snel dat je weinig tijd hebt om na te denken. Bovendien krijg je veelvuldig de kans jezelf te onderscheiden. Zo kun je een fout snel weer ‘goedmaken’. In vergelijking met veldhockey gebeurt het in de zaal zelden dat je ‘de nul’ houdt. Een onderdeel dat mentaal zwaarder kan zijn, is dat je gedurende de hele wedstrijd alert moet zijn. Maar eigenlijk blijf je vanzelf geconcentreerd, omdat het spel zo snel gaat en je regelmatig in actie moet komen.
Strafcorners en Strafballen
Bij de strafcorner heb je als keeper twee mogelijkheden: uitlopen of blijven staan. Voor beide valt iets te zeggen, mits op het juiste moment toegepast. Wordt de bal hard en direct op doel gepusht? Dan ben je als keeper kansloos als je blijft staan. Uitlopen is in die situatie noodzakelijk. Wordt een corner daarentegen afgeschoven? Dan ben je als keeper vaak te laat als je uitloopt. In dat geval is het juist beter om op de lijn te blijven staan. Mijn persoonlijk advies hierbij: blijf alleen op de lijn staan als de tegenstander een zwakke hoofdcorner heeft. Of als de tegenpartij veelvuldig scoort uit een afgeschoven corner. Het is van belang om hierover duidelijke afspraken te maken. Als keeper ben je niet als enige verantwoordelijk voor de cornerverdediging, maar je hebt hierin wel een leidende positie. Geef duidelijk aan of je uitloopt of blijft staan. Kies je ervoor te blijven staan? Dan draait alles om reactie. Je moet snel kunnen reageren om de bal - indien nodig - met een uiterste inspanning uit het doel te tikken. Ook bij het uitlopen van de strafcorner is je reactiesnelheid essentieel. Hoe sneller je weg bent, des te dichter je bij de strafcornernemer komt. Zo maak je zijn scoringshoek kleiner. De eerste meters zijn van groot belang om snelheid te maken. Daarna moet je tonen waarom je een keeper bent en geen Usain Bolt. Kijk goed wat de strafcornernemer doet. Speelt hij direct? Trekt hij de bal om je heen? Het uitlopen draait niet alleen om zo snel en zo dicht mogelijk bij kop cirkel te komen. Je moet vooral goed anticiperen op wat de strafcornernemer met de bal doet.
Bij het verdedigen van een strafbal laait altijd de discussie op: reageren of een hoek kiezen? Een goed genomen strafbal komt in veel gevallen als doelpunt op het scorebord. Maar als keeper ben je nooit kansloos. Maak het de nemer zo moeilijk mogelijk en erken je eigen kwaliteiten. Op topniveau kun je ervoor kiezen een keer vol de hoek in te stappen of te duiken. Toch heeft het de voorkeur om zo lang mogelijk te wachten en te reageren in plaats van een hoek te kiezen.
Lees ook: Tips voor een perfect zaalvoetbaltoernooi
De Keeper als Extra Veldspeler
Het gebeurt nogal eens dat een team vlak voor het einde van de wedstrijd achterstaat. In dat geval wordt de keeper regelmatig gewisseld voor een extra - zesde - veldspeler. Deze tactiek kan absoluut effect hebben. Voorwaarde is dan wel dat het team deze tactiek op de juiste manier toepast. In de praktijk zie je echter vaak dat het inbrengen van een extra veldspeler weinig aan het spel verandert. Je kunt duidelijk zien dat er vooraf geen afspraken zijn gemaakt. Je wisselt je keeper om een overtal te creëren. Dan moet je hier als team ook echt op spelen. Maak voor aanvang van een wedstrijd afspraken daarover en oefen deze tactiek ook op een training. Doe je dit niet, dan is het wisselen van de keeper voor een extra veldspeler volkomen nutteloos.
Training en Ontwikkeling van de Keeper
Zaalhockey krijg je pas echt onder de knie door het veel te doen. Trainen, trainen en nog eens trainen. Keeperstraining is een essentieel onderdeel van een zaalhockeyperiode. In de teamtrainingen wordt vooral wedstrijdsituatief getraind. Tijdens een keeperstraining kun je als keeper technieken oefenen en verfijnen. Daarnaast kun je specifiek werken aan je startsnelheid en reactievermogen.
Tips voor Trainers en Coaches
Als trainer en/of coach ga je in de zaal niet anders met je keeper om dan op het veld. Het belangrijkste punt is dat je je keeper volwaardig gebruikt. Een keeper is niet alleen geschikt om ballen te stoppen. Zeker op topniveau moet een keeper ook leiding kunnen geven aan zijn ploeg. Confronteer je keeper hiermee. Daag hem op een training uit om meer te doen dan alleen maar in het doel te staan. Geef je keeper tijdens een partijvorm bijvoorbeeld de taak om de verdediging neer te zetten. Vertel hem dat je hem wilt horen praten tijdens een oefenvorm. Leg hem het belang uit van communicatie.
Net als voor iedere speler geldt ook voor een keeper dat hij moet trainen om beter te worden. Houd hier rekening mee bij het voorbereiden van een training. In zaalhockey biedt een teamtraining namelijk een uitgelezen mogelijkheid om je keeper bij elke oefening effectief te gebruiken. Zorg er bijvoorbeeld voor dat de keeper tijdens het trainen van de strafcorner niet steeds op de lijn blijft staan. In de wedstrijd doet hij dat tenslotte ook niet. Speel series van vijf strafcorners. Van die vijf corners moet de keeper in ieder geval drie keer uitlopen. Als coach betrek je de keeper erbij.
Recente Regelwijzigingen
De bankwissel bij het zaalhockey verdwijnt vanaf dit seizoen. Voorheen moesten teams in de rust van bank wisselen, maar dat hoeft niet meer. Ook mag je voortaan de bal spelen met de strafcorneruitrusting nog aan. Deze zaalhockey-regels worden daarmee gelijkgetrokken aan het veld.
Net als op het veld mag vanaf komend seizoen een speler, die nog beschermende kleding draagt naar aanleiding van het verdedigen van een strafcorner, toch een vrije push of uit-push nemen direct na de strafcorner. Het spel mag dan niet worden hervat met een selfpass.
Verdedigingstechnieken
Om de juiste technieken te leren is er veel oefening nodig. Elke techniek vraagt een verschillende handeling van de stick en lichaam, zo ook bij verdedigen. Rechterhand los om de stick. Deze hand is ter begeleiding van en sturing van de stick. Het moet een vloeiende beweging zijn waarin de volgende stappen kort na/tegelijkertijd met elkaar worden uitgevoerd. Leer je team en je verdedigers deze 3 momenten en je hebt de basis om goed te verdedigen. De onderstaande technieken kunnen je helpen bij het verdedigen.
tags: #zaalhockey #duel #regels