Het Japanse dameshandbalteam heeft een rijke, maar ook onderbroken geschiedenis. Na hun Olympisch debuut in Montreal in 1976, toen vrouwenhandbal voor het eerst op het Olympische programma stond, duurde het maar liefst 45 jaar voordat ze weer aan de Spelen deelnamen.
Een nieuwe start in Tokio
De Olympische Spelen van Tokio waren een belangrijk moment voor het Japanse team. Onder leiding van de Deense coach Ulrik Kirkely, die ook de Deense competitie- en bekerkampioenen van 2020/21 coachte, streefde het team ernaar om de ontwikkelingen van hun grote Aziatische rivaal, Korea, in te halen. Kirkely nam de rol op zich in juni 2016 en verlengde zijn contract met een jaar tot 2021 vanwege het uitstel van de Spelen.
De selectie en voorbereiding
De selectie bestond uit een mix van ervaren speelsters en opkomend talent. Ayaka Ikehara, rechter flankspeelster van Odense, was een belangrijke kracht in de aanval. Asuka Fujita speelde clubhandbal in Roemenië, bij CS Minaur Baia Mare. Naast Ikehara (Odense) speelt Asuka Fujita ook haar clubhandbal in Europa, bij CS Minaur Baia Mare in Roemenië. Het trainingskamp van Odense, de eerste keer dat de Japanse ploeg samen kon komen sinds Japan 2019 vanwege de COVID-19-pandemie, vond plaats van 17 mei tot 7 juni. De bondscoach had 23 speelsters opgeroepen terwijl hij er 15 wilde kiezen voor het eindtoernooi.
Het team bereidde zich intensief voor op de Spelen. Een trainingskamp in Denemarken, van 17 mei tot 7 juni, was cruciaal. Dit was de eerste keer sinds 2019 dat de ploeg weer samen kon komen vanwege de COVID-19 pandemie. Kirkely riep 23 speelsters op, met als doel om er 15 te selecteren voor het toernooi. Het kamp in Denemarken was ook de voortzetting van een bijna constante contacttraining met de ploeg sinds de JHL in maart eindigde, voornamelijk in het Ajinomoto National Training Center.
Tactiek en speelstijl
Kirkely benadrukte het belang van het vasthouden aan hun eigen speelstijl. "Het is belangrijk dat we ons aan onze eigen speelstijl en ons eigen playbook houden, omdat ze zijn gemaakt tegen onze tegenstanders die niet gewend zijn aan hoe we spelen," aldus Kirkely. Hij geloofde dat hun unieke aanpak een voordeel kon zijn tegen teams die niet gewend waren aan hun hoge tempo en organisatie. "Onze kracht is onze hoge snelheid en organisatie.”
Lees ook: Japanse vrouwenhandbalgeschiedenis
De coach erkende dat de wedstrijden zwaar zouden worden, maar keek ernaar uit om in Tokio te spelen. "Alles zal zwaar worden, maar we kijken er naar uit om deze Olympische wedstrijden in Tokio te spelen. We hebben twee zeer goede Wereldkampioenschappen in 2017 en 2019 achter de rug. De laatste in Kumamoto ligt ons nog zeer na aan het hart omdat het ook thuisland was."
Sleutelspelers
Naast Ikehara en Fujita waren er andere speelsters die in de gaten moesten worden gehouden. Links opbouw Haruno Sasaki was topscorer van Japan op het WK 2019 met 40 goals. Ook de Noors-Japanse doelman Sakura Hauge Kametani, Kirkely's nummer één keuze in Japan 2019, was een belangrijke speler. Samen met Hara, die haar clubhandbal speelt in Japan met Mie Violet Iris, Fujita en Ikehara, is links opbouw Haruno Sasaki er een om in de gaten te houden, nadat zij bij het laatste WK 2019 als topscorer van Japan eindigde met 40 goals. Ook de Noors-Japanse doelman Sakura Hauge Kametani die Kirkely's nummer één keuze was in Japan 2019 en 30% van alle schoten pakte, is niet te onderschatten. Ze speelt voor ESBG Besancon in de Franse competitie.
Aanvoerster Nozomi Hara benadrukte de vastberadenheid van het team. "Als gastland hebben we allemaal enorme inspanningen geleverd en keken we de afgelopen vijf jaar uit naar Tokio 2020 met Ulrik, dus we zijn vastberadener dan wie dan ook," zei Hara. "We willen genieten van het spelen op het grote podium van de Olympische Spelen."
Ambities en doelen
Het eerste doel van het team was om door te gaan naar de kwartfinales. "Ons eerste doel is om door te gaan naar de kwartfinales, dus we willen vanaf de eerste wedstrijd een goede start maken door handbal in onze stijl te spelen," aldus Hara. Kirkely zag de wedstrijd tegen Angola als cruciaal voor hun kansen om door te dringen tot de kwartfinales. “De wedstrijd in Angola zal de sleutel zijn", voegde hij eraan toe. “Dan kunnen we hopelijk nog minstens één of zelfs twee overwinningen in onze groep vinden, zodat we ons plaatsen voor de kwartfinales. Met Nederland, Montenegro en Korea hebben we de afgelopen jaren veel hechte en intense wedstrijden gehad, dus als dit nog eens mag gebeuren, wordt het fantastisch. Als Noorwegen in de grootste toernooien speelt, zitten ze op een heel hoog niveau en dat zal onze laatste wedstrijd in de groep zijn. “Er is geen gemakkelijke wedstrijd voor Japan op de Olympische Spelen, maar een van onze sterke punten is dat wanneer we tegen de besten spelen, we onze beste handbal creëren.
De weg naar de wereldtop
Hoewel de resultaten op de Olympische Spelen misschien niet direct tot medailles leidden, was het een belangrijke stap in de ontwikkeling van het Japanse dameshandbal. Het team heeft de potentie om in de toekomst een rol van betekenis te spelen op internationale toernooien.
Lees ook: Alles over het WK Handbal voor Vrouwen
Huidige status en toekomstperspectief
De weg naar de wereldtop is echter lang en vereist continue inspanningen. De focus ligt nu op de komende toernooien, waaronder het WK.
WK 2025 in Nederland en Duitsland
Het WK 2025, dat plaatsvindt in Nederland en Duitsland, is een belangrijk doel voor veel teams, waaronder Nederland. De loting voor de groepsfase van de preliminary round vindt plaats op 22 mei in Den Bosch, Nederland. De speelsteden in Duitsland zijn Stuttgart en Trier (beide voor de preliminary round) en Dortmund (main round en final round). In Nederland wordt het toernooi gehouden in Den Bosch (preliminary round en President’s Cup) en Rotterdam (preliminary round, main round en final round). De wedstrijden van de voorronde worden gespeeld in de Porsche Arena in Stuttgart en de SWT Arena in Trier van 26 november tot 1 december , en in Rotterdam en Den Bosch van 27 november tot 2 december . De main round volgt aan Duitse zijde van 2 tot 7 december in de Westfalenhalle in Dortmund , en aan Nederlandse zijde van 3 tot 8 december in het AHOY Sportcentrum in Rotterdam , beide met twee groepen van zes teams. De twee beste teams van elke groep plaatsen zich voor de kwartfinales op 9 december (Dortmund) en 10 december (Rotterdam) . De halve finales en medaillewedstrijden worden gespeeld op 12 en 14 december 2025 in Rotterdam .
Tess Lieder, voormalig keepster van het Nederlands team, is ambassadeur voor het WK. "Het is natuurlijk de droom van iedere handballer om een WK in eigen land te beleven", aldus Lieder. "Het succes van 2019 was geweldig, een ervaring die ik nooit zal vergeten. Hoe mooi zou het zijn als TeamNL dit straks in eigen land in een vol Rotterdam Ahoy nog eens zou kunnen doen."
Terugkeer van Oranje naar de wereldtop
Ook het Nederlands team heeft ambities om terug te keren naar de wereldtop. Na een periode van mindere resultaten willen ze weer een team vormen dat finales speelt en tegenstanders angst inboezemt. "Ik denk dat we daar weer kunnen komen", zegt bondscoach Per Johansson. Veel boegbeelden zijn inmiddels weer terug. Naast Lieder-Wester en Abbingh zijn ook Laura van der Heijden, Angela Malestein, Kelly Dulfer en Inger Smits van de bovengenoemde gouden lichting nog altijd international. Ze behoren tot de Oranjeselectie voor de komende EK-kwalificatieduels met Portugal (donderdag 12 oktober) en Finland (zaterdag 14 oktober).
Concurrentie en uitdagingen
De concurrentie is echter groot. "Frankrijk, Noorwegen en Denemarken zijn een beetje sterker dan de rest, maar daarachter vindt een open strijd plaats," aldus Johansson. Ook de keeperstrijd binnen het Nederlands team is intens, met talenten als Yara ten Holte en Rinka Duijndam die zich de laatste jaren hebben gepresenteerd.