Het Wilrijkse Plein in Antwerpen is meer dan alleen een locatie; het is een plek waar de geschiedenis van de stad en de passie voor sport samenkomen. In het bijzonder heeft hockey een speciale plaats in het hart van het plein, met een rijke en gevarieerde geschiedenis die teruggaat tot de begindagen van de sport in België.
De Vroege Jaren: Elite en Fair Play
De beginjaren van het Belgische hockey werden sterk beïnvloed door Fernand de Montigny, een meervoudig olympisch kampioen en een symbool van het Belgische hockey in die tijd. De Montigny, afkomstig uit een rijke Antwerpse familie waar Frans de voertaal was, belichaamde de elite die de sport domineerde. Frans was de taal van de elite, zelfs in het Vlaamse deel van het land. Hoewel Vlaams in 1932 de officiële eerste taal werd in Antwerpen, bleef Frans tot ver in de jaren vijftig en zelfs nu nog in hogere en adellijke kringen gesproken worden.
De Montigny (1885-1974) was een ware alleskunner. Hij won zes olympische medailles in verschillende disciplines, waaronder schermen, schaatsen, hockey en ijshockey, tussen 1908 en 1924. Daarnaast ontwierp hij als architect het olympisch stadion van Antwerpen, waar in 1920 de Olympische Spelen plaatsvonden. Hij tenniste en hockeyde bij Royal Beerschot THC, een van de oudste hockeyclubs van België, opgericht in 1899 als een sportclub voor diverse sporten, waaronder hockey, polo, paardenjacht, cricket, rugby, tennis en atletiek.
Net zo roemrucht als Beerschot is Leopold, opgericht rond 1900 in Ukkel, ten zuiden van Brussel, in het Franstalige deel van België. De huidige landskampioen Leopold is recordhouder met veertien landstitels bij de dames en zevenentwintig titels bij de heren. Ook Royal Leopold is een multisportclub.
In het seizoen 1910/1911 werd de Belgische hockeybond opgericht, toen de Association de Hockey de Belgique. In dat jaar speelde België de eerste hockeyinterlands. Op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen won België met De Montigny brons in het mannenhockey. De Belgen wonnen met 3-2 van Frankrijk, verloren met 5-2 van Denemarken en werden op het natuurgras in Antwerpen met liefst 12-1 vernederd door de Britten, die olympisch kampioen werden. Het zou tot 2007 duren voordat het Belgische mannenhockey weer een medaille zou winnen.
Lees ook: Hockey op het Wilrijkse Plein: Geschiedenis en impact.
De Montigny ontving in 1934 een ‘sport merit’ medaille in Antwerpen, van de minister van sport. Hij stond symbool voor de ‘leisure class’, voor de gefortuneerden die genoeg tijd en energie hadden om zich te bekwamen in sport. Voor de Franstalige hockeyelite was fair play het belangrijkst, net als elegantie in de sport. Professioneel sporten werd in die tijd nog gezien als spelbederf.
De Invloed van de Franstalige Bourgeoisie
Dat de Franstalige bourgeoisie de oorsprong van het Belgische hockey vormde, is nog te merken bij de verschillende hockeyclubs. De Belgische sportjournalist Floris Geerts weet dat traditionele hockeyclubs hun elitaire karakter deels hebben behouden. Ook de Franse taal heeft daar nog steeds mee te maken. ‘Taal ligt gevoelig in ons land. De oudere generatie spreekt toch het liefst Frans. Zelfs bij clubs in Vlaams gebied, zoals Beerschot, Herakles (Antwerpen) en Gantoise (Gent) wordt er nog veel Frans gesproken. Dat heeft toch te maken met die oude gegoede burgerij, die liever Frans spreekt. Ook van het huidige Belgische nationale team komen veel spelers uit een Vlaams gebied, maar werd er toch thuis Frans gesproken. Geerts: ‘Bij Loïck Luypaert spreken ze Frans thuis. Arthur de Sloover, Felix Denayer, Florent van Aubel, Nicolas de Kerpel, Antoine Kina.
De Transformatie: Toegankelijkheid en Groei
De laatste jaren heeft het Belgische hockey een enorme groei doorgemaakt. Tussen 2005 en eind 2018 steeg het aantal hockeyers van 17.000 naar 48.000. Deze groeispurt kan deels worden toegeschreven aan het veranderende, minder snobistische karakter van de sport. Oud-international Marc Coudron, sinds 2005 voorzitter van de Belgische hockeybond, speelde hierin een cruciale rol. Hij streefde ernaar hockey toegankelijker te maken voor het grote publiek. Een goed voorbeeld hiervan is de oprichting van de Antwerpse hockeyclub Olympia in 2016, de club waar het EK hockey in augustus wordt gespeeld. Deze club profileert zich als een gezellige, familiale club, opgericht in 2016. De naam Olympia is gekozen ter ere van de Olympische Spelen van Antwerpen in 1920, die op en rond het Wilrijkse Plein werden georganiseerd.
De Rol van de KBHB
De Koninklijke Belgische Hockey Bond (KBHB) speelt een essentiële rol in de ontwikkeling van hockey in België. De bond vertegenwoordigt een groot aantal clubs verspreid over het hele land, met een aanzienlijk aantal leden. De KBHB biedt ondersteuning aan clubs op het gebied van ledenadministratie en competitieplanning. Ze werken samen met Sportlink om een uitgebreid pakket voor ledenadministratie aan te bieden, waardoor alle benodigde informatie automatisch gedeeld wordt met de bond. Daarnaast kunnen verenigingen kosteloos gebruik maken van Club.Contributie en een app voor het vastleggen van wedstrijdzaken. Het supportteam van de KBHB behandelt jaarlijks duizenden vragen en bestaat uit enthousiaste clubliefhebbers die vaak zelf actief zijn als bestuurder, vrijwilliger, trainer of jeugdvoorzitter bij hun eigen club.
Met Bond.Relatiebeheer kunnen alle leden en relaties worden vastgelegd, waarbij de gegevens online continu beschikbaar zijn en uitgewisseld worden met de aangesloten verenigingen. Bond.Competitie wordt gebruikt voor het organiseren en plannen van alle competities, waarbij alle competitiezaken in één systeem geregistreerd staan en automatisch in de administratie van de aangesloten verenigingen worden vastgelegd.
Lees ook: Diepgaande Blik op Zaalvoetbal
De Red Lions en Red Panthers: Nationale Trots
Het Belgische Red Lions veldhockeyteam heeft België trots gemaakt door de gouden medaille te winnen tijdens de Olympische Spelen van 2020 in Tokio. Dit was een historisch moment voor het Belgische hockey en een bekroning van jarenlang hard werken.
Het vrouwelijke Red Panthers team bewijst ook veelbelovend te zijn met een uitstekende 3e plaats op het Europees kampioenschap. Beide teams worden gesteund door de Belgische Hockeybond (KBHB), die heeft geïnvesteerd in een nieuw gebouw, het Center of Excellence, in Antwerpen. Dit nieuwe hoofdkwartier is een ultramoderne faciliteit en een mijlpaal die België zal profileren als een van de top hockeylanden in de wereld. Het is voorzien van alle functies en voorzieningen die de KBHB zullen ondersteunen op hun weg naar succes en ervoor zullen zorgen dat de Belgische nationale ploeg een prominente rol kan blijven spelen in de internationale hockeywereld.
De Rol van Bert Wentink en Marc Coudron
Eén man verdient volgens velen alle krediet voor het ontwerp van het Belgische bouwwerk: de Nederlander Bert Wentink (63), sinds 2005 technisch directeur van de bond. De Tilburger, begin jaren negentig weinig succesvol als bondscoach van een moeilijke groep Nederlandse vrouwen, woont al jaren in Antwerpen en trainde onder meer Dragons in Brasschaat. „Daar merkte ik hoeveel talent België heeft”, zegt Wentink. Hij zag in 2004 de Belgische jongens onder 16 jaar Europees kampioen worden, louter door de inspanningen van „één hockeyfanaat”, Chris Vercammen. Wentink werd door de bond gevraagd een structuur op te zetten voor de hockeytop. Doorslaggevend was daarbij het topsportproject ‘Be Gold’, sinds 2004 gericht op de opleiding van talenten voor de Spelen van 2016. „Daardoor kwam er geld vrij. We hebben de nationale jeugdploegen allemaal wekelijks bij elkaar, vanaf onder vijftien. Andere landen beginnen later.”
De resultaten zijn indrukwekkend. Plaatsten de Belgische mannen zich nog wat gelukkig voor de Spelen van Beijing (2008), in Londen (2012) werd de ploeg al vijfde. Deze zomer wonnen de Red Lions het Hockey World League-toernooi in Rotterdam, waarbij wereldkampioen Australië twee keer werd verslagen.
Ondertussen floreert ook het clubhockey: toen Wentink acht jaar geleden begon, telde België 15.000 hockeyers. Nu zijn het er 34.000. Dit jaar zorgde zijn oude club Dragons voor een primeur met een eerste Belgische finaleplaats in de Euro Hockey League.
Lees ook: Resultaten en transfers Royal Antwerp Hockey
Volgens Lammers, die in België wordt geassisteerd door zijn landgenoten Jeroen Delmee en Frank Leistra, zijn de successen vooral te danken aan de jeugdopleiding. „Je hebt hier goede coaches. Het is hier iets elitairder, dus ouders eisen een goede trainer. Daar betalen ze ook voor. In Nederland doen de goede trainers alleen het eerste team, niet de jeugd.”
Als voorbeeld noemt hij de Nederlander Eric Verboom, die bij Dragons jarenlang de hele club trainde. „Hij is met al die jeugdteams landskampioen geworden. Heel veel internationals komen van zijn ‘school’.”
Maar het zendingswerk in het meertalige België was niet eenvoudig, erkent Wentink. Het Belgische hockey stond vooral bekend als een elitaire, overwegend Franstalige sport, maar Wentink bombardeerde het Engels tot voertaal. In de kleedkamer werd dat al gesproken omdat de hockeymannen twee keer een Australische bondscoach hadden. „In het Engels zijn we als begeleiding neutraal”, zegt Lammers. „Dus de taalkwestie speelt bij ons niet.”
Maar in de buitenwereld ligt dat minder eenvoudig. „Toen ik een keer een voedingsdeskundige uitnodigde, zei ze: ik mag alleen uitleg geven aan de Vlaamse spelers, de Franstaligen moeten betalen. Ze werd gefinancierd vanuit Vlaanderen.”
Wentink spaarde kosten noch moeite om een Belgische identiteit te creëren rond de nationale ploegen, van jong tot oud: de bijnamen van de teams en de viering van het volkslied zijn er voorbeelden van. De emotie was in Boom letterlijk voelbaar op de tribunes. „Dat willen wij uitstralen: de nationale ploeg is iets bijzonders, daar moet je echt veel moeite voor doen, je moet trots zijn erbij te horen.”
Wentink ziet het als zijn belangrijkste taak ervoor te zorgen dat de eenheid bewaard blijft. „In sommige bonden, zoals de taekwondofederatie, staan de Nederlandstaligen bij wijze van spreken permanent voor de rechter tegenover de Franstaligen.”
In Boom straalde het Belgische hockey vooral enthousiasme en plezier uit. „Ik zit in een roes”, zegt Lammers. „Ik heb veel toernooien meegemaakt, maar de energie die je hier voelt, is geweldig. Alles is nog nieuw hier, alles is leuk. Als je in Amstelveen een vriendschappelijke wedstrijd speelt, komt er niemand. Hier in Boom komen tweeduizend mensen kijken.”
Het EK in Boom toonde aan dat de Belgische ploeg tot wasdom is gekomen. „Wat ik heb de afgelopen maanden heb veranderd is de mentaliteit. Ik vond dat ze geen echte topsportmentaliteit hadden. Trainen was prima, maar vrijdag, zaterdag en zondag gingen ze op stap, maandag nuchter worden en dinsdag weer naar het nationale team. Als studenten.”
Daar is België in acht jaar tijd echt veranderd, denkt Wentink. Zoals de gouden generatie topvoetballers voor nieuw zelfvertrouwen zorgden, de tennissters, of schaatser-skeeleraar Bart Swings. De wereldtop is niet meer iets voor het buitenland. „Toen ik hier kwam, waren de Belgen wat te bescheiden”, zegt Wentink. „Jeugdspelers hadden een poster van Teun de Nooijer op hun kamer hangen. Maar Belgen kunnen en weten veel meer dan ze laten merken. ”
Dat probleem heeft zichzelf inmiddels opgelost, weet Wentink. „We zijn Europees kampioen geworden met allerlei jeugdteams. In 2018 werd België voor het eerst in de geschiedenis wereldkampioen hockey bij de heren door Nederland te verslaan in de finale.
Marc Coudron, sinds 2005 voorzitter van de Belgische hockeybond (KBHB), legt uit waar de kracht vandaan kwam om een revolutie in het Belgische hockey te ontketenen, die hij zelf consequent een evolutie noemt. Zelf oogt en praat hij bescheiden, maar hij heeft de kracht om honderden mensen te mobiliseren. België was in zijn jaren het lachertje op het internationale podium.
Voormalig aanvoerder Coudron kijkt gekweld als hij vertelt over het WK in 1994. Hij vond het een wonder dat de Belgische hockeyers überhaupt het WK hadden gehaald en wilde daar alles uithalen. België speelde tegen het Nederlands elftal, kwam op een 1-0 voorsprong, en verloor daarna met 8-1. ‘De helft van ons team was goed voorbereid. De rest was mentaal en fysiek zwak. Ik ben een teamplayer. Maar het is moeilijk om op het hoogste niveau te spelen, als andere spelers niet alles doen wat ze kunnen. Dat is frustrerend. Daarom hebben we na het WK in Sydney verschillende spelers vervangen.
België was vroeger altijd de underdog, vertelt Coudron. Het team dat mentaal met 0-2 achter stond, als het een wedstrijd tegen een topland speelde. Jezelf kleiner maken, de timide opstelling: het zit volgens de bondsvoorzitter diep in de Belgische ziel. De historie van het land had een permanente angst in de harten van de Vlamingen en Walen gejaagd, denkt Coudron. ‘Wij zijn zo vaak bezet geweest door andere landen. Wij hebben altijd gedacht dat andere landen groter waren dan wij. Die mentaliteit leeft in de monden van de politici, in de pers, en bij de mensen zelf’, legt hij uit. ‘Een kwartfinale halen, dat is voor een klein land als België toch niet zo slecht? Dat soort dingen stonden in de krant. Wat is dat, een klein land? Toen ik zelf speelde was die houding een frustratie bij mij. Een Hollander zou dat gevoel nooit hebben. Daarom is Nederland zo goed in sport en bloeit het in het bedrijfsleven met haar ondernemingen. Wij hebben altijd gedacht dat andere landen groter waren dan wij.
Coudron weet zich met België nooit te kwalificeren voor de Olympische Spelen. In zijn laatste jaar als international krijgt de aanvoerder nog een kans, om Athene 2004 te halen. De Wet van Murphy werkt op volle toeren, als België een vinger op een olympisch ticket heeft gelegd. Het koestert een 2-1 voorsprong tegen Zuid-Afrika, op het olympisch kwalificatietoernooi in Madrid. Coudron: ‘Het werd een ramp. Met nog dertien seconden te gaan staat het 2-1 voor ons, terwijl wij kansen hadden om op 4-1 te komen. Een kans die er nooit in had gemogen, wordt in de laatste minuut gescoord door Zuid-Afrika. In de verlenging tippen wij een bal een centimeter naast de goal. Bij de strafballen staat het bijna 4-2 voor ons. Maar de keeper maakt een supermooie save. In de sudden death scoren zij. Wij missen. Ongelofelijk. Maar dat wist hij toen nog niet. Coudron wist alleen dat hij vooruit wilde met het Belgische hockey. Het ‘Calimero-complex’ moest worden afgeschud en België moest met de mannen een keer de Olympische Spelen halen.
Coudron bleef zich na zijn actieve loopbaan bezig houden met het nationale team. Toen kwam de vice-voorzitter van de KBHB naar de toenmalig recordinternational van België - een titel die nu is overgenomen door international John-John Dohmen - met de vraag of Coudron geen voorzitter wilde worden van de Belgische hockeybond? Het was geen onlogische vraag, want Coudron was een grote naam in het Belgische hockey en wist precies waar de schoen knelde. ‘Maar ik was pas 34. ‘Ik …
De rol van het Wilrijkse Plein bij de Olympische Spelen van 1920
Het Wilrijkse Plein speelde een belangrijke rol in de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen. Verschillende sporten werden op het plein beoefend, waaronder hockey. De Olympische Spelen waren een belangrijke impuls voor de ontwikkeling van de sport in België en gaven het Wilrijkse Plein een internationale uitstraling.
De oprichting van Olympia Hockey Club
Een goed voorbeeld van de groei en populariteit van hockey in Antwerpen is de oprichting van de Antwerpse hockeyclub Olympia in 2016. De club is gevestigd op het Wilrijkse Plein en is een gezellige, familiale club die openstaat voor iedereen. De naam Olympia is gekozen ter ere van de Olympische Spelen van 1920, die op en rond het Wilrijkse Plein werden georganiseerd.
De Red Panthers: Een Team in Opkomst
Hoewel de Red Panthers nog niet dezelfde successen hebben behaald als de Red Lions, zijn ook zij een team om rekening mee te houden. Met een uitstekende 3e plaats op het Europees kampioenschap bewijzen ze veelbelovend te zijn.
De Rol van het Center of Excellence
De KBHB heeft geïnvesteerd in een nieuw gebouw, het Center of Excellence, in Antwerpen. Dit nieuwe hoofdkwartier is een ultramoderne faciliteit en een mijlpaal die België zal profileren als een van de top hockeylanden in de wereld. Het is voorzien van alle functies en voorzieningen die de KBHB zullen ondersteunen op hun weg naar succes en ervoor zullen zorgen dat de Belgische nationale ploeg een prominente rol kan blijven spelen in de internationale hockeywereld.
Communicatie en Samenwerking Tijdens COVID
Tijdens de COVID-pandemie werden de KBHB en de Red Panthers geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van communicatie en samenwerking. Met leden en spelers verspreid over het hele land was er behoefte aan een gebruiksvriendelijke oplossing om virtuele of hybride vergaderingen te houden en om ondanks de afstand te kunnen samenwerken. De i3TOUCH flat panels werden ingezet om speltactieken en -strategieën te verspreiden, aantekeningen te maken, videoconferenties te houden en presentaties te geven. Met de i3TOUCH kunnen de vergaderingen van de KBHB doelgerichter en interactiever worden. Bovendien kunnen de spelers en de technische staf van het nationale team elk detail analyseren met deelnemers op andere locaties van de Federatie.
De Visie van de KBHB
Serge Pilet, de CEO van de KBHB, legt uit: "Als nationale hockeybond zijn wij ook verantwoordelijk voor de groei van onze nationale topteams. We moeten onze interne werking voortdurend optimaliseren en de complexiteit van de communicatie door de verspreide locaties van de teams verminderen." Naast interactieve displays gebruikt KBHB ook de digital signage functie, die geïntegreerd is in de i3TOUCH EX. De digital signage functie op de i3TOUCH is een van de snelste manieren om waarschuwingen of belangrijke boodschappen over te brengen. Het kan ook dienen als een effectieve virtuele rondleiding door de volledige locatie.
tags: #Wilrijkse #Plein #Antwerpen #hockey #geschiedenis