Honkbal, een sport die wereldwijd wordt beoefend, heeft in Nederland een bescheiden maar gepassioneerde aanhang. Het Nederlandse honkbalteam behoort tot de top van Europa en behaalde in 2011 zelfs de wereldtitel. Achter de prestaties van de spelers schuilt een wereld van wetenschappelijk onderzoek, dat zich richt op het verbeteren van prestaties, het voorkomen van blessures en zelfs het begrijpen van de invloed van klimaatverandering op het spel.
Kijkgedrag van Slagmannen: Een Onderzoek naar Perceptie
Studenten van de master High Performance Coaching aan de Vrije Universiteit (VU) combineren theorie met praktijk door stages te lopen in topsportomgevingen. Rosanne Akkermans, bijvoorbeeld, liep stage bij de Amsterdam Pirates en werkte samen met haar begeleider David Mann (VU) en Pirates-coach Charles Urbanus aan een onderzoeksopdracht. Onder coördinatie van prof. dr. Geert Savelsbergh richtte het onderzoek zich op het kijkgedrag van slagmannen.
Het doel was om het moment tussen het gooien van de pitcher en het slaan van de slagman te optimaliseren. Met behulp van een eyetracker bracht Akkermans het huidige kijkgedrag in kaart en legde dit vast op video. Vervolgens werden de slagmannen geconfronteerd met beelden van ideaal kijkgedrag, gebaseerd op literatuur en eerder onderzoek. Na deze confrontatie volgde direct een slagsessie om te observeren wat de slagmannen oppikten van de beelden. De analyse van de verzamelde data is nog in volle gang, maar Akkermans is ervan overtuigd dat de Pirates baat zullen hebben bij het onderzoek.
Het onderzoek toont aan dat "kijken belangrijk is" in honkbal. Toch erkent Akkermans dat niet alle coaches direct staan te springen om dergelijke interventies. In de topsport draait het immers om prestaties, en die moeten zo snel mogelijk geleverd worden. Een student en diens onderzoek kunnen dan als een afleiding worden gezien. Mann ziet echter een verandering in de houding ten opzichte van wetenschap. Hoewel veel coaches nog overtuigd moeten worden, beginnen ze in te zien dat wetenschap hun team of atleet verder kan helpen.
Blessurepreventie: De Kinetische Keten en Hightech Sensoren
Een ander belangrijk onderzoeksgebied binnen de honkbalwetenschap is blessurepreventie. Onderzoekers als Leenen en Van Trigt proberen de "perfecte pitch beweging" te vinden, ofwel de maximale snelheid die een sporter kan halen zonder blessures op te lopen. Hun onderzoek richt zich in eerste instantie op het blessurevrij houden van de weinige goede honkballers en tennissers in Nederland, maar op termijn willen ze hun kennis ook vertalen naar recreanten.
Lees ook: Het leven van Harry Kruyssen
Van Trigt legt uit dat een goede pitcher de energie van de voet via de knie, bekken, romp, onderarm en bovenarm doorgeeft. Bij een ideale beweging volgen de pieken van de sensoren op deze lichaamsdelen elkaar op. Een sporter is blessuregevoelig als hij de energie bijvoorbeeld niet goed van de romp naar de bovenarm kan overbrengen, waardoor de pieken niet mooi na elkaar liggen. Om de verloren energie te compenseren, gaat de sporter mogelijk meer kracht zetten met de bovenarm of onderarm, wat het risico op blessures in die regio vergroot.
De grootste uitdaging voor de onderzoekers is het ontwikkelen van hightech sensoren die de snelheid van de bewegingen kunnen meten. Een pitchbeweging duurt slechts 145 milliseconden, waarbij honkballers hun arm met 9000 graden per seconde draaien. Over vijf jaar hopen Van Trigt en Leenen een meetsysteem te hebben ontwikkeld dat de belasting van een honkballer of tennisser monitort. Deze data kan vervolgens via een app aan de coach worden gekoppeld, zodat hij inzicht krijgt in de prestaties en het blessurerisico van de speler.
Leenen benadrukt dat een meetsysteem alleen niet voldoende is. Hoewel de sportwetenschap al lang bestaat, wordt deze nog niet altijd toegepast in de sportpraktijk. Coaches baseren zich vaak op hun eigen ervaring en zien met het blote oog details die onderzoekers op hun kantoor missen. Toch zijn de heren optimistisch over de toekomst: ze verwachten dat de wetenschap de praktijk over tien jaar nog veel meer zal ondersteunen, waardoor honkballers en tennissers beter presteren en minder blessures oplopen.
Talentselectie: Meer dan Alleen Lange Armen
Omdat Nederland een relatief kleine honkbalgemeenschap heeft, is het belangrijk om talent te koesteren en overbelasting te voorkomen. Erik van der Graaff, bewegingswetenschapper bij de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB), onderzoekt hoe spelers hun worp kunnen verbeteren zonder een al te groot risico op blessures te lopen. Hij volgde drie jaar lang jonge pitchers van regionale academies en verzamelde data over onder andere armlengte, krachtvariabelen en flexibiliteit in de schouders.
Van der Graaff benadrukt dat het belangrijk is om een duidelijk doel voor ogen te hebben bij het verzamelen en analyseren van data. In Amerika is er zoveel talent dat de begeleiding van jonge werpers op wezenlijke punten verschilt. "De besten worden goed, en valt het tegen dan is er altijd nog een heel leger anderen om op terug te vallen," zegt Van der Graaff. In Nederland is dat anders: veelbelovend talent moet gekoesterd worden.
Lees ook: Wendy Bussum Honkbal: Jouw nieuwe team?
Uit het onderzoek van Van der Graaff blijkt dat hardnekkige aannames over talentselectie niet altijd kloppen. Zo was de gedachte altijd: hoe langer hoe beter, zeker als het om armen gaat. Van der Graaff is echter tot de conclusie gekomen dat het vooral belangrijk is dat armen relatief lang zijn. Hij verwacht dat de verzamelde data nog meer aanknopingspunten zal opleveren voor een betere screening van jonge talenten.
Klimaatverandering: Meer Homeruns door Warmere Lucht?
Naast onderzoek naar prestatieverbetering en blessurepreventie, is er ook onderzoek gedaan naar de invloed van klimaatverandering op honkbal. Een nieuwe studie heeft uitgedokterd dat de opwarming van de aarde mogelijk steeds vaker de uitkomst van een wedstrijd bepaalt. Onderzoekers vroegen zich af of klimaatverandering ook zijn weerslag heeft op het honkbal en besloten uit te zoeken of er op ongebruikelijke warme dagen meer homeruns worden geslagen.
"Hogere temperaturen verlagen de dichtheid van lucht," legt onderzoeker Justin Mankin uit. De onderzoekers analyseerden meer dan 100.000 Major League-wedstrijden en 220.000 individuele treffers en ontdekten dat meer dan 500 homeruns die sinds 2010 geslagen zijn, kunnen worden toegeschreven aan een ijlere, warmere lucht als gevolg van klimaatverandering. Hoewel dit momenteel nog maar 1 procent van alle homeruns is, vermoeden de onderzoekers dat dit aantal flink zal stijgen als we broeikasgassen blijven uitstoten. Zo denken ze dat tegen 2100 10 procent of meer van de homeruns te herleiden is naar extreme temperaturen.
De onderzoekers benadrukken dat temperatuur niet de dominante factor is in de toename van het aantal homeruns. Slagmannen kunnen tegenwoordig ballen met optimale snelheden en uit de juiste hoeken wegslaan. Toch speelt de temperatuur wel degelijk een rol. Ze berekenden de jaarlijkse toename van het gemiddelde aantal homeruns op verschillende honkbalvelden en ontdekten dat spelers in Wrigley Field, het honkbalstadion van de Chicago Cubs, meer dan 15 homeruns per seizoen extra zullen slaan.
Hoewel meer homeruns het spel spannender kunnen maken, is het volgens de onderzoekers belangrijk om na te denken over de blootstelling van spelers en fans aan extreme hitte. Een belangrijke vraag is dan ook welke temperaturen nog acceptabel zijn. De bevindingen tonen aan dat zelfs honkbal niet aan de gevolgen van klimaatverandering kan ontsnappen.
Lees ook: Wat is het verschil?
tags: #wetenschap #achter #honkbal