Leeftijden in het jeugdvoetbal bij de KNVB: Een overzicht

De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) structureert het jeugdvoetbal op basis van leeftijdscategorieën. Elk seizoen wordt aan de hand van het geboortejaar vastgesteld in welke leeftijdscategorie een speler of speelster valt. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de leeftijdsgroepen, spelregels, en andere relevante informatie met betrekking tot jeugdvoetbal in Nederland.

Leeftijdscategorieën en indeling

De KNVB deelt het jeugdvoetbal in in verschillende leeftijdscategorieën. De indeling wordt jaarlijks opnieuw bepaald op basis van het geboortejaar van de speler. De peildatum hiervoor is 1 januari. Dit betekent dat een speler geboren in januari bijna een jaar ouder kan zijn dan een speler geboren in december van hetzelfde jaar, terwijl ze toch in dezelfde leeftijdscategorie spelen. Dit verschil in kalenderleeftijd kan aanzienlijk zijn, vooral bij jongere spelers, en kan een achterstand van 10 tot 15% betekenen voor een speler van 7-8 jaar die later in het jaar geboren is.

Dispensatie

Er zijn bepaalde uitzonderingen op de leeftijdsindeling, zoals de mogelijkheid voor meisjes om in gemengde competities te spelen. Er mogen een onbeperkt aantal meisjes meespelen in teams, die volgens de jongens leeftijdsgrens dispensatie hadden moeten krijgen. De KNVB biedt vanaf het seizoen 2019/’20 een dispensatieregeling aan voor spelers die relatief klein zijn voor hun leeftijd.

Speeldagen en wedstrijden

Voetbalwedstrijden worden in principe op zaterdag gespeeld. Af en toe kan er op een doordeweekse avond worden gespeeld, bijvoorbeeld bij inhaalwedstrijden of verplaatsingen in overleg met de tegenstander. Het voetbalseizoen loopt van september tot eind mei/begin juni. De exacte data zijn afhankelijk van de speeldagenkalender, die elk seizoen door de KNVB wordt vastgesteld.

11x11 Voetbal

Het grootste competitieaanbod is te vinden in de reguliere voetbalvorm 11x11. Deze vorm wordt gespeeld vanaf de junioren en is bij vrijwel elke vereniging mogelijk. In de Jeugd Onder 13- tot en met Onder 19-competities spelen zowel jongens als meiden. De speelvorm is 11 tegen 11. De leeftijdscategorieën die worden aangeboden per district zijn afhankelijk van het aanbod in teams. In de JO13- t/m JO19- competities categorie B en Hoofdklasse spelen we in drie fases. De divisies spelen in een na- en voorjaarsreeks.

Lees ook: Code Scheidsrechter Volleybal

Meidenvoetbal (MO13 t/m MO20)

Vanaf de juniorenleeftijd zijn er ook specifieke competities waar meiden met en tegen elkaar voetballen (MO13 t/m MO20).

Vereniging zoeken

Voor wie wil gaan voetballen en op zoek is naar een vereniging in de buurt, biedt de KNVB een clubfinder. Hier zijn de contactgegevens en het voetbalaanbod van alle verenigingen te vinden.

Wisselregels

O15 t/m O17 en MO20 categorie A

Per wedstrijd staan maximaal 18 spelers op het wedstrijdformulier. Hiervan beginnen 11 spelers in het veld en zitten maximaal 7 wisselspelers op de bank. Bij elk wisselmoment mogen 7 spelers tegelijk gewisseld worden. Dit betekent dat er iedere keer maximaal 7 spelers tegelijk in en uit het veld gaan.

O19 en ouder categorie A

Vanaf de leeftijdscategorie Onder 19 (O19) geldt dat er tijdens een wedstrijd 4 wisselmomenten zijn toegestaan: 3 momenten tijdens de speeltijd en 1 moment in de rust. Binnen deze wisselmomenten mogen in totaal 5 spelers gewisseld worden gedurende de hele wedstrijd.

O13, O14 categorie A en gehele categorie B

In de O13, O14 categorie A en gehele categorie B mag onbeperkt gewisseld worden met maximaal 7 wisselspelers. In de O13 en O14 wordt vliegend wisselen toegepast. Dit betekent dat spelers gewisseld kunnen worden zonder dat het spel hiervoor hoeft te worden onderbroken. In de O15 en ouder vindt het wisselen op de traditionele manier plaats.

Lees ook: Wanneer pakt Feyenoord de titel?

Balmaten en gewichten

Een goede voetbal heeft een constante druk, het juiste gewicht en de juiste afmetingen. Daarnaast is het fijn als de bal goed zichtbaar is en deze geen vocht opneemt zodat het gewicht constant blijft. De KNVB hanteert hiervoor strikte richtlijnen. De hierboven beschreven voetbal is er eentje met balmaat 5.

Voor junioren en pupillen gelden afwijkende regels voor wat betreft de maat en het gewicht van de voetbal. Zeker voor de kleinere junioren zorgt een lichtere bal voor meer vaart in het spel en voorkomt het overbelasting en blessures. De KNVB hanteert onderstaande regels voor juniorenvoetbal.

De maat van een voetbal wordt uitgedrukt in een balnummer of balmaat. Dit balnummer is een maat voor de omtrek. Binnen de verschillende balmaten zit een variatie in gewicht zoals je hierboven in het overzicht kunt zien.

Kalenderleeftijd versus biologische leeftijd

De kalenderleeftijd is gebaseerd op de geboortedatum van een speler, met 1 januari als peildatum. Echter, de biologische leeftijd, die verwijst naar de fysieke en motorische ontwikkeling van een speler, kan sterk verschillen tussen spelers van dezelfde kalenderleeftijd. Twee spelers kunnen in kalenderleeftijd net zo oud zijn, terwijl de een al veel verder is in zijn fysieke en motorische ontwikkeling dan de ander. Een verschil in voetbalvaardigheden is dan soms ook zichtbaar. Dit uit zich bijvoorbeeld in het hebben van meer lengte, kracht, snelheid, hetgeen van invloed kan zijn op het voetballen op ‘dat moment’. De groeispurt start bij ieder kind op een ander moment. Bij meisjes gemiddeld tussen 10- en 14 jaar en jongens tussen de 13 en 16 jaar.

De KNVB houdt rekening met deze verschillen en biedt een dispensatieregeling voor spelers die relatief klein zijn voor hun leeftijd.

Lees ook: Complete gids voor Duits voetbal kijken

Voetballeeftijd

De voetballeeftijd omvat alle ervaringen die een speler heeft met voetballen en de bijbehorende bewegingen. Dit omvat hoe lang iemand al voetbalt, hoe vaak er getraind wordt, wedstrijden worden gespeeld op de club, en hoe vaak er buiten de club wordt gevoetbald (straat, school, etc.). Je voetbal leeftijd is ook afhankelijk van je ervaring met bewegen. Sommige kind(eren) bewegen al veel en gevarieerd van jongs af en van spelen op straat, in bomen te klimmen, rennen, fietsen, etc. Je gevoel voor bewegen is gebaseerd op je ervaring met bewegen en dit heeft ook weer invloed op je bewegen in het voetballen.

Er kan in het algemeen gesteld worden dat jongens eerder en meer gestimuleerd worden om te bewegen dan meiden. Maar in aanleg is het niet zo dat jongens beter kunnen bewegen en dus beter kunnen voetballen dan meiden. Het is dus belangrijk om alle meiden en jongens van jongs af aan te stimuleren om te bewegen. Ook kunnen kinderen verschillen beleven in hoe er vanaf het eerste jaar van de voetbalopleiding met hen wordt omgegaan. Bijvoorbeeld als het gaat om selectie en niet-selectie of wel of niet gemengd voetballen.

Pupillenvoetbal (JO8, JO9, JO10)

De pupillen JO8, JO9 en JO10 spelen 6 tegen 6 wedstrijden op een bijna kwart veld (42,5m x 30m). De scheidsrechter neemt bij deze leeftijdscategorie voortaan de rol aan van spelbegeleider. Hij of zij beweegt niet in maar langs het veld en geeft de spelers zoveel mogelijk de ruimte het spel zelf te ontdekken.

Bij de Onder 8 t/m Onder 10 pupillen worden geen uitslagen en standen meer gepubliceerd. Dit is in lijn met de ontwikkeling van de nieuwe wedstrijdvormen waarbij het draait om het vergroten van het spelplezier van pupillen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen uitkomend in Onder 8 en Onder 9 nog niet in staat zijn om weken vooruit te kijken en daarom geen echte interesse hebben in rangen en standen. Het bijhouden van een competitie en toewerken naar een kampioenschap blijkt vooral van waarde en belang voor trainers, leiders en ouders. Dit kan leiden tot onnodige spanning en druk wat ten koste gaat van het spelplezier van het kind. De KNVB houdt wel de uitslagen bij om teams op het juiste niveau in te delen.

tags: #leeftijden #jeugdvoetbal #knvb