Waterpolo is een dynamische en boeiende watersport die de combinatie van zwemmen, balvaardigheid en tactisch inzicht vereist. Het is een van de oudste teamsporten in de Olympische geschiedenis. Twee teams strijden tegen elkaar in een zwembad, en om een eerlijk en veilig spel te garanderen, zijn er specifieke regels waaraan beide teams zich moeten houden. Dit artikel geeft een overzicht van de duur van een waterpolowedstrijd, de belangrijkste regels en andere relevante aspecten van deze sport, met speciale aandacht voor de Olympische Spelen.
Wat is Waterpolo?
Waterpolo is een sport die halverwege de 19e eeuw is ontstaan en wordt gespeeld in een zwembad. Hoewel het in het water plaatsvindt, heeft het overeenkomsten met handbal. Het is met name populair in Oost- en Zuid-Europa. Nederland heeft ook een sterke traditie in het waterpolo, vooral bij de dames. Het nationale dames waterpoloteam heeft meermaals deelgenomen aan de Olympische Spelen en behaalde in 2008 zelfs de gouden medaille. Daarnaast zijn ze tweemaal wereldkampioen geworden (1991 en 2023) en zes keer Europees kampioen (1985, 1987, 1989, 1993, 2018 en 2024).
De Basis van het Spel
Een waterpoloteam bestaat uit zeven spelers, waarvan zes veldspelers en een doelman. Het doel van het spel is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander door de bal in het doel te werpen. Elke geslaagde poging levert één doelpunt op.
Speelveld en Materiaal
Het speelveld voor heren is 20 meter breed en maximaal 30 meter lang. Voor dames is de maximale lengte 25 meter. De minimale diepte van het zwembad moet 1,80 meter zijn. Als de diepte dit toelaat en spelers op de bodem kunnen staan, mag dit alleen als ze de bal niet in hun bezit hebben. Zodra een speler de bal ontvangt, moet hij zwemmen; stilstaan of afzetten van de bodem resulteert in een vrije worp voor de tegenpartij.
De bal die gebruikt wordt bij waterpolo voor heren is ongeveer even groot als een voetbal en weegt tussen de 400 en 450 gram. Dames- en jeugdteams gebruiken een kleinere en lichtere bal. Een belangrijk kenmerk van de bal is de grip, waardoor hij gemakkelijk met één hand vast te houden is. Veldspelers mogen de bal slechts met één hand tegelijk aanraken, terwijl keepers de bal met twee handen mogen aanraken binnen de 5-meterzone. Spelers mogen onder water worden geduwd terwijl ze de bal vasthouden, maar de bal zelf mag niet onder water komen.
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
Duur van een Waterpolowedstrijd
Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier periodes, ook wel partjes genoemd. De duur van deze periodes varieert afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land waarin gespeeld wordt. De periodes duren tussen de 4 en 8 minuten zuivere speeltijd. Zuivere speeltijd betekent dat de tijd wordt stilgelegd bij overtredingen, doelpunten en andere spelonderbrekingen. Hierdoor kan een kwart van 8 minuten in werkelijkheid tussen de 12 en 15 minuten duren.
Internationale Wedstrijden en Olympische Spelen
Op internationale toernooien, zoals de Olympische Spelen, duren de periodes 8 minuten, wat resulteert in een totale speeltijd van 32 minuten. De waterpolowedstrijden tijdens de Olympische Spelen van Parijs vinden plaats van 27 juli tot en met 10 augustus. De groepswedstrijden worden gespeeld in het Centre Aquatique in Saint-Denis en de finales in de Paris La Défense Arena in Nanterre.
Competitie en Leeftijd
De speeltijd kan variëren afhankelijk van de competitie en de leeftijdscategorie. Over het algemeen geldt dat jongere spelers kortere periodes spelen. Bij Waterpolo Residentie spelen alle teams bijvoorbeeld 4x 5 minuten. Na twee periodes wisselen de teams van speelhelft.
Verlenging
In wedstrijden waar een winnaar vereist is, zoals bekerwedstrijden, kan een verlenging plaatsvinden. Een verlenging bestaat uit twee periodes van elk 3 minuten zuivere speeltijd. Als er na de verlenging nog steeds geen winnaar is, worden er strafworpen genomen. Mocht er een gelijke stand op het scorebord staan na de reguliere speeltijd, dan moeten de ploegen tegenwoordig direct strafworpen gaan nemen.
De 30 Seconden Regel (Schotklok)
Vanaf de C-jeugd wordt de 30 seconden regel toegepast. Dit houdt in dat de aanvallende ploeg 30 seconden de tijd heeft om een schot op het doel te lossen. Als er binnen deze tijd geen schot op het doel is, gaat het balbezit naar de tegenpartij. De tijd wordt opnieuw ingesteld:
Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo
- Wanneer de bal in het spel wordt gebracht door middel van een corner.
- Als er sprake is van balbezit door hetzelfde team dat geschoten heeft.
- Na een uitsluiting.
Deze regel is ingevoerd om het spel aantrekkelijker te maken en te voorkomen dat teams te lang de bal vasthouden zonder aan te vallen.
Belangrijke Regels en Overtredingen
Waterpolo kent diverse regels en overtredingen die van invloed zijn op het spelverloop. Enkele belangrijke regels zijn:
- Balbezit: De aanvallende ploeg heeft 30 seconden om een schot op het doel te lossen.
- Vrije Worp: Een vrije worp wordt toegekend bij verschillende overtredingen, zoals het vasthouden van een tegenstander of het met twee handen aanraken van de bal. Buiten de 6-meterlijn mag een vrije worp direct op het doel worden geschoten.
- 5-meter Bal: Een 5-meter bal (strafworp) wordt toegekend als een grove overtreding binnen de 6-meterzone wordt begaan. De speler mag dan alleen op de keeper schieten vanaf de 5-meterlijn.
- Uitsluiting: Bij zwaardere overtredingen kan een speler voor 20 seconden of langer worden uitgesloten. Na drie persoonlijke fouten krijgt een speler de rode vlag en wordt hij uitgesloten van het spel.
- Uitsluiting met Vervanging (UMV): Een UMV wordt gegeven bij zeer zware overtredingen of het beledigen van de scheidsrechter. In sommige gevallen volgt een UMV4.
Wanneer een speler een tegenspeler vasthoudt of de bal weggooit na het fluitsignaal wordt die bestraft met een U20. Als een U20 binnen het 5-meter gebied wordt begaan volgt een 5-meter bal. Dit is een vrije worp van 5-meter tussen de speler en de keeper.
Speelveld Markeringen
De lijnen worden aangegeven met pionnen op de kant.
- De doellijn bevindt zich aan de voorkant van het doel, ter hoogte van de doelpalen. Als de bal deze lijn volledig heeft gepasseerd, tussen de doelpalen in, is het een doelpunt.
- De 2-meterlijn bevindt zich precies 2 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met rode pionnen. Een aanvallende speler mag zich niet binnen de 2 meter begeven zonder bal. Tijdens een aanval mag een aanvallende speler dus niet voorbij de 2-meterlijn, tenzij hij de bal al in zijn bezit heeft en wil gaan scoren.
- De 6-meterlijn bevindt zich precies 6 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met gele pionnen. De 6-meterlijn is er met name om het verschil in straffen binnen en buiten de 6 meter aan te geven. Een vrije bal die binnen de 6 meter wordt gegeven mag je niet in één keer op doel schieten. De bal moet dan eerst via een medespeler. Een vrije bal die buiten de 6 meter wordt gegeven, mag direct op doel worden geschoten, mits de spelers in één keer schiet en niet eerst gaat dreigen met de bal.
- De middellijn bevindt zich precies in het midden van het speelveld en wordt aangegeven met de witte pionnen.
Uitrusting van de Spelers
De spelers dragen een cap om hun hoofd te beschermen en om ze herkenbaar te maken. Het thuisspelende team draagt witte caps, terwijl het uitspelende team blauwe caps draagt. Beide keepers hebben een rode cap. Alle spelers hebben oorbeschermers aan hun cap om hun oren te beschermen tegen de impact van de bal. Tegenwoordig dragen spelers ook vaak een gebitsbeschermer, een toque en een tweede zwembroek of badpak.
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham
Voor waterpolo heb je een waterpolocap nodig die tijdens de hele wedstrijd gedragen moet worden en onder de kin wordt vastgebonden. De cap moet stevig zijn, goed passen en geïntegreerde oorbescherming hebben. In de regel heb je een cap in twee verschillende kleuren nodig. Dit is om de twee teams van elkaar te kunnen onderscheiden tijdens een wedstrijd. Naast een waterpolocap heb je een bijpassende zwembroek of badpak nodig. Let bij het kiezen op een goede pasvorm, duurzaam materiaal en voldoende bewegingsvrijheid.
Scheidsrechters
De scheidsrechters zwemmen niet mee, maar staan aan de lange zijde van het speelveld, buiten het water. Ze houden toezicht op het spel en zorgen ervoor dat de regels worden nageleefd. In de meeste competitiewedstrijden wordt gebruikgemaakt van de 30 seconden regel, die wordt bijgehouden aan de jurytafel. Michiel Zwart is door World Aquatics aangesteld als waterpoloscheidsrechter op de Olympische Spelen in Parijs.
Jeugdwaterpolo
Bij jeugdwaterpolo, met name minipolo, zijn er aangepaste regels en afmetingen van het speelveld. Minipolo teams bestaan uit vijf spelers (vier veldspelers en een keeper).
Waterpolo op de Olympische Spelen
Waterpolo is een van de oudste teamsporten op de Olympische Spelen. Het stond al vroeg op het programma van de moderne Olympische Spelen. Het vrouwenwaterpolo stond voor het eerst op de Olympische planning van de Spelen in 2000.
Historisch Overzicht
- Waterpolo voor mannen is sinds 1908 onafgebroken onderdeel geweest van elke Olympische Spelen.
- Hongarije is een dominant land in het waterpolo en heeft al 9 gouden medailles gewonnen.
- Bij het waterpolo voor vrouwen zijn de Europese landen minder overheersend. De Verenigde Staten hebben twee gouden medailles gewonnen (Londen en Rio).
- Nederland won in 2008 goud op de Olympische Spelen bij de vrouwen, tegen ieders verwachting in.
TeamNL op de Olympische Spelen
Onze waterpolovrouwen doen in Parijs voor de vierde keer mee aan de Olympische Spelen. Het debuut was in 2000 in Sydney. Dat was tevens de eerste keer dat deze sport voor vrouwen op de agenda stond. Nederland eindigde Down Under op de vierde plaats. Acht jaar later was TeamNL er opnieuw bij. In Londen en Rio misten onze waterpolosters de Spelen. In Tokio eindigde Nederland op de zesde plaats. Van de huidige selectie waren Kitty-Lynn Joustra, Maartje Keuning, Simone van de Kraats, Vivian Sevenich, Brigitte Sleeking, Sabrina van der Sloot en Iris Wolves er drie jaar geleden ook bij. Evangelos Doudesis was in Japan assistent-bondscoach. Lola Moolhuijzen en Nina ten Broek behoren tot de debutanten.
Bondscoach Evangelos Doudesis: “De verschillen tussen de teams bij de top-10 van de wereld zijn minimaal. Het wordt in Parijs een superinteressant toernooi waar we nu al naar uitkijken. We kunnen allerlei verschillende scenario’s bedenken Ons eerste doel is goed spelen, groeien in de poule en zorgen dat we ons plaatsen voor de kwartfinales." Over zijn selectie voor de Spelen zegt hij: “Het team is een samenstelling van unieke karakters en ervaren speelsters. We hebben vaak in deze formatie gespeeld de afgelopen jaren. Met veel multifunctionele speelsters die ook verschillende tactische systemen beheersen."
tags: #waterpolo #wedstrijd #duur #olympische #spelen