De Nederlandse waterpolovrouwen hebben een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd in de internationale sportwereld, met als absolute hoogtepunten de gouden medaille op de Olympische Spelen van Beijing in 2008 en recentelijk de bronzen medaille op de Olympische Spelen van Parijs in 2024. Hun reis, gekenmerkt door pioniersgeest, doorzettingsvermogen en teamgeest, heeft een onuitwisbare stempel gedrukt op de sport.
Een Terugblik op de Olympische Spelen van Londen 2012
De Olympische Spelen van Londen 2012 waren een memorabel evenement voor Nederland. Het Nederlandse team behaalde in totaal twintig medailles - zes gouden, zes zilveren en acht bronzen - en eindigde daarmee op de dertiende plaats in het landenklassement. Chef de mission Maurits Hendriks toonde zich na afloop tevreden over de prestaties van de Nederlandse equipe: "Ons team heeft goed gepresteerd, zowel in de breedte als in de diepte. In acht van de achttien sporten hebben we medailles gehaald. We hebben aan 103 'medaille-events' meegedaan en in 49 daarvan de top acht gehaald. Dat is 47,5 procent tegen 41 procent in Peking." De Verenigde Staten domineerden het medailleklassement, gevolgd door China en gastland Groot-Brittannië. Individueel gezien was Michael Phelps de meest gelauwerde olympiër in Londen. Ranomi Kromowidjojo nam met drie medailles een prominente positie in binnen het Nederlandse team.
De Weg naar Olympisch Goud
Het Nederlandse waterpoloteam voor vrouwen schreef geschiedenis door de gouden medaille te veroveren op de Olympische Spelen van Beijing in 2008. De ploeg, onder leiding van coach Robin van Galen, liet gedurende het toernooi indrukwekkende prestaties zien. De finale tegen de Verenigde Staten was een nagelbijter, waarin de Nederlandse vrouwen hun mentale weerbaarheid toonden. De Bruijn nam uiteindelijk in de laatste periode de beslissende treffer voor haar rekening.
Waterpolo na Londen 2012
Na de Olympische Spelen bleven de Nederlandse waterpolovrouwen actief op internationaal niveau. Op het WK in Singapore eindigde het team op de vijfde plaats. In een kwartfinale met twee gezichten hield Spanje TeamNL van de strijd om de medailles af.
Recente Successen: Wereldtitel en Olympisch Brons in Parijs 2024
In recente jaren hebben de Nederlandse waterpolovrouwen opnieuw succes geboekt. In Fukuoka veroverde de ploeg van bondscoach Evangelos Doudesis de wereldtitel door na strafworpen te sterk te zijn voor Europees kampioen Spanje. Door het bereiken van de eindstrijd was Oranje al verzekerd van een ticket voor de Olympische Spelen in Parijs.
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
Tijdens het toernooi in Fukuoka verdedigde Nederland in de laatste periode van de finale een voorsprong van 10-7. In de slotminuut was de marge nog slechts één. Bij een stand van 12-11 greep Spanje vijftien seconden voor het laatste fluitsignaal zijn laatste kans, waardoor strafworpen de beslissing moesten brengen. Hierin bleek Nederland uiterst koelbloedig. Alle Nederlandse speelsters schoten raak. Bij de Spaanse ploeg ging het mis bij de derde strafworp. De ervaren keepster Laura Aarts tikte met haar vingertoppen de poging van Beatriz Ortiz tegen de paal.
Op de Olympische Spelen in Parijs in 2024 behaalden de Nederlandse waterpolovrouwen de bronzen medaille na een zenuwslopende wedstrijd tegen de Verenigde Staten. Met nog slechts 70 seconden op de klok leek de droom van een medaille te vervliegen, maar de ploeg toonde veerkracht en won uiteindelijk met 11-10. Bondscoach Evangelos Doudesis reageerde na de wedstrijd: “Ik voel veel blijdschap en opluchting. We wisten dat we naar Parijs kwamen als een van de favorieten van het toernooi. We wisten dat we goed waren, en we hebben in de reguliere tijd niet één wedstrijd verloren dit toernooi. We balen enorm dat we de halve finale na penalty's verloren, maar dat is dan zo."
Vroege Jaren: Pionierswerk en Demonstratiewedstrijden
De eerste aanzet tot vrouwenzwemmen in Nederland vond al in 1874 plaats, toen de Amsterdamse zwemclub AZ 1870 de mogelijkheden onderzocht. De introductie bleef echter uit vanwege de hoge kosten van de benodigde afscherming, die moest voorkomen dat mannen de vrouwelijke zwemmers konden zien.
Het waterpolo voor vrouwen kwam op in 1906 dankzij de inspanningen van Johanna Triebels-Koen, ook bekend als "De Zwemmoeder". HDZ won een speciale wedstrijd met 3-2 van het Haarlemse HVGB. De sport werd snel populair onder vrouwen, wat in 1911 leidde tot een internationale wedstrijd.
In 1920 kwam HDZ wederom met een idee voor de Olympische Spelen in Antwerpen: een demonstratiewedstrijd tussen een team uit Amsterdam en Rotterdam. Amsterdam speelde gelijk tegen Rotterdam. Rie Beisenherz was de meest opvallende naam bij die demonstratiewedstrijd, omdat zij in Antwerpen ook meedeed aan het zwemmen. Zij was daarmee de eerste Nederlandse vrouw ooit op de Olympische Spelen.
Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo
Twee jaar na die historische wedstrijd vervulden Beisenherz, Bolten en Klapwijk opnieuw een pioniersrol in het internationale waterpolo tijdens de tweede "Olympiade voor vrouwen" in Monte Carlo in 1922. Met het Nederlandse team versloegen ze de tegenstanders uit Londen met 6-0 in ijskoud water. In 1948 stond Klapwijk opnieuw in de schijnwerpers, als coach van olympisch zwemkampioene Nel van Vliet.
De Lange Weg naar Erkenning
Ondanks de vroege initiatieven duurde het nog decennia voordat vrouwenwaterpolo de erkenning kreeg die het verdiende. De demonstratiewedstrijd in Antwerpen in 1920 was een belangrijke stap, maar de hoop op toelating tot de Olympische Spelen bleek voorbarig. In veel landen waren gelegenheidsteams actief, waarin lokale zwemsters het in geïmproviseerde teams tegen elkaar opnamen. Wel werden er experimentele toernooien georganiseerd. Zo streden twee vrouwenteams uit Amsterdam en Rotterdam in 1910 ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van de Rotterdamse Zwemclub om het Zilveren Ei. De Rotterdammers waren in vorm, wonnen met 3-0 en gingen er met de trofee vandoor. In 1911 speelde de Hollandsche Dames Zwemclub (HDZ) uit Amsterdam de eerste internationale wedstrijd tegen een team uit Engeland. Hierna werd waterpolo onder vrouwen snel populairder. Tussen 1912 en 1914 werden onder meer in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag nieuwe clubs opgericht. In 1914 werd door de Nederlandse Zwembond zelfs voor het eerst een landelijke vrouwencompetitie opgezet in het waterpolo. De eerste tien jaar werd alles gewonnen door HDZ uit Amsterdam, maar daarna werd de concurrentie serieus met ook andere kampioenen.
Pas in de jaren tachtig kwam de kentering, met drie Europese titels en uiteindelijk, in 1991, de eerste wereldtitel in Perth. Dit succes markeerde een nieuw tijdperk voor het Nederlandse vrouwenwaterpolo.
Olympisch Goud in Beijing: Een Historisch Hoogtepunt
Het absolute hoogtepunt in de geschiedenis van het Nederlandse vrouwenwaterpolo is ongetwijfeld de gouden medaille op de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. De ploeg van coach Robin van Galen schreef geschiedenis door in de finale de Verenigde Staten te verslaan.
De weg naar de Spelen was echter niet zonder obstakels. Op het WK in Melbourne, iets meer dan een jaar voor de Spelen, eindigde Oranje als negende. De vrouwen schreven elkaar briefjes waarin ze hun ongenoegen over alles uitten. Pas later spraken zij de problemen uit. Van Galen creëerde een enorme teamgeest binnen zijn ploeg. Hij stond voor zijn meiden, zij gingen voor hem door het vuur. Nederland kwam binnen vier minuten met 4-0 voor, maar verspeelde die marge weer in de tweede periode. Toch bleef de ploeg daarna steeds aan de goede kant van de score. De mentale weerbaarheid van de groep was groot. Uiteindelijk nam De Bruijn in de laatste periode, driekwart minuut voor het einde, de beslissende treffer voor haar rekening.
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham
Recente Successen: Wereldtitels en Europese Dominantie
Na het Olympische goud kende het Nederlandse vrouwenwaterpolo een periode van wisselende successen. In de finale versloeg de ploeg van bondscoach Evangelos Doudesis Europees kampioen Spanje na strafworpen. In de reguliere speeltijd was de wedstrijd in 12-12 geëindigd.
Het jaar 2024 begon met een knaller, toen de Nederlandse waterpolovrouwen in Eindhoven Europees kampioen werden. Het was de tweede grote finale op rij die de twee landen tegen elkaar speelden, nadat Nederland vorig jaar al de WK-finale van Spanje won.
Europese Zege van ZV de Zaan: Clubsucces als Aanvulling
Ook op clubniveau zijn er successen te vieren. De vrouwen van ZV de Zaan wonnen in 2024 de Euro Cup finale door Pallanuoto Trieste te verslaan. Het is voor het eerst in 30 jaar dat een Zaanse ploeg een Europese prijs heeft gewonnen. De kracht van De Zaan zit in het goed samenwerkende collectief.
Pioniers in het Vrouwenwaterpolo
Wat vaak vergeten wordt, is dat Nederlandse waterpolovrouwen in 1920 verantwoordelijk waren voor het debuut van deze sport op de Olympische Spelen. Het huidige vrouwenwaterpolo is onvergelijkbaar met de beginsituatie van zo’n honderd jaar geleden, toen deze sport internationaal nog niet veel voorstelde. In veel landen waren gelegenheidsteams actief, waarin lokale zwemsters het in geïmproviseerde teams tegen elkaar opnamen. Wel werden er experimentele toernooien georganiseerd. Zo streden twee vrouwenteams uit Amsterdam en Rotterdam in 1910 ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van de Rotterdamse Zwemclub om het Zilveren Ei. De Rotterdammers waren in vorm, wonnen met 3-0 en gingen er met de trofee vandoor. In 1911 speelde de Hollandsche Dames Zwemclub (HDZ) uit Amsterdam de eerste internationale wedstrijd tegen een team uit Engeland. Zwemconnaisseur Ben Planjer schreef hierover in 1941 in Veertig jaar waterpolo: ‘De Engelschen hebben gewonnen met 3-2, maar de Amsterdamse dames hebben zich dapper geweerd net een vinnig en vlug spel, dat ook haar een woord van hulde niet mag worden onthouden.’
Hierna werd waterpolo onder vrouwen snel populairder. Tussen 1912 en 1914 werden onder meer in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag nieuwe clubs opgericht. In 1914 werd door de Nederlandse Zwembond zelfs voor het eerst een landelijke vrouwencompetitie opgezet in het waterpolo. De eerste tien jaar werd alles gewonnen door HDZ uit Amsterdam, maar daarna werd de concurrentie serieus met ook andere kampioenen. Zo kreeg Nederland steeds meer vrouwen, die internationaal gezien op een hoog niveau waterpolo speelden. Dat was het IOC ook opgevallen en daarom mochten twee Nederlandse clubteams op 29 augustus 1920 in Antwerpen een olympische demonstratiewedstrijd vrouwenwaterpolo spelen - de eerste in de geschiedenis! HDZ had het initiatief genomen en speelde tegen een lokaal Rotterdams team.
De Emotionele Reis naar Goud in Beijing 2008
Vol ongeloof staarden de Nederlandse waterpolosters donderdag 21 augustus 2008 in Beijing naar elkaar. Ze hadden goud om hun nek hangen. Iets verderop stond hun vertrekkende coach Robin van Galen die het ook niet droog kon houden. Een immense inhaalrace naar de internationale top eindigde op de Olympische Spelen in een gouden plak. “Ongelooflijk'', stamelde Van Galen. Bijna drie jaar duurde de samenwerking tussen Van Galen en zijn meiden. Donderdagochtend, uren voor de finale, verzamelde de bondscoach zijn speelsters op het olympisch plein. Hij hield er een emotioneel betoog over vertrouwen en geloof in elkaar. Hij voegde er iets persoonlijks aan toe. Iets meer dan een jaar voor de Spelen in Beijing op het WK in Melbourne had het ambitieuze plan van de KNZB en sportkoepel NOC*NSF een flinke deuk opgelopen. Oranje eindigde er als negende. De vrouwen schreven elkaar briefjes waarin ze hun ongenoegen over alles uitten. Pas later spraken zij de problemen uit. “In die tussentijd is er iets moois ontstaan'', zei Van Galen. “Hij kan een team bouwen, mensen persoonlijk raken en hij durft ook zijn emoties te tonen'', zei routinier De Bruijn, die er acht jaar eerder in Sydney bij was toen de olympische missie faalde met de vierde plaats.
Van Galen creëerde een enorme teamgeest binnen zijn ploeg. Hij stond voor zijn meiden, zij gingen voor hem door het vuur. “Voor hem wil je vechten'', zei De Bruijn, die eerder al jaren met de bondscoach werkte bij GZC Donk. Nederland kwam binnen vier minuten met 4-0 voor, maar verspeelde die marge weer in de tweede periode. Toch bleef de ploeg daarna steeds aan de goede kant van de score. De mentale weerbaarheid van de groep was groot. De Bruijn deed dat uiteindelijk zeven keer, op zo'n niveau hoogst uitzonderlijk. Uit alle hoeken en standen. “Ik wist niet dat ze dit kon'', meende Van Galen oprecht. “Ze was een stuk minder in de halve finale tegen Hongarije. Ik dacht dat haar piek voorbij was. Dat bleek dus niet het geval te zijn. De teamgenotes van De Bruijn werkten zich het ongeluk om de aanvalster vrij te spelen en te laten schieten. Alles lukte de 30-jarige speelster vervolgens. Ze nam in de laatste periode, driekwart minuut voor het einde, uiteindelijk ook de beslissende treffer voor haar rekening. “Ik heb ze gezegd dat ze in mij moesten geloven en in elkaar. Deze meiden zijn zo toegewijd geweest. Ten eerste moet je fit zijn, ook om mentaal heel sterk te zijn. Daarna moeten alle puzzelstukjes op het juiste moment in elkaar vallen.
tags: #waterpolo #vrouwen #olympische #spelen #nederland #gouden