Waterpolo is een dynamische en veeleisende teamsport die in het water wordt gespeeld. Het combineert elementen van zwemmen, handbal en basketbal, en vereist van de spelers een uitstekende conditie, balvaardigheid en tactisch inzicht. Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de waterpoloregels, met een speciale focus op de strafworp (ook wel 5-meterbal genoemd) en de bijbehorende afstanden.
De Basis van Waterpolo
Waterpolo is een balsport in het water, geschikt voor alle leeftijden en zowel voor jongens als meisjes. Het doel is simpel: de bal in het doel van de tegenpartij krijgen. Net als bij de meeste teamsporten is er een keeper die het doel verdedigt. Teams spelen wedstrijden tegen elkaar om te bepalen wie de beste is.
Het Speelveld
Het waterpoloveld is een rechthoekig bassin met specifieke markeringen die belangrijk zijn voor het spel.
- Doellijnen: De beide doelen bevinden zich in het midden van de achterlijnen van het veld. De doellijn bevindt zich aan de voorkant van het doel, ter hoogte van de doelpalen. Een doelpunt wordt gescoord als de bal deze lijn volledig heeft gepasseerd, tussen de doelpalen.
- 2-meterlijn: Deze lijn bevindt zich 2 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met rode pionnen. Een aanvallende speler mag zich niet binnen deze zone begeven zonder de bal in zijn bezit te hebben. Tijdens een aanval mag een speler dus niet voorbij de 2-meterlijn, tenzij hij de bal al heeft en wil scoren. Deze lijn wordt ook wel de buitenspellijn genoemd. Je bent al buitenspel als je in het twee meter gebied staat. De scheidsrechter fluit pas als je de bal aangespeeld krijgt.
- 5-meterlijn: Deze lijn bevindt zich 5 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met gele pionnen. De 5-meterlijn is cruciaal voor het bepalen van de regels rondom straffen. Een vrije bal die binnen de 5 meter wordt toegekend, mag niet direct op het doel worden geschoten; de bal moet eerst door een medespeler worden aangeraakt. Een vrije bal buiten de 5 meter mag wel direct op doel worden geschoten, mits de speler in één keer schiet en niet eerst dreigt met de bal.
- Middellijn: Deze lijn bevindt zich in het midden van het speelveld en wordt aangegeven met witte pionnen.
De Bal en de Spelers
- De Bal: Waterpolo wordt gespeeld met een speciale bal die veel grip heeft, zodat hij met één hand kan worden vastgehouden. De bal voor herenteams (nummer 5) is ongeveer even groot als een voetbal en weegt 400-450 gram. De bal voor damesteams is iets kleiner en lichter. De bal mag door veldspelers maar met één hand tegelijk worden aangeraakt. Keepers mogen de bal met twee handen aanraken binnen de 5 meterzone.
- Het Team: Een team bestaat uit zes veldspelers en een keeper. De spelers dragen een cap: wit voor het thuisspelende team en blauw voor het uitspelende team. Beide keepers hebben een rode cap.
Spelduur
Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier periodes van 3 tot 8 minuten zuivere speeltijd, afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land. De tijd wordt stilgelegd bij overtredingen en het nemen van vrije worpen. Bijvoorbeeld, bij De Woelwaters duren de periodes 5 minuten. Na twee periodes wisselen de teams van speelhelft.
Scheidsrechters en Officials
Een of twee scheidsrechters leiden de wedstrijd. Tijdens competitiewedstrijden van B-teams en seniorenteams wordt de 30-seconden regel toegepast. Dit betekent dat er binnen 30 seconden een schot op het doel moet zijn geweest, anders gaat de bal naar de tegenpartij. De tijd wordt bijgehouden door officials aan de jurytafel. Na een schot op het doel, als de bal weer in het bezit komt van dezelfde partij, wordt de klok opnieuw op 30 seconden gezet.
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
Overtredingen en Strafworpen
Lichte en Zware Overtredingen
Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. De speler kan de bal afspelen op een medespeler of zelf verder zwemmen. De vrije worp mag in één beweging op het doel worden geschoten als de overtreding buiten de 5-meterzone is begaan.
Zware overtredingen worden bestraft met een U20 (uitsluiting voor 20 seconden). De bestrafte speler moet naar het terugkomvak bij de eigen doellijn tegenover de jurytafel. De speler moet daar 20 seconden blijven, tenzij de eigen partij de bal herovert of er gescoord wordt. Het is verboden om bij het verlaten van de hoek af te zetten van de rand van het zwembad.
De Strafworp (5-meterbal)
Wanneer een zware overtreding binnen de 5-meterzone plaatsvindt en er een duidelijke scoringskans is, kent de scheidsrechter een 5-meterbal (strafworp) toe. De strafworp is een cruciale spelsituatie die vaak de uitkomst van een wedstrijd kan bepalen.
Regels Rondom de Strafworp
- Toekenning: Een strafworp wordt toegekend wanneer een verdediger binnen de 5-meterzone een overtreding begaat die een duidelijke scoringskans verhindert.
- Uitvoering: De strafworp wordt genomen vanaf een willekeurig punt op de 5-meterlijn. Elke speler mag de strafworp nemen, behalve de keeper, die de middellijn niet mag overschrijden.
- Positie van de Spelers: Alle andere spelers moeten zich op minimaal 2 meter afstand bevinden van de speler die de strafworp neemt.
- Uitvoering: Nadat de scheidsrechter toestemming heeft gegeven, moet de speler de bal direct en zonder aarzeling op het doel gooien.
- Veelvoorkomende Fouten: Een veelvoorkomende fout is wanneer een verdedigende speler binnen de 5 meter een fout maakt waardoor een doelpunt wordt voorkomen. Grof handelen in het 5 meter gebied leidt tot een UZV (uitsluiting zonder vervanging) en een strafworp. Andere veel voorkomende fouten zijn het in het spel terugkomen van een uitgesloten speler tijdens de laatste minuut en het onderduwen van de bal in het 5 meter gebied van de speler als hij wordt aangevallen.
Strafworpen en Tactiek
De strafworp is niet alleen een kwestie van techniek, maar ook van tactiek en psychologie. De speler die de strafworp neemt, moet kalm blijven en zich concentreren op het doel. De keeper probeert de speler te ontregelen en de hoek te bepalen waar de bal naartoe zal gaan. Teams hebben vaak specifieke spelers die getraind zijn in het nemen van strafworpen, omdat de druk in deze situatie enorm kan zijn.
Andere Strafmaten
- UZV (Uitsluiting Zonder Vervanging): Wordt gegeven als een speler opzettelijk een tegenspeler pijn doet. Het team moet verder spelen met een speler minder.
- UMV (Uitsluiting Met Vervanging): Wordt gegeven als een speler de scheidsrechter of een tegenspeler uitscheldt, of als hij het spel niet volgens de regels verlaat als hij er tijdelijk uit moet. De uitgesloten speler mag na een bepaalde tijd vervangen worden door een medespeler.
- UMV of UMV4 (Uitsluiting Met Vervanging): Bij een UMV is de duur van de uitsluiting 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen. De toevoeging 4 staat voor 4 minuten waarna een medespeler de plaats mag innemen van de bestrafte speler. De bestrafte speler zelf mag niet meer deelnemen aan het spel en moet de zwemhal of het zwemterrein verlaten. Van iedere UMV of UMV4 moet een rapport worden opgemaakt, waarna een tuchtcommissie uitspraak doet over de strafmaat.
Spelregels in Detail
- Scheidsrechterlijke Beslissingen: Als de scheidsrechter fluit, stopt het spel en moeten alle spelers naar de scheidsrechter kijken. De scheidsrechter geeft met tekens aan voor welke ploeg de vrije bal is, welke speler een overtreding heeft begaan, of een speler eruit moet, enzovoorts.
- Wissels: Als een speler geblesseerd is, tijdens de rust, of na een doelpunt, mag een wisselspeler vanaf een willekeurige plek het zwembad in springen. Anders is het een overtreding.
- Doelpunten: Een doelpunt geldt alleen als de bal de doellijn helemaal gepasseerd is. De bal mag met elk lichaamsdeel in het doel worden geschoten, behalve met de gebalde vuist. De bal hoeft niet door twee spelers aangeraakt te worden als het een strafworp is of een direct schot na een vrije worp buiten de 5 meter.
- Vrije Worpen: Een vrije worp moet worden genomen op de plek van de overtreding of daarachter. De speler van het team dat een vrije worp krijgt die het dichtst bij de bal staat, moet de vrije worp nemen en mag niet te lang wachten.
- Verboden Acties: Het is verboden om de bal onder water te duwen wanneer je wordt aangevallen, met gebalde vuisten tegen de bal te stompen (dit mag alleen de keeper), de bal met twee handen aan te raken, een speler in de weg te zitten als hij of zij de bal niet vasthoudt, en tijd te rekken.
Waterpolo voor Jong en Oud
Waterpolo is een sport voor alle leeftijden en niveaus. Er zijn verschillende categorieën, van mini's tot senioren:
Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo
- Mini's: Kinderen vanaf 6 jaar met een A en B diploma kunnen meedoen. Ze spelen in een verkleind veld en met een verkleinde bal.
- Pupillen: Kinderen van 9 tot en met 11 jaar.
- Aspiranten: Kinderen van 12 tot 16 jaar (meisjes, jongens en gemengd).
- Dames: Vrouwen boven de 16 jaar.
- Heren: Mannen boven de 16 jaar.
Wedstrijden en Training
Voor een wedstrijd moet er natuurlijk veel getraind worden. Tijdens de training wordt er geoefend met baantjes zwemmen, met de bal zwemmen, overgooien met de bal en op het doel schieten. Voordat een wedstrijd begint, worden de nagels van de spelers gecontroleerd om verwondingen te voorkomen. De legitimatiekaarten en het wedstrijdformulier worden ook gecontroleerd. Een wedstrijd bestaat uit vier perioden met korte rustmomenten. Na afloop ondertekent de aanvoerder het wedstrijdformulier en worden de scheidsrechter en de aanvoerder van de tegenpartij een hand gegeven.
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham