Waterpolo is een dynamische en veeleisende sport die zowel fysieke kracht als strategisch inzicht vereist. Voor kinderen die willen beginnen met waterpolo, is een goede basis essentieel. Dit artikel beschrijft de opbouw van een schoolslagtraject en andere belangrijke aspecten van waterpolo, gericht op een breed publiek, van jonge beginners tot meer ervaren spelers.
Zwemlestraject: De Basis voor Waterpolo
Een solide zwemachtergrond is cruciaal voor waterpolo. Het zwemlestraject is vaak opgebouwd uit verschillende fasen, waarin kinderen stap voor stap de benodigde vaardigheden leren.
Gewenning aan het Water
In de eerste fase van de zwemles is het belangrijk dat kinderen wennen aan het water. Ze leren zich comfortabel en vertrouwd te voelen in het water, zonder angst. Dit gebeurt vaak door middel van speelse oefeningen en spelletjes. SuperSpetters vindt het bijvoorbeeld belangrijk dat een kind eerst went aan het water. Kinderen leren het water kennen zonder drijfmiddelen, waardoor ze ontdekken wat wel en niet mogelijk is in het water zonder hulp.
Borstcrawl en Rugcrawl
Na de gewenningsfase staan de borstcrawl en rugcrawl centraal. Dit zijn voor veel kinderen natuurlijke zwemslagen, waardoor ze makkelijker aan te leren zijn. De focus ligt op de juiste techniek en ademhaling.
Enkelvoudige Rugslag en Schoolslag
Later in het traject leren de kinderen de enkelvoudige rugslag en de schoolslag. De schoolslag is vooral belangrijk voor waterpolo, omdat deze slag gebruikt wordt om boven water te blijven en tegelijkertijd het spel te overzien.
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
Survival Elementen
Verschillende survivalelementen, zoals de HELP-houding (Heat Escape Lessening Posture), hurksprong en draai lengte as, worden al in een vroege fase aangeleerd. Deze vaardigheden zijn essentieel voor de veiligheid in het water.
Het Gebruik van Materiaal Tijdens Zwemlessen
Tijdens de zwemlessen kan gebruik worden gemaakt van verschillende materialen om het leerproces te ondersteunen.
- Badmuts: Een badmuts zorgt ervoor dat het haar niet in het gezicht komt en dat de zwembril beter blijft zitten.
- Zwembril: Een zwembril helpt kinderen zich beter te concentreren op het oefenen van de zwemslagen. De zwembril wordt alleen gebruikt bij oefeningen waarbij de zwemslagen worden aangeleerd of verbeterd. Alle vaardigheden waarbij onderwater oriëntatie en survival centraal staan, worden zonder zwembril uitgevoerd. Kinderen moeten wennen aan het prikken van het water in de ogen en het wazig kijken, omdat ze in onverwachte situaties ook geen zwembril zullen dragen.
- Zoomers (kleine flippers): Zoomers kunnen helpen bij het ontwikkelen van een goede beentechniek. De zoomers zorgen voor goede krachtige crawlbenen.
Drijfmaterialen worden in een latere fase ingezet als hulpmiddel, niet als drijfmiddel. Kinderen leren afzetten en (uit)drijven, waarbij ze gebruik maken van hun natuurlijk drijfvermogen.
Communicatie en Begeleiding
Communicatie is een essentieel onderdeel van een succesvol zwemlestraject.
Communicatie met Ouders
Voor de start van de zwemlessen worden ouders goed geïnformeerd over het zwemlestraject. Ouders worden middels voortgangsgesprekken gedurende de zwemlessen op de hoogte gehouden van de voortgang. Zwemlesaanbieders die werken met SuperSpetters organiseren minstens 4 keer per jaar kijklessen, waarbij ouders aan de badrand meekijken.
Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo
Communicatie met het Kind
Kinderen ontvangen bij aanvang van het zwemlestraject een persoonlijk zwemboek. Communicatie tussen ouders en zweminstructeur is belangrijk. Ouders mogen erop rekenen dat de instructeur contact met hen opneemt als er vragen of problemen zijn.
Frequentie van Zwemlessen
De KNZB (Koninklijke Nederlandse Zwembond) adviseert twee zwemlessen per week. Is er slechts één keer per week les, dan is het leereffect van de voorgaande zwemles minder. Bij teveel lessen per week leert een kind wel snel de vaardigheden, maar maakt ze niet goed eigen. Dit zorgt voor een onrustige en onstabiele leerweg. Door gebrek aan badwater kan een aanbieder er voor kiezen SuperSpetters maar 1 keer per week aan te bieden.
Kleine Groepen
De KNZB adviseert zwemlessen aan kleine groepen kinderen van een vergelijkbaar niveau. Het voordeel van werken met kleine groepen is dat er meer persoonlijke aandacht is per kind. SuperSpetters heeft een maximum gesteld van 8 kinderen per lesgever en 12 kinderen bij twee lesgevers.
SuperSpetters en Armoede
Één op de 12 kinderen in Nederland groeit op in armoede. Ze kunnen niet meedoen met leeftijdsgenootjes en hebben volwassen zorgen. Normale dingen zoals zwemles is voor deze kinderen vaak niet mogelijk. Aanvragen voor SuperSpetters kunnen ingediend worden bij Nationaal Fonds Kinderhulp. Zij vergoeden een deel van het SuperSpetters traject. Als ouder kun je helaas niet zelf een aanvraag indienen.
De Rol van Sportouders
Sportouders spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van hun kinderen in de sport. Ze bieden steun, aanmoediging en praktische hulp.
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham
Waardering voor Sportouders
Sportouders willen het heel graag goed doen voor hun kinderen. Zij wringen zich in alle bochten om te zorgen dat hun kinderen hun sport kunnen beoefenen. Ze werken zich uit de naad, zodat hun kind een trainingsstage in het buitenland kan doen en zitten na een drukke werkweek uren in de plastic kuipstoeltjes te wachten tot de wedstrijd begint.
Verwachtingen en Gedrag
Er wordt van alles van sportouders verwacht, maar niemand die vertelt hoe we het moeten doen. Het is belangrijk dat sportouders zich aangesproken voelen en dat er initiatieven zijn die hen ondersteunen in hun rol. Ouders moeten leren sportprestaties in perspectief te zien. Winnen of verliezen is bij jonge sporters echt onbelangrijk.
Sport in Perspectief
Het project ‘Sport in Perspectief’ is ontwikkeld om kinderen van jongs af aan mentale vaardigheden aan te leren waar ze de rest van hun (top)sportcarrière van kunnen profiteren. Daarnaast ondersteunt Sport in Perspectief (top)sportouders bij de begeleiding van hun kinderen.
Plezier en Presteren
Plezier en presteren liggen dichter bij elkaar dan vaak wordt gedacht. Er zijn kinderen waarbij het plezier in sporten juist sterk samenhangt met presteren. Beloning is belangrijk op jonge leeftijd en draagt 100% bij aan plezier. Daarnaast zijn er kinderen die goed presteren onder druk.
Gedrevenheid en Persoonlijke Ontwikkeling
Kinderen die vanuit zichzelf heel gedreven zijn en graag willen winnen, stellen een doel en willen dat perse bereiken. Bij Sport in Perspectief leren deze talentvolle sporters hoe zij hun gedrevenheid zinvol inzetten. Prestaties en resultaten kunnen bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. Zo leren ze bijvoorbeeld om te gaan met tegenslagen en door te zetten.