Korfbal, een sport die wellicht niet zo prominent aanwezig is in de publieke belangstelling als bijvoorbeeld voetbal of tennis, kent een rijke en interessante geschiedenis. Deze unieke teamsport, gekenmerkt door het gemengde karakter van mannen en vrouwen in één team, is in 1902 ontstaan door een samenloop van omstandigheden.
De oorsprong: Een reis naar Zweden
Aan de basis van het korfbal staat Nico Broeckhuysen (1876-1958), een Amsterdamse onderwijzer. In 1902 maakte Broeckhuysen een reis naar Zweden. In het plaatsje Naäs bezocht hij de August Abrahamson Stiftelse, een instituut dat vakantiecursussen in openluchtspelen aanbood. Hier maakte hij kennis met het zogenaamde "ringböll", waarbij een hoepel aan een paal was bevestigd. Volgens recent onderzoek was "ringball" een vorm van basketball, dat gemengd werd gespeeld in drie velden met bodemloze korven in de uiterste vakken. Het was de bedoeling dat de spelers de bal zo vaak mogelijk door de ijzeren ring gooiden. Overigens hadden M. Vrij en L.B.A. Ulehake, respectievelijk directeur en leraar van de Bloemendaalsche Schoolvereeniging, in de zomer van 1901 ook ringball leren kennen op de cursus in Nääs.
De transformatie: Van ringböll tot korfbal
Terug in Amsterdam ging Broeckhuysen het spel aanpassen. De eerste en meest opvallende verandering was de vervanging van de ijzeren ring door een rieten korf zonder bodem. Samen met C. Vrij, directeur van de Nieuwe Schoolvereeniging, werkte Broekhuysen zijn idee verder uit. Zo werd de ijzeren band vervangen door manden of korven; vandaar de benaming “korfbal”. Met verdere aanpassingen, waaronder de spelregels, bleef er weinig over van het oorspronkelijke ringböll. Een nieuwe sport was geboren: korfbal.
In september 1902 speelden leerlingen van de Nieuwe Schoolvereeniging als eersten het nieuwe spel op een braak liggend terrein tegenover hun school, op de hoek van de Jan Luykenstraat en de Van der Veldenstraat.
Een gemengde sport baant zich een weg
Vanaf het begin werd korfbal beoefend door zowel jongens als meisjes, wat in die tijd ongebruikelijk was. Broeckhuysen introduceerde het spel bij zijn leerlingen en noemde het korfbal. In Amsterdam ontstonden verschillende schoolclubs. Er was aanvankelijk veel weerstand tegen deze gemengde sport. Deze manier van sporten viel niet erg in de smaak bij het publiek. Men probeerde korfbal belachelijk te maken en vond dat vrouwen niet op een sportveld hoorden te staan. In het begin van de 20e eeuw werd er door meisjes geen sport beoefend. Broeckhuysen liet zich hier echter niet door ontmoedigen.
Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids
De opkomst van de Nederlandse Korfbalbond
In Amsterdam, waar korfbal snel populair werd op scholen, mede dankzij het gemengde karakter, ontstonden steeds meer schoolclubs. Ook de onderwijzers. Deze onderwijzers besloten een vereniging op te richten. In korte tijd waren er vijf korfbalverenigingen en Nico Broekhuysen besloot dat de tijd rijp was om deze samen met Agilitas (Weesp) en ’t Doel (Bussum) te verenigen in een bond. Dit resulteerde in de oprichting van een landelijke bond. Op 2 juni 1903 werd in Amsterdam de Nederlandse Korfbalbond (NKB) opgericht, met Broeckhuysen als voorzitter. Op dat moment waren er 200 leden aangesloten. Amper acht maanden na de eerste korfbalwedstrijd werd al een landelijke bond ingesteld, dit bood wel de mogelijkheid om propaganda, spelregels en wedstrijden centraal te regelen.
Ondertussen was een officieel bondsblad verschenen onder redactie van Mejuffrouw Ten Cate en de heren van der Hoogt en Matthijssen. Hierin stonden bijvoorbeeld artikelen over hoe men jeugd enthousiast moest houden om te sporten. Verder werden in het officiële deel uitslagen en verenigingsnieuws vermeld.
Groei en populariteit
Broeckhuysen organiseerde in 1904 een tweedaagse openluchtcursus korfbal in Rotterdam, waardoor de bekendheid van de sport verder toenam. Overal in het land werd korfbal onder de aandacht gebracht. Zo ook in Breda, daar werden spelcursussen georganiseerd met onder andere aandacht voor korfbal. Deze cursussen waren voornamelijk voor onderwijzers en onderwijzeressen. Zij speelden korfbal op school en daarmee weer extra bekendheid!
De sport werd steeds populairder en de groei zette door. In 1918 waren al meer dan 3000 korfballers aangesloten bij de bond. Na de Eerste Wereldoorlog veroverde korfbal het land in rap tempo. Clubs verrezen als paddenstoelen uit de grond. Een mooi terrein waren de speeltuinverenigingen. Amsterdam gaf het voorbeeld met verenigingen als Blauw Wit en Westerkwartier, daar werd het spel bij de jeugd geïntroduceerd. Het zogenaamde ‘speeltuin korfbal’ nam een grote vlucht. Steden als Leiden, Den Haag, Groningen enz. volgden. In enkele jaren steeg het aantal beoefenaars van 3000 naar 13000 in 1923.
Inmiddels werd in het grootste deel van Nederland korfbal gespeeld. Vooral de jeugd was zeer enthousiast. Na 1918 begon de grootste populariteit omdat het korfbal doorgedrongen was tot alle rangen en standen van de bevolking.
Lees ook: Complete gids volleybal inslaan
De competitie en bekende verenigingen
De Amsterdamse schoolclubs zoals onder anderen D.E.V., D.T.V., dit staat voor ‘de Eerste en Tweede Vijfjarige’ verwijzend naar de Eerste en Tweede Vijfjarige H.B.S. in Amsterdam alsmede de Leidse clubs Vitesse en Fluks werden langzamerhand overvleugeld door clubs als Deetos uit Dordrecht, het Rotterdamse het Zuiden maar vooral door twee Amsterdamse verenigingen Blauw Wit, 6x kampioen van Nederland en Westerkwartier. Deze laatste werd 10 x kampioen van Nederland. Deze verenigingen speelden sinds 1939 een vooraanstaande rol in de competitie van de Korfbalbond.
In 1904-1905 begon de N.K.B. met een competitie in Noord-Holland (lees: Amsterdam), waarbij de winnaar van de eerste klasse gelijk het landskampioenschap verwierf. In Zuid-Holland werden enkel een tweede en derde klassen ingesteld, omdat de clubs hier niet sterk genoeg zouden zijn om een eerste klasse te vormen. In 1908-1909 werd er alsnog een eerste klasse in Zuid-Holland ingesteld, waarna de kampioenen van Noord en Zuid om de landstitel streden. Vanaf 1913-1914 deed ook de kampioen van de eerste klasse van het Oosten mee aan de titelstrijd. Deze opzet is duidelijk ontleend aan die van de Nederlandsche Voetbalbond.
De aantrekkingskracht van korfbal
De populariteit van korfbal is mede te danken aan het gemengde karakter. Deze sport beschikt over hoedanigheden en eigenschappen die voor de jeugd interessant zijn: je maakt sneller contact met elkaar. Er zijn sporters die de voorkeur geven aan het spelen in een team samen met mannen en vrouwen. Door het gemengde karakter van de sport mist het korfbal daardoor het ‘harde’ in het spel wat bij veel andere sporten wel aanwezig is. Dit wil niet zeggen dat mannen en vrouwen elkaar helemaal ontzien tijdens een wedstrijd. Het is een teamsport op basis van spelregels. Een individuele speler, nog zo goed, heeft weinig te betekenen omdat er samengespeeld moet worden. Door het meespelen van vrouwen wordt met meer zelfbeheersing en discipline gespeeld.
Korfbal staat bekend als een familiesport. Vaak speelden vader en moeder korfbal, kinderen groeiden op het korfbalveld op. Ze gingen dan ook vaak zelf korfballen bij de club van hun ouders.
Media-aandacht en internationale ontwikkelingen
In de beginjaren werd door de pers weinig aandacht besteed aan deze nieuwe sport. Men vond het spel te revolutionair, dit had weer te maken met het samenspelen van mannen en vrouwen in één ploeg. Nog steeds vond men dat vrouwen niet aan sport moesten doen. Maar zo rond 1911 werd steeds meer aandacht besteed in de dagbladen aan korfbal.
Lees ook: Jouw gids om lid te worden van de KNVB
In België kreeg korfbal meer bekendheid en daar begon de sport te groeien. In 1921 werd de Belgische Korfbalbond opgericht. De eerste interlands waren demonstratiewedstrijden tegen Nederland tijdens de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen en opnieuw vond een demonstratiewedstrijd plaats tijdens de Olympische Spelen, maar nu van Amsterdam in 1928. Dit was om de korfbalsport uitgebreider onder de aandacht te brengen. Het korfbal is geen Olympische Sport maar wel erkend door het I.O.C. (Internationaal Olympisch Comité) en heeft nog steeds een Olympische status.
Nico Broeckhuysen maakte in de jaren 1920 enkele propagandatochten naar o.a. Duitsland en Engeland. In Duitsland beperkte het zich meer tot de grensstreek maar in Engeland was meer belangstelling. De grote stimulator hier was de Nederlandse sportjournalist Albert Mihado die in Londen verbleef. Al snel werd de Engelse korfbalbond opgericht.
Korfbal wereldwijd
Na de Tweede Wereldoorlog steeg het aantal landen waar korfbal gespeeld werd met grote sprongen. Momenteel wordt het spel gespeeld op vijf continenten in ca. zeventig landen. Sinds 1978 is om de vier jaar een wereldkampioenschap van de twaalf toernooien won de Nederlandse ploeg elfmaal en de Belgische ploeg eenmaal.
Regionale ontwikkelingen
In Nijmegen wordt sinds 1911 korfbal gespeeld bij Noviomagum waarna in 1928 de Hazenkamp volgde, eerst als onderdeel van de omnivereniging de Hazenkamp en sinds 1978 als zelfstandige club. Keizer Karel opgericht in 1966 en sinds 1975 spelend op sportpark Staddijk.
Christelijke Korfbalbond
Op 22 april 1920 werd de Christelijke Korfbalbond in Nederland opgericht te Amsterdam. De N.K.B. was niet gelukkig met deze gang van zaken, want christelijke verenigingen hadden tot dan toe steeds een plaats binnen haar organisatie en binnen de regionale bonden kunnen vinden. Achilles Almelo speelde zelfs als enige christelijke korfbalclub in de eerste klasse. Beide bonden sloten een overeenkomst met betrekking tot spelregels, schorsingen en royementen. Voorts beloofden zij geen propaganda onder elkaars leden te zullen voeren, maar vriendschappelijke wedstrijden tussen hun clubs niet tegen te werken.
Fusies en veranderingen in de loop der jaren
In 1973 gingen de KNKB en de CKB samen verder in het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV). Daarbij werd afgesproken dat de clubs, die bij de CKB behoorden, niet op zondag hoefden te spelen. Per 1 januari 1994 is de NDKB samengevoegd met het KNKV, zodat er één bond is in Nederland: Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV).
Het grootste verschil met vroeger in het spel zelf, is het aantal vakken. Tot 1991 werd namelijk met 3 vakken gespeeld (12 personen per team), waarbij het middelste vak als ‘doorgeefvak’ fungeerde. Dit vak zorgde er alleen maar voor dat de bal van het verdedigingsvak naar het aanvalsvak werd verplaatst, en vormde zo een extra moeilijkheid. Vanaf de afschaffing van het middenvak, werd ook het spelen op kunstgras mogelijk. Pas in 1965 werd een totaalverbod op verdedigd schieten ingevoerd, in tegenstelling tot wat veel mensen denken.
In 2004 maakte de traditionele rieten mand plaats voor de kunststof korf. Belangrijkste voordeel aan de invoering van deze kunststof korf, was dat het meewerkte aan de modernisatie en professionalisering van de sport.
Korfbal vandaag
Korfbal is allang niet meer alleen in Nederland een populaire sport. De KNKV telt op het moment maar liefst negentigduizend leden die verspreid zitten over ca. vijfhonderd verenigingen door heel Nederland. Vanuit een spelidee in Zweden wat naar Nederland is gebracht, is het uitgegroeid tot een internationale sport en heeft het zich ook als topsport ontwikkeld.
tags: #ontstaan #korfbal #geschiedenis