De Olympische Spelen, een groots sportevenement dat om de vier jaar gehouden wordt, verenigt duizenden atleten van over de hele wereld in een strijd om gouden medailles in diverse sporten. De oorsprong van dit evenement ligt bijna 3000 jaar geleden in Griekenland, waar de stadstaat Olympia in 776 voor Christus de eerste Spelen organiseerde als eerbetoon aan oppergod Zeus en andere Griekse goden.
De moderne Olympische Spelen omvatten zowel zomer- als winterspelen. De eerste Olympische Winterspelen vonden plaats in 1924 in Chamonix, Frankrijk. In 1928 werden de winterspelen voor het eerst in een ander land dan de zomerspelen gehouden, namelijk in St. Moritz, Zwitserland. Aan deze spelen deden voor het eerst Nederlanders mee, zeven in totaal. Er deden 25 landen mee en 464 atleten (waarvan 26 vrouwen en 438 mannen) en er waren 14 onderdelen, waaronder 1 nieuwe: Skeleton.
Hoewel ijshockey al in 1924 op het programma van de Olympische Winterspelen stond voor mannen, duurde het tot 1998 voordat vrouwen hun opwachting mochten maken op het Olympische ijs, in Nagano, Japan.
De Lange Weg naar Olympische Erkenning
De weg naar erkenning voor vrouwenijshockey was lang en hobbelig. Hoewel er al vroeg enthousiasme was voor de sport onder vrouwen, zoals blijkt uit de foto van Lady Isobel Stanley die rond 1890 ijshockey speelt, duurde het decennia voordat dit resulteerde in een gestructureerde competitie en uiteindelijk Olympische deelname.
In de jaren tussen 1890 en 1900 werden steeds meer vrouwen in Noord-Amerika enthousiast over het zelf beoefenen van ijshockey. Er werden wat teams opgericht en de eerste wedstrijd, waarvan melding wordt gemaakt in een krant, vond plaats in 1891. De Barrie Girls Hockey Club (uit Barrie, Ontario. Op verschillende universiteiten werd ook gestart met ijshockey en konden studentes aan het einde van de eeuw de ijzers onderbinden en met een stick het ijs op gaan. In 1894 was McGill University de eerste met een damesteam. De University of Toronto en Queen’s University in Kingston, Ontario volgden snel daarna. In een tijd dat er bijvoorbeeld nog geen vrouwenstemrecht was en de gevestigde orde zoals die van de kerk (tot 1912 was Queen’s University sterk onder invloed van de Presbyteriaanse Kerk, die de school hadden opgericht), hier fel op tegen waren, was dat een gedurfde stap. Op zowel McGill, UofT als Queen’s wordt nu nog steeds geijshockeyd.
Lees ook: Alles over het WK Handbal voor Vrouwen
De Canadese Fanny "Bobbie" Rosenfeld, een veelzijdige atlete die in 1928 goud won op de Olympische Spelen in Amsterdam met de 4x100 sprint, was in de jaren 1920-1930 een superster in het ijshockey. Ze speelde van 1927 tot 1930 voor Toronto Patterson Pats die deel uitmaakte van de North Toronto Ladies ‘City League. Ook buiten het ijs zette zij zich in voor het ijshockey. Zo hielp zij (net zoals Eva Ault) met de oprichting van de Ladies Ontario Hockey Association in 1924.
Ondanks deze pioniers bleef het vrouwenijshockey achter op het mannenijshockey. De oprichting van de Ladies Ontario Hockey Association in 1924 was een belangrijke stap, maar het duurde nog tot 1990 voordat het eerste wereldkampioenschap voor vrouwen werd georganiseerd, zeventig jaar nadat de heren hun eerste kampioenschap speelden op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen.
De Eerste Olympische Spelen voor Vrouwenijshockey (1998)
In 1998 was het dan eindelijk zover: vrouwenijshockey maakte zijn debuut op de Olympische Spelen in Nagano, Japan. Acht landen streden om de medailles: Canada, de Verenigde Staten, Finland, Zweden, China, Japan, Rusland en Kazachstan.
Het toernooi werd gedomineerd door Noord-Amerikaanse teams. De finale ging tussen Canada en de Verenigde Staten, waarbij de Amerikanen met 3-1 wonnen en zo de eerste Olympische gouden medaille in het vrouwenijshockey veroverden. Finland won de bronzen medaille door Zweden te verslaan.
Dominantie van Noord-Amerika en Opkomst van Andere Landen
Na Nagano bleef het vrouwenijshockey op de Olympische Spelen gedomineerd worden door Canada en de Verenigde Staten. Tot 2006 was er geen ander land dat de finale wist te bereiken. Wel is het zo dat andere landen steeds dichterbij komen en dat de sport zich internationaal steeds meer ontwikkelt.
Lees ook: Klassen en competities dameszaalvoetbal
Recente Ontwikkelingen en Nederlandse Ambities
De Nederlandse ijshockeyvrouwen hebben de afgelopen jaren hard gewerkt om zich te ontwikkelen en internationaal competitiever te worden. De Nederlandse ijshockeyvrouwen zijn nog één stap verwijderd van de Olympische Winterspelen. Voor Nederland betekent dat plaatsing voor de laatste voorronde voor de Olympische Spelen in Italië. 'Volgens mij is dat nog nooit eerder in de geschiedenis van het Nederlandse vrouwenijshockey gebeurd', schetst bondscoach Marco Kronenburg het historische karakter van de toernooiwinst van Oranje.
De Nederlandse vrouwen zijn eerder deze week aangekomen in het Zweedse Gavle voor het Olympisch Kwalificatietoernooi. De opzet is simpel: De winnaar plaatst zich voor de Olympische Spelen. Oranje plaatste zich voor dit toernooi door in de vorige ronde van de kwalificatie het OKT in Groot-Brittannië te winnen en is daarmee slechts één stap verwijderd van de Spelen. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat de Nederlandse vrouwenploeg zo dichtbij de Spelen is. Het is sowieso alweer een tijd geleden dat een Nederlands team dit stadium van de kwalificatie bereikt.
Bondscoach Marco Kronenburg is nuchter over de kansen van Nederland tijdens dit Olympisch Kwalificatietoernooi. 'We zijn het laagstgeplaatste team op de wereldranglijst in dit toernooi, dus het zal niet makkelijk worden', verwacht hij. 'Natuurlijk verwacht ik op voorhand niet dat wij hier kampioen gaan worden. Maar in sport kunnen bijzondere dingen gebeuren. Kijk alleen maar naar de recente winst van Feyenoord op Bayern München, het feit dat Ajax verliest in Riga en dat PSV wint van Liverpool.'
De bondscoach wijst erop dat het al uniek is dat de Nederlandse vrouwen dit stadium van de Olympische kwalificatie hebben bereikt. 'Dat we hier staan is natuurlijk al heel erg mooi, maar nu we hier zijn gaat het uiteindelijk ook om het resultaat. Aan het begin van het seizoen keek ik vooral naar de Olympische kwalificatie als een kans om zes topwedstrijden te spelen tegen andere vrouwenploegen. Dat zou een fantastische voorbereiding zijn op het WK.
Voor een deel van de internationals is het echter ook bijna een thuistoernooi. Kayleigh Hamers, Savine Wielenga, Julie Zwarthoed en Esther de Jong spelen net als veel spelers van de andere teams in het toernooi in de Zweedse competitie, die geldt als de op één na sterkste voor vrouwen ter wereld.
Lees ook: Meer informatie over het kampioenschap vrouwenhockey.
Kronenburg: 'Dat zij met en tegen bijvoorbeeld veel van de Zweedse vrouwen hebben gespeeld, kan een voordeel zijn. De selectie is verder een mix van spelers uit andere sterke buitenlandse competities, spelers die in Nederland bij de mannen spelen en we hebben iemand die college speelt in de Verenigde Staten. Voor het team is het belangrijk dat Bieke van Nes terug is in de selectie. Daardoor is het team beter in balans dan tijdens het toernooi in Groot-Brittannië.'
tags: #vrouwen #ijshockey #olympische #spelen #geschiedenis