Volleybal, een sport die in 1895 werd bedacht door William G. Morgan als een minder agressief alternatief voor basketbal, is uitgegroeid tot een wereldwijd populaire sport, zowel op professioneel als op amateurniveau. Met naar schatting 900 miljoen spelers wereldwijd, is het essentieel dat de spelregels, inclusief de regels rondom gele kaarten, duidelijk zijn voor zowel spelers als officials.
Volleybal Uitrusting en Materialen
Voordat we ingaan op de gele kaart regels, is het belangrijk om de basisuitrusting en materialen voor volleybal te kennen:
- Volleybal ballen: Indoor ballen zijn gevormd, outdoor ballen zijn gestikt.
- Volleybal shorts: Comfortabel en van rekbaar, vochtafvoerend materiaal.
- Volleybal t-shirts: Met of zonder mouwen, met teamnummer en logo.
- Volleybal schoenen: Met gomrubberen zool voor zijwaartse beweging.
- Volleybal braces, mouwen en bescherming: Knie-, elleboog- en enkelbeschermers.
- Volleybalveld: 18 bij 9 meter, verdeeld door een net.
- Volleybalnet en -palen: Net van 9,5 meter lang en 1 meter hoog, op 2,43 meter (mannen) of 2,24 meter (vrouwen).
- Volleybal penalty kaarten: Gele en rode kaarten voor wangedrag.
Het Gebruik van Gele en Rode Kaarten in Volleybal
Volleybal maakt gebruik van gele en rode kaarten om spelers te waarschuwen voor wangedrag en om sancties op te leggen. Het doel is om een eerlijk en sportief spel te waarborgen.
Gele Kaart: Een Waarschuwing
Een gele kaart wordt gegeven als waarschuwing voor onacceptabel gedrag. Het is een signaal dat de speler de grenzen van sportief gedrag heeft overschreden, maar er volgt geen directe straf. De speler blijft in het spel en het team lijdt geen direct puntverlies.
Rode Kaart: Een Sanctie
Een rode kaart wordt daarentegen uitgedeeld bij aanhoudend of ernstiger wangedrag. Dit resulteert in een sanctie voor het team. De precieze sanctie kan variëren afhankelijk van de specifieke regels van de competitie, maar het leidt vaak tot een punt voor de tegenpartij en/of een schorsing van de speler.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Tijdstrafregeling in Categorie B
In sommige competities, met name in de categorie B, wordt gewerkt met een tijdstrafregeling. Dit betekent dat een speler na een gele kaart tijdelijk uit het veld wordt verwijderd.
- Duur van de tijdstraf: Voor competities van O8 t/m O15 geldt een tijdstraf van 5 minuten, terwijl voor competities van O16 t/m O23 en senioren een tijdstraf van 10 minuten geldt.
- Toezicht: De scheidsrechter houdt toezicht op de speler met tijdstraf, houdt de tijd bij en noteert de naam.
- Terugkeer in het spel: Na het verstrijken van de tijdstraf mag de speler na een teken van de scheidsrechter het speelveld weer betreden, maar alleen tijdens een onderbreking van het spel.
- Plaats tijdens de tijdstraf: De speler moet zich buiten het speelveld bevinden, maar binnen de omrastering, in een door de scheidsrechter aangewezen gebied.
- Moment van ingaan: De tijdstraf gaat in bij het hervatten van het spel. Als de scheidsrechter de tijd stilzet, staat ook de tijdstraf stil.
- Alleen voor spelers: Tijdstraffen kunnen alleen worden opgelegd aan spelers die op dat moment aan de wedstrijd deelnemen, niet aan wisselspelers of gewisselde spelers. De speler blijft onder de rechtsbevoegdheid van de scheidsrechter.
- Geen vervanging: Een speler met tijdstraf kan gedurende de tijdstraf niet worden vervangen.
- Aanvoerder: Als de aanvoerder een tijdstraf krijgt, moet zijn taak worden overgedragen aan een andere speler. Hij mag ook geen toelichting vragen aan de scheidsrechter.
- Tweede waarschuwing: Een speler die een tweede waarschuwing ontvangt, krijgt de rode kaart en een tweede tijdstraf. Hij mag niet verder deelnemen aan de wedstrijd, maar mag aan het eind van de tweede tijdstraf worden vervangen als het team nog niet het maximum aantal wissels heeft bereikt.
- Wisselspelers: Een wisselspeler die een waarschuwing krijgt, wordt niet geregistreerd. Bij een tweede waarschuwing krijgt de wisselspeler de rode kaart en mag hij niet meer deelnemen aan de wedstrijd.
- Team officials: Een team official die een waarschuwing krijgt, hoeft niet te worden geregistreerd. Bij een tweede waarschuwing krijgt de team official de rode kaart en moet hij het speelveld verlaten.
- Doelverdediger: Als een doelverdediger een tijdstraf krijgt, moet een andere speler zijn plaats innemen.
- Niet voltooide tijdstraf: Als een speler zijn tijdstraf niet kan volmaken vanwege de rust, moet hij het resterende deel in de tweede helft ondergaan. Dit geldt ook voor een verlenging. Als de tijdstraf niet is afgelopen bij het einde van de wedstrijd, wordt de rest kwijtgescholden.
- Gestopte wedstrijd: Als een speler zijn tijdstraf niet kan volmaken omdat de wedstrijd wordt gestaakt, dient hij het restant te ondergaan vanaf de spelhervatting.
- Te weinig spelers: Als het aantal spelers door tijdstraffen onder de 7 daalt, moet de wedstrijd worden gestaakt.
- Strafschoppenserie: Spelers die een tijdstraf hebben, mogen wel aan de strafschoppenserie deelnemen.
Wangedrag en Strafmaatregelen
De spelregels bevatten richtlijnen voor het omgaan met wangedrag. De eerste scheidsrechter heeft de taak te voorkomen dat er maatregelen aan de teams moeten worden opgelegd. Dit kan door oogcontact, een berispend gebaar of een kalmerend handgebaar. Het geven van een kaart moet de situatie kalmeren en niet verergeren.
Het moment van ingrijpen hangt af van de persoonlijke instelling van de scheidsrechter en de specifieke situatie. Wat de ene scheidsrechter acceptabel vindt, kan de andere als onbehoorlijk of zelfs beledigend ervaren. Bij duidelijke situaties, zoals het gebruik van grove taal, is een sanctie noodzakelijk. De scheidsrechter moet rekening houden met de context waarin iets wordt gezegd of gedaan.
De scheidsrechter heeft begrip voor emotioneel gedrag, zoals direct reageren op een beslissing. Dit kan worden afgedaan met een gebaar of vermaning. Echter, doelbewust gedrag als provocatie of om te kwetsen, moet worden bestraft.
Spelophouden
Ook spelophouden wordt bestraft. De eerste keer spelophouden door een lid van het team leidt tot een waarschuwing, aangeduid met een gele kaart aan de pols. Na een gele kaart zal een volgende gelijksoortige overtreding door een lid van dat team leiden tot een rode kaart.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
De Rol van de Scheidsrechter
De scheidsrechter speelt een cruciale rol in het handhaven van de regels en het waarborgen van een eerlijk spel. Dit vereist een goede kennis van de regels, een objectieve beoordeling van situaties en een consistente toepassing van de strafmaatregelen.
Spelregeltoets voor Officials
Om de kwaliteit van de arbitrage te waarborgen, is er een jaarlijkse spelregeltoets voor (nationale) officials. Het behalen van de toets is een voorwaarde om toegelaten te worden tot de officialgroep op het niveau van de eigen licentie. De spelregeltoets heeft verschillende doelen:
- Opfrissen van spelregelkennis: De spelregeltoets motiveert en stimuleert officials om het spelregelboek door te nemen.
- Aandacht voor spelregelwijzigingen: De spelregeltoets zorgt ervoor dat alle officials hetzelfde beeld krijgen over de aangepaste regels.
- Herhaling van moeilijke onderwerpen: Onderwerpen waarop in de vorige editie slecht is gescoord, krijgen opnieuw aandacht.
Gedragscode en Strafzaken
Er is een gedragscode voor Nevobo officials. Van een strafzaak is sprake wanneer een speler ontoelaatbaar gedrag vertoont voor, tijdens of na een wedstrijd. De procedures die bij een strafzaak worden gevolgd, zijn te vinden in het reglement Strafzaken. Als een official betrokken is bij een strafzaak, moet dit binnen 3x 24 uur worden gemeld.
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal