Volleybal is een sport die, net als elke andere sport, een reeks regels heeft om een eerlijk en sportief spel te garanderen. Deze regels zijn essentieel voor het handhaven van discipline en het bevorderen van respect tussen spelers en officials. Een belangrijk onderdeel van deze regels betreft het geven van gele kaarten en de bijbehorende consequenties. Dit artikel gaat dieper in op de regels rondom gele kaarten in volleybal, de bijbehorende boetes, en de impact ervan op de wedstrijden.
Het Belang van Spelregels
Spelregels zijn onmisbaar om een wedstrijd eerlijk en sportief te laten verlopen. Als iedereen de regels kent en opvolgt, wordt iedere volleybalwedstrijd sportiever en dus leuker. Het kennen van de regels is niet alleen belangrijk voor de spelers, maar ook voor de officials. Als official dien je bij uitstek alle regels te kennen en ervoor te zorgen dat deze tijdens de wedstrijd op de juiste manier worden nageleefd. De spelregeltoets is een jaarlijkse verplichting voor (nationale) officials. Het behalen van de toets is één van de voorwaarden om aankomend seizoen toegelaten te worden tot de officialgroep op het niveau van je eigen licentie.
Waarom is de spelregeltoets belangrijk?
- Je spelregelkennis wordt opgefrist. Daarbij word je gemotiveerd en gestimuleerd om het spelregelboek door te nemen.
- Het is een moment om stil te staan bij spelregelwijzigingen. Door daar extra focus op te leggen, zorgen we samen dat alle officials hetzelfde beeld krijgen over de aangepaste regels. En daardoor zal iedereen de regels op dezelfde manier toepassen in de praktijk.
- Onderwerpen waarop je in de vorige editie van de toets slecht(er) hebt gescoord, krijgen in de nieuwe editie opnieuw aandacht, omdat je deze gaat herhalen.
Gele Kaarten: Een Waarschuwing
Een gele kaart in volleybal dient als een waarschuwing aan de speler voor onacceptabel gedrag. Het is een signaal dat de speler de regels heeft overtreden en dat verder wangedrag niet wordt getolereerd. De ernst van de overtreding kan variëren, maar in alle gevallen dient de scheidsrechter te beoordelen of een waarschuwing op zijn plaats is.
Boetes en Uitsluiting in de A-categorie
In de A-categorie gelden specifieke regels met betrekking tot boetes en uitsluiting na gele kaarten:
Lees ook: Alles over gele kaarten in volleybal
- Spelers in de A categorie krijgen bij de eerste t/m vierde, zesde en achtste waarschuwing (gele kaart) een boete van 18,30 euro (jeugdspelers 8,40 euro).
- Bij de vijfde, zevende, negende en volgende waarschuwing is de boete 32,30 euro (jeugdspelers 18,30 euro), evenals bij twee waarschuwingen in één wedstrijd.
- Iedere vijfde, zevende, negende en volgende waarschuwing die een speler krijgt binnen één seizoen betekent uitsluiting voor de eerstvolgende wedstrijd. Dat zelfde geldt bij twee gele kaarten in één wedstrijd.
- Spelers in de A categorie krijgen bij de eerste en derde waarschuwing (gele kaart) een boete van 18,30 euro (jeugdspelers 8,40 euro).
- Iedere tweede, vierde en volgende waarschuwing die een speler krijgt binnen één seizoen betekent uitsluiting voor de eerstvolgende bekerwedstrijd. Dat zelfde geldt bij twee gele kaarten in één wedstrijd.
Rode Kaarten en Directe Uitsluiting
Spelers die een directe rode kaart ontvangen, krijgen een boete van 32,30 euro (jeugdspelers 18,30 euro). Na een directe rode kaart is een speler automatisch bij de eerstvolgende wedstrijd uitgesloten van deelname.
De Rol van de Scheidsrechter
De scheidsrechter speelt een cruciale rol bij het handhaven van de regels en het opleggen van sancties. Het is de taak van de 1e scheidsrechter te voorkomen dat er aan de teams maatregelen moeten worden opgelegd. Dat kun je bereiken door oogcontact te hebben op het juiste moment met degene die bepaald gedrag vertoont waarvan jij vindt dat dat niet is toegestaan in die situatie. Ook kun je dat met een berispend of kalmerend handgebaar duidelijk maken. Het geven van een kaart moet "water op vuur" zijn en geen "benzine op vuur" tot gevolg hebben.
Dit betekent dat wanneer de scheidsrechter te vroeg is met het geven van een kaart, dat dit in het verdere verloop van de wedstrijd tot gevolg kan hebben dat de scheidsrechter de wedstrijd uit de hand laat lopen. Hij moet dan een steeds zwaardere straf uit de tabel van maatregelen toepassen omdat die tabel altijd een oplopende straf vereist bij eenzelfde speler die zich tijdens deze wedstrijd niet juist gedraagt. Is de scheidsrechter te laat met het geven van een kaart, dan kan hij dat niet meer herstellen en is mogelijk de wedstrijd al uit de hand gelopen.
Het moment waarop je als scheidsrechter met strafmaatregelen begint, is mede afhankelijk van ieders persoonlijke instelling. En geen enkele situatie is hetzelfde. Gelukkig zijn we allemaal individuen met een persoonlijke reactie op de diverse situaties die zich kunnen voordoen. Wat voor de ene scheidsrechter een gewone en acceptabele opmerking is "Hé scheids, die bal was toch echt uit hoor!", voelt dit voor een andere scheidsrechter als een aanval op zijn waarneming.
Hier zit nu precies het probleem. Wat de ene scheidsrechter een normale reactie vindt, beschouwt een andere scheidsrechter als "onbehoorlijk gedrag". Of sterker nog, wat de ene scheidsrechter als "onbehoorlijk" kwalificeert, kan door een andere scheidsrechter zelfs als "beledigend" worden ervaren. Bij hele duidelijke situaties met wangedrag zal dit niet veel twijfel opleveren. Bijvoorbeeld: iemand zegt een drie- of vierletterwoord tegen een van de officials. Daar móét een sanctie op volgen. Dat is een "rode kaart" als de 1e scheidsrechter vindt dat dit "onbehoorlijk gedrag" is en een "rode en gele kaart in één hand" als de 1e scheidsrechter vindt dat dit "beledigend gedrag" is.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Daar komt nog bij dat de 1e scheidsrechter bij het bepalen van de zwaarte van de straf ook nog rekening moet houden met in welke context iets wordt gezegd of gedaan. Als aanbeveling voor de scheidsrechter staat dit in het commentaar bij de betreffende spelregel: "De scheidsrechter heeft begrip voor emotioneel gedrag zoals het direct reageren op een beslissing (zonder dat hierbij sprake is van een belediging o.i.d.). Hij kan dit afdoen met een gebaar of vermaning. Doorgaan na die vermaning met doelbewust gedrag als provocatie of om te kwetsen, dient daarbij onderkend en bestraft te worden volgens de tabel van maatregelen’.
In de spelregels staat geen lijstje met woorden of gedragingen waarachter vermeld staat "hier hoort een rode kaart bij" of "hier horen andere sancties bij". Alleen bij "agressief gedrag" staat duidelijk vermeld wat daar onder verstaan wordt: "lichamelijk geweld of een dreigende houding aannemen".
Spelophouden en Onjuiste Verzoeken
De coach, of bij diens afwezigheid de aanvoerder, mag een spelerwissel en/of time-out als spelonderbreking aanvragen. Wanneer de coach of de aanvoerder dat niet volgens de spelregels doet, dan geldt dat als een "onjuist verzoek" en dan moet de 1e of 2e scheidsrechter hier tegen optreden. Ieder herhaald "onjuist verzoek" in dezelfde wedstrijd door hetzelfde team is een vorm van spelophouden.
Ook onjuist gedrag van een team waardoor het spel wordt vertraagd, wordt beschouwd als spelophouden door dat team. De maatregelen "waarschuwing voor spelophouden" en "bestraffing voor spelophouden", gelden dan ook voor dát team. De eerste keer spelophouden, veroorzaakt door welk lid van dat team dan ook, in de wedstrijd leidt tot een "waarschuwing voor spelophouden", aangeduid met een gele kaart aan de pols.
Als een lid van het team al een maatregel voor wangedrag heeft gehad van de 1e scheidsrechter, dan moet de volgende maatregel voor wangedrag, veroorzaakt door diezelfde speler, altijd een volgende stap in de tabel van maatregelen zijn. Dus na een gele kaart (wat geldt als een officiële waarschuwing voor het hele team), zal bij een volgende gelijksoortige overtreding voor gedrag door één van de leden van dat team, de sanctie een "rode kaart" moeten zijn. Daarop volgt een "rode en gele kaart in één hand" en tot slot volgt nog een "rode en gele kaart in twee handen apart". Dat is de volgorde die geldt bij het vertonen van een gelijke overtreding.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Tijdstrafregeling in Categorie B
In de categorie B wordt gewerkt met een tijdstrafregeling. De scheidsrechter is verplicht deze tijdstrafregeling toe te passen. Tijdstraf kan niet worden opgelegd aan teams die uitkomen in de categorie A van het veldvoetbal.
- Voor de competities van O13 en O14 categorie B en MO13 categorie A geldt een tijdstraf van 5 minuten. Voor de competities vanaf O15 en ouder geldt een tijdstraf van 10 minuten.
- Het toezicht op de speler aan wie tijdstraf is opgelegd, is in handen van de scheidsrechter. Hij houdt ook de tijd bij en noteert de naam van de speler aan wie tijdstraf is opgelegd. Als de tijdstraf om is, mag na een teken van de scheidsrechter de speler het speelveld vanaf de zijlijn weer betreden. Dit mag alleen tijdens een onderbreking, dat wil zeggen als de bal niet in het spel is.
- Een speler moet zich op het moment dat hij een tijdstraf ontvangt ophouden buiten het speelveld, doch binnen de omrastering van het speelveld, in een door de scheidsrechter aan te geven gebied.
- De tijdstraf gaat in bij het hervatten van het spel. Als de scheidsrechter de tijd stilzet, staat ook de tijdstraf stil.
- Een tijdstraf wordt opgelegd wanneer een speler een overtreding begaat waarvoor een waarschuwing wordt gegeven, de scheidsrechter geeft dit aan door de speler de gele kaart te tonen. Tijdstraffen kunnen alleen opgelegd worden aan de spelers (inclusief doelverdedigers) die op dat moment aan de wedstrijd deelnemen, dus niet aan de wisselspelers of gewisselde spelers. De speler aan wie tijdstraf is opgelegd, blijft onder de rechtsbevoegdheid van de scheidsrechter.
- Een speler, aan wie tijdstraf is opgelegd, kan gedurende zijn tijdstraf niet worden vervangen.
- Indien aan de aanvoerder van een team tijdstraf is opgelegd, moet zijn taak gedurende de tijdstraf aan een andere speler worden overgedragen. Hij mag ook geen toelichting aan de scheidsrechter vragen op de genomen beslissingen.
- Een speler die een tweede waarschuwing ontvangt in dezelfde wedstrijd krijgt de rode kaart en zal een tweede tijdstraf krijgen. De speler mag daarna niet verder deelnemen aan de wedstrijd. De speler mag worden vervangen door een wisselspeler aan het eind van de tweede tijdstraf als het team van de speler nog niet het maximum aantal wisselspelers en/of wisselmogelijkheden heeft bereikt.
- Indien een wisselspeler een waarschuwing krijgt, volgt geen registratie na de wedstrijd. Bij een tweede waarschuwing als wisselspeler of speler, wordt de rode kaart getoond en mag hij helemaal niet meer deelnemen aan de wedstrijd.
- Indien een teamofficial een waarschuwing krijgt, hoeft deze niet geregistreerd te worden. Bij een tweede waarschuwing in dezelfde wedstrijd wordt de rode kaart getoond en dient de teamofficial het speelveld en de directe omgeving te verlaten. Het wegzenden wordt door de scheidsrechter apart bij de aanklager van het betreffende district gemeld.
- Als een doelverdediger tijdstraf krijgt opgelegd, dan moet een andere speler zijn plaats als doelverdediger innemen. De als doelverdediger optredende veldspeler zal door het aantrekken van afwijkende kleding als doelman herkenbaar moeten zijn.
- Als een speler zijn tijdstraf van 5/10 minuten niet kan volmaken, omdat de rust aanbreekt, dan zal hij het resterende gedeelte van de tijdstraf in de tweede helft dienen te ondergaan; dit geldt ook voor de verlenging. Als een speler zijn tijdstraf van 5/10 minuten niet kan volmaken, omdat het einde van de tweede helft is bereikt en sprake is van een verlenging, dan zal hij het resterende gedeelte van de tijdstraf direct aan het begin van de verlenging dienen te ondergaan. Is de tijdstraf van een speler nog niet om bij het einde van de wedstrijd, wordt hem de rest kwijtgescholden.
- Indien een speler zijn tijdstraf van 5/10 minuten niet kan volmaken omdat de wedstrijd wordt gestaakt, dient hij het restant te ondergaan vanaf de spelhervatting. Dit betekent dat, indien de wedstrijd alsnog uitgespeeld dient te worden op een later tijdstip, de betreffende speler aan wie een tijdstraf was opgelegd niet aan het restant van de wedstrijd mag deelnemen totdat de volledige tijdstraf is uitgezeten. Mocht deze speler niet meer aan de wedstrijd meedoen, dient een andere speler zijn tijdstraf uit te zitten.
- Als het aantal spelers vanwege het aantal tijdstraffen onder de 7 daalt, moet de wedstrijd worden gestaakt. Het betreffende team is dan schuldig aan het staken van de wedstrijd.
- Spelers die de tijdstraf nog niet volledig hebben ondergaan bij het starten van de strafschoppenserie, mogen wel aan de strafschoppenserie deelnemen.
Strafzaken
Van een strafzaak is sprake wanneer een speler ontoelaatbaar gedrag vertoont voor, tijdens of na een wedstrijd. Net als de administratieve beroepszaken, worden ook de strafzaken door de strafcommissies behandeld. De procedures die bij een strafzaak worden gevolgd, vind je in het reglement Strafzaken. Ben je als official betrokken bij een strafzaak (na een rode en gele kaart (in een of twee handen) of een voorval dat valt onder belediging of agressie bijvoorbeeld), dan dien je binnen 3x 24 uur dit rapport in te vullen.
Voor de wedstrijdsport is het Wedstrijdreglement opgesteld met bijbehorende richtlijnen, leidraden en publicaties. Deze dienen altijd in samenhang te worden geraadpleegd en nageleefd. Er zijn verschillen tussen de nationale en regionale competities en toernooien. Wanneer er geen document expliciet voor een regio is aangegeven, is het document landelijk van toepassing. Ook zijn er reglementen opgesteld op het gebied van strafzaken, vrijwilligerszaken, ongewenst gedrag en opleidingen.