Volleybal is een sport die sinds 1964 op het programma van de Olympische Spelen staat, zowel voor mannen als vrouwen. Het is een sport die wereldwijd beoefend wordt en een rijke geschiedenis kent, zeker ook in Nederland. Dit artikel belicht de geschiedenis van het vrouwenvolleybal op de Olympische Spelen, met bijzondere aandacht voor de prestaties van het Nederlandse team.
De Vroege Jaren: Een Trage Start voor Vrouwen
Hoewel de Olympische Spelen al in 1896 begonnen, duurde het even voordat vrouwen een prominente rol gingen spelen. Bij de eerste Spelen in Athene mochten vrouwen zelfs helemaal niet meedoen. In de loop der jaren veranderde dit geleidelijk, en steeds meer sporten werden opengesteld voor vrouwelijke deelnemers. Boksen was in 2012 de laatste sport die vrouwen toeliet. Deze ontwikkeling weerspiegelt de veranderende maatschappelijke positie van vrouwen in de afgelopen eeuw. Nederland had in 1920 de eerste vrouwelijke deelnemer aan de Olympische Spelen. Rie Beisenherz was de eerste Nederlandse vrouw die aan de Olympische Spelen deelnam, precies honderd jaar geleden.
De Introductie van Volleybal en de Eerste Deelname van Nederland
Volleybal werd in 1964 geïntroduceerd op de Olympische Spelen in Tokio, zowel voor mannen als vrouwen. Het Nederlandse mannenteam was erbij, maar het zou nog tot 1992 duren voordat een Nederlands vrouwenvolleybalteam aan de Spelen zou deelnemen.
Tokio 1964: Het Debuut van Volleybal
De Olympische Spelen van 1964 in Tokio markeerden een belangrijk moment in de geschiedenis van het volleybal. Voor het eerst stond de sport op het olympische programma, zowel voor mannen als vrouwen. Het was echter bijna niet doorgegaan voor de mannen. Na een 3-2 overwinning op Italië gaf de FIVB en het IOC Nederland toestemming om naar de Olympische Spelen te gaan, maar het NOC twijfelde aan het niveau van de lange mannen en stelde een extra kwalificatietoernooi in. Het conflict tussen het NOC en de NeVoBo kreeg volop aandacht van de landelijke media. Oranje won met 3-1 van Frankrijk en plaatste zich voor de Olympische Spelen.
Bondscoach Henk Blok had voor de eerste keer in de geschiedenis een trainingskamp ingesteld voor de selectie. Men wist dat het niet opgewassen was tegen de Oost-Europese ploegen, maar zette in op een plaats bij de eerste zes. Het toernooi ging echter teleurstellend van start tegen de onbekende Amerikanen (0-3 nederlaag). Nederland verloor zoals verwacht van de Oost-Europese landen en won uiteindelijk alleen van Brazilië en Zuid-Korea. Bij de mannen ging het eerste volleybalgoud naar de Sovjet-Unie; bij de vrouwen ging de eindzege naar gastland Japan. Gastland Japan kreeg weliswaar de dreun van Geesink te verwerken. Uiteindelijk werd die schaamte verdrongen door trots op de volleybalvrouwen, die voor het eerst in de olympische geschiedenis kampioen werden. Al was het goud met een donkere kant. Want bondscoach Daimatsu hanteerde een Spartaans regime en schuwde lijfstraffen niet.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
In de zomer van 1964 was volleybal in Tokio voor het eerst een officiële olympische sport. De Kanazawa Indoor Sport Arena was het decor van de volleybalwedstrijden. De Japanse volleybalsters schreven sportgeschiedenis door in de finale af te rekenen met de Sovjet-Unie: 3-0. "Twee jaar eerder wonnen de Japanners al op het WK in Moskou van de Russen. De bondscoach van de Russen noemde hen toen The Oriental Witches. "De Japanse coach Hirofumi Daimatsu stond er ook bij als een wat treurige man. Hij wist niet wat hij doen. Hij liep niet naar het team en ging rustig op de bank zitten. Alsof hij ging overdenken wat hij in de jaren ervoor met het team had gedaan. Daimatsu werd gezien als de architect achter de gouden volleybalsters van Japan. Hij was beroemd en berucht. "Hij was een pelotonscommandant, niet vanuit de Tweede Wereldoorlog, maar gewoon in het ondersteunend leger. Hij was de coach van de club van een groot Japans textielbedrijf. Zijn clubteam vormde ook de nationale ploeg. Zijn speelsters werkten van acht uur 's ochtends tot vier uur 's middags. Direct uit hun werk gingen ze trainen, tot een uur of elf, twaalf 's avonds. Elke dag, ook op zaterdag en zondag. Als bondscoach van de Japanse volleybaldames bedacht hij iets om de lengte en kracht binnen het team van de Sovjet-Unie te bestrijden. "Hij introduceerde de zwabber service, the float serve. Een speciale techniek. Dat was geweldig. Hij wilde ook het verdedigen op een zeer hoog niveau ontwikkelen. Daimatsu regeerde met harde hand binnen de ploeg. Video's van zijn trainingen zijn nog terug te vinden op YouTube. Speelsters mochten geen relaties hebben en er waren verhalen over verbale intimidatie en lijfstraffen. "Als iemand een fout maakte dan kregen ze ballen naar zich toegeslagen. Het was een soort indoctrinatie. Hij schreef ook een boek met de titel Follow Me, volg de groter leider. Dan ga je er als speelster ook in geloven, zeker als een gouden medaille boven de markt zweeft. Die wil je halen en dan ben je bereid veel opofferingen te brengen voor dat ultieme doel. Op de dag van de volleybalfinale, 23 oktober 1964, veroverde judoka Anton Geesink goud door zijn Japanse tegenstander te verslaan. "In de Budokan had Japan die dag drie gouden medailles behaald en er moest een vierde goud bij komen. Maar Geesink won en dat zorgde voor een deken van teleurstelling over Japan. In de avond was de volleybalfinale.
Barcelona 1992: Het Olympische Debuut van de Nederlandse Vrouwen
In 1992 was het dan eindelijk zover: de Nederlandse vrouwenvolleybalploeg maakte haar opwachting op de Olympische Spelen in Barcelona. Het team behaalde een verdienstelijke zesde plaats, een prestatie om trots op te zijn bij hun eerste deelname. In 1992 was bondscoach Ari Selinger teruggehaald, omdat het geloof in diens kroonprins Brokking was weggeëbd. Selinger had Blangé, Zoodsma en Posthuma nodig. Zij waren verhuisd naar clubs in Italië, voordat de uitgestippelde weg naar Barcelona voltooid was. Elke dag weer in de Bankrashal Selinger haalde ze terug. Tot onvrede van de blijvers, die elke dag weer in de Bankrashal van Amstelveen waren blijven trainen. Die elke dag dezelfde gezichten zagen, die geen club hadden, maar alleen de Nederlandse nationale ploeg. Onderling wantrouwen verscheurde de eenheid. Het was een politiestaat, zoals sommige spelers later zeiden. Droeg je de verkeerde sokken, dan kreeg je een kwade blik. De 'Italo's', gerijpt door het vrije volleyballeven, stonden tegenover de anderen onder leiding van de Selingers, trouw aan hun belofte, minder mondig. Vier wedstrijden gingen verloren in Catalonië, maar in de legendarische kwartfinale tegen Italie scoorde Van der Meulen 17-16 in de vijfde set. Sportgek Italië was in diepe rouw. De latere finale tegen Brazilië was een afknapper. 0-3, kansloos. Het zilver was een pleister op het hartzeer, dat later op straat lag.
Atlanta 1996: Een Vijfde Plaats
Vier jaar later, in Atlanta 1996, wisten de Oranje dames hun prestatie van Barcelona te verbeteren. Na Barcelona kwam Joop Alberda en die bracht rust. Voor grote toernooien keerden ze terug onder de hoede van Alberda, de theoreticus, de tacticus, de fanaticus. De grote verzoener. Alberda bouwde een unieke ploeg. Een samengaan van lengte en snelheid. Een volwassen ploeg. Niet allemaal vrienden, maar wel goede collega's. Ron Zwerver, aanvankelijk de steraanvaller, die steeds meer zijn gelijken vond. Olof van der Meulen, de vrolijke Fries die de moeilijkste ballen (de vuilnisbal) tot score wist te promoveren. Peter Blangé, de unieke spelverdeler, de leider. Alberda formeerde een middenaanval met Van de Goor en Held, die soms nauwelijks af te stoppen was. Hij introduceerde 'totaalvolleybal'. Iedereen viel aan. Geleidelijk bracht hij nieuwelingen in. Zoals Görtzen, een jongeling met een a-sociaal harde klap. En had ervaring achter de hand. Selinger noemde zijn ploeg destijds de Wunderfull Six. Van dat zestal waren Zwerver, Blangé, Posthuma en Grabert over. Wunderfull bleven ze. Een ploeg die tot voorbeeld strekte, een ploeg van profs. Een team waartegen andere sporters opkeken en niet alleen door de lengte. Nederland was het meest constante land van de wereld sindsdien: tweede in Oulu (EK), tweede in Athene (WK en EK). Altijd was Italië op de echt belangrijke momenten sterker. Op 29 juni 1996 was een doorbraak te beleven. Nederland won in Rotterdam de finale van de World League en een miljoen dollar. En nu was het dan weer zover, na een constant toernooi. Met een nederlaag, in de poule. Tegen Italië. De voorspelde finale in Atlanta, de droomfinale. Met een scoreverloop dat niet spannender kon. Omni Coliseum was oranje gekleurd zondag. Het speelveld is oranje. De stoelen rood en oranje. De fans, het leek wel of alle uitgesporte Nederlanders verzameld waren, waren gekleed in oranje. De haardos van Bas van de Goor is oranje, met een ondeugend kuifje. En natuurlijk, de Prins van Oranje was er ook, gezeten in de buurt van de vice-president van de States, Al Gore. Zoveel Oranje, dat was Italië te veel. Studio Sport moment van de eeuw De route van de volleyballers naar de top van de Olympus maakte de ploeg zeer populair. Vijf maal werden de Lange Mannen uitgeroepen tot Sportploeg van het jaar, waaronder in 1996. De Nederlandse selectie: Peter Blangé, Bas van de Goor, Mike van de Goor, Guido Görtzen, Rob Grabert, Henk-Jan Held, Misha Latuhihin, Olof van der Meulen, Jan Posthuma, Brecht Rodenburg, Richard Schuil, Ron Zwerver. Foto: V.l.n.r. In een zinderende finale won Nederland in vijf sets van Italië.
Tien jaar lang brandde het olympisch vuur in de harten van de Nederlandse volleyballers. Op 4 augustus 1996, 17.19 uur Atlanta-time, laaide het op tot in de nok van Omni Coliseum. In het ontwerp van de shirts waren olympische vlammen gedrukt. Ze waren symbolisch voor de missie die jarenlang in de hersens zat opgesloten. Soms was het vuur als een waakvlam, maar altijd bleef het pitje branden en wakkerde het aan. Twee olympische finales in vier jaar. Op 2 augustus 1992, op 4 augustus 1996. Tussen de finales van Barcelona en Atlanta lag een wereld van verschil.
Rio 2016: De Beste Prestatie tot Nu Toe
Na een afwezigheid van enkele jaren op de Olympische Spelen, keerde het Nederlandse vrouwenvolleybalteam in 2016 terug op het olympische toneel in Rio de Janeiro. Onder leiding van bondscoach Giovanni Guidetti behaalden de Oranje dames hun beste olympische resultaat tot nu toe: een vierde plaats. Hoewel ze net naast de medailles grepen, was het een prestatie van formaat en een bewijs van de groei en professionalisering van het Nederlandse vrouwenvolleybal. Volleybal dames wonnen in 2016 de 4e plaats tijdens de Olympische Spelen.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Opkomst van Jong Talent
Na een mindere periode was er op het EK een wederopstanding van de volleybalsters van TeamNL. Met het vertrek van een aantal routiniers, zal een nieuwe generatie volleybalsters bij TeamNL de kar moeten gaan trekken.
Andere Internationale Successen
Naast de prestaties op de Olympische Spelen hebben de Nederlandse volleybalsters ook op andere internationale toernooien successen behaald. In 1995 wonnen ze het Europees kampioenschap door Kroatië in de finale met 3-0 te verslaan. Dit toernooi wordt eens in de vier jaar gespeeld, het jaar voordat de Olympische Spelen plaatsvinden. Het diende tot en met 2015 als eerste kwalificatiemoment voor de Olympische Spelen. 1995 1e plaats. Nederland versloeg Kroatië in de finale met 3-0.
In 2007 werd de tweede internationaal zeer aansprekende titel behaald. In het Chinese Ningbo werd Rusland in de finale van de FIVB World Grand Prix met 3-2 verslagen. In 2016 stond Oranje nogmaals op het podium, dit keer was het de derde plaats.
FIVB Volleyball Women’s Championship Netherlands 2022
Het FIVB - International Volleyball Federation wereldkampioenschap vrouwen in Nederland in 2022 heeft 125.000 toeschouwers getrokken. Het was voor het eerst in de geschiedenis dat het WK in Nederland werd gehouden.
De Toekomst: Parijs 2024 en Verder
Het Nederlandse vrouwenvolleybalteam heeft zich gekwalificeerd voor de Olympische Spelen van Parijs in 2024. De volleybalwedstrijden vinden plaats van 28 juli tot en met 11 augustus. Na een mindere periode is het nu afwachten of de vrouwen zich weten te plaatsen voor de kwartfinale.
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
Investeren in de Toekomst
Om de positie van het Nederlandse volleybal, en andere teamsporten, te versterken, is het belangrijk om te investeren in de nationale competities en de jeugdopleiding. Dit is het doel van een samenwerking tussen NOC*NSF, VSG, het ministerie van VWS en vijf teamsporten: handbal, hockey, korfbal, volleybal en waterpolo.
Documentairereeks ‘Van hier tot Tokio’
De Nederlandse volleybaldames werden sinds 29 september 2018 gevolgd door het tv-programma ‘Van Hier Tot Tokio’ van Ziggo Sport. Naast de volleybalsters worden er in het programma nog drie Olympische disciplines gevolgd: het heren 3x3 basketbalteam, atlete Susan Krumins en veldrijder/ wielrenner/mountainbiker Mathieu van der Poel.
In de 1e aflevering van Van Hier Tot Tokio worden de Volleybaldames gevolgd op het Wereldkampioenschap in Japan. In de 2e aflevering van Van Hier Tot Tokio wordt er teruggeblikt op het succesvolle Wereldkampioenschap in Japan en gaan we op bezoek bij Laura Dijkema en Nika Daalderop in Florence. In de 3e aflevering van Van Hier Tot Tokio gaan we naar Aken waar bondscoach Jamie Morrison een bezoek brengt aan Juliët Lohuis, Kirsten Knip, Marrit Jasper, Nicole Oude Luttikhuis. In de 4e aflevering van Van Hier Tot Tokio gaan we op bezoek bij Marrit Jasper, Kirsten Knip en Nicole Oude Luttikhuis in Aken. In de 7e aflevering van Van Hier Tot Tokio zijn we bij de eerste training van de volleybaldames van het internationale seizoen op Papendal. In de 8e aflevering van Van Hier Tot Tokio volgen we de Volleybaldames op Papendal en tijdens de Volleyball Nations League wedstrijden in het Duitse Stuttgart. In de 10e aflevering van Van Hier Tot Tokio volgen we de volleybaldames tijdens het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Catania (Italië). Oranje nam het hier op tegen België, Kenia en Italië. In de 11e aflevering van Van Hier Tot Tokio volgen we de volleybaldames op het Europees Kampioenschap in Boedapest (Hongarije) en Ankara (Turkije). In de 12e aflevering van Van Hier Tot Tokio praten we met Joop Alberda (technisch directeur Nevobo) over het ontslag van bondscoach Jamie Morrison en bezoeken we libero Myrthe Schoot bij haar Duitse club Vilsbiburg. Myrthe Schoot treft in de wedstrijd tegen Schwerin haar Oranje teamgenoot Britt Bongaerts. In de 13e aflevering van Van Hier Tot Tokio zijn we bij de perspresentatie van onze nieuwe bondscoach Giovanni 'Gianni' Caprara in Utrecht en praten we voor het eerst met hem. In de 14e aflevering van Van Hier Tot Tokio zijn we op Papendal waar de volleybalsters vlak na kerst bij elkaar zijn gekomen om zich voor te bereiden op het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) in Apeldoorn.
tags: #volleybal #olympische #spelen #geschiedenis