Het Belgische voetbal heeft een rijke en soms verrassende geschiedenis. Van de vroege dagen van de sport tot de moderne successen, België heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het voetbal in Europa en de wereld. Dit artikel duikt in de hoogtepunten van het Belgische voetbal, met een focus op de kampioenschappen, de Beker van België en de unieke prestaties die de sport in België hebben gevormd, met inbegrip van de rol van Antwerpse clubs.
Het Europees Kampioenschap Voetbal: Een Overzicht
Het Europees kampioenschap voetbal voor mannen, vaak afgekort tot EK voetbal, is een prestigieus toernooi dat om de vier jaar wordt gehouden. Het is een kampioenschap voor Europese landen en wordt afgewisseld met het Wereldkampioenschap voetbal, waardoor er om de twee jaar een van beide toernooien plaatsvindt. De meest recente editie was in 2016 in Frankrijk, en de volgende editie is gepland voor 2024.
Oorspronkelijk zou het toernooi in 2020 plaatsvinden, maar door de uitbraak van het coronavirus werd het met een jaar uitgesteld. Duitsland en Spanje delen het record voor de meeste EK-titels, met elk drie overwinningen. Portugal is de huidige kampioen sinds 2016. Nederland heeft één keer de titel gewonnen, in 1988 tijdens het EK in West-Duitsland. België behaalde de derde plaats in 1972 en de tweede plaats in 1980, wat nog steeds de beste prestatie is voor het land.
België's Vroege Roem: Olympisch Goud in 1920
Wist u dat België in 1920 door de internationale media werd geroemd als ‘eerste wereldkampioen voetbal’? Tussen 28 augustus en 2 september 1920 vond in België het eerste grote voetbaltoernooi van Europa en bij uitbreiding ter wereld plaats. In de zomer van 1920 in Antwerpen dansten de Belgen op het ritme van de Rode Duivels, die toen het Olympisch voetbalgoud wonnen. De internationale pers doopte hen tot ‘wereldkampioenen’.
De Rode Duivels versloegen achtereenvolgens Spanje (3-1, met wereldkeeper Zamora), Nederland (3-0, Derby der Lage Landen in de halve finale) en Tsjecho-Slowakije (2-0, de grote favoriet voor de eindzege). In een normaal land zou dit een gegeven zijn dat elke voetballiefhebber kent, waar de voetbalbond fier op is en de samenleving mee uitpakt omwille van de bijzondere maatschappelijke waarde rond de thema’s ‘vaderland, vrijheid, vrede, vluchtelingensolidariteit’. Daarom wordt 2 september uitgeroepen tot ‘dag van het Belgische voetbalerfgoed’.
Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras
De Weg naar de Finale
Het toernooi was niet zonder uitdagingen. Vlak voor de wedstrijd tegen Spanje keerde een groot aantal Belgische toeschouwers zich tegen hun eigen team, uit onvrede over de selectie van de spelers. Ondanks deze tegenstand won België de wedstrijd.
De finale tegen Tsjecho-Slowakije was een tumultueuze gebeurtenis. Zeven minuten voor de rust ging het mis toen Coppée gevaarlijk opzette en een Tsjechische verdediger hem een schop gaf, waardoor hij neerviel. Dit leidde tot protesten van de Tsjechen en uiteindelijk verlieten ze het veld. Desondanks werd België uitgeroepen tot winnaar.
Jupiler Pro League: Een Overzicht van de Kampioenen
Sinds 1895 wordt in België profvoetbal gespeeld. De competitie, die standaard van de nazomer tot ongeveer mei loopt, is al 118 keer gestart (tot 2020). Anderlecht is de club die het vaakst kampioen werd.
De competitie begon als de Coupe de Championnat in 1895, met zeven verschillende clubs. In 1900 werd de naam veranderd naar Ere Afdeling (Division d'honneur in het Frans). In 1952 werd de naam opnieuw veranderd naar Eerste Klasse (Division 1 in het Frans). Vanaf 1998 draagt de Belgische competitie de naam van het biermerk Jupiler. Sinds 2008 heet de competitie de Jupiler Pro League, ook wel Eerste klasse A genoemd.
Kampioenen van de Jupiler Pro League tot en met 2020
Hieronder volgt een overzicht van alle kampioenen tot en met 2020, met de vermelding dat tijdens de Eerste Wereldoorlog en bij het begin en eind van de Tweede Oorlog (1940 en 1945) geen competitie werd gespeeld of afgemaakt:
Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda
- 1895-1896: FC Liégeois
- 1896-1897: Racing Club de Bruxelles
- 1897-1899: FC Liégeois
- 1899-1903: Racing Club de Bruxelles
- 1903-1907: Union Sint-Gillis
- 1907-1908: Racing Club de Bruxelles
- 1908-1910: Union Sint-Gillis
- 1910-1911: Cercle Sportif Brugeois
- 1911-1912: Daring Club de Bruxelles
- 1912-1913: Union Sint-Gillis
- 1913-1914: Daring Club de Bruxelles
- 1919-1920: FC Brugeois
- 1920-1921: Daring Club de Bruxelles
- 1921-1922: Beerschot AC
- 1922-1923: Union Sint-Gillis
- 1923-1926: Beerschot AC
- 1926-1927: RCS Brugeois
- 1927-1928: Beerschot AC
- 1928-1929: Royal Antwerp
- 1929-1930: RCS Brugeois
- 1930-1931: Royal Antwerp
- 1931-1932: Lierse SK
- 1932-1935: Union Sint-Gillis
- 1935-1937: Daring Club de Bruxelles
- 1937-1939: Beerschot AC
- 1940-1942: Lierse SK
- 1942-1943: RFC Malinois
- 1943-1944: Royal Antwerp
- 1945-1946: RFC Malinois
- 1946-1947: Anderlecht
- 1947-1948: RFC Malinois
- 1948-1951: Anderlecht
- 1951-1953: RFC Liégeois
- 1953-1956: Anderlecht
- 1956-1957: Royal Antwerp
- 1957-1958: Standard Luik
- 1958-1959: Anderlecht
- 1959-1960: Lierse SK
- 1960-1961: Standard Luik
- 1961-1962: Anderlecht
- 1962-1963: Standard Luik
- 1963-1968: Anderlecht
- 1968-1971: Standard Luik
- 1971-1972: Anderlecht
- 1972-1973: Club Brugge
- 1973-1974: Anderlecht
- 1974-1975: RWD Molenbeek
- 1975-1978: Club Brugge
- 1978-1979: KSK Beveren
- 1979-1980: Club Brugge
- 1980-1981: Anderlecht
- 1981-1983: Standard Luik
- 1983-1984: KSK Beveren
- 1984-1987: Anderlecht
- 1987-1988: Club Brugge
- 1988-1989: KV Mechelen
- 1989-1990: Club Brugge
- 1990-1991: Anderlecht
- 1991-1992: Club Brugge
- 1992-1995: Anderlecht
- 1995-1996: Club Brugge
- 1996-1997: Lierse SK
- 1997-1998: Club Brugge
- 1998-1999: KRC Genk
- 1999-2001: Anderlecht
- 2001-2002: KRC Genk
- 2002-2003: Club Brugge
- 2003-2004: Anderlecht
- 2004-2005: Club Brugge
- 2005-2007: Anderlecht
- 2007-2009: Standard Luik
- 2009-2010: Anderlecht
- 2010-2011: KRC Genk
- 2011-2014: Anderlecht
- 2014-2015: KAA Gent
- 2015-2016: Club Brugge
- 2016-2017: Anderlecht
- 2017-2018: Club Brugge
- 2018-2019: KRC Genk
- 2019-2020: Club Brugge
In totaal werden er zestien verschillende clubs kampioen van de hoogste divisie in het Belgische voetbal. Zeven van deze zestien clubs zijn niet meer actief in het profvoetbal.
Uitgelichte Kampioenen tot en met 1945
Van de tien verschillende clubs die tot en met 1945 kampioen werden, zijn er vijf niet meer actief als betaald voetbalclub. Een aantal van de clubs die voor 1946 kampioen werden, zijn de moeite waard om uitgelicht te worden:
- Union Sint-Gillis: Voor het einde van de Tweede Wereldoorlog behaalde Union elf kampioenschappen. Zelfs 75 jaar later staat de club nog op de derde positie als het gaat om de meest behaalde kampioenschappen. Na 1935 won Union geen enkele keer een voetbalseizoen.
- Beerschot AC: Beerschot AC was in 1945 de club op de tweede positie met het meeste aantal kampioenschappen. Van 1922 tot en met 1939 behaalde de club zeven kampioenschappen.
- Cercle Brugge: Cercle Brugge is na Union de enige club die al haar kampioenschappen voor het eind van de Tweede Wereldoorlog behaalde. In 1911, 1927 en 1930 was de club uit Brugge de beste van allemaal.
Uitgelichte Kampioenen vanaf 1946
- Anderlecht: Voordat Anderlecht kampioen werd, schommelde de club tussen de twee divisies. In het seizoen 1946-1947 werd Anderlecht voor het eerst kampioen. Sinds het eerste kampioenschap lukte het Anderlecht al vrij snel om recordkampioen te worden.
- Club Brugge: Club Brugge werd in 1920 voor het eerst kampioen, toen onder de naam FC Brugeois. Pas 53 jaar later konden de fans weer een landskampioen vieren. Van 1967 tot 1972 werd Club Brugge vijf keer tweede, waarna het in 1973 eindelijk voor de tweede keer in de geschiedenis wel raak was.
- Standard Luik: Standard Luik is de vierde club die tien of meer keer kampioen werd van België. In 1958 was het voor het eerst raak. Van 1969 tot en met 1971 lukte het de club uit Luik om drie maal achter elkaar kampioen te worden.
- Genk en Gent: KRC Genk is de club die het vaakst kampioen werd na Anderlecht en Club Brugge nadat de eeuwwisseling in 2000 plaatsvond. In 2002, 2011 en 2019 werd de club uit Genk kampioen. KAA Gent behaalde in 2015 een primeur door als zestiende club een kampioenschap binnen te halen.
- Lierse SK: Lierse SK werd voor de oorlog twee keer kampioen en na de oorlog ook twee keer. De club behaalde in 1997 nog de landstitel en werd twintig jaar later opgeheven.
- Royal Antwerp FC: Kampioen in 2023 Op 4 juni 2023 kroonde Royal Antwerp FC zich tot kampioen van België. Voor Mark van Bommel is het een titel om nooit meer te vergeten. In 1957 gebeurde het voor het laatst dat de titel naar Antwerp ging. De wedstrijd tegen KRC Genk eindigde in 2-2, met een droomgoal van Toby Alderweireld in de laatste minuut.
De Beker van België: Een Strijd om de Croky Cup
De Beker van België is het Belgische bekertoernooi voor voetbalclubs dat sinds 1908 wordt gespeeld. Sinds 2015 heet het toernooi de Croky Cup, genoemd naar de hoofdsponsor Croky. Club Brugge is de meest succesvolle club met 11 bekers.
Geschiedenis van de Beker
De eerste Beker van België werd gespeeld in 1908 met provinciale teams. In 1912 konden voetbalclubs deelnemen die uitkwamen in de nationale Eere Afdeeling (huidige Eerste klasse A) en Bevordering. Racing Club de Bruxelles won deze eerste Beker van België voor clubs. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er geen competitievoetbal gespeeld, en ook de Beker van België werd niet meer ingericht.
De oprichting van de Europese Beker voor Bekerwinnaars is een van de voornaamste redenen dat er vanaf het seizoen 1963/64 een jaarlijks toernooi kwam. Sinds 1964 kwalificeerde de Belgische bekerwinnaar zich voor de Europese Beker voor Bekerwinnaars, tot deze Europese beker in 1999 werd afgeschaft. Vanaf dan werd aan de bekerwinnaar een plaats toegekend in de UEFA Cup en sinds 2009 in de UEFA Europa League.
Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl
Finales en Wisselbeker
Traditioneel worden de finales in en rond de hoofdstad afgewerkt. Sinds de jaarlijkse terugkeer van de Beker van België in 1964, worden de finales steevast in het Heizelstadion afgewerkt. De huidige trofee van de Beker van België is een echte wisselbeker, waardoor de beker over de jaren wat ruwer is geworden met enkele kleine blutsen en krassen.
Sponsors
In het seizoen 1995/96 krijgt de Beker voor het eerst een sponsornaam. Coca-Cola kocht voor 5 seizoenen de naamrechten en doopte de competitie om tot Coca-Cola Cup.
De Beker van België: Een Diepere Duik
De Beker van België is het Belgische bekertoernooi voor voetbalclubs dat sinds 1908 wordt gespeeld. Het begon met provinciale selecties als "Beker van de Belgische Provincies", maar vanaf 1912 is het een toernooi voor voetbalclubs. Het toernooi is een aantal keer onderbroken geweest. Sinds 2015 heet het toernooi de Croky Cup en is Croky de hoofdsponsor. Club Brugge is de meest succesvolle club met 11 bekers in hun prijzenkast. De huidige bekerwinnaar is KAA Gent nadat het RSC Anderlecht klopte in de penalty’s.
De eerste Beker van België werd gespeeld in 1908. Deze eerste editie werd gespeeld met provinciale teams, waarin de beste spelers uit de verschillende provincies speelden. De winnaar zou een zilveren trofee krijgen uit handen van Prins Albert. Voetbal vierde in die tijd vooral hoogtij in het Brusselse en in Antwerpen. Ook West- en Oost-Vlaanderen (vooral het Brugse, maar ook in Gent) speelden een rol; in Wallonië was het vooral het Luikse dat een belangrijke plaats opeiste. Het was dan ook niet vreemd dat de finale gespeeld werd tussen West-Vlaanderen en Antwerpen. De West-Vlaamse ploeg won die eerste Belgische beker. Ook het jaar nadien werd volgens dezelfde formule gespeeld. Ditmaal trok Antwerpen aan het langste eind, na in de finale Brabant te verslaan.
In 1912 werd weer een bekercompetitie georganiseerd. Ditmaal konden de voetbalclubs deelnemen die uitkwamen in de nationale Eere Afdeeling (huidige Eerste klasse A) en Bevordering (vandaag opgesplitst in Eerste Klasse B en Eerste Nationale). De zestien clubs zouden via directe uitschakeling spelen voor de beker. Racing Club de Bruxelles haalde deze eerste Beker van België voor clubs binnen, na finalewinst tegen RC de Gand. Het jaar nadien werd opnieuw een beker georganiseerd voor clubs. Ditmaal werden ook voorrondes gespeeld, waar regionale clubs aan meededen. Na verlengingen in de finale pakte Union Saint-Gilloise de beker. Drie weken eerder was de ploeg ook al landskampioen geworden, waardoor ze dus de eerste dubbel in de Belgische voetbalgeschiedenis.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er geen competitievoetbal gespeeld, en ook de Beker van België werd niet meer ingericht. Het duurde tot 1926/27 eer opnieuw een bekertoernooi werd georganiseerd, Deze editie werd gewonnen door R Cercle Sportif Brugeois als eerste Vlaamse ploeg. Cercle werd dat seizoen tevens landskampioen en pakte zo de tweede dubbel in het Belgisch voetbal. Het seizoen erop werd de beker niet meer georganiseerd nadat de topclubs geen verdere interesse toonden in de beker. Tijdens het interbellum zou de competitie nog eenmaal terugkeren. Zo werd in 1934/35 nog eens een Beker van België gespeeld. Daarna duurde het tot 1953/54 voor een volgende editie. Deze werd voor het eerst gewonnen door een Waalse ploeg, Standard Luik.
Het bekertoernooi werd drie jaar op rij gehouden. Ook nu daalde de interesse van de topclubs erg snel. Dit bereikte een dieptepunt in de editie van 1955/56. Veel ploegen uit de hoogste divisie stellen een reserveploeg op en zien doelbewust af van de bekercompetitie. Dit leidde tot de eerste en tot nu toe enige finale zonder een ploeg uit de hoogste klasse.
De oprichting van de Europese Beker voor Bekerwinnaars is een van de voornaamste reden dat er vanaf het seizoen 1963/64 een jaarlijks toernooi kwam. Sinds 1964 kwalificeerde de Belgische bekerwinnaar zich voor de Europese Beker voor Bekerwinnaars, tot deze Europese beker in 1999 werd afgeschaft. Vanaf dan werd aan de bekerwinnaar een plaats toegekend in de UEFA Cup en sinds 2009 in de UEFA Europa League. Vanaf 2021 zal de winnaar één voorronde moeten spelen om in de poulefase van de UEFA Europa League te raken. Aangezien clubs beduidend minder wedstrijden moeten spelen dan in de reguliere competitie om een Europees ticket te behalen, wordt de bekercompetitie ook wel 'De snelste weg naar Europa' genoemd. Hierdoor steeg de bekercompetitie in aanzien bij de grote clubs, waardoor de prestige van het toernooi nog meer steeg.
Het waren dan ook de drie traditionele topclubs (Club Brugge, RSC Anderlecht en Standard Luik) die zich uiteindelijk het vaakste zouden plaatsen voor de finale. Club Brugge is de record bekerwinnaar met 11 bekers, gevolgd door 9 overwinningen van Anderlecht en 8 van Standard. Het lukte de Bruggelingen twee keer de dubbel te pakken, in de seizoenen 1976/77 en 1995/96. De Brusselaars doen net iets beter met drie dubbels in 1964/65, 1971/72 en 1993/94.
De gestegen nationale interesse is ook te merken aan het succes van Belgische ploegen in de Europese Beker voor Bekerwinnaars. In totaal zouden er 7 finales worden gespeeld met Belgische teams. Anderlecht won deze Europese finale twee maal, in 1976 en 1978. KV Mechelen zou hem één maal winnen in 1988. Standard en Antwerp verloren elk één keer de finale, in 1982 en 1993 respectievelijk. KV Mechelen werd in 2019 zowel kampioen in 1B als in de beker, en won zo de kleine dubbel. Het was de tweede keer dat een ploeg uit het tweede niveau de beker won en, de eerste keer dat hieraan een Europees voetbal gekoppeld was. Echter mocht de ploeg niet aanvatten in de UEFA Europa League vanwege een uitspraak door het BAS in een omkoopschandaal. Hun plaats in de Europese bekercompetitie werd doorgeschoven op basis van de eindstand in de Jupiler Pro League en ging zo naar Standard Luik, waarop alle lagere tickets ook opschoven volgens de eindstand. Hierdoor was het uitgerekend verliezend finalist KAA Gent dat op de valreep nog Europees voetbal mocht spelen.
Traditioneel worden de finales in en rond de hoofdstad afgewerkt. Alle edities voor de Tweede Wereldoorlog speelden zich af in Ukkel, Jette of Vorst. De finales van de drie edities in de jaren 50 werden telkens gespeeld in het Heizelstadion. Sinds de jaarlijkse terugkeer van de Beker van België in 1964, worden de finales ook daar steevast afgewerkt. De enige uitzonderingen hierop waren tussen 1985 en 1987 en tussen 1992 en 1995.
Een eerste wisselbeker werd gebruikt voor de drie edities in de jaren 50. Sinds 1964 tot op heden wordt een tweede ontwerp uitgereikt aan de bekerwinnaar. Deze ploeg mag hem elf maanden bijhouden, waarna hij terug naar de KBVB gaat. De huidige trofee van de Beker van België is dus een echte wisselbeker, hierdoor is beker over de jaren wat ruwer geworden met enkele kleine blutsen en krassen. Elke speler en elk lid van de technische staf van de winnaar krijgt tevens een miniatuurversie van de beker. Het huidig ontwerp is een zilveren beker met 2 oren. Aan de oren worden er linten vastgemaakt. Deze variëren tussen de kleuren van de Belgische vlag, de clubkleuren van de finalisten en de kleuren van de naamsponsor. Er is geen echte voor -en achterkant, maar wel een Nederlandstalige en Franstalige zijde. Op de Nederlandstalige zijde staat "Beker van België wisseltrofee aangeboden door dagblad Les Sports" te lezen. Op de Franstalige zijde staat "Coupe de Belgique challenge offert par le journal Les Sports" te lezen.
De eerste twee edities van de Beker van België werd gespeeld met provinciale teams. Het toernooi heette toen Coupe des Provinces Belges, of Beker der Belgische Provincies. De bekercompetitie heette voor de Eerste Wereldoorlog Coupe du Roi, of Beker van de Koning, al werd Beker van België ook al gebruikt. Deze beker werd drie keer gewonnen door een Brusselse ploeg. In het seizoen 1995/96 krijgt de Beker voor het eerst een sponsornaam. Coca-Cola kocht voor 5 seizoenen de naamrechten en doopte de competitie om tot Coca-Cola Cup. Tussen 2001 en 2007 zou er geen sponsornaam zijn. Op 14 januari 2008 maakte de voetbalbond bekend dat Cofidis voor 300.000 euro de naamrechten van het bekertoernooi had gekocht. Uiteindelijk zouden er 8 edities gespeeld worden onder de naam Cofidis Cup.
In principe kan elke A-ploeg van een club die bij de KBVB is aangesloten een deelname aan de Beker van België afdwingen. Elk team uit de eerste vijf niveaus moet deelnemen, uitgezonderd de belofteploegen van clubs uit 1A. Ook nemen er verschillende clubs uit de provinciale reeksen deel. Provinciale ploegen zijn echter niet zomaar van deelname verzekerd. De Beker van België werkt met een knock-out systeem. Per ronde spelen clubs slechts één wedstrijd. Bij een gelijkspel na 90 minuten worden er meteen strafschoppen getrapt in de voorrondes en 1e tot en met 3e ronde. Vanaf de 4e ronde tot en met de finale volgen er eerst verlengingen. De clubs die uitkomen in de laagste niveaus spelen vanaf de eerste ronde. Ploegen uit hogere competities komen er in latere rondes bij. De belofteploegen van 14 profclubs die vanaf het seizoen 2022/23 uitkomen in 1B, Eerste Nationale en de Tweede Afdeling mogen niet deelnemen aan de Beker van België.
De KBVB betaalt aan geen enkele club traditioneel prijzengeld uit. Kleinere ploegen krijgen bijvoorbeeld wel het thuisvoordeel tegen grotere ploegen in de eerste rondes. De bekerfinale is de enige wedstrijd waarbij er een bonus wordt betaald door de KBVB. De bekerwinnaar ontvangt 200.000 euro bovenop het bedrag van ongeveer 400.000 euro aan tv-rechten die worden verdeeld onder de twee finalisten. Dit gecombineerd met de recette uit de ticketverkoop en de sponsorinkomsten verdient de bekerwinnaar zo'n 1 miljoen euro. Het Europees ticket verzekert de ploeg tevens van de groepsfase van de UEFA Europa Conference League of, na voorrondes, de UEFA Europa League. De uitzendrechten van de Beker zijn in handen van Eleven Sports. De KBVB verplicht echter dat wedstrijden die nationaal worden uitgezonden gratis te bekijken zijn. Hierdoor zendt Eleven de matchen niet zelf uit, maar verkoopt het de rechten door aan free-to-view zenders. Bekerwedstrijden worden hierdoor in Vlaanderen uitgezonden door DPG Media (op VTM 2), en in de Franstalige Gemeenschap door RTL Group (op Club RTL). DPG Media verkoopt op hun beurt sommige wedstrijden door aan de VRT, deze dan te bekijken zijn op Sporza. Clubs hebben de toestemming om de wedstrijden die niet zijn gekozen door de bovengenoemde uitzenders zelf uit te zenden. Regionale omroepen proberen vaak de uitzendrechten te kopen wanneer er een streekduel uit hun regio plaatsvindt die niet werd geselecteerd.
Deelname van Antwerpse Clubs aan de Beker van België
Antwerpse clubs hebben door de jaren heen een significante rol gespeeld in de Beker van België. Royal Antwerp FC en Beerschot zijn bekende namen met een rijke historie.
Royal Antwerp FC: Deze club heeft de beker meermaals gewonnen en staat bekend om zijn trouwe aanhang. De club heeft een belangrijke plaats in de Antwerpse voetbalgeschiedenis en het Belgische voetbal in het algemeen.
Beerschot: Hoewel de club verschillende gedaanteverwisselingen heeft ondergaan, blijft de naam Beerschot verbonden aan de Antwerpse voetbalcultuur. KFCO Beerschot Wilrijk, bijvoorbeeld, heeft een opmerkelijke terugkeer gemaakt naar de hoogste klasse na vijf promoties op rij, wat als een unicum in het Belgische voetbal wordt beschouwd.
Germinal Ekeren: Deze club, later gefuseerd met Beerschot, won in 1997 de Beker van België als KFC Germinal Ekeren, een memorabel moment in de clubgeschiedenis.
De Opkomst en Ondergang van Germinal Ekeren
Het verhaal van Germinal Ekeren begint in de jaren zeventig in de stadsrand van Antwerpen. De club klom op van de provinciale reeksen naar de topklasse in slechts dertien seizoenen. Ondanks sportief succes bleef de publieke respons en de sponsoring achter. In 1999 fuseerde Germinal Ekeren met Beerschot VAC, waarna de club naar het Kiel verhuisde. In 2013 verdween de naam 'Germinal' uit de clubnaam.
Opmerkelijke Prestaties van Antwerpse Clubs
- Royal Antwerp FC: Winst van de Beker van België.
- KFC Germinal Ekeren: Winst van de Beker van België in 1997.
- KFCO Beerschot Wilrijk: Vijf promoties op rij, een unicum in het Belgische voetbal.
De Rode Duivels: Een Nationale Trots
Het Belgisch elftal, bijgenaamd de Rode Duivels, is een nationale trots. De ploeg heeft deelgenomen aan verschillende Wereldkampioenschappen en Europese Kampioenschappen, met als hoogtepunt de derde plaats op het WK in Rusland in 2018. De bijnaam "Rode Duivels" geeft precies weer waar het elftal voor staat: strijd en passie.
Pierre Walckiers en de Rode Duivels
De ploeg dankt zijn bijnaam de Rode Duivels trouwens aan Pierre Walckiers, hij bedacht die naam al in 1906. Het elftal haalde helaas nog geen grote toernooizeges. Wel haalde het in 1920 een gouden medaille op de Olympische Spelen van Antwerpen. Op 28 april 1901 werd de eerste wedstrijd gespeeld door een Belgisch elftal. De Antwerpse voetbalclub Beerschot organiseerde een wedstrijd tussen de Belgische selectie en een Nederlandse selectie.
tags: #voetbal #beker #van #antwerpen #geschiedenis