Toss en Slaan bij Softbal: Een Uitgebreide Uitleg

Softbal is een boeiende veldsport die gespeeld wordt door twee teams van elk negen spelers. Deze teams wisselen elkaar af als slag- en veldpartij. Hoewel softbal op het eerste gezicht eenvoudig lijkt, schuilt er een complexiteit in de spelregels die het uniek en aantrekkelijk maakt. Deze uitleg geeft een gedetailleerd overzicht van de sport, van de basisprincipes tot de meer geavanceerde tactieken.

De Basisprincipes van Softbal

Het softbalveld is een vierkant met ruimte eromheen, met op de hoekpunten de honken: drie platte witte kussens en een vijfhoekige witte rubberplaat als thuishonk. Naast het thuishonk bevinden zich de slagperken voor zowel rechtshandige als linkshandige slaglieden.

Een wedstrijd bestaat uit negen innings, waarbij elk team per inning eenmaal slagpartij en eenmaal veldpartij is. Alleen de slagpartij kan punten behalen. De veldpartij neemt verschillende veldposities in.

De werper gooit de bal onderhands in de richting van de slagman, die de bal met een knuppel het veld in slaat en vervolgens naar het eerste honk rent, en verder naar het tweede, derde en thuishonk. De werper moet de bal zo gooien dat deze het thuishonk passeert binnen de ‘strike-zone’, begrensd door de breedte van de slagplaat en de schouders en knieën van de slagman.

Als drie spelers van de slagpartij ‘uit’ zijn, wisselen de partijen. Het team met de meeste punten na negen innings wint de wedstrijd. Bij een gelijke stand wordt er per slagbeurt doorgespeeld.

Lees ook: Scheidsrechtersgids: De Volleybal Toss

De Uitrusting van een Softbalspeler

De basisuitrusting van een softballer bestaat uit een bal, een handschoen en een knuppel. Spelers dragen speciale schoenen met scherpe punten (spikes) voor betere grip (jeugd speelt met rubber noppen). Een slaghelm is verplicht voor spelers die aan slag komen.

De handschoen is een essentieel en persoonlijk onderdeel van de uitrusting. Deze vormt zich naar de hand en de manier waarop een speler hem gebruikt. Het is ongebruikelijk om de handschoen van een ander te gebruiken. De catcher gebruikt een dikkere handschoen dan de andere spelers om de harde ballen van de pitcher te vangen. Outfielders gebruiken grotere handschoenen om hoge ballen te vangen.

Softbalballen zijn groter dan honkbalballen, met een leren buitenkant en een omtrek tussen de 302 en 308 millimeter. De keuze van de knuppel hangt af van de lengte, het gewicht, de kracht en de snelheid van de speler. Beginners kiezen vaak een te grote en te zware knuppel, waardoor ze niet snel genoeg kunnen reageren op de bal. Een lichtere knuppel is vaak effectiever. De beste slagmensen gebruiken lichte aluminium knuppels.

De catcher draagt een helm, masker, bodyprotector en beenkappen (legguards) om zich te beschermen tegen de harde ballen.

Het Veld en de Afstanden

Vaste punten in het veld zijn de thuisplaat, de drie honken en de werpersheuvel. De lijnen van de thuisplaat naar het eerste en derde honk begrenzen het veld. Het buitenveldhek staat gemiddeld op 90 tot 120 meter van de thuisplaat. De afstand tussen de werpplaat en de thuisplaat is 12,20 meter voor dames en 14 meter voor heren. Professionele werpers gooien ballen met een snelheid van ongeveer 120 km/uur, waardoor de slagman slechts een halve seconde heeft om te beslissen of de bal een 'slag' of 'wijd' is.

Lees ook: Hockey slaan: Leer de juiste techniek

Zowel bij het eerste als het derde honk is er een vak voor een coach, die aanwijzingen geeft aan de honklopers.

De Rollen en Taken van de Spelers

Elk team bestaat uit negen spelers. De slagpartij moet de bal zo ver mogelijk het veld in slaan, terwijl de veldpartij dit moet proberen te voorkomen. De spelers van de veldpartij hebben elk een andere taak.

  • De Pitcher: De pitcher werpt de bal die de slagman moet proberen weg te slaan.
  • De Catcher: De catcher vangt de ballen die de pitcher werpt en geeft aanwijzingen aan het team.
  • De Honkmannen: De honkmannen (eerste, tweede en derde honkman) bewaken de honken en proberen honklopers uit te maken.
  • De Korte Stop: De korte stop staat tussen het tweede en derde honk en probeert lage ballen te stoppen.
  • De Verre Velders (Outfielders): De verre velders staan in het buitenveld en vangen ballen die over het infield geslagen worden.

Slagen en Punten Scoren

Het doel van de slagman is om de bal zo ver mogelijk het veld in te slaan. Als de bal over het outfieldhek gaat, is het een homerun en kan de slagman ongehinderd een punt scoren. Als de bal hoog en ver wordt geslagen maar niet over het hek, is de kans groot dat de bal wordt gevangen, waardoor de slagman uit is.

Een slagbal is een bal die door de slagzone komt. Een wijdbal is een bal die niet door de slagzone komt. Als de pitcher drie slagballen gooit zonder dat de slagman de bal het veld in slaat, is de slagman uit. Als de pitcher vier wijdballen gooit, krijgt de slagman een vrije loop naar het eerste honk.

Bij een 'volle bak' (twee slagballen en drie wijdballen) geeft elke volgende bal een beslissing. Een foutslag is een slagbal die buiten de lijnen van het veld komt.

Lees ook: Alles wat je moet weten over de term 'Puzzelwoord Slaan' in hockey.

Honklopen en Gedwongen Lopen

Als de slagman het eerste honk bereikt, moet hij naar het tweede honk lopen als de volgende slagman de bal het veld in slaat. Dit is een gedwongen loop. Als alle honken bezet zijn, is er voor alle honklopers een gedwongen loop situatie. Een homerun met drie honken bezet heet een grandslam.

Een honkslag is wanneer de slagman een honk bereikt nadat hij de bal het veld in heeft geslagen. Afhankelijk van het bereikte honk is het een één-, twee- of driehonkslag.

Verdedigende Tactieken

Voor het verdedigende team is de pitcher cruciaal. Een goede pitcher voorkomt dat er veel geslagen wordt en dat er spelers op de honken komen. Pitcher en catcher werken samen om elke slagman uit te schakelen. De catcher geeft tekens aan de pitcher om aan te geven wat voor bal hij moet gooien en waar in het slagperk hij de bal wil hebben.

De catcher overziet het hele veld en geeft aanwijzingen aan het team. Hij moet alle ballen stoppen die de pitcher werpt. Als de catcher een bal doorlaat, kunnen de lopers op de honken opschuiven. Als een honkloper probeert een honk te stelen, kan de pitcher proberen hem te verrassen door de bal naar de honkman te gooien (een 'pickoff').

Het Uitmaken van Spelers

Een honkloper is uit als hij door een veldspeler met de handschoen waar de bal inzit wordt aangetikt terwijl hij geen contact heeft met een honk. Bij een gedwongen loop is het voldoende als de honkman met zijn voet het honk aantikt voordat de loper dat honk bereikt, terwijl hij de bal in zijn hand of handschoen heeft.

De honkloper die op het eerste honk staat, moet naar het tweede honk lopen als de volgende speler de bal het veld in slaat. De honkmannen moeten de bal pakken zodra de tegenpartij die het veld inslaat.

Strategieën en Tactieken

Honklopers proberen soms "een honk te stelen" als het volgende honk niet bezet is. In softbal mag de honkloper het honk pas verlaten als de bal de hand van de pitcher heeft verlaten.

De korte stop moet snelle reacties hebben en niet bang zijn voor de bal. De verre velders moeten hoge ballen proberen rechtstreeks te vangen en de bal zo snel mogelijk naar een van de honken gooien.

Het Dubbelspel

Het dubbelspel is een spectaculaire actie waarbij twee spelers in één actie uit worden gemaakt. Een voorbeeld is wanneer het eerste honk bezet is en de slagman een lage bal slaat richting de korte stop. De korte stop gooit de bal naar de tweede honkman, die de loper op het eerste honk uitmaakt. Als de bal vervolgens snel naar de eerste honkman wordt gegooid en deze de bal vangt voordat de slagman daar aankomt, is ook de slagman uit.

tags: #tossen #en #slaan #softbal #uitleg