SV Kleine Sluis: Een Voetbalgeschiedenis

De voetbalvereniging SV Kleine Sluis, in de volksmond beter bekend als S.V. Sluis, heeft een rijke historie. Van de simpele beginjaren met een boom als doel tot de modernisering met gesponsorde trainerspakken, de club heeft vele fases doorgemaakt. Dit artikel duikt in de geschiedenis van deze bijzondere voetbalvereniging.

De Prille Beginjaren

Voordat er sprake was van een georganiseerde club, werd er al gevoetbald in Sluis. Een jeugdherinnering beschrijft hoe een boom en een paar jassen dienden als doel. Zelfs toen al was de liefde voor het voetbal groot. De jeugd was lid van S.V. Sluis. Als de jeugd door de week wel eens de euvele moed had om op het heilige gras te gaan voetballen dan kon je er de klok op gelijk zetten dat Cees het al had gehoord. Hij kwam dan op zijn fiets aanrijden en riep al van verre dat we het veld afmoesten.

De Oprichting en Groei

Zoals bij vele voetbalverenigingen, begonnen de eerste schermutselingen tot de oprichting ervan tijdens een gezellig samenzijn in een plaatselijk etablissement. In dit geval was café Oud Sluis met Giel van Westen als uitbater de bakermat. Dat een beginnende club startproblemen kent, is een gekend gegeven. De animo die in de beginfase kenmerkend en goed bedoeld is, krijgt meestal na verloop van tijd een terugslag. Want een club draaiende houden vergt veel inzet, veel vrije tijd en een dikke huid. De S.V. Sluis ontkwam evenmin aan dit fenomeen. Onder de bezielende werklust van onder andere Johan Bogaard, wie had anders verwacht, hield de club het hoofd boven water en doorstond het de aanslag op het voortbestaan.

In 1972 werd ik lid van de voetbalvereniging S.V. Sluis. Ik was toen 8 jaar oud, de minimale leeftijd om aangesloten te worden. Op het oude voetbalveld aan de Hoogstraat heb ik de beginselen van het voetbal geleerd van mijn eerste trainers Jos en Paul Spee. Wat ik mij uit die dagen kan herinneren was een voetbalwei waarop in de zomer boterbloemen bloeiden en in het najaar de plassen rijkelijk aanwezig waren. De zaterdagmorgen was altijd spannend. Gaat de wedstrijd nu wel of niet door. Water van het veld en zand in de doelen en vervolgens jeugd en senioren spelen op dat ene veldje. Wat een tijd. Voor uitwedstrijden verzamelen bij Leo Benne op de Markt. Daar stond overigens ook altijd de lijst aangeplakt met de namen van de spelers die moesten voetballen.

Het Nieuwe Voetbalveld

Het veelvuldig gebruik maken van het voetbalveld, had intussen ook zijn tol geëist. Het toch al niet al te beste knollenveld was eraan en de club was duidelijk aan een nieuw terrein toe. Die kwam er na moeizaam onderhandelen met de gemeente Sluis. In 1974 kon de nieuwe accommodatie aan de Zuiddijkstraat in gebruik genomen worden. We vonden na veel zoekwerk in Haarlem een houten schoolgebouw van 20 jaar oud dat we voor een spotprijsje mochten kopen. Voorwaarde hierbij was dat we het zelf moesten slopen. Die eis vormde geen enkel probleem.

Lees ook: Creatieve wedstrijd voor je kind

De Gouden Jaren

Begin jaren 70 kwam er een splinternieuw voetbalveld met mooie kleedaccommodatie aan de Zuiddijkstraat. De uitwedstrijden waren altijd dikke pret, we konden dankbaar gebruik maken van het groene TSM Volkswagenbusje, bestuurd door Johan of Theo Boogaard. Er waren ook echte streekderby’s zoals tegen Aardenburg en de wedstrijd tegen Breskens mocht er ook zijn. Een bijzondere gebeurtenis was dat we op voetbalkamp gingen naar het KNVB sportcentrum te Zeist. We speelden daar tegen verschillende elftallen uit het land, onder andere tegen Amsterdammers. Er werden regelmatig over en weer opmerkingen gemaakt over het wederzijdse dialect. We sliepen in grote tenten en deze waren op een gegeven moment door de hevige regenval blank komen te staan en onze spullen ook. We dreven op het luchtbed, maar lol hadden we. Er werd ook rottigheid uitgehaald, zoals ’s nachts tandpasta op de mond aanbrengen van degene die lagen te slapen. Ook zagen we er profvoetballers trainen. Het werd steeds professioneler bij S.V. Sluis. We kregen een heuse jeugdtrainer, genaamd Rudi Pleunis. Hij was zeer fanatiek en we kregen zelf tactische lessen. Ook sponsering deed zijn intrede. We kregen trainerspakken en voetbaltassen. Rudi Pleunis had in militaire dienst gezeten en erg goede contacten met de kazerne in Seedorf (Duitsland).

S.V. Sluis had een grote schare vaste supporters, zowel bij thuis-, maar ook bij uitwedstrijden. Wij als jeugdspelers gingen ook regelmatig met het 1e elftal mee. Dit was in de gouden periode, toen we de ene competitie- en bekerwedstrijd na de andere wonnen. We hadden toen een topscoorder van formaat bij S.V.

In het seizoen 1969-1970 mocht ik een eerste keer ervaren wat het was om kampioen te worden met name met de C-junioren. De foto van dat elftal is tevens mijn eerste foto die ik in mijn bezit heb. In het jaar 1974 verhuisde S.V..

Johan Bogaard: Mister Sluis

Van oprichter tot drijvende kracht bij S.V. Bij de S.V. Sluis is Johan Bogaard zo’n persoontje. Een man die inmiddels met de club een Siamese tweeling vormt. Tevens een clubman die alle hoogtepunten meemaakte, maar ook de kar bleef trekken in tijden dat het minder goed ging. Johan was er altijd. Met maar één doel, zich in alle bescheidenheid dienstbaar maken voor de vereniging.

In zijn drang om de S.V. Sluis actief te houden, was hij initiatiefnemer van het inmiddels 18 jaar bestaande futsaltoernooi voor E- en F-pupillen, was hij animator van tal van uitstapjes met jeugdteams naar de KNVB-voetbalkampen in Zeist en de Shell voetbaldagen in Tilburg en Eindhoven. Trips naar de Arena in Amsterdam, Hilvarenbeek en naar het Duitse Seedorf en Heimbach kwamen eveneens op de rol. Het binnenhalen van de KNVB-voetbaltruuk is een ander wapenfeit. Extra tintje was dat Johan toen net vijftig werd. Voor hem een goede reden om een sponsoractie op touw te zetten onder de naam ’50 voor 50’. Het evenement leverde 2650 gulden op. Een riant cadeau voor de jeugdkas van de S.V. Sluis. Zo dienstbaar als hij zich als bestuurder, beheerder, leider of trainer opstelde, zo was ook zijn instelling als speler. Een voetballer met karakter, die het niet van zijn snelheid of techniek moest hebben, maar altijd opviel door zijn werklust en zijn ijzeren conditie. Een rasechte teamfighter, die zogezegd ’niet kapot’ te krijgen was. Kortom, Johan bouwde door de jaren heen een naam op die klonk als een klok. Het leverde hem in voetballand en de volksmond de bijnaam ’mister Sluis’ op. Binnen de vereniging bleef dat overigens niet onopgemerkt. In 1980 werd hij al voor zijn onberispelijke staat van dienst tot ’erelid’ benoemd.

Lees ook: "De Kleine Generaal": Voetbal, oorlog en executie nader bekeken

Cees Blaeke

Vanaf de oprichting was Cees Blaeke een figuur op en rond het voetbalveld van S.V.. Soms moesten eerst de plassen van het oude veld verwijderd worden en dat ging op een wel heel speciale manier. In die tijd was Sluis nog een zaterdagvereniging. Samen met Johan Bogaard was Cees (naast scheidsrechter) mede-organisator van deze internationale ontmoetingen. Op het oude veld trad hij op als gastheer voor de aangestelde scheidsrechters. Al vele jaren betrokken bij de voetbalvereniging S.V.. Voetbal ging eigenlijk altijd voor en thuis wisten ze dat ma en later ook pa de zondagen in de kantine waren. Gelukkig ze waren het gewoon geworden na al die jaren. De afstand Schoondijke-Sluis wordt wekelijks met de bus of op de brommer een aantal keren gemaakt om zijn geliefde S.V..

Spelers en Herinneringen

Toen ik bij de A-junioren voetbalde hadden we de legendarische Johan Visser (beter bekend als Doker) als leider. Wat hebben we daarmee gelachen. Zijn autostoel was kapot en die had hij vervangen door een fauteuil Zo reden we naar uitwedstrijden, met onderweg (sterke) verhalen van Doker. Schitterend natuurlijk als je die leeftijd hebt. Sinds de jaren 80 voetbal ik bij de senioren. Ik heb een 10-tal seizoenen in het eerste gestaan als aanvallende middenvelder. De kern bestond uit Patrick Gijzels, Patrick Buijsse, Jan Brandenburg, Harry Hazen, Jacky en Patrick Caniere, wisselend aangevuld met Belgische spelers. Uiteraard wil ik de namen van Martin Boekhout, Jos Spee, Paul Spee, Maarten Lensen, Peter Theunissen en Raoul du Fosse niet onvermeld laten. Nog steeds ben ik actief op de velden en daarbuiten. Theo Ide zijn voetbalgeschiedenis bij de S.V..

Mijn eerste herinnering gaat terug tot 1969 toen ik op het veld aan de Hoogstraat mijn eerste enkelverzwikking opliep in een wedstrijd tegen een ploeg uit Engeland die, zoals toen gebruikelijk was, een wedstrijdje kwam spelen rond de paasdagen. Omdat de verbanddoos waarschijnlijk niet meer bevatte dan wat pleisters en een schaar werd ik door een Engelsman ingetapet en door Frits Staal per auto naar huis gebracht omdat mijn voet simpelweg niet meer in mijn schoen paste.

In 1972 trapte ik mijn eerste balletje op het voetbalveld van de S.V.. Na ongeveer 2 jaar daar te hebben gevoetbald, vertrok de S.V.. Op 16 jarige leeftijd debuteerde ik dan op het eerste elftal van de S.V.. Door persoonlijke omstandigheden ben ik na 1 jaar weer teruggekeerd op het oude vertrouwde nest: de S.V.. Ik hoop in de toekomst nog wat te betekenen voor de jeugd van S.V..

Actuele Evenementen

De commissie Normen en Waarden van Spirit heeft afgelopen zaterdag bij ons een flyeractie gehouden. Het doel was om de toeschouwers bewust te maken van positief aanmoedigen. Onder het motto: “Laat de coach coachen en de scheidsrechter fluiten”.

Lees ook: Bloeiende vereniging GKV

Spartanen - Spirit. In februari van dit jaar, maar wel in het vorig seizoen werd Spirit met 5-0 naar huis gestuurd. Vandaag kreeg Spirit de kans om zich daarvan te revancheren. Het eerste kwartier leek er niets aan de hand.

Vergelijking met Andere Verenigingen: USV

Uit overlevering is nog een aantal gegevens bekend van de jaren voor de oprichting van de vereniging. Voordat USV wordt opgericht zijn er vanaf 1920 al voetbalclubs in en om Nieuwleusen actief. Zo is er onder andere VIOS, een club met twee elftallen, die in Den Hulst aan de rand van het Van Dedemsbos over een prachtig gelegen terrein beschikt. Wedstrijden tegen DVS, Dedemsvaart. Voorwaarts Balkbrug, Spoolde en DOS uit Zwolle trekken dan al veel kijkers. Namen als Timmerman, Grotenhuis, Van Spijk, Pasveer, Thorie, Klosse zijn pioniers van de plaatselijke voetbalsport. Het is niet gemakkelijk om aan een speelveld te komen. Als het landgoed van Van Dedem bij stukjes en beetjes wordt verkocht, gaat ook het speelveld over in andere handen en is het met het voetballen gedaan. In het seizoen 1923/1924 is een team met de naam Den Hulst van plan zich aan te melden bij de Noord Centrale Voetbal Bond (NCVB), maar trekt zich toch weer terug. De jongens van Den Hulst zitten echter niet stil en nog voordat VIOS de laatste adem uitblaast, kondigt OVC (Ommerdijker Voetbal Club) zich aan. Met vooral spelers die vinden dat ze bij VIOS uit het buurtschap Den Hulst niet aan hun trekken komen. De club speelt op een terrein van H.J. van Duren aan het Zandspeur. Bekende namen zijn onder meer de gebroeders Masselink, J. Krul, Toersen, Hein Jansen, Frans Kapinga, Bertus van de Berg en Hoogenkamp. Maar ook OVC raakt het veld kwijt. Enkele leden vinden het nodig een vuurtje te stoken op het veld, waarna de eigenaar besluit in te grijpen. Na VIOS en OVC, ontstaan van 1925 tot 1930 bij het station, in De Maat en in Den Hulst nieuwe groeperingen voetballers. Het uiteenvallen van VIOS en OVC leidt uiteindelijk tot de geboorte van de Union Sport Vereniging. Die naam wordt eigenlijk tot op de dag van vandaag geassocieerd met de vlak na de eeuwwisseling opgerichte rijwielfabriek in het dorp. Toch is het niet zo dat direct vanuit deze werkgever de naam tot stand komt. Wel ligt het voor de hand dat de oprichters zich hierdoor lieten inspireren. Niet zo gek ook. Men speelde een tijdje op een stuk land van Dikke Gait Massier aan de Evenboersweg met uitzicht op de fabriek. En de brug over de Dedemsvaart bij café Nijmeijer was een favoriete hangplek, ook voor de voetballers. Met vanaf hier ook een prominent uitzicht op de NV Union. De band met de fietsenfabriek zou blijven. Vele USV’ers verdienden er hun boterham. Leidinggevenden van het bedrijf zetten zich bestuurlijk in voor USV. En Union (da’s pas fietsen) was de eerste shirtsponsor van de club. Daar men niet de beschikking heeft over een door de bond goedgekeurd terrein kan USV aanvankelijk niet in competitieverband spelen. Dit in tegenstelling tot Balkbrug. De buurtgenoot trekt dan ook een kwartet spelers aan: Andela, Jo Meyer, Andries Mijnheer en Gerard Sudhölter. Tijdens de oprichtingsperiode van USV is er een poging om de in Den Hulst woonachtige spelers weer los te weken. Maar het bestuur van Balkbrug stelt zich keihard op. Deze mega-transfer komt een jaar later alsnog rond nadat het USV-bestuur het voorstel doet een beker in ruil te geven voor de Balkbrugse medewerking. Samen met de komst van Kees Stolte en Frits Klosse betekent dat een flinke impuls. Intussen zijn andere voetballers zoals Jan Groen, Jan van Duren, Willy, Klaas en Jan Katoele wel in Den Hulst gebleven. Ze verhuizen van het ene terrein naar het andere. Van een stuk heideveld op De Punt naar het genoemde stuk land van Massier aan de Evenboersweg. Na nog een tussenstop aan Brug 5 krijgen de voetballers in 1930 een terrein aan de Ommerdijk toegewezen (nu de Burgemeester Backxlaan ter hoogte van de Van Dedemstraat). De blauwwitten van USV krijgen in 1930 toestemming om deel te nemen aan de competitie in de eerste klasse van de Nederlandse Centrale Voetbal Bond. De laagste afdeling waarin een standaardelftal kan uitkomen. De eerste officiële wedstrijd tegen DVC 2 uit Dalfsen levert een 6-2 zege op. Om illegale kijkers te ontmoedigen worden op de wedstrijddag stroken jute langs de Ommerdijk geplaatst. Naast deelname aan de competitie is toernooivoetbal erg populair. In september 1932 levert dat een 3e prijs op in Wijhe en een 1e prijs op het eigen toernooi. En over een paasdubbel gesproken: op zondag 2e in Wijhe en een dag later (!) weer een 2e prijs, nu tijdens seriewedstrijden in Ommen. Secretaris/penningmeester Sudhölter noteert ook nog een 2e prijs in Balkbrug en stelt vast dat de eerste medaillekast bijna vol is. Eind 1932 gaat de gemeente akkoord met het voorstel het terrein achter de Openbare Lagere School C in Den Hulst in orde te maken als voetbalveld. Ook al omdat aan de Ommerdijk plannen zijn voor nieuwbouw. Het nieuwe veld, gelegen van oost naar west, wordt met de nodige tamtam geopend, maar voldoet niet aan de vereiste afmetingen. Het is te klein. Elk jaar moet de bond dispensatie geven. Bezoekende clubs klagen dan ook over het veld, dat bovendien aan de noordzijde wordt begrensd door een sloot. De wedstrijdbal plonst dan ook meer dan eens in het water. Een speciaal vervaardigde ballenschepper biedt uitkomst om de bal weer op het droge te helpen. De vuilnisbak van de school doet dienst als statribune voor toeschouwers. Het zijn primitieve omstandigheden. Met na de oprichting dertien voetballende leden, hangt het doorgaan van wedstrijden, en daarmee het voortbestaan van de club, vaak aan een zijden draadje. De bodem van de kas is voortdurend in zicht. De betaling van de contributie van 0,60 gulden per maand is voor de piepjonge club van levensbelang. Maar niet iedereen kan of wil hieraan voldoen. Hele vergaderingen gaan hierover. Vaak moet de penningmeester zelf achter de centen aan. En dreigt met boetes of zelfs royementen. Maar het is lastig sancties uit te voeren. Want dan is er ook weer een speler minder. Bestuursleden van het eerste uur zoals Koekoek, Sudhölter, Blok, Goselink, Van den Berg, Katoele, Van Duren en Koster hebben hun handen vol om de zaak overeind te houden. Naast het runnen van de voetbalclub doen ze USVK er ook nog bij. Met de K van de korfbaltak. Door gebrek aan mankracht in 1936 opgeheven. Het bestuur maakt zich dan vooral zorgen over de dames van het team, met namen als Nijmeijer, Brinkman en Pot. Die houden ze eigenlijk wel graag aan boord als lid. Overwogen wordt een zijsprong te maken naar een afdeling hockey of gymnastiek. Het bestuur krijgt in alle doen en laten nadrukkelijk ondersteuning van de plaatselijke huisarts dr. Van Ravenswaaij. Hij is een van de aanjagers van de voetbalsport in het dorp en is net als Sudhölter sr. als commissaris verbonden aan USV. De notabele geeft in die rol adviezen aan het bestuur, organiseert propagandabijeenkomsten om leden te werven, zet zich creatief in voor de vermaarde revues en spreekt leden toe tijdens vergaderingen. In één van zijn toespraken stelt hij het ruwe spel van de USV spelers aan de kaak. ‘Het is een eer om voor USV te spelen. Wie zo nodig wil vechten, gaat maar naar het Staphorsterveld.’ Vallen en opstaan, dat is het. Zoals de jaarlijkse afweging wel of niet met een tweede elftal in te schrijven voor de bondscompetitie. Het is voortdurend passen en meten. Ook materiaal is schaars. Voetbalschoenen en veters zijn geen vanzelfsprekendheid. Voldoende ballen ook niet altijd. En om van uniforme tenues maar niet te spreken. Iedereen doet hiervoor wel zijn best. Bijvoorbeeld door zwarte broeken blauw te verven. Vast agendapunt op vergaderingen is het functioneren van de elftalcommissie. Die ligt regelmatig onder vuur. Zo is de constructie met een speler van het eerste, eentje van het tweede, aangevuld met een bestuurslid bron van kritiek. Want volgens de leden mag het bestuur zich niet bemoeien met de opstellingen. Dan weer is er sprake van vermeende vriendjespolitiek. Dan weer is de aanvoerder boos omdat de elftalcommissie zijn band heeft afgenomen. Trainers zijn er nog niet. Dus de aanvoerder is de baas. Maar dat zint lang niet alle spelers. Na de zoveelste zondagse aanvaring binnen de lijnen, besluit het bestuur de taak van de aanvoerder nauwkeuriger te omschrijven: enkel en alleen de aanvoerder is bevoegd spelers in het veld ‘te verplaatsen’. Hoewel al in het seizoen 1932/1933 de eerste titel binnen is, gaat het behalve financieel ook sportief lang niet altijd voor de wind. In het seizoen 1936/1937 is de malaise groot. USV staat troosteloos onderaan en de teleurgestelde supporters laten het afweten. Wel of niet op eigen verzoek een niveau lager gaan spelen, is de afweging. De heer Van Strien werpt een ander licht op de zaak. Hij krijgt spreektijd tijdens een vergadering en constateert dat het heilige vuur ontbreekt. De spelers doen er te weinig aan en men laat te snel de moed zakken. Ze voelen zich minderwaardig aan spelers van grotere clubs, is zijn conclusie. Waarna hij een ‘uitstekend en leerrijk’ inzicht geeft over het ‘geestelijk’ spelen van een wedstrijd. En dan zijn er natuurlijk nog de nodige communicatieproblemen. Telefoon is er slechts op hele kleine schaal. En sommige spelers wonen buitenaf. Hoe bereik je die op tijd? Het komt dan ook voor dat voetballers niet op de hoogte zijn van (inhaal)wedstrijden of afgelastingen. Een informatiekastje aan de muur bij clubcafé Nijmeijer in Den Hulst is een stap vooruit. Op verzoek van commissaris Van Ravenswaaij komt er later in Nieuwleusen ook zo’n kastje. Want ook hij blijft af en toe verstoken van wedstrijdinfo. De leden maken volgens het bestuur ook misbruik van deze omstandigheden. De uitwedstrijd tegen Dedemsvaart, of liever gezegd het niet doorgaan ervan, is in het voorjaar van 1939 aanleiding voor het bijeenroepen van een Bijzondere Ledenvergadering. Het lijstje: drie spelers hebben (te laat) afgezegd, een gedeelte komt tot aan de Ommerdijk en houdt het daar voor gezien, twee spelers fietsen door tot aan Sluis 4 terwijl één speler solo naar Dedemsvaart fietst. Hij denkt dat de rest al vooruit is. Als enige krijgt hij schouderkloppen, maar voor de rest stelt het bestuur een groot gebrek aan geestdrift vast. Vreest een hoge boete (tientje) van de bond, vindt dat er een modderfiguur is geslagen en overweegt geen eerste elftal meer in te schrijven voor de komende competitie. Een jaar later staat de club wel op omvallen. USV heeft nog 4,53 gulden in kas en ook met het ledenaantal staat USV er niet gunstig voor. Komt nog bij dat verschillende leden hun vertrek hebben aangekondigd. Vanwege militaire dienstplicht of ander werk. Ook is er een oproep van de burgemeester aan leden om vrijwillig klussen te doen, thuis bij gemobiliseerde dorpsgenoten. Of zich te melden voor de bloedtransfusiedienst. Op 1 april 1940 gaat het bestuur langs alle leden om ze persoonlijk op de hoogte te stellen van de kritieke situatie. Om acht dagen later tijdens de ledenvergadering in zijn geheel af treden. Omdat ze geen kans zien de vereniging in stand te houden. Dit keer zelfs niet met een feestavond. De achterliggende jaren is regelmatig een bonte avond, een revue of zelfs een kermis georganiseerd om wat geld te verdienen. De eindjes worden soms toch al op originele wijze aan elkaar geknoopt. Zo is er het verzoek aan de bond de uitwedstrijden van USV 1 en 2 tegen Dedemsvaart op dezelfde middag te programmeren. Dat scheelt in de kosten van eventueel busvervoer. Ook is er al vroeg sprake van reclame-inkomsten. Dankzij een schutting bij het veld aan de Den Hulst. Hierop kunnen de plaatselijke ondernemers een uiting plaatsen vanaf 1,50 gulden per vierkante meter. Het idee van huisarts Van Ravenswaaij om ook een tribune voor een mannetje of twintig te bouwen haalt het niet. Te duur vindt het bestuur. Jammer, zegt het erelid/commissaris. Volgens hem kunnen de spelers dit zelf in elkaar timmeren en brengt het juist extra entreegeld in het laadje. Maar niet dus. Conclusie: geen geld, geen spelers. Tijdens die cruciale vergadering van begin april staan de voormalige bestuursleden Van den Berg en Blok op en doorbreken het sombere perspectief. Beide ereleden bieden aan het vastgelopen USV schip vlot te trekken. Onder voorwaarde dat ze hierbij hulp krijgen van een aantal jongeren. Deze oproep heeft succes. Dekker, Bosch en naamgenoot Van den Berg steken hun vinger op. De handschoen wordt opgepakt en USV blijft voortbestaan. In de oorlogsjaren worden er door de bond zogeheten noodcompetities georganiseerd. Het zijn competities in uitgedunde en aangepaste vorm. USV doet steeds mee, maar lang niet alle wedstrijden gaan door. In 1944/1945 ligt door de oorlogsomstandigheden alles stil. Het is ook een periode waarin er weinig zicht is op het clubleven bij USV. Jaarverslagen, notulen of andere vormen van communicatie ontbreken in het verder zo rijke archief. Dat ligt ongetwijfeld niet aan de inzet van ‘oorlogssecretaris’ Jan Huisman. Na zijn overlijden, snel na de oorlog, typeert het bestuur de niet-voetballer als ‘een van de beste werkers’ van USV. Nadat er in de zomermaanden zowaar wat geld is verdiend omdat weduwe Bijker belangstelling heeft voor het gras van het voetbalveld, is er in oktober 1945 ineens weer een teken van leven. En ook nog eens op originele wijze. De leden ontvangen wekelijks een keurig getypt tekstvel in de brievenbus: De USV-er. Het blaadje bevat clubnieuws, opstellingen en analyses van wedstrijden. Hiermee wil het bestuur de onderlinge band verstevigen, maar de redactie is niet bang om een kritische noot te plaatsen. Zo is er veel onbegrip over het uit handen geven van een 2-0 voorsprong tegen Wacker. Zo maar een paar passages: In de schotloze voorhoede laat Schoenmaker zich veel te makkelijk dekken. Hij moet veel meer bewegen. Douma is veel te bescheiden en moet zelf eens wat vaker op het doel knallen. Fleer moet werken aan de balcontrole en hoeft met zijn body niet bang te zijn voor een stootje. Toersen doet het aardig in de voorhoede, maar is toch beter als back en Vonder is uit vorm en zijn schot kwijt. Zijn voorzetten verdwijnen telkens achter het doel. En ten slotte moet er minder geschreeuwd worden naar elkaar, daar hebben we een aanvoerder voor. In deze clubbladen is steeds een uitgebreide bijdrage te lezen van eerdergenoemde speler Douma. Hij laat uitvoerig zijn licht schijnen op de diverse posities in het veld en de taken van spelers en linies. Het bestuur is er blij mee en roept alle voetballers op deze lessen van Douma goed te bestuderen. Om zo tot betere prestaties te komen. Een verzoek aan Douma om ook de veldtraining te verzorgen, slaat hij bescheiden af. Hij vindt dat hijzelf ook nog wel de nodige training kan gebruiken. De kennis van zaken van Douma is ook de KNVB niet ontgaan. En benoemt hem later tot voorzitter van de afdeling Zwolle. De uitgifte van het clubblaadje is overigens van korte duur. De leden hebben wel commentaar op de inhoud, maar tonen weinig animo om zinnige bijdragen te leveren. Dat geldt ook voor de belangstelling voor het vervullen van een bestuursfunctie. Het blijven lastige tijden. Toch wordt in die eerste naoorlogse jaren USV nieuw leven ingeblazen.

Toekomstperspectief

Uiteindelijk verlieten we Sluis en dus ook S.V.. We volgden in de krant nog wel de uitslagen, maar S.V.. Brian, ik denk dat ik namens iedereen spreek die S.V..

Competitie Wedstrijden

ThuisteamUitteamDatumAanvangstijdAccommodatieVeldPlaatsDetailsDirkshorn JO8-1FC Den Helder JO8-113 sep.09:00Sportpark DirkshornVeld C B2DIRKSHORNDirkshorn JO10-1Kleine Sluis JO10-1JM13 sep.09:00Sportpark DirkshornVeld C A1DIRKSHORNDirkshorn JO13-1LSVV JO13-513 sep.09:00Sportpark DirkshornVeld ADIRKSHORNDirkshorn JO11-1Callantsoog JO11-1JM13 sep.10:45Sportpark DirkshornVeld C BDIRKSHORNSchagen United JO15-4Dirkshorn JO15-1JM13 sep.12:00Sportpark Groenoordveld 3 - Jac VinkSCHAGENJVC JO19-2JMDirkshorn JO19-113 sep.13:00Sportpark JVCveld 1JULIANADORPDirkshorn 1Schoten vv.

tags: #sv #kleine #sluis #voetbal #geschiedenis