Het Nederlandse amateurvoetbal vormt een essentieel onderdeel van de Nederlandse sportcultuur, met een lange en rijke geschiedenis die teruggaat tot de 19e eeuw. Voetbal werd in Nederland geïntroduceerd door Engelse studenten en expats, waarna het snel aan populariteit won. Aanvankelijk was het voornamelijk een sport voor de elite, maar al gauw begonnen ook andere bevolkingsgroepen, waaronder arbeiders, de sport te beoefenen.
Ontwikkeling van het Amateurvoetbal
Het amateurvoetbal, zoals we dat nu kennen met een georganiseerde competitie en diverse niveaus, ontwikkelde zich geleidelijk in de loop van de 20e eeuw. De huidige voetbalpiramide in Nederland bestaat uit verschillende niveaus, variërend van professionele competities, zoals de Eredivisie, tot regionale amateurdivisies op lokaal niveau. Deze structuur is in de afgelopen decennia tot stand gekomen en is voortdurend onderhevig aan aanpassingen en veranderingen.
De Rol van de KNVB
Een cruciale mijlpaal in de ontwikkeling van de huidige voetbalpiramide was de oprichting van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) in 1889. De KNVB was de eerste nationale voetbalbond in Nederland en had als doel de sport te organiseren en te promoten. In de beginjaren werden er nog geen landelijke competities georganiseerd, maar werden er regionale toernooien gehouden waarin clubs uit verschillende steden en regio's tegen elkaar speelden.
In de jaren twintig van de vorige eeuw werd het eerste nationale amateurvoetbalkampioenschap georganiseerd. Dit kampioenschap werd gewonnen door RKSV Nuenen, een club uit Brabant. In de jaren die volgden werden er steeds meer competities opgezet, waaronder de Tweede Divisie in 1956 en de Topklasse in 2010.
Districtsysteem van de KNVB
De KNVB hanteert een gestructureerd districtsysteem voor het indelen van competities in Nederland. Het districtsysteem is ontworpen om geografische nabijheid en reisafstanden tussen teams te minimaliseren, terwijl het tegelijkertijd een eerlijke en competitieve balans handhaaft. Buiten het landelijke voetbal is Nederland verdeeld in zes districten: Noord, Oost, West I, West II, Zuid I en Zuid II. Elk district heeft zijn eigen competitieorganisatie, bestuursleden en competitieaanpak. Deze indeling stelt de KNVB in staat om competities op een lokaal niveau te beheren en de betrokkenheid van clubs en spelers te vergroten.
Lees ook: Alles over het WK Handbal voor Vrouwen
Scheiding Betaald- en Amateurvoetbal
Een belangrijke verandering in de voetbalpiramide vond plaats in 1996, toen het betaalde en amateurvoetbal van elkaar werden gescheiden. Sindsdien spelen de professionele clubs in de Eredivisie en Eerste Divisie, terwijl de amateurclubs in de lagere regionale competities spelen. In de afgelopen jaren zijn er verschillende aanpassingen aan de voetbalpiramide doorgevoerd, waaronder de introductie van de Tweede en Derde Divisie in 2016. Omdat de naam Hoofdklasse als 4e niveau van de piramide verwarring gaf is deze in 2022 omgedoopt tot de Vierde Divisie.
Licentiesysteem en Kwaliteitsverbetering
Een andere belangrijke ontwikkeling is de invoering van het licentiesysteem in 2020. Dit systeem houdt in dat clubs die willen deelnemen aan de Tweede Divisie of hoger moeten voldoen aan bepaalde eisen op het gebied van organisatie, financiën en accommodatie. Hierdoor wordt geprobeerd de kwaliteit van het amateurvoetbal te verhogen en de overgang van amateur- naar profvoetbal te vergemakkelijken.
Samengaan Zaterdag- en Zondagvoetbal
Vanaf het seizoen 2023/’24 is het zaterdag- en zondagamateurvoetbal in de landelijke 3e en 4e divisie en de 1e klassen samengevoegd. Dit heeft geleid tot een significante verandering in de structuur van het Nederlandse amateurvoetbal. Voorheen werden deze competities op aparte dagen gespeeld, wat resulteerde in verschillende niveaus van competitiviteit en kwaliteit tussen de zaterdag- en zondagclubs. Door de samenvoeging kunnen clubs nu strijden op basis van hun prestaties, ongeacht de dag waarop ze traditioneel spelen, en kunnen spelers genieten van een hoger niveau van concurrentie. Hoewel het aanpassingsproces uitdagingen met zich meebracht, wordt gehoopt dat deze stap zal bijdragen aan een sterker en meer gebalanceerd amateurvoetbalsysteem in Nederland. Het is aannemelijk dat op een later moment ook in de de lagere klassen het zaterdag- en zondagvoetbal meer met elkaar zullen gaan vermengen.
De Populariteit van het Amateurvoetbal
Voetbal is de populairste sport in Nederland. Er zijn dan ook veel amateurvoetballers lid van de KNVB; jong en oud, mannen en vrouwen en mensen met een beperking. Voetbal.nl is het portaal van de KNVB waar je terecht kunt voor alle competitie-indelingen, rangen, standen en wedstrijdprogramma's van het amateurvoetbal.
Jeugdvoetbal
De jongens en meisjes tot en met de onder 12-categorie worden pupillen genoemd. Kinderen kunnen vanaf 4 of 5 jaar bij een vereniging starten met voetballen. De jongste spelers starten met de voetbalvorm 2 tegen 2 met aangepaste regels, waarna de pupillen via 4 tegen 4, 6 tegen 6 (onder 8, 9 en 10) en 8 tegen 8 (onder 11 en 12) doorgroeien naar 11 tegen 11 in de Onder 13-categorie.
Lees ook: De ziel van het voetbal: Italiaanse tribunes
Vanaf de onder 13-pupillen stromen jonge voetballers door naar de junioren; naar achtereenvolgens de Onder 14-, Onder 15-, Onder 16-, Onder 17- en Onder 19-categorie. In deze categorieën zijn er zowel gemengde jeugdteams als meidenteams bij de verenigingen.
Seniorenvoetbal
Na de junioren zijn de spelers klaar om aan de seniorencompetities deel te nemen. De prestatievoetballer en de recreatiespeler; allebei kunnen ze terecht bij de 3.070 amateurverenigingen in ons land. De KNVB organiseert in samenwerking met deze verenigingen diverse competities en bekertoernooien.
Vrouwenvoetbal
Het meiden- en vrouwenvoetbal heeft zich in Nederland in de laatste jaren stormachtig ontwikkeld. In het seizoen 2017-2018 waren er in Nederland meer als 125.000 voetballende meiden en vrouwen. Daarmee is vrouwenvoetbal uitgegroeid tot de meest populaire vrouwenteamsport na hockey. Meer dan 2.000 verenigingen hebben één of meer meiden- en/of vrouwenteams die in competitieverband spelen.
G-voetbal
Bij steeds meer verenigingen is het de gewoonste zaak van de wereld dat spelers met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking volwaardig lid zijn. In 1984 startten we met competitievoetbal voor G-voetballers ouder dan 16 jaar. Inmiddels doen hier ruim 400 teams van ruim 250 verenigingen aan mee. Sinds 2005 organiseren wij ook een speciale G-competitie voor kinderen met een beperking. Bij meer dan 250 verenigingen zijn ruim 5.000 jonge voetballers met een beperking actief.
Futsal
Veel veldvoetbalverenigingen hebben een zaalvoetbaltak, maar daarnaast zijn er natuurlijk ook specifieke zaalvoetbalverenigingen. Ongeveer 4.000 teams, verspreid over het hele land, spelen in de KNVB-competities. Dit zijn vrouwen- en mannen-, junioren- en pupillenteams. Je kan op een hoog niveau spelen, maar ook lekker in de buurt van je dorp of stad. Ook probeert de KNVB te kijken naar de wensen van de deelnemers om op een vaste avond te spelen.
Lees ook: Bekerfinale Den Haag - Heerenveen