Softbalregels: Spelersaantal en veldposities uitgelegd

Softbal is een dynamische en toegankelijke ‘bat’-en-balsport, gespeeld door twee teams. Met een directe afstamming van honkbal, kent softbal toch enkele onderscheidende kenmerken. Zo is de softbal groter dan een honkbal en worden de worpen onderhands uitgevoerd. Deze sport is uniek in zijn brede toegankelijkheid, waardoor mensen van alle leeftijden en atletische niveaus samen kunnen spelen.

Algemene spelregels en doel van het spel

Een softbalwedstrijd wordt gespeeld tussen twee teams, elk bestaande uit negen spelers. Het spel bestaat uit innings, waarbij elk team afwisselend aan slag is en in het veld staat. Het doel voor het slagteam is om de bal in het speelveld te slaan en vervolgens via de honken een ‘run’ te scoren. Het veldteam daarentegen probeert te voorkomen dat het slagteam scoort, door slagmannen uit te maken of honklopers te vangen.

Het speelveld

Het softbalveld bestaat uit een ‘infield’ met vier honken: het eerste honk, tweede honk, derde honk en de thuisplaat. De afstand tussen elk honk is 18.29 meter. Deze honken vormen een circuit dat een loper moet voltooien om te scoren. De lijnen van de thuisplaat naar het 1e honk en de lijn van de thuisplaat naar het 3e honk vormen de begrenzing van het speelveld. Het speelveld eindigt achterin met de achterlijn, het buitenveldhek, die gemiddeld op 70 meter afstand staat. In het midden van het gebied tussen de honken vind je de werpplaat, op 12,20 meter van de thuisplaat af.

Spelersaantal en veldposities

Elk team bestaat uit negen spelers die elk een specifieke positie in het veld innemen. Deze posities zijn vergelijkbaar met die in honkbal:

  • De Pitcher (Werper): Staat in het midden van de ruit en gooit de bal onderhands naar de slagman.
  • De Catcher (Vanger): Positioneert zich achter de thuisplaat en vangt de ballen die de slagman niet raakt. De catcher verzorgt de achtervang van de pitcher op de thuisplaat.
  • 1e Honkspeler: Verdedigt het eerste honk en probeert lopers uit te tikken op het honk.
  • 2e Honkspeler: Bewaakt het tweede honk en probeert ook hier lopers uit te tikken.
  • 3e Honkspeler: Verdedigt het derde honk op dezelfde wijze.
  • Korte Stop: Staat tussen het tweede en derde honk en vangt snel rollende ballen. Deze speler verdedigt het veld tussen het 2e en 3e honk met snelle vangballen.
  • Rechtsvelder: Verdedigt het rechterdeel van het buitenveld tegen verre, hoog geslagen ballen.
  • Linksvelder: Verdedigt het linkerdeel van het buitenveld tegen verre, hoog geslagen ballen.
  • Middenvelder: Verdedigt het centrale deel van het buitenveld. Deze speler verdedigt het diepere middenveld.

Het verloop van een inning

Een inning is voltooid wanneer beide teams eenmaal aan slag zijn geweest en eenmaal in het veld hebben gestaan. Wanneer een team aan slag is, proberen ze zoveel mogelijk punten te scoren door spelers veilig over de honken naar de thuisplaat te laten lopen. Een team blijft aan slag totdat er drie ‘outs’ zijn gemaakt door het veldteam.

Lees ook: Eenvoudige softbalregels voor kinderen

Slagtechnieken en pitchen

Elke slagman krijgt in principe drie pogingen om de bal in het speelveld te slaan. De bal moet wel binnen de slagzone worden gegooid; anders wordt het een ‘foutbal’. Bij vier foutballen mag de slagman naar het eerste honk lopen. Een speler die de bal in het speelveld slaat, moet zo snel mogelijk via de honken terug naar de thuisplaat rennen, voordat de bal door een tegenstander wordt gevangen en teruggegooid naar de pitcher. Als de pitcher de bal vangt, moet de loper veilig op een honk staan of de thuisplaat bereiken.

Slaat een speler de bal zo ver dat hij in één keer naar de thuisplaat kan rennen, dan spreekt men van een ‘homerun’. Een homerun levert een punt op voor het team. Een team blijft aan slag zolang niet alle drie de uits zijn gemaakt door de tegenstander. Het andere team bezet nu het veld en het team dat op het veld stond is nu aan slag.

Uitmaken van spelers

Een speler kan op verschillende manieren ‘uit’ gemaakt worden:

  • Door een vangbal: als een veldspeler de geslagen bal direct uit de lucht vangt.
  • Door uittikken: als een veldspeler een loper aanraakt met de bal (of handschoen met de bal) terwijl de loper geen contact heeft met een honk.
  • Gedwongen loop: Als een loper gedwongen is naar het volgende honk te lopen omdat een andere loper het vorige honk moet bezetten, en de verdediger het betreffende honk bereikt met de bal voordat de loper dat doet.

Strategie en tactiek

Softbal is meer dan alleen slaan en rennen. Er komt ook veel tactiek en strategie bij kijken. Zo is de slagvolgorde van groot belang, en zal de coach deze zorgvuldig samenstellen. Ook de communicatie tussen de pitcher en catcher is cruciaal. De catcher geeft tekens aan de pitcher om aan te geven welk type worp hij wil en waar in de slagzone de bal moet komen.

Benodigdheden om softbal te spelen

Om softbal te spelen, heb je de volgende basismaterialen nodig:

Lees ook: Honkbal en softbal in Hoofddorp: Een overzicht

  • Softbalknuppel
  • Softbal
  • Handschoenen
  • Slaghelm
  • Beschermende kleding

Verschillen met honkbal

Hoewel softbal en honkbal veel overeenkomsten hebben, zijn er ook belangrijke verschillen:

  • De bal is groter en zwaarder bij softbal.
  • De worpen zijn onderhands bij softbal, bovenhands bij honkbal.
  • Het speelveld is kleiner bij softbal.
  • Een softbalwedstrijd bestaat meestal uit 7 innings, terwijl een honkbalwedstrijd 9 innings duurt.

Softbal in Nederland

In Nederland is softbal een populaire sport, zowel op recreatief niveau als in competitieverband. De Softbal Golden League is de hoogste competitie en wordt jaarlijks georganiseerd door de Nederlandse Softbalbond (KNBSB).

Beginnen met softbal

Wil je zelf beginnen met softbal? Dan zijn de volgende stappen aan te raden:

  1. Bestudeer de regels en het spelverloop.
  2. Neem les en werk aan je vaardigheden.
  3. Sluit je aan bij een team.

Lees ook: Softbal scheidsrechter tekens uitgelegd

tags: #softbal #regels #speler #aantal #op #veld