Honkbal Spelregels Simpel Uitgelegd

Honkbal en softbal zijn populaire sporten, vooral in de Verenigde Staten, Canada, Mexico, de Caraïben en Azië. In Nederland is het minder bekend, maar er zijn nog steeds zo'n 25.000 tot 30.000 beoefenaars. Deze uitleg behandelt de basisregels van honkbal, zodat ook beginners het spel kunnen begrijpen.

De Basis van het Spel

Honkbal is een teamsport tussen twee ploegen van negen spelers. Het doel is om punten te scoren, "runs" genoemd, door de bal met een knuppel te slaan en vervolgens alle vier de honken te passeren. De verdedigende partij probeert dit te voorkomen door de bal te vangen en de loper "uit" te maken voordat deze een honk bereikt.

Het Veld

Het honkbalveld bestaat uit:

  • Thuisplaat: Het punt waar de slagman staat om de bal te slaan.
  • Honken: Vier honken die een vierkant vormen, met een afstand van 27,5 meter tussen elk honk.
  • Werpersheuvel: Een verhoging in het midden van het vierkant, vanwaar de pitcher de bal gooit.
  • Buitenveldhek: Een hek dat het speelveld begrenst, op ongeveer 100 meter van de thuisplaat.

De Uitrusting

Om honkbal te spelen heb je nodig:

  • Een honkbal
  • Een honkbalknuppel
  • Handschoenen (leren handschoenen voor alle veldspelers)
  • Een helm (voor de slagmensen)
  • Beschermende kleding voor de catcher (achtervanger)

Spelverloop en Regels

Een honkbalwedstrijd bestaat uit negen innings. Elke inning is verdeeld in twee helften. In de eerste helft is het ene team aan slag en het andere in het veld (verdediging). In de tweede helft wisselen de rollen.

Lees ook: Gids voor effectieve passoefeningen

Uitmaken van Spelers

Een speler kan op verschillende manieren "uit" gaan:

  1. Vangen: Een geslagen bal wordt direct uit de lucht gevangen door een veldspeler.
  2. Strike Out: De slagman mist drie keer de bal (een "strike"). Een strike wordt geteld als de slagman naar de bal slaat en mist, of als de bal door de slagzone gaat (het gebied boven de thuisplaat tussen de knieën en de middel van de slagman) en de slagman niet slaat.
  3. Uitgetikt: Een veldspeler met de bal raakt een honkloper aan terwijl deze niet op een honk staat.
  4. Gebraand: De bal bereikt het honk voordat de honkloper daar is, in een gedwongen loop situatie (wanneer een honkloper gedwongen is naar het volgende honk te rennen omdat een andere speler naar het honk moet).

Puntentelling

Een team scoort een punt (een "run") wanneer een speler alle vier de honken heeft gepasseerd en terugkeert naar de thuisplaat. Dit kan door opeenvolgende honkslagen, of door een "homerun".

Homerun

Een homerun is een slag waarbij de bal over het buitenveldhek wordt geslagen, zonder dat deze eerst de grond raakt. De slagman mag dan alle honken aflopen en scoort een punt, samen met eventuele andere lopers die al op de honken stonden. De term homerun is eigenlijk het toekennen van 4 honken door de umpire. De umpire geeft dit aan door met zijn rechterwijsvinger een cirkel (tegen de wijzers van de klok in) boven zijn hoofd te maken. In het honkbal kan dat alleen als de geslagen bal direct over het buitenveldhek vliegt. Het is ook een homerun als de bal via een velder over het hek gaat, mits dat laatste op goed gebeid gebeurd. Gaat de bal op deze wijze op fout gebied over het hek, dan is het een 2-honkslag. Als een bal boven het hek de foutpaal raakt en terugstuitert, dan is het ook een homerun. Stuitert een bal echter terug van het hek, raakt een velder en stuitert daardoor alsnog over het hek, dan is het geen homerun. In dit geval is de bal dood en is het een 2-honkslag.

De Pitcher

De pitcher (werper) gooit de bal naar de slagman vanaf de werpersheuvel. De pitcher probeert de bal zo te gooien dat de slagman de bal mist of niet goed raakt, om zo een "strike" te krijgen. Als de pitcher vier keer een "wijd" gooit (een bal die buiten de slagzone is en waar de slagman niet naar slaat), dan mag de slagman naar het eerste honk lopen.

Slagzone

De slagzone is een cruciaal concept in honkbal, en het is een van de meest omstreden onderwerpen tijdens een wedstrijd. De slagzone is het denkbeeldige gebied boven de thuisplaat, tussen de knieën en de middel van de slagman in zijn natuurlijke houding. Een worp van de pitcher die door dit gebied gaat, wordt door de umpire als een strike beoordeeld, mits de slagman niet slaat. Maar de interpretatie van de slagzone kan variëren, en het is niet ongebruikelijk dat spelers, coaches en umpires verschillende meningen hebben over de exacte grenzen ervan.

Lees ook: Gymles handbal ideeën

Er zijn in feite vier "slagzones" die een rol spelen:

  1. De slagzone zoals beschreven in de spelregels: Dit is de officiële definitie, maar in de praktijk is deze moeilijk consistent toe te passen.
  2. De slagzone zoals beoordeeld door de slagman: De slagman heeft zijn eigen idee over wat een goede worp is om te slaan, en zal op basis daarvan beslissen of hij wel of niet zwaait.
  3. De slagzone zoals beoordeeld door de pitcher en de veldpartij: De pitcher en zijn team proberen in te schatten waar de umpire de grens van de slagzone legt, en zullen proberen hun worpen daarop aan te passen.
  4. De slagzone zoals beoordeeld door de umpire: De umpire heeft het laatste woord over of een worp een strike is of niet. Zijn interpretatie van de slagzone bepaalt de gang van zaken in de wedstrijd.

Een consequente slagzone is cruciaal voor een eerlijk verloop van de wedstrijd. Als de umpire een stabiele slagzone hanteert, waarbij dezelfde bal tot dezelfde call leidt, wordt het voor pitchers mogelijk om de "randjes op te zoeken" en voor slagmensen om ballen goed te beoordelen. In die zin is een consequente slagzone belangrijker dan het feit of deze precies de spelregels volgt.

Foutballen

Een foutbal is een geslagen bal die buiten het speelveld belandt. Het speelveld wordt begrensd door de foutlijnen die vanaf de thuisplaat langs het eerste en derde honk lopen. Een bal die buiten deze lijnen landt, is een foutbal.

Er zijn een aantal specifieke situaties waarin een geslagen bal als fout wordt beschouwd:

  • Een geslagen bal die, terwijl de slagman zich in het slagperk bevindt, de slagman raakt of de knuppel voor de tweede keer raakt.
  • Een slagman-honkloper die opzettelijk een geslagen bal in fout gebied probeert van richting te veranderen.
  • Een bal die voor het 1e of 3e honk op fout gebied landt en doorrolt kan pas als foutbal worden afgeroepen als deze tot stilstand is gekomen op fout gebied of is aangeraakt door een velder of een voorwerp behorend tot het niet bespeelbare gebied (hek o.i.d.).

Bij een foutbal is het spel dood, wat betekent dat de honklopers niet mogen opschuiven. De slagman krijgt een strike tegen, tenzij hij al twee strikes heeft. In dat geval verandert er niets aan de telling.

Lees ook: Eenvoudige voetbal trucjes uitgelegd

Honklopen en Uitmaken

Nadat een slagman de bal heeft geslagen, wordt hij een honkloper en moet hij proberen om de honken te bereiken. Er zijn verschillende regels die bepalen hoe een honkloper "uit" kan worden gemaakt:

  • Meer dan 1 meter afwijken van zijn honkpad om tikken te ontwijken: Een honkloper mag tijdens het honklopen ieder traject kiezen dat hem goeddunkt. Daarbij mag hij dus meer dan 1 meter afwijken van de rechte lijn tussen de honken. Er staat immers dat hij die meter moet afwijken om tikken te ontwijken. Met honkpad wordt bedoeld de rechte lijn tussen de honkloper en het honk waarheen hij op weg is. Het wordt bepaald op het moment dat de tikactie plaatsvindt. Als de honkloper uitwijkt om ervoor te zorgen dat een velder een geslagen bal kan spelen, dan mag hij meer dan 1 meter uitwijken.
  • Hij na het raken van het eerste honk zijn honkpad verlaat omdat hij kennelijk zijn poging een volgend honk te bereiken opgeeft: Deze situatie kan plaatsvinden tussen alle honken.
  • Hij opzettelijk een velder hindert die een geslagen of aangegooide bal tracht te spelen: De velder heeft altijd ‘voorrang’ op de honkloper.
  • Hij wordt getikt terwijl hij niet in contact is met een honk: Uiteraard gaat dit alleen op als de bal niet ‘dood’ is. Ook gaat het niet op bij het eerste honk als de loper doorschiet en hij onmiddellijk naar dat honk terugkeert. Dat terugkeren mag ook vanuit ‘goed’ gebied. Het is een fabeltje dat je terug moet lopen vanaf ‘fout’ gebied. Het gaat er slechts om dat de honkloper geen enkele poging doet het 2e honk te bereiken. Teruglopen op ‘fout’ gebied is wel aan te raden, helaas kennen niet alle umpires (coaches en spelers) deze regel precies.
  • Hijzelf, of het honk waar hij vandaan kwam, wordt getikt voordat hij dat honk opnieuw heeft aangeraakt (‘tag up’) na een vangbal: Dit is een appèlsituatie, de umpire geeft de ‘uit’ dus alleen als een appel wordt gespeeld. Dit geldt niet bij een fouttip. De honkloper mag, bij de eerste aanraking van de te vangen bal door een velder, het honk loslaten.
  • Hijzelf, of het honk waarnaar hij onderweg is wordt getikt voordat hij dat honk heeft bereikt.
  • Hij wordt geraakt door een goed geslagen bal en zich op goed gebied bevindt: De bal mag geen enkele binnenvelder, de pitcher uitgezonderd, zijn gepasseerd. Is het een binnenhoogbal dan zijn zowel de slagman als de honkloper uit.
  • Hij tracht thuis te komen tijdens een situatie waarbij de slagman hindert.
  • Hij de velders in de war brengt door onnodig de honken in omgekeerde volgorde te gaan lopen.
  • Hij de thuisplaat mist en geen poging doet daarheen terug te keren: Hierbij moet een velder, met de bal in bezit, een appèl spelen. De eerste call van de umpire is in dit geval altijd ‘safe’, ook al heeft hij waargenomen dat de plaat gemist is. De reden hiervoor is dat hij anders de veldpartij zou bevoordelen. De veldpartij moet zelf het honklopen in de gaten houden.
  • Hij bij het honklopen een honk niet heeft aangeraakt.

Vangballen

Een vangbal is een bal die door een veldspeler wordt gevangen voordat deze de grond raakt. Als een veldspeler een vangbal maakt, is de slagman "uit". Honklopers mogen na een vangbal pas van hun honk vertrekken nadat de veldspeler de bal heeft aangeraakt. Als ze te vroeg vertrekken, kunnen ze "uit" gemaakt worden als de bal naar het honk wordt gegooid voordat ze daar terug zijn.

Er zijn een aantal specifieke regels met betrekking tot vangballen:

  • Als een veldspeler de bal vangt, maar vervolgens over een hek of in een dugout valt, is het nog steeds een vangbal, zolang hij de bal controleert.
  • Een veldspeler mag over een hek leunen of erop klimmen om een bal te vangen.
  • Het is wel een vang als een velder de bal in zijn handschoen heeft en deze vanuit de handschoen met een flip, dus zonder met de gooihand aangeraakt te hebben, aan een andere velder doorspeelt.

Binnenhoog (Infield Fly Rule)

De "infield fly rule" is een speciale regel die van kracht is wanneer er lopers op het eerste en tweede honk (of alle honken) staan met minder dan twee "uit". Als de slagman dan een hoge bal slaat die gemakkelijk door een binnenvelder kan worden gevangen, wordt de slagman automatisch "uit" verklaard. Deze regel is bedoeld om te voorkomen dat de verdedigende partij opzettelijk de bal laat vallen om een dubbelspel te forceren.

De umpire moet duidelijk aangeven dat de "infield fly rule" van kracht is. De honklopers mogen gewoon doorlopen, maar ze lopen het risico "uit" gemaakt te worden als de bal wordt gevangen.

Strategie en Techniek

Naast de regels zijn er ook veel strategieën en technieken die belangrijk zijn bij honkbal. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende soorten worpen die een pitcher kan gooien, de manier waarop een slagman zijn slag kan aanpassen aan de worp, en de tactieken die een team kan gebruiken om honken te stelen of punten te scoren.

Pitchen

De pitcher is een van de belangrijkste spelers in het honkbal. Hij bepaalt in hoge mate het verloop van de wedstrijd. Een goede pitcher kan verschillende soorten worpen gooien, zoals een fastball, curveball, slider, en changeup. Elke worp heeft een andere snelheid, beweging en effect, waardoor het voor de slagman moeilijk is om de bal goed te raken.

Slaan

Het slaan van de bal is een kunst op zich. Een goede slagman heeft een goede timing, een krachtige swing en de mogelijkheid om de bal naar verschillende delen van het veld te slaan. Hij moet ook in staat zijn om de worpen van de pitcher te lezen en zijn slag daarop aan te passen.

Veldwerk

Goed veldwerk is essentieel voor een succesvol honkbalteam. De veldspelers moeten in staat zijn om grondballen en vliegballen te vangen, snel en accuraat naar de honken te gooien, en samen te werken om lopers "uit" te maken.

Honkbal in Nederland

Hoewel honkbal in Nederland minder populair is dan in andere landen, is er wel een actieve honkbalgemeenschap. De Koninklijke Nederlandse Baseball en Softbal Bond (KNBSB) organiseert competities voor alle leeftijden en niveaus. Het Nederlands honkbalteam heeft de afgelopen jaren ook successen geboekt op internationaal niveau, met deelnames aan de Olympische Spelen en het Wereldkampioenschap.

tags: #simpele #uitleg #honkbal #spelregels