Spelregels zijn essentieel voor een eerlijk en sportief verloop van volleybalwedstrijden. Kennis van de basisregels draagt bij aan spelplezier en begrip voor scheidsrechterlijke beslissingen. Deze gids biedt een overzicht van de actuele spelregels, relevante projecten en praktische informatie.
Het Belang van Spelregelkennis
Hoewel niet elke speler, trainer, coach, ouder of toeschouwer alle spelregels uit het hoofd hoeft te kennen, is een basiskennis essentieel. Het helpt om de beslissingen van de scheidsrechter te begrijpen en om zelf meer plezier aan het spel te beleven. Officials daarentegen, dienen alle regels te kennen en ervoor te zorgen dat deze tijdens de wedstrijd correct worden nageleefd.
Actuele Spelregels en Hulpmiddelen
De officiële spelregels en handleidingen voor scheidsrechters zijn beschikbaar per discipline en per speelniveau. Om uitzonderingen beter weer te geven en de administratieve last te verminderen, is er vanaf seizoen 2024-2025 weer één spelregelboekje voor de Eredivisie t/m Jeugd.
Volleybalmasterz.nl: Spelregels Op Een Leuke Manier Leren
Volleybalmasterz.nl is een initiatief dat spelregels op een begrijpelijke manier uitlegt. Door middel van oefentoetsen kan je je kennis testen en een spelregelbewijs halen. Dit is een ideale manier om nieuwe (jeugd)leden op een interactieve manier met de belangrijkste spelregels kennis te laten maken. Op Volleybalmasterz.nl maak je in begrijpelijke taal kennis met alle spelregels. Ook kun je door middel van oefentoetsen je kennis testen en je spelregelbewijs halen, zodat je zelf ook wedstrijden in de lagere klassen kunt fluiten.
'Minder Regels, Meer Spelplezier'
Het project 'Minder regels, meer spelplezier', gestart in 2015, betrekt spelers, trainers en officials bij het evalueren en aanpassen van spelregels om het spel leuker te maken. Spelers, trainers en officials geven aan welke wijzigingen volgens hen meer spelplezier zouden opleveren. Deze worden uitgebreid behandeld, getest en eventueel ingevoerd. Voorstellen voor het wijzigen van (spel)regels, waardoor volleybal nog leuker wordt, zijn welkom.
Lees ook: Volleybal: Alles over winnen
Basisregels van Volleybal
Volleybal is een balsport waarbij twee teams, elk bestaande uit zes spelers, proberen de bal over een net op de speelhelft van de tegenstander te krijgen. Het speelveld is verdeeld in twee gelijke helften gescheiden door een net. De beide teams bevinden zich ieder op hun eigen helft en proberen door het slaan of tikken tegen de bal deze op het tegenoverliggende deel van het speelveld binnen de lijnen de grond te doen raken. Een geslaagde poging, of een fout van de tegenstander, levert een punt op.
Het Spelverloop
De bal wordt in het spel gebracht door een opslag van achter de achterlijn. De opgeslagen bal moet over het net in het veld van de tegenstander belanden. Wanneer de bal het net raakt en eroverheen gaat, gaat het spel gewoon door. De spelers mogen de bal niet vangen of gooien of te lang balcontact hebben. De bal mag ieder deel van het lichaam raken. Een speler mag slechts eenmaal achter elkaar de bal raken. Alleen bij een blok zijn twee aanrakingen achter elkaar toegestaan.
Puntentelling en Sets
In het volleybalspel bestaat ieder team uit zes personen en meet het veld 9 bij 18 meter. Op de zijkanten van het net, precies boven de zijlijn, zijn twee verticale stokken, de zogenoemde "antennes", geplaatst. Binnen de Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast. Het komt erop neer dat iedere rally resulteert in een punt voor een van beide teams. Wie het eerst 25 punten heeft behaald wint de set. Er worden altijd 4 sets gespeeld. Wie het eerst drie sets heeft gewonnen, wint de wedstrijd. De set eindigt als een team 25 punten heeft behaald en minstens twee punten meer heeft dan de tegenstander, dus als de stand 25-24 is wordt er tot 2 punten verschil doorgespeeld. Op de hoogste niveaus wordt het best-of-five principe gehanteerd. De wedstrijd is dan klaar bij een 3-0, 3-1 of 3-2 stand.
Fouten
Het is fout als een speler onder het net dringt in de ruimte van de tegenstander en de speler de tegenstander hindert. Het is ook fout als de voet(en) van een speler over de middenlijn komen, dus het veld van de tegenstander raken. Ook een voetfout, waarbij een speler met een voet over de middellijn staat, is een fout. Een dubbel, waarbij de speler de bal twee keer achter elkaar aanraakt, is eveneens een fout. De bal is uit als deze buiten de lijnen van het veld terecht komt, buiten de antennes naar het andere veld wordt gespeeld, de antennes raakt of tegen een ‘voorwerp’ aankomt dat zich buiten het veld bevindt. De spelers mogen het net niet raken.
Wissels en Time-outs
Voor het begin van een nieuw punt mag een speler worden gewisseld. Een speler die is uitgewisseld mag uitsluitend voor dezelfde wisselspeler weer worden ingewisseld. In totaal zijn dit dus twee wissels van de maximaal toegestane zes. Als de trainer/coach dat nodig vindt mag hij/zij tussen twee rally's een time-out aanvragen. De trainer maakt met zijn handen een T-teken, de scheidsrechter blaast af en er kan met de spelers worden overlegd. Een time-out kan simpelweg een tactische manoeuvre zijn om de vaart uit het spel van de tegenstander te halen, en/of nodig zijn om aanwijzingen aan de eigen spelers te geven.
Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal
Posities en Technieken
Iedere speler in het veld heeft zijn of haar positie. Bijvoorbeeld spelverdeler, passer/loper of libero. Er zijn verschillende technieken in het volleybal. De volleybalsport heeft veel termen. Termen die je vaak hoort zijn bijvoorbeeld ace, side-out of touche.
De Spelverdeler
Een van de veldspelers van de ontvangende partij vangt de geserveerde bal met naast elkaar gestrekte onderarmen op. Deze mag ook 'bovenhands' gespeeld worden. Gewoonlijk wordt de bal doorgespeeld naar een spelverdeler. De spelverdeler, een speler met een goede techniek en spelinzicht, staat in de rally meestal iets rechts van het midden voor het net, of zorgt dat hij of zij daar komt te staan wanneer de bal van de tegenstander ontvangen is. De spelverdeler speelt de bal meestal door naar een van de aanvallers, hetgeen set-up (opzet) genoemd wordt.
Aanvallers en Verdedigers
De spelverdeler kan de set-up geven aan de buitenaanvaller, die aan de linkerkant aan het net staat, de middenaanvaller (ook wel hoofdblokkeerder genoemd), die in het midden aan het net staat of aan de speler, die rechts aan het net staat. In dat laatste geval wordt de set-up meestal achterover gegeven. Tevens kan de spelverdeler de set-up geven aan een van de achterspelers, deze kunnen een zogenaamde "driemeteraanval" uitvoeren. Dit houdt in dat ze net als de voorspelers alle ballen mogen slaan zolang de afzet van de sprong maar achter de driemeterlijn gebeurt; de speler mag na het slaan van de bal wel voor de driemeterlijn landen. Binnen deze driemeterzone mogen de achterspelers de bal alleen over het net spelen, als zij hem onder de netrand raken. Een uitzondering voor de achterspelers is de libero, die nooit een aanvallende actie mag uitvoeren waarbij de bal op het moment van de aanraking zich boven de bovenste netrand bevindt. Hij mag de bal wel bijvoorbeeld onderhands over het net spelen of een onderhandse setup geven.
De aanvaller die de bal krijgt toegespeeld tikt of slaat de bal over het net naar de grond. Meestal wordt de smash toegepast, een harde klap met de vlakke hand, waarbij het balcontact zo kort mogelijk moet zijn. Soms gebruikt de aanvaller een zogenoemde prikbal, bijvoorbeeld als de opzet niet goed is voor een smash, of om de tegenstander te verrassen. Hierbij wordt de bal met de vingertoppen in een bovenhandse beweging gericht gespeeld, zonder echter geslagen te worden. De verdediging moet de bal van de grond zien te houden en doet dat gewoonlijk door een blok te vormen: een, twee of drie spelers springen tegelijk en naast elkaar met gestrekte armen en handen op, om de tegenstander te beletten de bal over het net heen te slaan/tikken. De kunst is om op het juiste moment en precies tegelijkertijd te springen, en natuurlijk op de plek waar de bal geslagen wordt. Als een bal het blok passeert dient deze door de verdedigers in het achterveld te worden verdedigd. Dit levert vaak spectaculaire acties op met glijduiken en zijwaartse rollen.
Beachvolleybal Regels (2 tegen 2)
Naast het reguliere volleybal, is beachvolleybal een populaire variant. Hier zijn enkele specifieke regels voor beachvolleybal:
Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal
- Je speelt 2 gewonnen sets tot de 21 punten (met twee punten verschil). De 3e set gaat tot de 15 punten.
- Je speelt 2 tegen 2 en er zijn geen wissels mogelijk.
- Voor de 1ste set wordt door middel van een toss bepaald welk team de opslag krijgt en aan welke kant beide ploegen moeten beginnen.
- Het spel begint met de opslag van achter de achterlijn.
- De bal mag driemaal door een ploeg worden gespeeld voordat deze over het net gaat.
- De bal mag ieder deel van het lichaam raken.
- Een speler mag slecht eenmaal achter elkaar de bal raken. Alleen bij een blok zijn twee aanrakingen achter elkaar toegestaan.
- De spelers mogen de bal niet vangen of gooien of te lang balcontact hebben.
- De bal is uit als deze buiten de lijnen van het veld terecht komt, buiten de antennes naar het andere veld wordt gespeeld, de antennes raakt of tegen een ‘voorwerp’ aankomt dat zich buiten het veld bevindt.
- De bal mag het net wel raken.
- Als een speler de tegenpartij hindert door deze aan te raken, het net storend te raken, of in het veld van de tegenstander terecht te komen, wordt dit als fout gezien en krijgt de tegenstander een punt.
- De opslag gaat naar het team dat de rally heeft gewonnen. Blijft de opslag bij hetzelfde team dan blijft ook dezelfde speler/speelster aan opslag. Als de opslag naar de andere partij gaat, moet de speler/speelster die de vorige keer niet heeft opgeslagen opslaan.
- Tijdens een set mag één time-out van 30 seconden worden aangevraagd.
- In de 1ste en 2e set wordt bij elke 7 gespeelde punten gewisseld van speelhelft.